ministerie van onderwijs - Het Examenbureau Suriname

advertisement
MINISTERIE VAN ONDERWIJS
EN VOLKSONTWIKKELING
EXAMENBUREAU
UNIFORM EINDEXAMEN MULO 2007
VAK
: HANDELSKENNIS
DATUM: VRIJDAG 06 JULI 2007
TIJD
: 09.45 – 10.30 UUR
DEZE TAAK BESTAAT UIT 30 ITEMS.
Economische begrippen
4
1
Tot de groothandel wordt niet gerekend de handel
tussen
Beschouw de volgende beweringen:
I
In de economie is alles waarvoor iemand
moet betalen, schaars.
A
B
C
D
exporteurs en importeurs.
grossiers en kleinhandelaren.
handelaren en consumenten.
producenten en opkopers.
II In de economie is welvaart de mate van
behoeftebevrediging.
Ten aanzien van het bovenstaande kan gezegd
worden, dat
A
B
C
D
alleen I juist is.
alleen II juist is.
I en II beide juist zijn.
I en II beide onjuist zijn.
2
5
Een maatregel van de overheid om de export te
bevorderen, is het
A beschermen van de binnenlandse productie
tegen de buitenlandse concurrentie.
B geven van subsidies voor de productie.
C liberaliseren van de handel.
D verhogen van de fiscale rechten.
6
Welke bewering is juist?
A Bij indirecte ruil is er sprake van ruil in natura.
B Consumptiegoederen worden verdeeld in
goederen en diensten.
C Een leerling die les volgt, is een producent.
D Onroerende goederen worden door overgave
geleverd.
Welke handelaren houden zich bezig met het
distribueren van goederen in het consumptiegebied?
A
B
C
D
exporteurs en importeurs.
importeurs en grossiers.
opkopers en importeurs.
opkopers en exporteurs.
Tussenpersonen in de handel
Goederenhandel
7
3
Winkelier Goedhoop zal bij aankoop van goederen
rabat als korting ontvangen, indien de
A
B
C
D
betaling binnen de afgesproken tijd plaatsvindt.
betaling vóór de levering plaatsvindt.
fabrikant de winkelprijs vaststelt.
levering binnen een bepaalde tijd geschiedt.
Maikel, een tussenpersoon in de handel, ontvangt
naast zijn loon, provisie en een kostenvergoeding.
Maikel is een
A
B
C
D
commissionair.
handelsagent.
handelsreiziger.
makelaar.
8
Bank- en Kredietwezen
Gegeven twee kenmerken van tussenpersonen:
- Hij handelt in naam van zijn opdrachtgever.
- Hij is niet in loondienst, doch oefent een
zelfstandig beroep uit.
Bovenstaande kenmerken hebben betrekking op de
A
B
C
D
handelsagent en de makelaar.
handelsagent en de commissionair.
handelsreiziger en de makelaar.
handelsreiziger en de commissionair.
12
Welke taak wordt niet door de algemene banken
verricht?
A Het innen van vorderingen.
B Het in open en gesloten bewaarnemen van
effecten.
C Het optreden als kassier van de staat.
D Het verstrekken van gedekte kredieten.
13
Effecten
9
Beschouw de volgende beweringen ten aanzien van
obligaties:
I Ze worden gerekend tot de risicodragende
effecten.
II Ze geven recht op een vaste uitkering.
Een krediet met als onderpand een veemceel is een
A kort krediet met een persoonlijke
zekerheidsstelling.
B kort krediet met een zakelijke
zekerheidsstelling.
C lang krediet met een persoonlijke
zekerheidsstelling.
D lang krediet met een zakelijke
zekerheidsstelling.
Ten aanzien van het bovenstaande kan gezegd
worden, dat
A
B
C
D
alleen I juist is.
alleen II juist is.
I en II beide juist zijn.
I en II beide onjuist zijn.
10
14
Er is sprake van zowel een actieve als van een
passieve krediettransactie bij een
A
B
C
D
belening.
rekening-courantkrediet.
spaarrekening.
termijndeposito.
Als iemand aandelen wil kopen of verkopen, kan hij
zich wenden tot de
A
B
C
D
Centrale Bank van Suriname.
Effectenbeurs.
Kamer van Koophandel en Fabrieken.
Notaris.
