Fiscale aspecten van personeelskosten

advertisement
Een overzicht van de boekhoudkundige aspecten van personeelskosten werd gepubliceerd in Pacioli nr. 296. In dit
artikel bekijken we de fiscale aspecten.
bedrijfsvoorheffing aan te geven. Bepaalde vrijstellingen
van doorstorting van bedrijfsvoorheffing zijn uiteengezet
in deel 2 van deze bijdrage.
1. Inleiding : fiscaal begrip van bezoldigingen
Op het einde van elk kalenderjaar moet de werkgever of
de vennootschap de fiscale fiches 281.10 of 281.20 opsturen door middel van «Belcotax On Web». Deze fiches
zijn gekoppeld aan de samenvattende opgave 325.
Bij gebrek aan het invullen van de fiches en de samenvattende opgave is de onderneming een bijzondere aanslag
verschuldigd berekend tegen het tarief van 309 %.
Artikel 30 WIB 1992 bepaalt : «Bezoldigingen omvatten,
ongeacht de schuldenaar of de benaming ervan en de wijze
waarop ze worden vastgesteld of toegekend :
1° bezoldigingen van werknemers;
2° bezoldigingen van bedrijfsleiders;
(…)».
Zelfs indien de bezoldigingen door een sociaal secretariaat worden beheerd is het zeer belangrijk de overeenstemming te onderzoeken tussen enerzijds de bedragen
die in de kosten werden geboekt en anderzijds deze die
ingevuld werden op de fiches en de samenvattende opgave. Ook voor een boekjaar dat niet samenvalt met een
kalenderjaar is het evengoed aanbevolen de overeenstemming na te gaan tussen de bedragen die geboekt werden
en degene die aangegeven werden aan de fiscale administratie.
Bezoldigingen van werknemers zijn alle beloningen die
voor de werknemer de opbrengst zijn van arbeid in
dienst van een werkgever.
Daartoe behoren onder andere :
1. wedden, lonen, commissies, gratificaties, premies,
vergoedingen en alle soortgelijke toekenningen, met
inbegrip van fooien en toelagen die, zelfs toevallig, uit
hoofde of naar aanleiding van het uitoefenen van de
beroepswerkzaamheid worden verkregen;
2. voordelen van alle aard geraamd ofwel op forfaitaire
wijze ofwel in functie van de werkelijke waarde die ze
hebben in hoofde van de verkrijger.
In haar advies 128/8 wijst de Commissie voor Boekhoudkundige Normen erop dat het Belgisch boekhoudrecht
De bezoldigingen van werknemers zijn onderworpen aan
onttrekkingen ten gunste van de RSZ terwijl de bezoldigingen van bedrijfsleiders inkomsten van zelfstandigen
vertegenwoordigen onderworpen aan kwartaalbijdragen
aan het RSVZ.
In de twee gevallen is de werkgever of de vennootschap
verplicht de bedrijfsvoorheffing aan de bron in te houden. De bedrijfsvoorheffing kan berekend worden door
toepassing van FINPROF en een aangifte 274 moet ingediend worden om de inkomsten en de overeenkomende
PA C I O L I
NR.
297
BIBF-IPCF
I N H O U D
•• Fiscale aspecten van
personeelskosten
•• Juridische en fiscale aspecten
van het aandeelhouderschap :
u bezit minstens 50 %
•• Sommige boetes zijn fiscaal
aftrekbaar
1
10
–
23
Mei
1
5
8
2010
P 309340 – Afgiftekantoor 9000 Gent X – Tweewekelijks – Verschijnt niet in juli
Fiscale aspecten van personeelskosten
het beginsel huldigt dat kosten naar hun aard worden
geboekt (cf. Pacioli nr. 216/2006).
Hoe door een onderneming gemaakte kosten fiscaal worden gekwalificeerd heeft in beginsel geen belang voor hun
boekhoudkundige verwerking. Kosten louter op grond
van hun fiscale kwalificatie boeken strookt derhalve niet
met de boekhoudreglementering. De bedragen die op de
persoonlijke fiscale fiches als bezoldigingen worden vermeld, zullen niet volledig overeenkomen met de bedragen
die in de rekening «Bezoldigingen» in de boekhouding
van de onderneming worden vermeld. Privé-uitgaven
die normaliter door de werknemer zelf moeten worden
gedragen maar door de onderneming in zijn plaats zijn
betaald worden zowel op fiscaal als op boekhoudkundig
vlak in de rekening «Bezoldigingen» geboekt.
