Beeldaspect 1: LICHT In het donker zien we niets. Het beeldaspect

advertisement
Beeldaspect 1: LICHT
In het donker zien we niets.
Het beeldaspect licht is daarom heel belangrijk. Wordt een voorwerp wel verlicht dan
vallen er lichtstralen op, die vervolgens worden weerkaatst en in onze ogen terecht
komen. In het oog worden de lichtstralen omgezet in prikkels die naar onze hersenen
gestuurd worden. Zo kunnen we een voorwerp zien.
Lichtbronnen
Licht ontstaat door een lichtbron.
Deze kan verschillende eigenschappen hebben. Zo geeft bijvoorbeeld een lamp
lichtbundels die alle kanten op gaan en zorgt de zon voor evenwijdige stralen
(straling die alle kanten opgaat). De eigenschappen van de lichtbron zijn van belang
bij hoe wij het verlichte object waarnemen.
In relatie tot de beschouwer kunnen lichtbundels verschillende richtingen hebben:
Gevolgen van het licht
Schaduw
Waar geen of weinig licht kan komen is het donkerder of helemaal donker. Dit noemt
men schaduw.
Er zijn verschillende soorten schaduw:
Eigenschaduw:
Dit is de schaduw die ontstaat óp het voorwerp waar het licht op schijnt. Het
benadrukt de vorm van dat voorwerp en je kunt zien of het plat of 3d is.
Slagschaduw:
De slagschaduw is de schaduw die ontstaat doordat een voorwerp in het licht staat.
De schaduw van dat voorwerp wordt dan naast het voorwerp zichtbaar. Je kunt dat
goed zien op het plaatje hieronder. De lichtbron komt vanuit de linkerbovenhoek, de
theepot werpt een slagschaduw op de witte tafel waar hij op staat.
Weerkaatsing
Soms valt het licht op een voorwerp dat heel
glad is. Dan wordt het licht weerkaatst. Denk
bijvoorbeeld aan een goed gepoetste auto; daar
kan het licht soms vanaf weerkaatsen en dat
kan pijn doen aan je ogen. Hoe ruwer het
materiaal is, hoe minder het licht weerkaatst.
Spiegeling of reflectie
Bij hele speciale oppervlakten treedt spiegeling of reflectie op. Dit zie je wel eens in
de film; als de indianen door de woestijn lopen, zien ze een trilling in de lucht/ een
fatamorgana wordt dit ook wel genoemd. Dit heeft ook met de warmte van de lucht te
maken.
Je krijgt van je kunstdocent een werkblad mee naar huis: Teken daarop het ei
met schaduwen zo mooi mogelijk na en schrijf er daarna met potlood bij waar
je de volgende dingen kunt zien:
-zijlicht
-eigen schaduw
-slagschaduw
Als je kijkt naar het plaatje hierboven: Waar komt het licht dan vandaan?
………………………………………………………………………………………………
Plak op hetzelfde werkblad ook 6 plaatjes (uit tijdschriften) waarop je
voorwerpen ziet met een slagschaduw of met een eigen schaduw.
Het A4’tje lever je in bij je kunstdocent; uiteindelijk zal je voor je
huiswerkopdrachten een cijfer krijgen.
Download