transcriptie - Jef Boeckmans

advertisement
Zundert – november 2007 deel 5van6 - Jef Boeckmans
Mijn oefening is nièt doen, nièt oefenen, nièt realiseren. Wij hebben in ons vorige
onderricht gecirkeld rond de drie schatten; éénheid, verscheidenheid en harmonie
en rond de drie zegels van het waarachtig onderricht; onbestendigheid, niet-ik,
Nirwana. Ik wil daar nog wat verder op in gaan. Weer een ander perspectief om het
te bekijken maar in wezen is het hetzelfde namelijk de drie deuren van bevrijding
zoals die in het Mahayana Boeddhisme genoemd worden. Er zijn niet alleen drie
zegels, drie schatten, maar er zijn ook drie deuren als het ware. Die worden in de
traditie Sunyata genoemd, leegte, een slechte vertaling, maar daar kom ik nog op
terug, en dan de tekenloosheid Animitta (een wat moeilijke vertaling maar ik vind
geen betere) en de doelloosheid Apranihita. Niet de theorie of metafysica is
essentieel, maar alleen jouw oefening op dit moment, gewoon zien van goh… zo
kan ik dus die deur van stilte, van gewaar-zijn, van dat presente binnengaan.
Eerst iets over Sunyata , leegte. Dat is een heel moeilijk begrip voor ons omdat dit
altijd associaties oproept met nihilisme of zinloosheid; het is allemaal zo leeg, en
dat is het natuurlijk in deze betekenis zeker níet! In die zin is ‘leegte’ niet een
ding, het is juist niets! Het is altijd leegte van iets. Een kop is leeg van koffie, een
bord is leeg van eten, wij zijn leeg van een bestendig, onsterflijk, onafhankelijk ik.
Leegte wil dus niet zeggen dat er geen ‘ik’ is. Als we zeggen, geen oog, geen oor,
geen neus, geen tong, dat wil niet zeggen dat er geen oor, geen neus, geen tong is,
die kan ik vastpakken. En toch is alles in essentie leeg! Leeg is dus niet het
synoniem van niet bestaan, maar wel van een blijvend, permanent iets. Dus, een
niet-zelf in de zin van een bestendig onafhankelijk bestaan. Wij zijn zoals alles
bepaald door al het andere. Je concentreren op, zoals we dat in zen noemen,
Sunyata Samadhi, de inkeer op de leegte, kan erg nuttig zijn in onze praktijk. Ik
ben, bij wijze van spreken, niet alleen dit lichaam. Ik ben ook de lucht die ik
inadem, ik ben het voedsel dat ik eet. Er is eigenlijk geen grens. Dat is erg
belangrijk. De 6de Patriarch werd verlicht door een prachtige zin uit de soetra;
“Nergens verblijvend manifesteert zich de geest”. Dat is moeilijk voor ons te
begrijpen omdat wij altijd denken in tegenstellingen, het bestaat of het bestaat
niet. En de echte werkelijkheid is altijd die derde tussenweg. Als je zegt:” het
bestaat”, kom dan maar eens over 100 jaar terug. Als je zegt: “het bestaat niet”
dan is dat ook niet juist. Wat is dan die derde werkelijkheid, wat is dat proces? Dat
is erg belangrijk voor onze oefening, om te weten wie we zijn. Dus ik ben niet
gescheiden van al het andere. Het lijden van de ander is mijn lijden, het geluk van
de ander is mijn geluk. Ik kan niet gelukkig zijn als de ander niet gelukkig is. Dat
hangt samen met die leegte die niet door iets bepaald is, maar die de grenzen als
het ware vervaagt, me eindelijk van mijn zelfkramp verlost en me uiteindelijk doet
rusten in die ruimte. Niet meer mezelf bepalen. Een mooi woord bepalen, ergens
paaltjes omheen zetten, afpalen. Dat is wat wij voortdurend doen, eigendom, niet
eigendom, wij bepalen. Ik vind dat zo’n prachtig woord. Wat is het mooie in deze
natuurgebieden, dat er geen paaltjes zijn!
Sunyata! Leeg van een zelfstandig onvergankelijk ding dat blijft.
Ik ga naar het tweede omdat dit een ander belangrijk aspect is, maar dat nog
moeilijker te vertalen is: ‘tekenloosheid’.
We “betékenen” altijd alles. Wij zetten altijd overal een teken op en dan denken
we dat de tekens, de betekenis de werkelijkheid is. En dat tekenen, dat definiëren
is zo belangrijk om een gevoel van veiligheid te hebben. Ik weet wat dat is, ik weet
hoe het gegaan is, want dat geeft veiligheid, dat geeft rust, ik kan het hanteren,
manipuleren, begrijpen. De weg van de zen is de tekens, de etiketten laten
afvallen. En dat gaat heel ver, en is in wezen verwant met die Sunyata. Als de
tekens afvallen dan raken we de werkelijkheid zoals ze is. En die is niet
gescheiden. Je kent dat allemaal, je hebt een gevoel van kwaadheid en je kunt dat
definiëren, en dat is goed om dat te doen. Ik ben eigenlijk kwaad, ik ben gewoon
nijdig, ik ben KWAAD! Maar als je daar een tijd mee zit en je laat het etiket los en
je voelt alleen de energie, dan zie je dat gevoel in droefheid veranderen. Eigenlijk
ben je gewoon verdrietig. En uiteindelijk weet je niet meer wat je bent, dan is er
een energie die eigenlijk in wezen leeg is. En leeg wil niet zeggen dat ze er niet is
maar dat het veroorzaakt wordt doordat iemand iets doet wat bij mij een oud
gevoel van pijn oproept. En dat is heel complex, dat is allemaal oorzaak en gevolg,
dat heeft niets zelfstandigs. Mijn verdriet blijft niet tenzij ik het vast hou en dat
doen we op allerlei manieren en dat mag ook! Soms hebben we dat nodig om ons
een identiteit te geven. Ik ben slachtoffer, dat is mijn identiteit en dat mag ik dan
een hele tijd vasthouden. Maar in wezen is dat leeg, het is allemaal oorzaak en
gevolg. Jouw moeder heeft jou zo bezet en daarom is dit wat je bent.
