Commissie voor economische zaken en arbeidsmarktbeleid Datum commissievergadering: 20 april 2000 DIS-stuknummer Secretaris Doorkiesnummer Behandelend ambtenaar Dienst/afdeling Nummer commissiestuk Status Datum Bijlagen : : : : : : : : : : : : 676678 mw. drs. V.A.M. Drabbels 073-6812657 P. Beerlage REW/EBZ EZA - 0090 ter advisering ter bespreking ter kennisneming ter vaststelling 4 april 2000 2 Onderwerp: REAP West-Brabant. Voorstel aan commissie: 1. Het vernieuwde REAP West-Brabant aannemen als uitwerking van de regionalisering van economisch beleid. 2. Instemmen met een bijdrage van in totaal ƒ 700.000,- voor het REAP West-Brabant in 2000. Eventuele nadere opmerkingen: Alleen de notitie is op SIS geplaatst, bijlagen worden per post verzonden. Overeenkomstig het door Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant genomen besluit, namens deze, mw. drs. V.A.M. Drabbels, secretaris Commissie voor economische zaken en arbeidsmarktbeleid 1. Notitie met bijlagen 2. Aanvraag REAP West-Brabant 317489472 Notitie aan de Commissie voor economische zaken en arbeidsmarktbeleid over het REAP West-Brabant 1. Inleiding Sinds 1994 worden in Noord-Brabant Regionaal Economische Actie-Programma’s uitgevoerd. Naar analogie van het provinciaal economisch beleid worden in de regio’s in concrete projectvorm kansen benut en bedreigingen bestreden. In 1998 is vastgesteld dat het doel van de REAP’s, het verankeren van een vorm van regionaal economisch beleid in de vier Brabantse regio’s, is bereikt. Daarop is een discussie onder de titel `Quo Vadis’ met de regio’s gestart over een nieuw perspectief voor economisch beleid in de regio. Een verdere regionalisering van economisch beleid werd wenselijk geacht. Versterking en professionalisering van de REAP-structuur was daartoe het middel. 1999 vormde nog een overgangsjaar op weg naar deze nieuwe werkwijze van en met de REAP’s. Vanaf 2000 worden REAP’s nieuwe stijl van de regio’s verwacht. Voor de provinciale cofinanciering van de REAP’s is in 2000 ƒ 2 mln. gereserveerd. In de voorgaande jaren was dit ƒ 1 mln. Bijgaand treft u het eerste vernieuwde, versterkte REAP aan van West-Brabant. Voorgesteld wordt voor de uitvoering van dit REAP de gevraagde middelen ter beschikking te stellen. In deze notitie wordt allereerst kort ingegaan op het `Quo Vadis’-traject, waarna een korte behandeling van het nieuwe REAP West-Brabant volgt. 2. Quo Vadis In 1999 werd een periode van vier jaar Regionale Economische ActieProgramma’s afgesloten. Daarmee deed zich de vraag voor of provinciale ondersteuning van deze vorm van regionaal economische samenwerking stopgezet moest worden of de kansen benutten voor een professionele doorstart van de REAP’s. Met de notitie `Quo Vadis’ (in bijgevoegd commissiestuknummer EZ 17-712) is gekozen voor een professionele doorstart. In 1999 is hierover uitgebreid gecommuniceerd met de regio’s. Voor de procesbegeleiding hiervan is Buck Consultants International ingeschakeld. Om de doorstart mogelijk te maken is 1999 gebruikt als overgangsjaar. Zoals ook in de Nota Ruimtelijk Economisch Beleid (NREB) van het Ministerie van EZ is geconstateerd krijgt economisch beleid steeds meer vorm op regionale schaal. Op deze schaal is de informatievoorziening over de economische ontwikkelingen vormgegeven, op deze schaal kan snel en adequaat beleid worden vormgegeven en uitgevoerd. Ruimtelijk-economisch beleid, arbeidsmarktbeleid en technologie- en kennisbeleid zijn op dit niveau effectief. Regionalisering van economisch beleid is een belangrijk middel om de effectiviteit van het beleid te kunnen vergroten. In de NREB is deze Brabantse beleidsinzet gepresenteerd als voorbeeld van effectief regionaal economisch beleid. Met deze inzet zijn wij het `Quo Vadis’-traject gestart. De reacties uit de regio’s hierop waren positief. Alle partijen zagen de noodzaak tot een verdere regionalisering van economisch beleid en de daaruit voortkomende wens tot professionalisering van de REAP’s. Voor de uitvoering van het gedachtegoed wenste men een gedifferentieerde aanpak, 317489472 - 2 - mede vanwege bestaande faseverschillen in samenwerking in de regio. Regionalisering van economisch beleid dient voor de regio’s tevens ruimte te laten om