Competentiematrix door SPD invuller SPD Minor fase naam student vak naam SPD school plaats school datum Competentiematrix I (na periode 1) naam mentor Procedure: SPD vult onderstaande competentiematrix in op basis van de lessen die hij van de student heeft gezien. Alleen de witte rijen moeten ingevuld. De met grijs gemarkeerde rijen mogen ingevuld als de spd meent dat hierover nu al een (voorlopig) oordeel is te geven – dat zal lang niet altijd het geval zijn. De SPD schrijft een korte beoordelende beschouwing (‘woordrapport’) over de ontwikkeling van de student, en mailt/stuurt zijn formulier persoonlijk aan de student. De student neemt de beoordeling op in zijn/haar portfolio. Aanwijzingen voor het gebruik Per competentie zijn er één tot drie onderdelen, elk verdeeld in ‘rubrieken’: beginnend, in ontwikkeling, competent en voorbeeldig. In totaal zijn er over de 7 competenties 14 onderdelen. Bekijk per onderdeel in welk vak de uitspraken het beste passen bij het gedrag in de praktijk en markeer dat – bij voorkeur in Word met de markeerfunctie, en anders op papier met een markeerstift. Er zijn twee mogelijkheden om hierin te verfijnen: - Zinnen in het best passende vak niet markeren omdat ze niet van toepassing zijn. - In het verlengde daarvan: in het naastliggende vak de dan best passende zin markeren. Onder elke competentietabel is ruimte voor opmerkingen en (kenmerkende) voorbeelden. Verwijs bij gebruik van voorbeelden bij voorkeur naar een les(moment) waarin dit is waargenomen (...): ‘de les van 12 oktober in 2h’; ‘de les met het sokken-incident’; ‘de les waarin Carla eruit moest’ enz. Op de voorlaatste bladzijde is ruimte voor het woordrapport van de schoolpracticumdocent die na een gesprek met de student een korte beoordelende beschouwing opstelt over de ontwikkeling van de student in de periode waarover de beoordeling gaat. Die beschouwing mondt uit in een conclusie uitgedrukt in een geheel cijfer van 1 t/m 10. Een cijfer lager dan 5 betekent ‘stoppen’ met de stage. Een cijfer lager dan een 6 betekent ‘voorwaardelijk doorgaan’. Een 6 en hoger betekent ‘doorgaan’. De laatste bladzijde is voor de reactie van de student. beginnend in ontwikkeling competent voorbeeldig contact met leerlingen Heeft weinig oog voor en weinig zicht op wat leerlingen bezighoudt. Mijdt lastige leerlingen en situaties. Handelt overwegend reactief, niet leidend. Heeft enig zicht op wat leerlingen bezighoudt. Gaat soms lastige leerlingen en situaties aan, maar gaat ze soms ook uit de weg. Handelt soms leidend, soms reactief. Heeft oog voor en een redelijk zicht op wat leerlingen bezighoudt. Gaat lastige leerlingen en situaties aan, maar heeft daarbij soms hulp van anderen nodig. Leidt, begeleidt en stimuleert. Heeft oog voor en goed zicht op wat leerlingen bezighoudt en weet dat geregeld te benutten. Gaat lastige leerlingen en situaties aan en houdt zich daarbij staande. Leidt, begeleidt, stimuleert, bemiddelt en confronteert. communicatie 1. Interpersoonlijk competent Communiceert weinig en/of moeizaam. Laat geregeld eigen en andermans emoties de boventoon voeren. Communiceert overwegend op inhoudsniveau. Heeft oog voor eigen en andermans emoties. Communiceert adequaat op inhoudsen betrekkingsniveau. Weet eigen en andermans emoties te hanteren. Weert agressie af. Communiceert effectief en efficiënt op inhouds- en betrekkingsniveau. Geeft en wekt vertrouwen en bezweert agressie. Opmerkingen en waargenomen voorbeelden van interpersoonlijke competentie: beginnend in ontwikkeling competent voorbeeldig leeromgeving Doen en laten in de klas dragen weinig bij aan scheppen veilige leeromgeving. Probeert in doen en laten veilige leeromgeving te scheppen en slaagt daar soms ook in. Laat gedrag geregeld leiden door het groepsgebeuren. Schept in de regel een veilige leeromgeving. Is helder over de omgangsregels in de klas en dwingt doorgaans ook naleving ervan af. Heeft oog voor groepsdynamiek. Schept een veilige leeromgeving. Probeert leerlingen medeverantwoordelijk te maken voor een veilige leeromgeving en slaagt daar soms ook in.. Toont geregeld aan greep te hebben op de