Niet elke docent is een mak schaap dat zich voortdurend laat

advertisement
Niet elke docent is een mak schaap dat zich voortdurend laat knippen en scheren.
In een artikel van enige jaren geleden werd stellig verklaard dat een docent “niet alleen tegenover
het bestuur zou komen te staan” als gevolg van nieuw beleid. Dat klopt.
Ze staat alleen tegenover elke manager, de MR, het schoolbestuur, de Raad van Toezicht, de VO
Raad en het ministerie van OCW. Terwijl ze, geheel volgens protocol, heeft aangeklopt bij: elke
manager, de MR, het bestuur, raad van Toezicht, VO Raad, elk individueel bestuur dat daarbij is
aangesloten, iedere onderwijsvakbond, het ministerie van OCW en de onderwijs inspectie.
Hoe het begon:
Een docente wiskunde op het VMBO, die uitstekend begreep wat er op het papiertje stond dat ze
geacht werd te tekenen( individueel jaaroverzicht taken), tekende niet. Ze vroeg haar manager er
nog even naar te kijken. Wat er vervolgens gebeurde staat zo haaks op de door iedere
schoolbestuurder omarmde Code Goed Bestuur, dat je zou denken dat dat laatste als bedrukt wcpapier bedoeld is.
Er is geen MR en geen vakbond die de in wezen doodsimpele casus start: erkenning en uitbetaling
van de door docent gewerkte uren. Het komt niet eens bij ze op. Er wordt over van alles
geprocedeerd, maar de basis van veel ellende in het onderwijs: te veel werk voor te weinig mensen,
wordt haast angstvallig vermeden.
De betreffende docente is wel een dergelijke procedure gestart. Ze heeft opgevoerd hoeveel uren ze
buiten haar aanstelling heeft gewerkt en eist uitbetaling van die uren.
Het verweer van het schoolbestuur is veelzeggend. Dat begon ermee te zeggen dat het helemaal
niet uitmaakte hoeveel uren er echt gewerkt werden. Er waren namelijk normen vastgesteld en
daarnaar werden docenten betaald, ongeacht de werkelijke arbeidsduur. Die uitlating liet ze door
een advocaat opschrijven; ze meende het dan ook oprecht.
Vervolgens kwam er een brief waarin stond dat er niet voor elke opdracht afzonderlijk een
schriftelijke opdracht was gegeven; mevrouw verzon haar werkzaamheden zelf. Ze deed dingen waar
helemaal niet om gevraagd werd.
De docente was echter ervaren met juridische zaken en had voldoende schriftelijk bewijs waarin het
werk als opgedragen beschouwd kon worden. De mail met:”zorg dit weekend voor een planning om
al je achterstand in te lopen”, als antwoord op diverse schriftelijke beden om taakverlichting, laat ook
niet veel aan de verbeelding over.
De volgende poging niet te hoeven betalen was te verklaren dat de docente niet geschikt was voor
haar werk. Dat zou de reden zijn dat ze onevenredig meer tijd nodig had voor iets, waar de rest wel
met de gegeven tijd uitkwam. Die mening is weerlegd door neutraal onderzoek; mevrouw is prima
geschikt voor haar werk.
Tot slot meende de advocate van het bestuur dat de uren helemaal niet gewerkt waren. Ze had
blijkbaar over het hoofd gezien dat DEZE docent daadwerkelijk op school werkte, in gezelschap van
anderen.
Als hier sprake zou zijn van een bestuur, dat verder geen voorbeeld en eigenlijk een uitzondering is, is
het gekozen verweer tot daar aan toe. Maar dit bestuur, eerst alleen uit één dame bestaand, zit
tegelijkertijd in de commissie arbeidsvoorwaarden van de VO Raad. Ze is bij uitstek wel een
voorbeeld voor haar collega-bestuurders.
Wat maakt deze docente zo volhardend? Een verleden dat de meeste mensen niet hebben plus een
aangeboren rechtvaardigheidsgevoel.
De week van 14 juli 2015 moet het gedaagde bestuur, SCOL, haar antwoord op het Memorie van
Grieven overhandigen. SCOL heeft al haar uitstel opgebruikt.
De vragen die met deze zaak beantwoord gaan worden zijn van belang voor elke onderwijzer en
docent binnen het Nederlands onderwijs en daarmee voor iedereen die onderwijs volgt.