Door toepassing van de maatregelen van vrijstelling kunnen de rechtzettingen tot 31 augustus van het jaar dat
volgt op het inkomstenjaar gebeuren door een tweede
aangifte in te dienen.
Vanaf 1 september van het jaar volgend op het inkomstenjaar kan een rechtzetting van de bedrijfsvoorheffing
nog steeds gebeuren maar enkel door middel van het indienen van een bezwaarschrift bij de bevoegde directeur.
Dit bezwaarschrift moet ingediend worden binnen een
termijn van vijf jaar te rekenen vanaf 1 januari van het
jaar waarvoor de bedrijfsvoorheffing verschuldigd is.
Voorbeeld : voor de bedrijfsvoorheffing van het inkomstenjaar 2009 moet het bezwaarschrift ten laatste op
31 december 2013 naar de bevoegde directeur verstuurd
worden.
(circulaire nr. Ci.RH.244/597.746 van toepassing vanaf
3 november 2009 in alle stadia van de procedure)
2. Vrijstelling van doorstorting van bedrijfs­
voorheffing
Het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992 regelt
diverse vrijstellingen van volledige of gedeeltelijke doorstorting van de ingehouden bedrijfsvoorheffing, voor bepaalde schuldenaars van deze bedrijfsvoorheffing.
Het gaat onder andere om de bedrijfsvoorheffing van de
bezoldigingen voor :
– overwerk dat recht geeft op een toeslag;
– werknemers die ploegen- of nachtarbeid verrichten;
– de betaalde sportbeoefenaars;
(…)
De boekhoudkundige verwerking van de vrijstelling van
doorstorting van de bedrijfsvoorheffing werd niet besproken in het vorig artikel betreffende de «Personeelskosten
– boekhoudkundige aspecten» (Pacioli nr. 296/2010).
De Commissie voor Boekhoudkundige Normen gaf volgend advies over de vrijstelling van doorstorting van de
bedrijfsvoorheffing geregeld door artikel 273/3 WIB 1992
(vrijstelling van de bedrijfsvoorheffing voor assistent-onderzoekers). Volgens de Commissie voor Boekhoudkundige Normen kan hetzelfde advies toegepast worden op
de gevallen voorzien door artikels 275/1 tot 275/7 alsook
op de nijverheids- en handelsondernemingen.
Het vrijgestelde bedrag van bedrijfsvoorheffing is definitief verworven door de werkgever. Op grond van het
verbod van compensatie tussen lasten en opbrengsten
mag dit bedrag niet op credit worden geboekt van de
rekening 620 «Bezoldigingen en rechtstreekse sociale
voordelen». De 100 % ingehouden voorheffing wordt op
creditzijde geboekt van de rekening 453 «Ingehouden
voorheffingen».
Het verworven vrijgestelde gedeelte wordt nadien op debetzijde van zelfde rekening 453 geboekt met als tegenpost :
– voor de ondernemingen : rekening 740 «Bedrijfssubsidies en compenserende bedragen»;
– voor de grote verenigingen : rekening 73 «Lidgeld,
schenkingen, legaten en subsidies» uitgebreid met een
aangepaste rekening, bv. «Compenserende bedragen
ter vermindering van de loonlast».
(Advies Commissie voor Boekhoudkundige Normen
2009/13)
In de hierboven vermelde gevallen wordt de bedrijfsvoorheffing door de werkgever voor 100 % ingehouden. De
ingehouden bedrijfsvoorheffing moet slechts gedeeltelijk
of zelfs helemaal niet doorgestort worden aan de Schatkist (artikel 275/1 tot 275/7 WIB 1992).
Hiervoor moeten twee aangiften in de bedrijfsvoorheffing ingediend worden : de eerste voor het totale bedrag
ingehouden op de bezoldigingen van alle werknemers en
de tweede die enkel betrekking heeft op de bezoldigingen
van werknemers die in aanmerking komen voor de vrijstelling van doorstorting van de bedrijfsvoorheffing.
Op deze tweede aangifte wordt door middel van een
code aangegeven om welke vrijstelling van doorstorting
van bedrijfsvoorheffing het gaat. Deze aangifte vermeldt
dan ook steeds een negatief bedrag aan bedrijfsvoorheffing gelijk aan het gedeelte ervan dat niet moet doorgestort worden aan de Schatkist.
Kan een schuldenaar van de bedrijfsvoorheffing nog
toepassing maken van de vrijstellingsregel nadat hij het
volledig bedrag van de bedrijfsvoorheffing heeft doorgestort en binnen welke tijdspanne is een rechtzetting
mogelijk ?