de eigen vorm van samenwerking te kiezen. Professionalisering van de REAP-structuur vraagt om maatwerk per regio. Om tot professionalisering van de REAP’s te komen dient de provincie een minimumpakket te ontwikkelen op basis waarvan de professionalisering vormgegeven kan worden. Dat pakket bestaat vooral uit de gevraagde meerjarenvisie, strategie en meerjaren-actie-programma’s. Het vernieuwde REAP West-Brabant is het eerste programma dat wij u kunnen voorleggen. West-Brabant heeft de provinciale oproep van `Quo Vadis’ als eerste opgepakt en uitgewerkt in een voor haar regio effectieve vorm van samenwerking. In Noordoost-Brabant wordt momenteel gewerkt aan een REAP nieuwe stijl door de Stichting Integraal. Hier worden nog mogelijke dwarsverbanden met de reconstructie van de intensieve veehouderij en de doelstelling 2-status van een gedeelte van de regio gelegd. In Zuidoost-Brabant wordt ervoor gekozen de bestaande samenwerking in het REAP te laten voortbestaan. Een programma wordt in de loop van dit jaar verwacht. In Midden-Brabant dient een hernieuwde vorm van economische samenwerking te worden gevonden. De eerste gesprekken zijn hiervoor gestart. Mogelijk zal voor Midden-Brabant 2000 nog als een overgangsjaar dienen te worden beschouwd. 3. REAP West-Brabant Zoals gesteld heeft West-Brabant als eerste de provinciale oproep tot professionalisering van het REAP opgepakt. De discussie over `Quo Vadis’ viel hier gedeeltelijk samen met een discussie in de regio over toekomstige economische samenwerking vanwege het wegvallen van het Stadsgewest Breda. Beide discussies hebben elkaar positief beïnvloed. Vanaf 2000 is in West-Brabant de Sociaal-Economische Samenwerking (SES) West-Brabant actief. Op basis van de WGR wordt op West-Brabantse schaal samengewerkt op het gebied van Sociaal-Economische Zaken en Toerisme en Recreatie. Met uitzondering van Steenbergen zijn alle West-Brabantse gemeenten deelnemer in de regeling. Het algemeen bestuur van de regeling bestaat uit een afvaardiging van alle gemeenten. Het dagelijks bestuur wordt gevormd door het “Presidium”, bestaande uit vertegenwoordigers van Breda, Bergen op Zoom, Halderberge, Moerdijk, Oosterhout, Werkendam en Zundert. Op basis van een convenant komt er een breed samengesteld Regionaal Sociaal Economisch Beraad West-Brabant. Hierin hebben werkgevers, werknemers, SES, ZLTO en de BMF (op ad hoc basis) zitting. Dit RSEB zal worden gebruikt als klankbord bij de beleidsontwikkeling van het REAP. Voor de aansturing van de uitvoering van het REAP is gekozen voor een slagvaardige en slanke Stuurgoep. Hierin zijn bedrijfsleven en gemeenten vertegenwoordigd en is de provincie adviserend lid. Het programmamanagement wordt versterkt en het budget wordt verhoogd. Een discussie over een verdergaande verhoging van het REAP-budget wordt nog dit jaar gevoerd. Daarvoor wordt een extra reservering voor cofinanciering door de provincie gevraagd. 317489472 - 3 - Afgelopen jaar is het REAP geëvalueerd en is gediscussieerd over de kansen en bedreigingen voor de toekomst. Een en ander heeft geleid tot het voorliggende Meerjarenplan 2000-2003. Daarin wordt de tweeledige doelstelling van de vorige REAP’s gecontinueerd: structuurverbetering en werkgelegenheidsbevordering. Op basis daarvan zijn de volgende hoofdthema’s voor de komende periode benoemd: kansrijk ondernemen; onderwijs en arbeidsmarkt; vitalisering bedrijventerreinen; recreatie en Toerisme. 4. Beoordeling REAP West-Brabant Voorliggend Meerjarenplan 2000-2003 is een goede basis voor professionalisering van het REAP. Op basis van de voorliggende meerjarenvisie kunnen per jaar accenten worden gelegd, waardoor optimaal ingespeeld kan worden op de economische actualiteit. Om tot een adequate uitvoering van het programma te komen is bovendien het programmamanagement aanmerkelijk versterkt. Hiermee is tevens een basis gelegd om vanuit het REAP ook op andere programma’s in te spelen en de integraliteit van het economisch beleid in de regio te versterken. Het REAP West-Brabant is daarmee een goede regionale uitwerking van onze oproep in de discussienotitie “Quo Vadis”. De samenwerking in het REAP wordt geïntegreerd in de toekomstige Sociaal Economische Samenwerking in