Nieuwsbrief 2, maart 2015 Bekostiging en verwijzen van leerlingen

advertisement
Nieuwsbrief 2, maart 2015
Bekostiging en verwijzen van leerlingen naar het SBO of SO vanaf 01-08-2014
Sinds augustus 2014 is met de invoering van Passend Onderwijs het aanmelden voor leerlingen naar
het SBO of SO veranderd. SWV 2305PO is opgedeeld in deelregio’s, waarvan deelregio de Brug er 1
van is. Gezamenlijk zijn we binnen SWV 2305PO verantwoordelijk voor de bekostiging van SO 3 en 4.
Onze deelregio heeft ervoor gekozen dat elk bestuur daarna de eigen financiën ontvangt via SWV
2305PO. Elk bestuur is autonoom in de wijze hoe de zorg wordt georganiseerd en de gelden worden
verdeeld Binnen SWV 2305 zijn er wel afspraken gemaakt voor het aanvragen van een TLV.
Scholen hebben zorgplicht en kunnen bij aanmelding een termijn van 6 weken, eventueel te
verlengen tot 10 weken, gebruiken om na te gaan of de leerling binnen deze school de juiste zorg kan
krijgen. Als blijkt dat dit niet mogelijk is, moet de school van aanmelding er voor zorgen dat er voor
de leerling een passende school gevonden wordt. Als eerste wordt gekeken of er een andere
basisschool een passend aanbod kan bieden.
Is de problematiek te groot, dan start het traject van het aanvragen van een ( tijdelijke) TLV voor SBO
of SO, waarbij altijd de handelingsverlegenheid van de school centraal staat en ook de mogelijke
terugkeer naar het regulier onderwijs meegenomen moet worden.
We onderscheiden verschillende groepen leerlingen:

Onderinstroom leerlingen :
Dit betreft de kinderen die bijvoorbeeld via een medisch circuit geadviseerd wordt naar het SO 3 of 4
te gaan. Voor deze kinderen geldt het solidariteitsprincipe binnen SWV 2305. Deze groep kinderen
wordt dus niet teruggerekend naar een bestuur of deelregio. Voor deze kinderen moet wel een
toelaatbaarheidsverklaring (TLV) worden aangevraagd Het adviseren hierover gebeurt door de CTT.
De manager van 2305PO kent de TLV toe ( of niet).
Dit geldt eveneens als een onderinstroom leerling (met op het moment van inschrijven geen signalen voor
extra zware ondersteuning) binnen een jaar (gerekend vanaf de datum van inschrijving) door een reguliere
school naar het SO wordt verwezen. Dit principe geldt niet voor een doorverwijzing naar het SBO.
Ook is er de mogelijkheid van een integratie TLV. Deze kan door het bestuur van een basisschool bij
de CTT aangevraagd worden als een leerling met een SO-ondersteuningsbehoefte (bijvoorbeeld een
leerling met het syndroom van Down) toch met een arrangement van het desbetreffende bestuur
binnen de basisschool opgevangen wordt. Mocht deze leerling op den duur toch verwezen worden
naar het SO, dan zijn de kosten ook voor het centrale budget van 2305 PO
Tenslotte is er een zgn. hardheidsclausule. Deze kan worden toegepast bij plaatsing van leerlingen in een
residentiele instelling of een gesloten instelling. Ook deze leerlingen vallen als ze na behandeling
terugkeren en naar het SO moeten onder de solidariteitsregeling.

Zittende leerlingen
Ten einde de verantwoordelijkheden voor de bekostiging te verhelderen zijn de volgende
principes vastgesteld.
Principe 1:
Arrangementen behoren bij deelverbanden en zijn niet overdraagbaar naar andere deelverbanden.
-
Reden: Deelverbanden zijn autonoom in de invulling van de arrangementen
Reden: Er is geen wettelijke basis voor overdracht van arrangementen.
Principe 2:
Overdraagbare verantwoordelijkheid.
De idee achter dit principe is dat het eerst oorspronkelijke deelverband niet tot in lengte van dagen
(financieel) verantwoordelijk blijft voor een bepaalde leerling. Daarbij is er geen sprake van overdraagbare
verantwoordelijkheid bij overgang naar het SO.
-
Reden: Deelverbanden en SBO’s dienen een bewuste keuze te maken voor het wel of niet
aanbieden van een passend onderwijsaanbod aan een leerling (en daar dus ook de financiële
consequentie willen dragen).
Principe 3:
Oorspronkelijkheid.
De idee achter dit principe is dat een passend onderwijsaanbod altijd te herleiden moet zijn tot een
financieel verantwoordelijke eenheid( deelregio)
-
Reden: Op deze wijze wordt duidelijk wie welke rekening dient te betalen, namelijk de
oorspronkelijke verwijzer.
Binnen het SWV bestuur is afgesproken dat de principes, zoals hier boven beschreven, toepasbaar zijn
onder de algemene voorwaarde dat elke verplaatsing van een leerling naar een PO-school een
proefperiode van maximaal een jaar met zich meebrengt. De ontvangende school hoeft na een jaar enkel
“Ja” of “Nee” te zeggen tegen de continuering van het onderwijsaanbod aan de verplaatste leerling zonder
verdere motivatie.
De ontvangende school heeft in het jaar van proefplaatsing – behoudens afspraken tussen de betrokken
besturen) geen bevoegdheid de leerling nog verder te verwijzen.
Een “nee” tegen de continuering van het onderwijsaanbod kan maar één consequentie hebben, namelijk
terugplaatsing naar de oorspronkelijk verwijzende school. Het bestuur van deze school is namelijk nog
steeds verantwoordelijk voor de leerling. Zij kan dan bijvoorbeeld de keuze voor een ander PO, SBO dan
wel SO maken.
Voor het SBO geldt dat een verrekening plaatsvindt in de deelregio en dus los staat van het centrale
budget van SWV 2305PO of van een verrekening met een schoolbestuur door SWV2305PO. Dit
schooljaar zijn de kosten voor het SBO ca €4225
Bij de verrekening met het SO 3 en 4 is het van belang of een leerling jonger dan 8 jaar is of 8 jaar en
ouder..
SO<8
laag
Midden
hoog
9.150
13.654
20.635
SO 8 en
ouder
8.428
14.783
21.696
Tenslotte,
Mochten er twijfels zijn of vragen, kan er altijd contact worden opgenomen met Joke Meuzelaar
([email protected]) of met Petra van Gaalen ([email protected]).
Download