10
–
23
Mei
2010
2
BIBF-IPCF
PA C I O L I
NR.
297
4. De tussenkomst van de werknemer of bedrijfsleider
bedraagt minstens 1,09 euro per cheque.
3. Sociale en culturele vrijstellingen
3.1. Maaltijdcheques, sport/cultuurcheques en
ecocheques
C. Voorwaarden eigen aan de sport/cultuurcheque
1. Op de sport/cultuurcheque staat duidelijk vermeld dat
zijn geldigheid tot 15 maanden beperkt is van 1 juli
van het jaar tot 30 september van het volgende jaar.
2. Het totale bedrag van de sport/cultuurcheque toegekend door de werkgever of de onderneming mag
per werknemer of bedrijfsleider niet groter zijn dan
100 euro/jaar.
3. De sport/cultuurcheques kunnen geheel noch gedeeltelijk voor geld worden omgeruild.
De wet van 22 december 2009 houdende fiscale en diverse bepalingen (BS 31 december 2009, editie 2) vervolledigt artikel 38, § 1, eerste lid WIB 1992 door een
25° en voegt een nieuw artikel 38/1 in bij het onderdeel
«Sociale en culturele vrijstellingen». De nieuwe bepalingen regelen de modaliteiten van vrijstelling van zekere
voordelen. Een afzonderlijk onderdeel betreffende de
maaltijdcheques, de sport/cultuurcheques en de ecocheques had het specifiek karakter van deze voordelen beter
tot uitdrukking gebracht.
D. Voorwaarden eigen aan de ecocheques
3.1.1. Voorwaarden
1. De collectieve arbeidsovereenkomst of individuele
overeenkomst bepaalt de hoogste nominale waarde
van de ecocheque, met een maximum van 10 euro
per ecocheque, evenals de frequentie van toekenning
ervan gedurende een kalenderjaar.
2. Op de ecocheque staat duidelijk vermeld dat zijn geldigheid tot 24 maanden beperkt is, vanaf de datum
van zijn terbeschikkingstelling aan de werknemer of
de bedrijfsleider en dat hij slechts mag worden aangewend voor de aankoop van producten en diensten
met een ecologisch karakter als bedoeld in een collectieve arbeidsovereenkomst die is afgesloten in de
Nationale Arbeidsraad.
3. De ecocheques kunnen geheel noch gedeeltelijk voor
geld worden omgeruild.
4. Het totale bedrag van de ecocheque toegekend door
de werkgever of onderneming mag per werknemer of
bedrijfsleider niet groter zijn dan 125 euro per jaar
(250 euro voor 2010).
Om vrijgesteld te worden moeten bedoelde voordelen
voldoen aan de voorwaarden opgenomen in artikel 38/1
WIB 1992. Hierna deze voorwaarden waaraan de voordelen terzelfder tijd moeten voldoen.
A. Voorwaarden gemeenschappelijk aan de drie soorten
cheques
1. De voordelen mogen niet verleend worden ter vervanging van de bezoldigingen, premies, voordelen van
alle aard of van enig andere vergoeding.
2. De toekenning van de cheques moet vervat zijn in
een collectieve arbeidsovereenkomst op sectorieel vlak
of op ondernemingsvlak, of, wanneer het afsluiten
van een collectieve overeenkomst niet mogelijk is, in
een geschreven individuele overeenkomst met dien
verstande dat in een onderneming met werknemers
dezelfde regeling moet gelden voor bedrijfsleiders als
voor werknemers.
3. De cheques worden op naam van de werknemer of
bedrijfsleider afgeleverd.
3.1.2. Fiscaal stelsel
Maaltijdcheques, sport/cultuurcheques en ecocheques
worden niet aangemerkt als beroepskosten, met uitzondering van de tot 1 euro per maaltijdcheque beperkte
tussenkomst van de werkgever of de onderneming (vanaf
1 februari 2009).
De voordelen die voldoen aan de wettelijke voorwaarden
worden niet belast in hoofde van de verkrijger.
De bedragen vermeld in artikel 38/1 WIB 1992 (maxima
en minima) worden niet geïndexeerd, inclusief de aftrekbare tussenkomst van 1 euro van de werkgever of onderneming in de maaltijdcheque (nieuwe artikelen 53, 14°
en 178, § 5 WIB 1992).
De bepalingen van de nieuwe wet zijn van toepassing
vanaf aanslagjaar 2010 (inkomsten 2009).
B. Voorwaarden eigen aan de maaltijdcheques
1. Het aantal toegekende maaltijdcheques moet gelijk
zijn aan het aantal werkelijke arbeidsdagen van de
werknemer of bedrijfsleider.
