Gedrag in organisaties, 9e editie Stephen P. Robbins en Timothy A. Judge Hoofdstuk 10 Communicatie 1 Na bestudering van dit hoofdstuk ben je in staat om: 1. Het communicatieproces te beschrijven. 2. De voor- en nadelen van mondelinge en schriftelijke communicatie met elkaar te vergelijken. 3. De effectiviteit van het keten-, wiel- en compleet netwerk met elkaar te vergelijken. 4. De factoren te benoemen die het gebruik van de geruchtenmachine beïnvloeden. 2 Na bestudering van dit hoofdstuk ben je in staat om: 5. Te bespreken hoe ICT de interne communicatie verandert. 6. Vast te stellen welke barrières de communicatie gewoonlijk in de weg staan. 7. De potentiële problemen van multiculturele communicatie te beschrijven. 3 Functies van communicatie • • • • Controle Motivatie Uiting van emoties Informatie 4 Het communicatieproces 5 Communicatiekanalen • Formele kanalen zijn ingesteld door de organisatie en versturen boodschappen die verband houden met de beroepsactiviteiten van de leden • Informele kanalen zijn spontaan en ontstaan als een antwoord op individuele keuzes • Persoonlijke of sociale boodschappen 6 Richting van communicatie • Naar beneden • Naar boven • Lateraal 7 Interpersoonlijke communicatie • Mondelinge • Schriftelijke • Non-verbale 8 Mondelinge communicatie • Voordelen – snelheid – feedback • Nadelen – Mogelijke vertekening van de boodschap – Inhoud is op eindbestemming vaak anders dan de zender oorspronkelijk bedoelde 9 Schriftelijke communicatie Voordelen Nadelen • Tijdrovend • Voorziet in een tastbaar en • Geen feedback verifieerbaar document • Geen garantie hoe • Kan voor onbeperkte de lezer het zal tijd bewaard blijven interpreteren • Blijft fysiek beschikbaar als referentie op termijn • Doordacht, logisch en duidelijk 10 Non-verbale communicatie De twee belangrijkste boodschappen die lichaamstaal overbrengt zijn: (1) de mate waarin iemand een ander aardig vindt en geïnteresseerd is in zijn of haar mening (2) de relatieve status van zender en ontvanger onderling 11 Non-verbale communicatie • Intonatie • Gezichtsuitdrukking • Fysieke afstand 12 Formele netwerken voor kleine groepen Keten Wiel Compleet netwerk 13 Netwerken voor kleine groepen en effectiviteitscriteria 14 Het geruchtencircuit • Buiten het management om • Wordt gezien als geloofwaardiger en betrouwbaarder • Dient vooral het eigenbelang 15 Communicatie via de computer • • • • E-mail Instant Messaging (IM) Intranet en extranet Elektronisch vergaderen 16 Instant Messaging • Managers kunnen snel en goedkoop contact onderhouden met werknemers • Geen vertraging, geen inbox met veel berichten, geen onzekerheid of het bericht wel ontvangen is 17 Kennismanagement • Het proces van de collectieve wijsheid binnen een organisatie ordenen en verspreiden, zodat de juiste informatie de juiste mensen op het juiste moment bereikt. • Geeft de organisatie een voorsprong op de concurrentie en verbetert de prestaties omdat de kennis van werknemers groter is. 18 Het belang van kennismanagement: 1. Intellectuele bedrijfsmiddelen zijn nu even belangrijk als fysieke of financiële. 2. De uittocht van babyboomers maakt dat er een schat aan ervaring en kennis verloren raakt. 3. Een goed opgezet KM-systeem komt de efficiëntie van de organisatie ten goede omdat duplicatie vermeden wordt. 19 Factoren die effectieve communicatie belemmeren • Filters • Selectieve waarneming • Informatie overload • Emoties • Taal • Communicatieangst 20 Huidige communicatie-issues 1. Waarom hebben mannen en vrouwen moeite met elkaar te communiceren? 2. Wat zijn implicaties van politiek correcte beweging in organisaties? 3. Hoe kunnen individuen multiculturele communicatie verbeteren? 21 Culturele barrières • Misverstanden door semantiek (woordbetekenis) • Woordconnotaties • Toonhoogteverschillen • Verschillen in perceptie 22 Culturele context • Cultuur met hoge context: let scherp op non-verbale signalen en subtiele situationele signalen tijdens de communicatie met anderen • Cultuur met lage context: gaat vooral af op gesproken of geschreven taal om de betekenis te interpreteren 23 Richtlijnen voor de omgang met andere culturen 1) Ga uit van verschillen zolang overeenkomsten niet bewezen zijn 2) Benadruk beschrijvingen in plaats van interpretaties of evaluaties 3) Leef je in de ander in 4) Beschouw je interpretatie als een werkhypothese 24 Gevolgen voor managers 1) 2) 3) 4) 5) Meerdere kanalen gebruiken Maak gebruik van feedback Gebruik eenvoudige bewoordingen Luister actief Houd emoties in bedwang 6) Schenk aandacht aan je non-verbale signalen 7) Benut het geruchtencircuit 25