groepsdynamiek. leerlingen 2. Pedagogisch competent Heeft alleen oog voor de klas en niet of nauwelijks voor individuele leerlingen. Ziet zichzelf niet als (mede)opvoeder. Heeft vooral oog voor de klas, maar soms ook voor individuele leerlingen. Heeft oog voor opvoedende rol leraarschap. Heeft binnen de klas oog voor individuele leerlingen. Realiseert zich dat afwijkend gedrag zelden op zichzelf staat en probeert daar rekening mee te houden. Geeft zich rekenschap van eigen rol als (mede)opvoeder. Benadert leerlingen als individuen. Gaat bij afwijkend gedrag (samen met collega’s) op zoek naar oorzaken en achtergronden. Kan grenzen van eigen rol als opvoeder aangeven. Opmerkingen en waargenomen voorbeelden van pedagogische competentie: beginnend in ontwikkeling competent voorbeeldig vakkennis Leunt voor inhoudelijke kennis op veel onderdelen zwaar op schoolboek. Wijkt niet af van de inhoudelijke lijn van het schoolboek. Probeert zelf greep te krijgen op vakconcepten en komt niet of nauwelijks toe aan leerlingperspectief. Toont op onderdelen inhoudelijke kennis op niveau schoolboek. Volgt overwegend de inhoudelijke lijn van schoolboek. Schakelt amper tussen abstract en concreet. Wil het vak aantrekkelijk maken voor leerlingen, maar voelt zich daarvoor geregeld nog te weinig boven de stof staan. Toont inhoudelijke kennis op niveau schoolboek en kan hiaten in eigen vakkennis aanwijzen. Laat inhoudelijk soms het schoolboek los. Denkt na over inhoudelijke keuzes. Schakelt af en toe tussen abstract en concreet. Onderneemt beredeneerde pogingen het vak aantrekkelijk te maken voor leerlingen. Toont parate inhoudelijke kennis die schoolboek ontstijgt. Laat inhoudelijk geregeld het schoolboek los. Beargumenteert inhoudelijke keuzes. Schakelt geregeld tussen abstract en concreet en zoekt naar transfer van kennis. Slaagt er geregeld in het vak aantrekkelijk voor leerlingen te maken en kan de persoonlijke en maatschappelijke relevantie ervan beargumenteren. leeractiviteiten 3. Vakdidactisch competent Formuleert geen (deugdelijke) leerdoelen. Denkt en handelt leerstofgericht; denkt overwegend vanuit werkvormen. Gebruikt vrijwel uitsluitend aanbiedende werkvormen. Formuleert deugdelijke leerdoelen en zoekt naar passende leeractiviteiten. Denkt en handelt soms leerstofgericht, soms leerlinggericht. Gebruikt bescheiden aantal, vooral aanbiedende, werkvomen. Gebruikt bestaande toetsen; kijkt die zelf na. Koppelt in de regel leeractiviteiten aan leerdoelen. Denkt leerlinggericht en handelt daar doorgaans naar. Gebruikt afwisselend verscheidene aanbiedende en activerende werkvormen. Heeft oog voor validiteit en betrouwbaarheid van toetsen, inclusief beoordelaarseffecten Beargumenteert keuze van leeractiviteiten. Staat geregeld stil bij leeropbrengst. Gebruikt en beheerst verscheidene aanbiedende en activerende werkvormen; zoekt steeds naar uitbreiding repertoire. Maakt soms eigen, relatief valide en betrouwbare toetsen. Opmerkingen en waargenomen voorbeelden van vakdidactische competentie: beginnend in ontwikkeling leeromgeving Geeft opdrachten zonder doelen en verwachtingen. Bereidt alleen eigen aandeel in de les voor. Heeft weinig overzicht tijdens de les. Geeft opdrachten soms met en soms zonder doelen of verwachtingen. Bereidt vooral eigen aandeel in de les voor, en summier dat van leerlingen. Heeft wisselend overzicht tijdens de les. Geeft opdrachten meestal met doelen en verwachtingen en legt die aan leerlingen uit. Bereidt eigen aandeel en dat van leerlingen in les voor. Heeft meestal overzicht tijdens de les. Reageert adequaat op feedback leerlingen. Is helder over doelen, taken en verwachtingen. Bereidt leerling-activerende les voor, met eigen aandeel daarin. Heeft goed overzicht tijdens de les. Werkt soms in andere opstelling, of buiten het lokaal. Gebruikt feedback van leerlingen om organisatie te verbeteren. planning 4. Organisatorisch competent competent Weinig realistisch en weinig flexibel in planning. Organisatie-eenheid is de les. Geregeld onrealistisch in planning; soms wel flexibel. Organisatie-eenheid is de les, met oog voor voorgaande en