2. De maaltijdcheque vermeldt duidelijk dat zijn geldigheidsduur beperkt is tot drie maanden en dat hij
slechts mag worden gebruikt tot betaling van een
eetmaal of voor de aankoop van verbruiksklare voeding.
3. De tussenkomst van de werkgever of de onderneming
in het bedrag van de maaltijdcheque mag ten hoogste
5,91 euro per maaltijdcheque bedragen.
PA C I O L I
NR.
297
BIBF-IPCF
3
10
–
23
Mei
2010
melden. De beoordeling van de inkomens en van het
bedrag van de vrijstelling gebeurt vervolgens op het niveau van de aangifte in de inkomstenbelasting van de
werknemer (Vr. & Antw. Kamer 2009-2010, Bulletin 85,
vraag nr. 642 van 29 september 2009).
3.2. Andere vrijgestelde voordelen
3.2.1. Geschenken voor speciale gebeurtenissen
Het betreft voordelen of geschenken bekomen ter gelegenheid of naar aanleiding van gebeurtenissen, zonder
rechtstreeks verband met de beroepsactiviteit.
Als voorbeelden gelden : Sinterklaasfeest, Kerstmis,
Nieuwjaar, pensionering, verjaardag. De vrijgestelde bedragen zijn beperkt per werknemer en per jaar :
– maximaal 35 euro voor een Kerst- of Nieuwjaarsgeschenk (eventueel verhoogd met 35 euro per kind ten
laste;
– maximaal 105 euro voor een eervolle onderscheiding;
– maximaal 35 euro per dienstjaar (met een minimum
van 105 euro en een maximum van 875 euro) voor
een pensionering.
4. Voordelen van alle aard
4.1. Privégebruik van een gsm van het werk
Het privégebruik van een gsm van het werk is een voordeel van alle aard.
Het voordeel wordt niet forfaitair geraamd maar moet
voor de werkelijke waarde worden aangerekend. Die
waarde komt overeen met het bedrag dat de belastingplichtige in normale voorwaarden zou moeten besteden
om een dergelijk voordeel te verkrijgen. De waarde van
het voordeel zal worden bepaald rekening houdend met
de aankoopprijs, de waarde van het abonnement, de facturen van de operator en het akkoord tussen werkgever
en werknemer wat het gebruik van de gsm betreft.
Het belastbare bedrag van het voordeel wordt verminderd met de eventuele persoonlijke bijdrage van de belastingplichtige.
Indien aan deze voorwaarden is voldaan zijn de bedragen
aftrekbaar als beroepskosten door de werkgever en niet
belastbaar voor de werknemer.
3.2.2. PC privé
4.2. Het gebruik van een bedrijfswagen
Zijn vrijgesteld ten beloop van maximaal 760 euro per
belastbaar tijdperk, de tussenkomst van de werkgever in
de aankoopprijs voor de aankoop in nieuwe staat van een
PC al dan niet met randapparatuur, internetaansluiting
en internetabonnement. Voorwaarde is wel dat de belastbare bezoldigingen van de betrokken werknemer 29 900
euro niet overschrijden. De werkgever mag op enig ogenblik zelf geen eigenaar zijn van voormelde elementen.
Deze vrijstelling wordt slechts één maal per periode van
drie belastbare tijdperken toegekend (art. 38, § 1, eerste
lid, 17° nieuw WIB 1992). De bedragen hierboven zijn
geïndexeerd (en gelden voor aj. 2010 en aj. 2011).
Het gebruik van een bedrijfswagen wordt gedeeltelijk
beschouwd als een belastbaar voordeel in hoofde van de
begunstigde. Om dit voordeel te bepalen moet rekening
worden gehouden met de afstand tussen de woonplaats
en het werk. Indien deze afstand kleiner dan of gelijk is
aan 25 km dan worden forfaitair 5 000 km/jaar belast als
voordeel. Zo niet worden 7 500 km/jaar belast.
Het vroegere stelsel bestond erin de privékilometers te
vermenigvuldigen met een coëfficiënt die rekening hield
met de fiscale paardenkracht van de gebruikte wagen.
Vanaf 1 januari 2010 wordt het belastbaar voordeel
bepaald door dezelfde forfaitaire kilometers (5 000 of
7 500) te vermenigvuldigen met de CO2-uitstoot en de
CO2-coëfficiënt van de wagen.