Vimalakirty is ziek omdat de levende wezens ziek zijn. Het is niet jouw schuld, het
is een proces van oorzaak en gevolg. Het is een proces van betekenis geven, zo
moet een leven zijn en dat is de norm. Een jonge Marokkaan die probeerde te
integreren in het arbeidsproces vertelde mij: op ons werk moeten we in de pauze
altijd gaan praten over wat we gisteren gedaan hebben, wat er op TV is geweest en
zo, maar ik wil dan een dutje doen. Dat is toch uitstekend! Wat zou daar nu fout
aan zijn, ’t is een pauze, waarom zou je niet even een dutje mogen doen? Neen! In
het Nederlandse arbeidsproces is de norm dat je in de pauze gezellig gaat praten.
Ik wil een dutje doen, dat is toch uitstekend! Waarom moet dat allemaal in die
vorm? Dat veroorzaakt veel leed, vervreemding. Door de tekens heen de realiteit
aanraken. Water is in het begin water, later, op de weg is het geen water, water is
alles, het is de lucht, is de zon, al die dingen, en later in het proces is water weer
precies water. Dat is het einde van de weg, zo-heid. In het begin zijn bergen,
bergen, later zijn bergen helemaal geen bergen meer, alles is inderdaad dat éne
onbegrijpelijke Mu. En later is de berg precies berg. Dóór de tekens heen maar de
tekens loslaten kan enorm veel angst en paniek oproepen. De ervaring leert dat
voorbij de werkelijkheid de angst voorbij is want dan val je samen met geen angst,
geen verwijt, geen beschuldiging. Dat is wat alle mensen met een diepe ervaring
kennen, dat diepe gevoel van verzoening. Natuurlijk zijn de dingen zoals ze
geweest zijn. Het is zoals het is, dat is allemaal oorzaak en gevolg en dat is één
grote werkelijkheid, de tekens afgenomen. Niet gehecht aan de tekens. Bij de dood
van een zenleraar dichtte iemand: ”de bergen, de rivieren zijn onze leraar”. Dat
teken van de leraar was weg maar de werkelijkheid die de leraar was is natuurlijk
gebleven. Er gaat niets verloren, dat kan niet! Er zijn tekens die we gemakkelijk
loslaten en anderen waar we erg aan gehecht zijn, bv. ‘ik’, ‘persoon’, ‘levend
wezen’ ,’levensduur’. In ons werken met koans is het doel de tekens los te laten en
echt te zien. Wie sterft er? En heel veel koans gaan daarover. Talloos zijn de
levende wezens. En wij maken een onderscheid tussen levende wezens, dat zijn
weer tekens die we op de werkelijkheid plakken. Is een steen niet levend, is een
rots niet levend, is de lucht niet levend, is het water niet levend? Als wij het water
en de lucht vervuilen, vervuilen wij onszelf. Dat zijn natuurlijk inzichten die maar
traag doorsijpelen omdat wij gescheiden ‘ikjes’ zijn. Als wij het milieu vervuilen,
vervuilen wij onszelf. Er is geen scheiding, alleen in onze gedachten, in de tekens
is er scheiding maar niet in de realiteit. Dat is hetzelfde met ‘persoon’. Wij zijn
een persoon en omdat wij dieren in een andere categorie onderbrengen zitten we
weer gevangen in de tekens en gaan wij dieren behandelen als
gebruiksvoorwerpen. We sluiten ze op in kooien en doen er verschrikkelijke dingen
mee. Elke scheiding is gewelddadig, heeft een soort geweld in zich. Wij trekken
lijnen die er in werkelijkheid niet zijn. Leeft een plant niet, leeft een dier niet….,
maar dat zijn geen personen…, dus….. Echt inzicht laat ons respectvol omgaan met
water, met lucht, met alles. Dit heeft dus alles te maken met Sunyata,
tekenloosheid waar we vandaag mee begonnen. En dan is er nog de doelloosheid.
Geen doel, niets te bereiken. Een roos heeft geen doel buiten zich, die is gewoon
een roos. En jij bent gewoon jij… dat hangt niet af van je doelen, de dingen die je
buiten je stelt, in de hartsoetra kan je lezen dat de Bodhisattva is in een grote
vrede leeft omdat er niets te bereiken valt. Alle kramp loslaten, geen doel, dit
moment, deze adem, dit zitten, waarom? Ik zou het niet weten. Zolang je nog
weet waarom je zen doet doe je geen zen. Want dít is het. Zo simpel! Daarom
duurt het zolang om het helder in te zien.
Download