11
De heer Kalk koopt waardepapieren, waardoor hij
mede-eigenaar van de zaak wordt.
Heer Kalk koopt dus
A
B
C
D
aandelen.
incasso’s
obligaties.
pandbrieven.
Marktvormen
15
De verkooptechniek, die gebruikt wordt bij een
inschrijving, is het bieden
A
B
C
D
per advertentie.
per gesloten enveloppe.
per telefoon.
via internet.
16
Goederen worden in kavels aangeboden op een
A
B
C
D
beurs.
jaarbeurs.
markt.
veiling.
Overeenkomsten
Handelsinstellingen
17
21
Het contante bedrag, dat bij het sluiten van een
huurkoopovereenkomst betaald moet worden,
noemen we de
A
B
C
D
aanbetaling.
afbetaling.
aflossing.
koopsom.
Het handelsregister wordt bijgehouden door
A
B
C
D
het Algemeen Bureau voor de Statistiek.
het Centraal Bureau voor Burgerzaken.
het Hypotheekkantoor.
de Kamer van Koophandel en Fabrieken.
Ondernemingsvormen
18
22
Beschouw de volgende beweringen:
I Als bewijs van een overeenkomst, wordt
een akte opgemaakt.
II Onderhandse akten hebben voor de rechter een
volledige bewijskracht.
Ten aanzien van het bovenstaande kan gezegd
worden, dat
A
B
C
D
alleen I juist is.
alleen II juist is.
I en II beide juist zijn.
I en II beide onjuist zijn.
Betalingsverkeer
19
Ray heeft bij de bank SRD 1.200,- op zijn giro- en
SRD 3.800,- op zijn spaarrekening.
In zijn spaarvarken zit SRD 130,- en in zijn
portemonnee heeft hij SRD 70,-.
Hoeveel chartaal geld bezit Ray?
A
B
C
D
SRD 70,SRD 200,SRD 1.200,SRD 5.000,-
A haar aandelen op de effectenbeurs te
verkopen.
B ieder jaar dividend uit te keren.
C ieder jaar een aandeelhoudersvergadering
uit te schrijven.
D ieder jaar openbare emissies te houden.
23
Welke ondernemingsvorm kan bij een onderhandse
akte worden opgericht?
A
B
C
D
Coöperatieve Vereniging
Besloten Vennootschap
Naamloze Vennootschap
Vennootschap Onder Firma
24
De heer Deugdzaam treedt af als beherende
vennoot en wordt van dezelfde zaak een
commanditaire vennoot.
Het gevolg hiervan is, dat hij
20
Een cheque, die bij overdracht aan de achterzijde
getekend is, is een
A
B
C
D
Elke naamloze vennootschap is wettelijk verplicht
blanco cheque.
kascheque.
cheque aan toonder.
geëndosseerde cheque.
A
B
C
D
geldschieter van de zaak wordt.
hoofdelijk aansprakelijk wordt.
deel mag uitmaken van de directie.
kan optreden als het verkeerd gaat in de zaak.
Sociale wetgeving en belastingen
Verzekering
25
29
Welk ministerie is belast met de uitkering van de
Algemene Oudedagsvoorziening?
Het ministerie van
A
B
C
D
Binnenlandse zaken.
Regionale ontwikkeling.
Sociale zaken en Volkshuisvesting.
Arbeid, Technologische ontwikkeling en
Milieu.
26
Accijnzen zijn belastingen, die onder andere geheven
worden op
A
B
C
D
evenementen.
consumptiegoederen.
onroerende goederen.
de winst van de vennootschappen.
Vervoer
27
Welk vervoersdocument is tevens een eigendomsbewijs?
A
B
C
D
Adreskaart
Connossement
Luchtvrachtbrief
Vrachtbrief
28
Een vertegenwoordiger van een scheepvaartmaatschappij in havens is de
A
B
C
D
cargadoor.
douanier.
expediteur.
stuwadoor.
In de polis wordt niet opgenomen
A
B
C
D
de premie.
de tijdsduur.
de poliskosten.
het verzekerd bedrag.
30
Welke verzekering kan men vergelijken met een
pensioenuitkering?
A
B
C
D
Compagnonverzekering
Gemengde verzekering
Levensverzekering
Lijfrenteverzekering
Download