Voor de inkomensvoorwaarde wordt verwezen naar het
totaal van de bezoldigingen, in dit geval de inkomsten
uit beroepsactiviteiten. Het totaal van de bezoldigingen
wordt ingevuld op het aangifteformulier «Personenbelasting» op basis van de fiche 281.10 door de werkgever
opgesteld.
De CO2-coëfficiënt is als volgt bepaald :
– benzine/LPG/aardgas : 0,0021/gram CO2;
– diesel : 0,0023/gram CO2;
– elektrisch (minimumbijdrage) : 0,1000/gram CO2.
Hoe moet de inkomensvoorwaarde toegepast worden bij
de aankoop van een PC in de loop van het inkomstenjaar ? Hoe moet men omgaan bij de beoordeling van de
inkomensvoorwaarde met indexeringen en stijgingen van
het loon van het inkomstenjaar ?
Op deze parlementaire vraag antwoordt de bevoegde minister dat de werkgever het bedrag van de tussenkomst
altijd op de fiche 281.10 van de werknemer dient te ver10
–
23
Mei
2010
Per km mag het bedrag van het voordeel niet kleiner zijn
dan 0,10 euro.
Voor nieuwe wagens staat de CO2-uitstoot op het eenvormigheidattest. Voor andere wagens moeten inlichtingen
genomen worden bij de constructeur. De wagens voor
4
BIBF-IPCF
PA C I O L I
NR.
297
dewelke geen gegevens m.b.t. de CO2-uitstoot beschikbaar zijn bij de Directie Inschrijving Voertuigen (DIV)
zullen belast worden aan het maximumbedrag, indien ze
voorzien zijn van een motor met benzine, LPG of aardgas.
is voor de forfaitaire raming van het voordeel van kosteloze verstrekking van verwarming en van elektriciteit.
De waarden van deze voordelen zijn fors verhoogd (cf.
KB 3 december 2009 (BS 10 december 2009) – zie ook
Pacioli nr. 290/2010).
4.3. Andere voordelen van alle aard
Nota : In alle gevallen is het belastbaar voordeel van alle
aard te verminderen met de tussenkomst van de verkrijger van het voordeel in de betrokken kosten.
Artikel 18 van het KB/WIB 1992 bepaalt de forfaitaire
raming van anders dan in geld verkregen voordelen van
alle aard. Het zou te uitgebreid zijn daarvan details te
geven in het kader van huidige bijdrage. Er valt nochtans
op te merken dat een recente wijziging van toepassing
Michel vander Linden
Erebedrijfsrevisor
Juridische en fiscale aspecten van het
aandeelhouderschap : u bezit minstens 50 %(1)
Het hebben van 50 % of meer van de aandelen geeft een
absolute controle over een onderneming. Men wordt op dat
moment controlerende aandeelhouder met het recht om bestuurders te benoemen. In dat geval kan u als aandeelhouder dus wegen op het beleid. Belangrijk is ook dat aan het
hebben van meer dan 50 % van de aandelen als natuurlijke
persoon meerdere fiscale gevolgen zijn verbonden.
Btw-eenheid
In Pacioli nr. 295 bespraken we dat er een economische
verbondenheid moet zijn om te kunnen toetreden tot
een btw-eenheid.
Of een vennootschap al dan niet toetreedt tot een btweenheid is vrij. Om fiscaaltechnische redenen kan men
dus beslissen om niet toe te treden tot de btw-eenheid.
Anders is het evenwel wanneer er een aandeelhoudersband bestaat van 50 %. In dat geval vervalt de keuzemogelijkheid en is men verplicht om toe te treden tot de
btw-eenheid.
U bezit minstens 50 %
Blokkering besluitvorming algemene vergadering
De besluiten op een algemene vergadering worden normaal gezien met een gewone meerderheid van stemmen
genomen (d.i. 50 % + 1 van de stemmen). Met 50 %
van de aandelen kan deze besluitvorming dus worden
geblokkeerd. In vennootschappen waar slechts twee aandeelhouders zijn, met elk 50 % van de aandelen, kan dit
eventueel leiden tot patstellingen.
Voorbeelden : ontslag en (her)benoeming van bestuurders,
goedkeuring van de jaarrekening, kwijting van bestuurders.
Voor bepaalde beslissingen voorziet de wet in een bijzondere meerderheid (zie bv. in een vorig nummer i.v.m. statutenwijzigingen). Ook de statuten kunnen een strengere
meerderheid opleggen.