West-Brabant. Beleidsontwikkelingen en nieuwe impulsen voor het REAP zullen worden gecommuniceerd met het RSEB. Het voorliggende Meerjarenplan kan mede worden beschouwd als een product van het RSEB. Daarmee heeft het REAP een stevige basis in het sociaal economisch netwerk in West-Brabant. Met ingang van 2000 is het beschikbare budget voor de REAP’s verhoogd tot ƒ 2 mln. Om de gewenste professionalisering door te kunnen voeren is extra middeleninzet noodzakelijk. Gevraagd wordt op basis van 50% cofinanciering om een bijdrage van ƒ 0,5 mln. Voor het versterkte programmamanagement wordt ƒ 200.000,-- gevraagd. Mogelijkerwijs zullen partners nog dit jaar besluiten hun bijdrage aan het REAP te verhogen. Gevraagd wordt daarom om een extra bedrag van ƒ 0,5 mln. te reserveren. De regio West-Brabant heeft de uitnodiging tot versterking van het regionaal economisch beleid opgepakt en heeft daarmee een voorbeeldfunctie voor overige regio’s. Het Meerjarenplan REAP sluit aan op onze visie. Op basis van analyse zijn thema’s voor de komende jaren vastgelegd. Met de uitvoering van het plan kan een belangrijke bijdrage worden geleverd aan de economische structuurversterking en werkgelegenheidsbevordering in de regio. Wij gaan er daarbij overigens vanuit dat de komende jaren de flexibiliteit gehandhaafd blijft die eerder ook kenmerkend was voor het REAP. De economische dynamiek van de komende jaren vraagt hierom. Die flexibiliteit dient tot uiting te komen in programmatische keuzen en in organisatie. Een doorgroei naar een verdergaande intensivering van economisch beleid en professionalisering van organisatie behoort ons inziens in West-Brabant tot de mogelijkheden. Met dit meerjarenplan en bijbehorende organisatie is een ferme stap gezet in West-Brabant. De economische ontwikkelingen in de komende jaren zullen duidelijk moeten maken of die stap blijft voldoen. 317489472 - 4 - Wij stellen voor het gevraagde bedrag voor de uitvoering van het REAP beschikbaar te stellen. Met dit vernieuwde REAP wordt tevens het programmamanagement aanmerkelijk versterkt en geprofessionaliseerd. Aangezien de provincie mede initiatiefnemer is van dit vernieuwde REAP en op basis daarvan partner in de uitvoering ervan, ligt een provinciale bijdrage hieraan voor de hand. Wij stellen voor het gevraagde bedrag beschikbaar te stellen. Wij merken hierbij op dat wij ten aanzien van ondersteuning van het programmamanagement van de REAP’s de volgende regeling zullen hanteren. Tot een maximum van ƒ 200.000,-- is 50% cofinanciering van het programmamanagement mogelijk. Voorts wordt een reservering van ƒ 0,5 mln. gevraagd voor het geval de partners in de regio hun bijdrage aan het REAP zullen verhogen. Binnen de ons ter beschikking staande financiële systematiek voor cofinanciering van REAP’s behoort een reservering op voorhand niet tot de mogelijkheden. Er kan een jaarlijkse toekenning plaatshebben op basis van een vastgesteld programma. Een dergelijke reservering is bovendien niet mogelijk vanwege de te verwachten verzoeken tot cofinanciering uit de andere regio’s. Mochten de partners in West-Brabant inderdaad hun bijdrage verhogen, maakt dit deel uit van de beoordeling voor het volgend jaar. De beoordeling van het meerjarenplan 2000-2003 van West-Brabant is impliciet een beoordeling voor de komende jaren. Op basis van monitoringsrapportages en een daaraan gekoppelde beleidsrapportage van het REAP WestBrabant zullen wij jaarlijks onze cofinancieringsbijdrage bepalen. Daarmee wordt tegemoet gekomen aan de gewenste flexibiliteit van het REAP. Met dit voorstel doet ook de provincie een stevige stap voor versterking van het regionaal economisch beleid in de regio. Die stap dient herkenbaar te zijn in de regio. Wij zullen daarom eisen dat in de communicatie over het REAP en de ondersteunde projecten, duidelijk wordt gecommuniceerd dat deze tot stand zijn gekomen met steun van de Provincie Noord-Brabant. 5. Voorstel 1. Het vernieuwde REAP West-Brabant aanvaarden als uitwerking van de regionalisering van economisch beleid. 2. Instemmen met een bijdrage van in totaal ƒ 0,7 mln. voor het REAP West-Brabant in 2000. ’s-Hertogenbosch, 4 april 2000, Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant. 317489472