Hoe wordt een docent geacht de gewerkte uren aan te tonen. Voor dit soort werkgever is er
ontheffing van registratie arbeidstijden in verband met de samenstelling van de werkzaamheden van
de docent. Een bestuur volstaat met een taakbeleid, waarvan de gebruikte getallen geen enkele
wettige grondslag hebben en die per onderwijsinstelling verschillen. Het schoolbestuur eist van de
werknemer echter een dagoverzicht, met tijden en bezigheden. Mag dat? Of mag de docent
hetzelfde taakbeleid gebruiken om aan te tonen dat het niet uitvoerbaar is binnen de gefaciliteerde
tijd.
Is de aanwezigheid van publieksverslagen, verslagen van vergaderingen, MR verslagen,mails met
uitlatingen door te werken, reclame uitingen met door docenten gegeven inzet en begeleiding naar
ouders en scholieren, op te vatten als het geven van opdracht voor het werk? Of moet er inderdaad,
zoals SCOL eist, van iedere opdracht afzonderlijk een door de direct leidinggevende ondertekende
schriftelijke opdracht overlegd worden.
Heeft een docent eigenlijk wel recht op betaling van buiten aanstelling gewerkte uren? In de cao
staat daar niets over; de wel aanwezige tekst heeft uitsluitend betrekking op lager ingeschaald
personeel. Er zijn diverse onderwijsinstellingen die in hun eigen taakbeleid vermelden dat dergelijke
uren vanaf … uur worden betaald. Zo ook SCOL. Is dat voldoende ? Is dat voldoende voor welke
docent dan ook of moet het specifiek in het taakbeleid van de betreffende werkgever staan?
Opeens, na drie jaar procederen, is er een schoolleider die er publiekelijk voor uit komt dat zijn
personeel veel meer uren maakt dat er op papier staat. Diezelfde schoolleider benadrukt echter dat
het niet zijn taak is om aan die misstand een einde te maken; hij deelt zijn personeel voor komend
schooljaar weer precies zo in. De extra financiële middelen die van een derde partij komen, worden
niet aan dit probleem besteed. Dat is zijn goed recht. Wat hij zegt is, dat docenten zelf voor een
oplossing moeten zorgen. Dat klopt, al is er een probleem.
Docenten zijn, bewezen, loyale en intrinsiek gemotiveerde werknemers. Die bezitten eigenschappen
wat een mens een goede en fijne docent maakt. Dat soort eigenschappen gaat min of meer ten koste
van de eigenschap op te komen voor je eigen belangen. Vandaar de schaapachtige houding. Voor
mensen in het bedrijfsleven, zoals vertegenwoordigers, is het niet te bevatten hoe het brein van een
docent werkt. De belevingswerelden liggen zo ver uiteen, dat er geen begrip is. Docenten zijn
hoogopgeleide professionals, “dus” zijn ze in staat voor zichzelf te zorgen. Niets is minder waar.
De oprichting van DITfairtrade
Nu, na drie jaar vechten, ziek worden, herstel en procederen tegen de ex-werkgever*, heeft
diezelfde docent op een rij gezet wat er nodig is om de inspanningen van docenten zichtbaar te
krijgen, zodat er met die echte inspanningen gerekend gaat worden in plaats van met ter plekke
verzonnen getallen. Zodat niet elke docent dezelfde spitsroeden hoeft te lopen
Als je de bestaande onderzoeken doorleest, waarin vastgelegd is wat een docent aan werk verricht,
staat het er allemaal keurig. Alleen doet niemand er iets mee.
Wat doet het onderwijs en het OCW zelf met die gegevens:



ze zo neerzetten dat het allemaal wel mee valt.
Voornamelijk de subjectieve gegevens bekendheid geven en de daarop gestoelde
aanbevelingen.
De objectieve gegevens vooral niet naast de bevindingen van Sociale Zaken leggen.
Als je grondig leest verdient éen ander geen schoonheidsprijs. De aanbevelingen die tot gevolg
hebben dat de al betrokken docent nog loyaler en betrokken wordt, worden letterlijk opgevolgd.
Daarbij wordt zorgvuldig benadrukt welke goede gevolgen dat kan hebben voor het onderwijs. Wat
er niet zo benadrukt wordt is dat het voornamelijk subjectieve gevolgen heeft. Prettig, maar geen
oplossing voor stelselmatig teveel werk.
