Woordenlijst hoofdstuk 1: basisbegrippen Betekenissen Tekens Signalen Kanalen Code Coderen Encoderen Decoderen Transmissiemodellen Actieve deelnemer Systeemtheorieën Proxemics Medium Data Informatie Transformatiemodel Massacommunicatie Massamedia Vicarious reinforcement Vicarious roletaking Vicarious involvement Para-sociale interactie Temporary suspension of disbelief Feedback Interpersonele Bewustzijnsinhouden/ bepaalde gedachten. Dragers van betekenis. Bv: opgestoken middenvinger. Dragers van tekens. Via signalen worden tekens verspreid. Bv: elektrische golven verspreid via telefoon. Dragers van signalen. Bv: telefoonlijn. Samenhangend geheel van tekens. Bv: het Nederlands, gebarentaal, handsignalen soldaten,… Omzetten in een code. Gedachten omzetten in … ≈ coderen. De ontvanger ‘vertaalt’ de boodschap naar gedachten of bewustzijnsinhouden. Communicatie is een eenrichtingsverkeer. Ontvanger geeft zijn eigen mening aan de boodschappen. Communicatie start niet bij de communicator en stopt niet bij de ontvanger. De leer van de afstanden tussen mensen. Mensen communiceren onbewust vanop bepaalde afstanden met elkaar. FAUCONNIER: een technisch of fysisch middel om een boodschap om te zetten in signalen die verzonden en ontvangen kunnen worden via ene kanaal dat tijd en/of ruimte overbrugt. Hetgeen verstuurd wordt door media en kanalen. Nog niet waargenomen door een cognitief systeem. Data dat op persoonlijke manier verwerkt wordt in het menselijk brein menselijke communicatie houdt altijd selectie (reductie) en interpretatie (transformatie) in. Communicatie is een proces waarbij ervaringen en bewustzijnsinhouden getransformeerd worden zodat ze beschikbaar worden voor waarneming op een ander tijdstip en/of in een andere ruimte. Dat wat gecommuniceerd wordt, ondergaat een reductie en/of versterking. FAUCONNIER: Communicatie waarbij de zender in principe niemand van ontvangst uitsluit. Media waartoe in principe iedereen toegang heeft. Plaatsvervangende versterking. Gedrag dat wordt beloond, wordt versterkt, ook als men iemand anders ziet die wordt beloond men kan ook gedrag aanleren door observatie. Bv: geweld in films dat wordt beloond, heeft negatief effect. Het sociale gedrag overnemen van een personage. Plaatsvervangende betrokkenheid. Men vergeet dat men naar fictie zit te kijken, meeleven met een personage. Het gevoel krijgen rechtstreeks met een personage te kunnen communiceren. Bv: met quizmaster. Voor de duur van de film vergeet men even dat het fictie is en doet men alsof het echt is om zih te laten meeslepen. Informatie die de ontvanger stuurt naar de zender zodat deze het communicatieproces kan evalueren. Conversatie tussen personen die in tijd en ruimte bij elkaar Communicatiewetenschap 1 communicatie Beurtwisseling Allocutie Registratie Consultatie Conversatie Interactiviteit Getrapte consultatie Pseudo-conversatie Artificiële intelligentie Communicatie Media aanwezig zijn. Processen die ervoor zorgen dat ene spreker die het woord heeft, dat woord op een bepaald ogenblik afstaat, zodat een van de luisteraars de volgende spreker wordt, enzoverder. Centrale bron verspreidt informatie naar verschillende individuen (ontvangers). Centrale bron bepaalt wat en wanneer iets wordt verspreid. Communicatie verloopt in sterke mate in één richting. Verschillende individuen leveren informatie aan een centrale bron. Ze hebben er in zekere mate controle op, maar de centrale instantie bepaalt wat er wordt geregistreerd en wanneer. Individu raadpleegt centrale bron van informatie. Tijdstip en informatie wordt door individu bepaald. Alle partners in het gesprek zijn gelijkwaardig. Beiden hebben controle over tijd, plaats en inhoud. ICT: een website is interactief om er geconsulteerd kan worden. Gebruiker raadpleegt informatie door het maken van opeenvolgende keuzes. De consultatie vertoont sterke gelijkenissen met een converstatie door de grote hoeveelheid keuzes die de raadpleger moet maken. Maar de uitkomsten staan op voorhand vast. Een computer gebruikt procedures die op menselijke denkprocessen lijken. Uit de interactie met de omgeving trekken ze zelf conclusies waardoor ze hun reacties bijsturen. Wanneer men ervaringen en bewustzijnsinhouden externaliseert zodat ze door een ander cognitief systeem kunnen worden waargenomen. Die worden dan omgezet in data. Reductie en transformatie treedt op. Om de beperkingen van tijd en/of ruimte te overbruggen worden fysische of andere middelen gebruikt in het communicatieproces. Communicatiewetenschap 2