Functie: Non-verbaal therapeut Non-verbale therapie overkoepelt de behandelvormen beeldende therapie, danstherapie, dramatherapie, muziektherapie en psychomotorische therapie. Functiedoel: De non-verbaal therapeut bouwt met de patiënt(en) een therapeutische relatie uit aan de hand van het non verbaal medium in al zijn vormen. Hij/zij creëert een therapeutische context waarbij de patiënt zichzelf fundamenteel ervaart en beleeft binnen de driehoek‘ patiënt-therapeut-non-verbaal medium’. Afhankelijk van de problematiek streeft de non-verbaal therapie de volgende doelstellingen na: - het herstellen van contactfuncties (contact met zichzelf, de andere en de omgeving). - het versterken, uitbreiden en functioneler gebruiken van de eigen hulpbronnen. - het komen tot aanvaarding. - het doorwerken van intrapsychische conflicten en het verwerven van een doorleefd inzicht daarin. Hiërarchisch legt de non-verbale therapeut verantwoording af bij de verantwoordelijke zorgeenheid (VZE). Inhoudelijk legt de non-verbale therapeut verantwoording af bij het kernteam en bespreekt/spiegelt zijn functioneren met de vakgroepverantwoordelijke (VGV). Resultaatsgebieden: Uitvoeringscriteria: 1. Ontwikkelt een onderbouwde therapeutische werkvorm/methodiek teneinde deskundig kwaliteitszorg aan te bieden. - 2. Brengt vanuit het vakgebied de non-verbale context en visie op zorg binnen in het team met als doel integrale kwaliteitszorg aan te bieden. - Vertrekt vanuit een therapeutisch denkkader. Past het non-verbaal medium aan de persoon van de patiënt, situatie en context aan (methodiek, werkvorm, …). Integreert de therapeutisch visie van de zorgeenheid in het eigen therapeutisch handelen. Werkt met overdracht en tegenoverdracht. Werkt procesgericht. Bewaakt eigen grenzen. Erkent eigen onmacht en ‘niet weten’. Werkt nauw samen met alle partners binnen het zorgtraject. Neemt actief deel aan teamvergaderingen, therapeutenoverleg, intervisie en visieontwikkeling. Maakt het eigen therapeutisch handelen inzichtelijk voor het team. Vertaalt het therapeutisch proces van de patiënt mondeling en schriftelijk. Gaat constructief om met het geven en ontvangen van feedback. Draagt actief bij aan het metalliseren van moeilijke situaties en casussen. Draagt actief bij aan een cultuur van veiligheid en wederzijds respect. 3. Organiseert de therapiesessie om een kwaliteitsvolle non-verbale therapie te kunnen aanbieden. - Bereidt therapieën voor en organiseert deze. Streeft naar een maximale continuïteit in de therapieën. Beheert eigen middelen en therapieruimte. Signaleert noden i.f.v. infrastructuur, materiaal en doet voorstellen voor buitengewone begroting (BB). 4. Zet expertise en competenties organisatie breed in, met als doel de non-verbale therapeutische visie in te brengen. - Neemt actief deel aan interne en externe projecten, werkgroepen, overlegstructuren, … Vertaalt de visie ‘non-verbale therapie’ binnen deze projecten, werkgroepen, overlegstructuren, … 1 - 5. Bevordert de eigen professionele ontwikkeling, met als doel actuele tendensen op te volgen en eigen groei te bevorderen. - Communiceert de voortgang en/of eindrapport via het gepaste kanaal organisatiebreed. - Reflecteert op de professionele ontwikkeling en deskundigheid vanuit een actieve houding voor leven lang leren. Signaleert eigen vorming, training, opleidingsbehoefte (VTO) aan leidinggevende/vakgroepverantwoordelijke. Volgt VTO, communiceert dit intern/extern en integreert dit in het eigen handelen. Onderbouwt en draagt deskundigheid van eigen vakgebied uit. Leest relevante vakliteratuur en informeert hierover de VGV, collega’s en het kernteam. Bouwt een netwerk uit teneinde zicht te hebben op ontwikkelingen in andere voorzieningen en deze te integreren in eigen expertise. Neemt actief deel aan vakgroepoverleg en intervisie. Doet voorstellen naar vorming en geeft vorming. Begeleidt studenten in hun praktijkstudie en of/eindwerk. - Competenties Kerncompetenties Integriteit – p.6 Respect – p.11 Samenwerken – p.10 Functiespecifieke competenties Empathie – p. 8 Klantgerichtheid – p. 15 Mondeling communiceren – p. 8 Probleemanalyse – p. 13 Schriftelijk communiceren – p. 9 Visie – p. 12 Zelfinzicht – p. 4 Zelfstandig werken – p. 18 2