volgende les.. Doorgaans realistisch en geregeld ook flexibel in planning. Organisatieeenheid is hoofdstuk of onderwerp. Realistisch en flexibel in planning. Helpt leerlingen plannen. Organisatie-eenheid is trimester of rapportperiode. Opmerkingen en waargenomen voorbeelden van organisatorische competentie: voorbeeldig 5. Competent in het samenwerken met collega’s competent voorbeeldig delen en deelnemen in ontwikkeling Heeft vrijwel uitsluitend contact met spd. Loopt rond als gast en buitenstaander; zoekt niet of nauwelijks aansluiting bij het team. Stelt geen vragen over pedagogischdidactisch klimaat. Heeft overwegend contact met spd, weinig met andere collega’s. Loopt (observerend) mee in en zoekt aansluiting bij het team. Verkent het pedagogischdidactisch klimaat. Wisselt geregeld ervaringen uit met collega’s. Is volwaardig lid van het team. Beschrijft het pedagogisch-didactisch klimaat. Zoekt actief naar uitwisseling met collega’s om eigen lessen te optimaliseren. Is actief lid van het team. Analyseert het pedagogisch-didactisch klimaat. Probeert collega’s tot steun te zijn, toont betrokkenheid bij de school of het team. grenzen beginnend Ondergaat werkdruk zonder grenzen aan te geven. Probeert grenzen van tijd en betrokkenheid af te bakenen. Geeft grenzen van tijd en betrokkenheid aan. Geeft grenzen van tijd en betrokkenheid aan. Spreekt de organisatie aan op verantwoordelijkheid naar haar werknemers. Opmerkingen en waargenomen voorbeelden van samenwerken met collega’s: doelmatig contact 6. Competent in samenwerken met de omgeving beginnend in ontwikkeling competent voorbeeldig Schrikt terug voor contact met de omgeving. Levert als gesprekspartner weinig bijdragen. Afwachtend in contact met de omgeving. Zoekt steun en bevestiging bij toepassen procedures van de school. Levert als gesprekspartner soms constructieve bijdragen. Denkt na over consequenties culturele verschillen voor schoolpraktijk. Toont initiatief in contact met de omgeving. Past procedures van de school zelfstandig toe. Levert als gesprekspartner geregeld constructieve bijdragen; bereidt zich geregeld voor op belangrijke gesprekken en overlegsituaties. Treedt culturele verschillen tegemoet door respect te tonen. Initiatiefrijk in contact met de omgeving. Past procedures van de school zelfstandig toe en denkt mee over nieuwe. Levert als gesprekspartner geregeld constructieve bijdragen; bereidt zich voor op belangrijke gesprekken en overlegsituaties Poogt culturele verschillen te overbruggen, o.m. door respect te tonen en respect te oogsten. Treedt soms op als woordvoerder voor de school. Opmerkingen en waargenomen voorbeelden van samenwerken met de omgeving: 7. Competent in reflectie en onderzoek ten dienste van ontwikkeling competent voorbeeldig Toont in de context van intervisie of supervisie (dus begeleid) inzicht in eigen sterke en zwakke kanten. Toont inzicht in sterke en zwakke punten en leervragen ten aanzien van de verschillende competenties en werkt daaraan. Reflecteert nog amper op het eigen handelen Reflecteert onder begeleiding op het eigen handelen, maar verbindt daar zelden conclusies aan voor toekomstig handelen. Reflecteert geregeld op het eigen handelen en vraagt soms feedback. Gebruikt resultaten daarvan om effectiever te werken. Onderzoekt het eigen handelen met hulp van evaluatie, reflectie en feedback. Toont weinig aanzetten tot problematiseren van beroepspraktijk. Toon soms aanzetten tot problematiseren beroepspraktijk, ook in relatie tot eigen handelen. Kan problemen uit de beroepspraktijk vertalen in onderzoeksvragen. Toont aanzetten tot onderzoeksmatig handelen. Past soms actieonderzoek en/of ontwerpgericht onderzoek toe op problemen uit de beroepspraktijk. Zelfbeeld Heeft nog geen realistisch beeld van eigen sterke en zwakke kanten. reflecteren + in ontwikkeling onderzoeken beginnend Opmerkingen en waargenomen voorbeelden van reflectie en onderzoek: Woordrapport van schoolpracticumdocent N.a.v. gesprek op: Handtekening spd: (of opsturen per eigen mail) Cijfer: Handtekening student: (of opsturen per eigen mail) Reactie van student op woordrapport spd