KERNDOELEN REKENEN/WISKUNDE > Wiskundig inzicht en handelen 23 24 De leerlingen leren wiskundetaal gebruiken. De leerlingen leren praktische en formele rekenwiskundige problemen op te lossen en redeneringen helder weer te geven. 25 De leerlingen leren aanpakken bij het oplossen van rekenwiskundeproblemen te onderbouwen en leren oplossingen te beoordelen. In de PARWO-didactiek staat steeds de relatie tussen werkelijkheid en de wiskunde centraal, het wiskundig handelen komt door de aandacht voor het drijfvermogen steeds verder ‘boven water’. 1 KERNDOELEN REKENEN/WISKUNDE > Getallen en bewerkingen 26 De leerlingen leren structuur en samenhang van aantallen, gehele getallen, kommagetallen, breuken, procenten en verhoudingen op hoofdlijnen te doorzien en er in praktische situaties mee te rekenen. 27 In de matrices is steeds de tweede laag de laag waar inhoud en structuur van getallen wordt verkend, in de derde laag staat het werken met getalrelaties centraal. Kerndoel 26 is in die zin in 4 stukken te splitsen 1. Structuur doorzien van aantallen, gehele getallen en kommagetallen (laag 2, matrix 1); 2. Structuur doorzien van breuken, procenten en verhoudingen (laag 2, matrix 2); 3. Samenhang doorzien van aantallen, gehele getallen en kommagetallen (laag 3, matrix 1); 4. Samenhang doorzien van breuken, procenten en verhoudingen (laag 3, matrix 2) De leerlingen leren de basisbewerkingen met gehele getallen in elk geval tot 100 snel uit het hoofd uitvoeren, waarbij optellen en aftrekken tot 20 en de tafels van buiten gekend zijn. 28 29 De leerlingen leren schattend tellen en rekenen. De leerlingen leren handig optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen. 30 De leerlingen leren schriftelijk optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen volgens meer of minder verkorte standaardprocedures. 31 De leerlingen leren de rekenmachine met inzicht te gebruiken. De kerndoelen 27 t/m 30 zijn de formele bewerkingen die uiteindelijk beheerst zullen moeten worden, deze bevinden zich dan ook logischerwijs in het topje (laag 4) van de matrices. Kerndoel 31 is een vaardigheid die continue (door de hele matrix) geoefend moet worden. 2 KERNDOELEN REKENEN/WISKUNDE > Meten en meetkunde Voor de uitwerking van kerndoel 32 zal matrix 3 gaan dienen waar de meetkunde centraal staat. 32 De leerlingen leren eenvoudige meetkundige problemen op te lossen. 33 De leerlingen leren meten en leren te rekenen met eenheden en maten, zoals bij tijd, geld, lengte, omtrek, oppervlakte, inhoud, gewicht, snelheid en temperatuur. Kerndoel 33 is een integraal onderdeel van matrix 1. De ontwikkeling van getalbegrip kan niet losstaan van meten, immers elk getal is een meeting van een bepaalde grootheid ongeacht of dat nou aantal, geld, lengte, omtrek, etc. is. 3 Literatuur: Buijs, K., J. Klep & A. Noteboom (2008). TULE – Rekenen-wiskunde – Inhouden en activiteiten bij de kerndoelen van 2006. Enschede: SLO. Noteboom, A. (2008). Fundamentele doelen rekenen-wiskunde. Uitwerking van het Fundamenteel ni-veau 1F voor einde basisonderwijs versie 1.1. Enschede: SLO OC&W (2006). Kerndoelen primair onderwijs. Den Haag: OC&W. 4