De feiten, dat docenten vaak multi-tasken, een enorme reeks startstop momenten per dag hebben,
veel pauzes geen rustmoment inhouden en dat het allang vaststaat dat lesgeven een inspannend
beroep is, worden weliswaar genoemd, maar heeft geen enkele aanbeveling tot gevolg. Er wordt net
zo droog geconcludeerd dat er op instellingsniveau gebrek is aan maatregelen. En men gaat over tot
de orde van de dag.
Wat is er nodig om docenten voor zichzelf op te laten komen? Een wonder, waar je vooral niet op
moet wachten.
Of een vakbond of drie, die gewapend met de juiste onderbouwing, refereren aan de zorgplicht van
de werkgever. Als een werkgever bekend is of zou kunnen zijn met voor werknemer nadelige
omstandigheden, dient die werkgever er alles aan te doen dit te veranderen.
*NB: het ontslag is al een verhaal apart; er is bij de rechter genoteerd dat het op basis van eenzijdig
arbeidsconflict van de kant van de werkgever is.
De rechtszaken die door individuen zijn ondernomen, stranden over het algemeen door gebrek aan
bewijs, de verkeerde eis bij de verkeerde partij leggen en gebrek aan doorzettingsvermogen. Wat de
bonden tot nu toe tegen houdt is niet helemaal duidelijk. De vakbonden schitteren door afwezigheid
van zelfs maar de geringste samenwerking op juridisch vlak, nalaten te inventariseren wat er allemaal
al aan materiaal is, nalaten steun uit te spreken voor de docente die haar nek uitsteekt, nalaten de
geringste ondersteuning te bieden aan betreffende docente, nalaten de bestaande onderzoeken in
eigen voordeel te gebruiken etc Zo komt er niemand op het idee om elke docent die ontslagen
wordt wegens arbeidsconflict, bij de rechter vast te laten leggen dat dat conflict eenzijdig van de kant
van de werkgever komt en in stand gehouden wordt. Binnen een jaar heb je 1500 verklaringen die
bewijzen dat het argument arbeidsconflict als reden voor ontbinding dienstverband grondig
misbruikt wordt.
Wat is er nodig om onderwijs in Nederland voor scholier èn docent gezond te maken?
Heel erg weinig. De enige feiten die ontbreken is een aanvulling op de objectieve onderdelen van
bestaande onderzoeken: Er moeten wat docenten tijdens hun werk geobserveerd worden en hun
bezigheden vastgelegd. Er kan per onderwijs instelling taakbeleid worden ingevuld met realistisch
tijden en nagerekend. Zo ook de functie omschrijving van de docenten. En het zou fijn zijn als een
aantal docenten data aanlevert van hun tijdbesteding gedurende een week.
Dat is genoeg. De rest is er al:
Er zijn stapels subjectieve onderzoeken gedaan, daar is geen aanvulling voor nodig.
In het (voorheen) nationaal gezondheidskompas schrijft de overheid zelf tot in detail hoe een
gezonde arbeidsomgeving eruit ziet en hoeveel schade het berokkent als daar niet aan voldaan
wordt.
Veel onderdelen hebben een definitie waar niet op af te dingen is. Een pauze is een rustmoment.
Geen rust, geen pauze, dus geen tijdaftrek voor pauze.
Bij een te grote afwijking van aanwezige taaklast, is het wettelijk vastgelegd dat er meer
functiedifferentiatie komt. Je hoeft de afwijking alleen maar aan te tonen, met objectieve gegevens.
Op www.ditfairtrade.nl staat aangekondigd: Begin schooljaar 2015/2016 gaat
onderzoek tijdbesteding docenten door docenten van start.
De docente, die door haar eigen rechtszaak weet wat er nodig is voor de rest van haar collega’s,
heeft naast de website www.iemanddoetiets.nl, waarop alle juridische gegevens van haar rechtszaak
open en bloot staan, nu ook DITfairtrade opgericht. Uitsluitend bedoeld voor doorrekenen van de
taaklast van een docent op een eerlijke manier.
De beste docent is een uitgeruste en toegeruste docent. Als daarvoor de hulp nodig is van een
persoon die er alles van weet wat de gevolgen zijn van verantwoordelijken die wegkijken, dan krijgen
docenten die.
Download