Verlaagd tarief vennootschapsbelasting
Het normaal tarief (abstractie makend van de crisisbelasting) inzake vennootschapsbelasting in België bedraagt
33 %. In sommige gevallen kunnen vennootschappen
evenwel genieten van verlaagde tarieven. In concreto
wordt de winst van een vennootschap die kan genieten
van de verlaagde tarieven in de vennootschapsbelasting
belast als volgt :
– < dan 25 000 euro : 24,25 %
– > 25 000 euro en < 90 000 euro : 31 %
– > 90 000 euro : 34,50 %
(1) Dit artikel maakt deel uit van een reeks gepubliceerd in de Vennootschap,
www.kluwer.be. Het eerste deel verscheen in Pacioli nr. 295; het tweede deel in
Pacioli nr. 296.
PA C I O L I
NR.
297
BIBF-IPCF
5
10
–
23
Mei
2010
Om te kunnen genieten van dit systeem van verlaagde
getrapte belastingen moeten wel een aantal voorwaarden
zijn vervuld. Eén van deze voorwaarden is dat de aandelen voor meer dan 50 % in handen moeten zijn van
natuurlijke personen. Indien dit niet het geval is, zal de
vennootschap worden onderworpen aan de gewone tarieven.
In een BVBA bestaat de mogelijkheid om een statutair
zaakvoerder te benoemen. Zo’n zaakvoerder kan enkel
om gewichtige redenen worden ontslagen. In de Comm.
VA is het zelfs verplicht om de zaakvoerders in de statuten te benoemen. Zij kunnen enkel om wettige redenen,
die voor de rechtbank moeten worden ingeroepen, worden ontslagen.
U kan de commissaris benoemen. U kan de jaarrekening
goedkeuren en kwijting verlenen aan de bestuurders en
de commissaris (d.i. verzaken aan het instellen van een
toekomstige aansprakelijkheidsvordering). U kan beslissen dat de vennootschap voor haar financiering een beroep zal doen op een gewone obligatielening. Voor de
volledigheid vermelden we hier dat ook de raad van bestuur kan beslissen tot uitgifte van zo’n obligatielening.
50% : spilpercentage
50 % is het spilpercentage voor de controle op een onderneming. Twee aandeelhouders die elk 50 % van de
aandelen hebben, kunnen de onderneming blokkeren
en tot immobilisme leiden. Eén aandeel meer dan 50 %
geeft echter een absolute controle. De relevantie van een
percentje meer of minder is nergens groter. 50 % is ook
een spilpercentage in tal van fiscale maatregelen. In veel
gevallen zal de overheid fiscale incentives verlenen wanneer de aandelen voor meer dan 50 % in handen zijn
van natuurlijke personen. Een grondige kennis van de
reglementering is onontbeerlijk om een groep te structureren.
U bezit minstens 75 %
Statutenwijzigingen
Over het algemeen moet een wijziging van de statuten
van de vennootschap met een meerderheid van minstens
75 % van de aanwezige stemmen worden goedgekeurd.
Hoe meer aandelen men heeft hoe groter de grip op de
onderneming. Vanaf 75 % kan men statutenwijzigingen
doorvoeren. Vanaf 80 % kan men ook het doel wijzigen
en vanaf 95 % kan men de minderheidsaandeelhouders
dwingen hun aandelen te verkopen. Elk percentage is
een absoluut cijfer. Het hebben van één aandeel meer
of minder kan in elk van deze gevallen een groot economisch verschil uitmaken.
Voorbeelden
Naamswijziging, samenstelling van de raad van bestuur,
externe vertegenwoordiging, kapitaalverhoging en -vermindering. Een aantal statutenwijzigingen vereisen een
bijzondere meerderheid (bv. doelwijziging).
Beperking/opheffing voorkeurrecht
Zoals gezegd, kan het voorkeurrecht van de bestaande
aandeelhouders in geval van kapitaalverhoging door inbreng in geld in bepaalde gevallen (in het belang van de
vennootschap en mits bijzondere verslaggeving) worden
beperkt of opgeheven. Dergelijke beperking/opheffing
moet met een 75 %-meerderheid worden beslist.
U bezit meer dan 50 %
Besluitvorming algemene vergadering
De besluiten op een algemene vergadering worden normaal gezien met een gewone meerderheid van stemmen
genomen (d.i. 50 % + 1 van de stemmen). De wet kan
echter bijzondere meerderheden opleggen (bv. statutenwijzigingen). Ook de statuten kunnen een strengere
meerderheid voorzien.
Uitgifte converteerbare obligaties en warrants
De uitgifte van (in aandelen) converteerbare obligaties
of warrants (inschrijvingsrecht op aandelen) kan enkel
door de algemene vergadering worden beslist, met een
meerderheid van minstens 75 % van de stemmen. In
beide gevallen gaat het om uitgifte van effecten die recht
geven om later op kapitaalaandelen in te tekenen, wat
op termijn dus invloed zal kunnen hebben op de aandeelhoudersstructuur. Het is dan ook logisch dat voor
de uitgifte ervan hetzelfde meerderheidsquorum geldt als
voor statutenwijzigingen.
Voorbeelden
U kan de bestuurders benoemen. Een bestuurder is ad
nutum afzetbaar (op elk moment, zonder opgave van
redenen, onvoorwaardelijk en zonder vergoeding); de
meerderheid kan dus de bestuurder van de minderheid
ontslaan (tenzij hiervoor afspraken zouden bestaan in de
statuten en/of een onderhandse aandeelhoudersovereenkomst).
10
–
23
Mei
2010
6
BIBF-IPCF
PA C I O L I
NR.
297
Ontbinding vennootschap
Inkoop eigen aandelen
Over de ontbinding van de vennootschap wordt eveneens met een 75 %-meerderheid beslist. Deze ontbinding
kan eventueel plaatsvinden in het kader van de alarmbelprocedure, nl. indien het netto-actief is gedaald tot onder
de helft van het maatschappelijk kapitaal.
Het verlenen van machtiging tot inkoop van eigen aandelen door de vennootschap wordt eveneens met een
80 %-meerderheid genomen.
Verlaagd tarief vennootschapsbelasting
Uitkoopbod
Zoals hoger besproken, moeten er bepaalde voorwaarden
zijn vervuld wil een vennootschap genieten van het verlaagd tarief in de vennootschapsbelasting. Eén van deze
voorwaarden is dat de vennootschap geen financiële vennootschap mag zijn. Een vennootschap wordt als financiële vennootschap beschouwd als meer dan de helft van
de activa bestaat uit financiële vaste activa. Er bestaat
evenwel een bijzondere manier om de financiële vaste
activa te berekenen. Alle partipaties op de balans die
meer dan 75 % vertegenwoordigen moeten niet worden
meegeteld. Op die manier komen veel holdings in België
toch in aanmerking voor het verlaagd tarief.
Eén of meer aandeelhouders die alleen of samen minstens 95 % van de stemrechtverlenende effecten bezitten, kunnen de 100 % ervan verwerven. Zij kunnen hun
mede-aandeelhouders dus dwingen om hun aandelen aan
hen over te dragen. De procedure voor beursgenoteerde
en niet-beursgenoteerde vennootschappen is hierbij verschillend.
U bezit minstens 95 %
U bezit 100 %
Het is perfect mogelijk dat u alle aandelen van de vennootschap in uw bezit heeft. U kan dan uiteraard zelfstandig alle mogelijke beslissingen nemen. Toch heeft zo’n
volledig aandeelhouderschap ook negatieve gevolgen. We
bespreken deze hier niet, omdat deze buiten het bestek
van dit artikel vallen.
U bezit meer dan 75 %
Alarmbelprocedure : verhinderen ontbinding vennootschap
Conclusie
In het kader van de alarmbelprocedure, indien het netto-actief van de vennootschap ten gevolge van geleden
verlies is gedaald tot minder dan 1/4de van het maatschappelijk kapitaal, kunnen aandeelhouders die alleen of
samen 25 % van de aandelen bezitten tot ontbinding van
de vennootschap overgaan. Met meer dan 75 % van de
aandelen kan u die ontbinding dus verhinderen.
In deze artikelreeks hebben we een overzicht gegeven
welke rechten er verbonden zijn aan het hebben van verschillende percentages van aandelen. Een goede kennis
van de reglementering is in elk geval een must. Naar
onze mening moet het hebben van een aandelenpercentage steeds au serieux worden genomen en daadwerkelijk worden beheerd. In die zin is het steeds aangewezen
om een aandeelhoudersovereenkomst af te sluiten. Niet
zelden leidt het ontbreken van goede afspraken tussen
de aandeelhouders later tot onoverkomelijke meningsverschillen en juridische procedures.
U bezit minstens 80 %
Wijziging doel
Een wijziging van het doel van de vennootschap wordt
goedgekeurd met minstens 80 % van de aanwezige stemmen.
PA C I O L I
NR.
297
BIBF-IPCF
Ann De Wilde en Patrick Vanbelleghem
BDO
7
10
–
23
Mei
2010
Sommige boetes zijn fiscaal aftrekbaar
Een wetgeving kan pas vruchten afwerpen als de overtreders
ervan hard worden aangepakt en op gepaste wijze worden
gestraft.
In het dagelijkse leven worden bedrijven vaak geconfronteerd
met allerlei soorten sancties waarvan het niet onmiddellijk
duidelijk is of ze nu al dan niet fiscaal aftrekbaar zijn. Ook
onze rechtbanken in België zijn niet altijd dezelfde mening
toegedaan. Een aantal recente arresten (o.a. hof van beroep
te Gent en Antwerpen) benadrukken volgende principes :
– boetes zijn niet aftrekbaar ingeval ze op grond van een
strafwet worden opgelegd;
– als de bijdrage/kost zelf aftrekbaar is, zijn de boetes wegens een overtreding ter zake eveneens aftrekbaar;
– een administratieve boete is in principe een aftrekbare
kost.
gesloten door het Wetboek van de Inkomstenbelastingen
1992 zelf (art. 53, 6°).
2. Aftrekbare boetes
Op basis van de administratieve commentaar van de fiscus en de rechtspraak zijn o.a. volgende boetes volledig
aftrekbaar :
– administratieve boete wegens inbreuken op de wetgeving van het eurovignet;
– boetes inzake RSZ;
– proportionele geldboetes inzake btw;
– proportionele geldboetes inzake registratierechten;
– administratieve boete bij laattijdige neerlegging van
de jaarrekening;
– verhogingen van sociale bijdragen en patronale bijdragen RSZ;
– boete opgelegd door Raad voor Mededinging (hof
van beroep Antwerpen d.d. 23 juni 2009 – al is de
fiscus het hier niet mee eens).
Hieronder sommen we een aantal vaak voorkomende boetes
op en geven we aan of ze al dan niet aftrekbaar zijn volgens
de fiscus en de rechtspraak.
1. Niet-aftrekbare boetes
Ook willen wij graag enkele misverstanden uit de wereld
helpen :
– Parkeerretributies (vergoedingen voor een halve of
volledige dag parkeren) zijn geen boetes en zijn
derhalve aftrekbaar voor 60 % à 90 % (bij vennootschappen afhankelijk van CO2-uitstoot van de personenwagen).
– Economische schadevergoedingen zijn geen boetes en
zijn dus voor 100 % aftrekbaar.
Op basis van de administratieve commentaar van de
fiscus en de rechtspraak zijn o.a. volgende boetes nietaftrekbaar :
– verkeersboetes;
– niet-proportionele geldboetes inzake btw;
– verbeurdverklaringen;
– boetes n.a.v. inbreuken op de milieuwetgeving;
– door Douane en Accijnzen opgelegde geldboeten.
Op basis van een arrest van het hof van beroep te Gent
zou echter kunnen geargumenteerd worden dat de vaste
administratieve geldboetes inzake btw toch voor 100 %
aftrekbaar zijn.
In de praktijk blijven er nog vele onduidelijkheden. Wat
immers met de boetes inzake zwartwerk, de boetes wegens het overladen van een vrachtwagen of het niet respecteren van de rij- en rusttijden ? Wordt ongetwijfeld
voer voor de rechtbanken…
De administratieve geldboetes en belastingverhogingen
inzake personen- en vennootschapsbelasting zijn uiteraard nooit aftrekbaar omdat ze uitdrukkelijk worden uit-
Peter Verschelden en Bart Vermoesen
Moore Stephens Verschelden
Noch deze publicatie, noch gedeelten van deze publicatie mogen worden gereproduceerd of opgeslagen in een retrievalsysteem, en evenmin worden overgedragen in welke vorm of
op welke wijze ook, elektronisch, mechanisch of door middel van fotokopieën, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. De redactie staat in voor de betrouwbaarheid van de in haar uitgaven opgenomen info, waarvoor zij echter niet aansprakelijk kan worden gesteld. Verantwoordelijke uitgever : Etienne VERBRAEKEN, B.I.B.F. – Legrandlaan 45, 1050 Brussel, Tel. 02/626 03 80, Fax. 02/626 03 90 e-mail : [email protected], URL : http : //www.bibf.be. Redactie : Gaëtan HANOT, Geert LENAERTS, Maria PLOUMEN,
Etienne VERBRAEKEN. Adviesraad : Professor P. MICHEL, Professor Emeritus, Universiteit Luik, Professor C. LEFEBVRE, Katholieke Universiteit Leuven.
G e r e ali s e e r d
10
–
23
Mei
in
2010
s am e nw e rking
met
kluw e r
–
8
www . kluw e r . b e
BIBF-IPCF
PA C I O L I
NR.
297
Download