Samenvatting week 1 • meting van een grootheid: getal + eenheid • getallen : significante cijfers, machten van 10, orde van grootte • eenheden: S.I. • eenheden: keuze. Men kan b.v. een eenheid van afstand gebruiken ipv. een eenheid van snelheid. • formule: correcte formule heeft zelfde dimensies links en rechts van het gelijkteken • schatten : orde van grootte. Probeer te controleren of schatting klopt. • exponenten: bij relaties tussen grootheden (A neemt x% toe als B y% toe neemt) dr. H.J. Bulten Mechanica najaar 2007 1 dimensies, vergelijking • een formule kan alleen correct zijn, als links en rechts van het gelijkteken grootheden met dezelfde dimensies staan • b.v. kracht, afstand, tijd •verband tussen kracht, afstand, tijd, massa, snelheid, energie van de football en de trap? dr. H.J. Bulten Mechanica najaar 2007 2 werkcollege • deze week : kamers R2.23,R2.32 voor studenten die Eelco en Kelly als begeleider hebben F4.53 voor studenten die mij als begeleider hebben • deze week : opdrachten voor thuis participatie tellen mee in afronding cijfer • tentamen : Binas toegestaan. dr. H.J. Bulten Mechanica najaar 2007 3 beweging in 1 dimensie • Definities: in het algemeen geeft hoofdletter delta een verschil aan tussen een variabele in een begintoestand en een eindtoestand. • positie : x(t) • verplaatsing: x x f xi • tijdsinterval: t t f ti x x(t f ) x(ti ) • gemiddelde snelheid: vav t t f ti • instantane snelheid: v(t ) lim x dx(t ) t 0 dr. H.J. Bulten Mechanica najaar 2007 t dt 4 gemiddelde snelheid • in het boek wordt, naast de term “velocity”, ook de term “speed” gebruikt. • Dit is de gemiddelde snelheid, gemeten over de in totaal afgelegde afstand. • Speed: absolute waarde van de snelheid. • B.v. de gemiddelde “speed” van een formule-1 auto die 60 rondes van 5.5 km in 1 uur heeft afgelegd, is 330 km/h, maar de gemiddelde “velocity” is 0 km/h, omdat de start en de finish op hetzelfde punt liggen. • In het Nederlands worden die concepten door elkaar heen gebruikt, maar in het algemeen bedoelt men “speed”, wanneer men het over de gemiddelde snelheid heeft. dr. H.J. Bulten Mechanica najaar 2007 5 gemiddelde snelheid • voorbeeld: Bij een atletiektraining ren je 100 m in 12 s en jogt 50 m terug in 30 s. • De gemiddelde “velocity” = 50m/42s = 1.2m/s • De gemiddelde “speed” = 150m/42s = 3.6 m/s dr. H.J. Bulten Mechanica najaar 2007 6 gemiddelde snelheid dr. H.J. Bulten Mechanica najaar 2007 7 instantane snelheid • Begrip beweging: conceptuele problemen Grieken (Zeno, Parmenides). Achilles en de schildpad pijl in vlucht dr. H.J. Bulten Mechanica najaar 2007 8 referentie stelsel • snelheden zijn gedefinieerd in referentie stelsels. Een referentie stelsel wordt in Tipler en Mosca gedefinieerd als een uitgebreid object waarvan alle delen t.o.v. elkaar in rust verkeren. Bijvoorbeeld: het aardoppervlak, de treinwagon waarin je zit,.... • Het referentie stelsel is gewoon de beschrijving van je assenstelsel. dr. H.J. Bulten Mechanica najaar 2007 9 referentie stelsels • in de Newtoniaanse mechanica zijn snelheden additief, dus om van het ene stelsel naar het andere te transformeren sommeert men de snelheden. B.v. als je een bal over de vloer van de treinwagon rolt met 4m/s, naar de locomotief toe, en de trein rijdt met 30 m/s naar voren t.o.v. de grond, dan is de snelheid van de bal t.o.v. de grond 4+30 = 34 m/s. Rolt de bal de andere kant op, dan is de snelheid (4+30)=26 m/s: v v v pB pA AB • mechanica\Addition of Velocities.mht • conceptuele problemen: Galileo transformatie (waarom vallen we niet van de aarde af? Waarom waait het niet heel hard?) relativiteitstheorie dr. H.J. Bulten Mechanica najaar 2007 10 versnelling • verandering van plaats -> snelheid • verandering van snelheid -> versnelling • gemiddelde versnelling: a v v(t f ) v(ti ) av t t f ti 2 v dv ( t ) d x(t ) • instantane versnelling: a(t ) lim 2 t dt dt t 0 • als de positie x als functie van de tijd t bekend is, kan men voor alle waarden van t de snelheid en de versnelling uitrekenen door (een en twee maal) te differentieren. • omgekeerd, als de versnelling op alle tijden t bekend is en op een tijdstip ook de snelheid en de positie bekend is, kan men de positie als functie van de tijd uitrekenen door te integreren. dr. H.J. Bulten Mechanica najaar 2007 11 intermezzo: differentieren • Ik veronderstel het volgende bekend: df f ( x ) f ( x) lim dx 0 df f ( x) ax n nax n 1 dx df 1 f ( x) ln( x) dx x df f ( x) ae x ae x dx df f ( x) sin( x) cos( x) dx df f ( x) cos( x) sin( x) dx df ( y ) df ( y ) dy b.v. f ( x) sin(3 x 2 ) dt dy dt dr. H.J. Bulten Mechanica najaar 2007 df 6 x cos(3 x 2 ) dx 12 constante versnelling • komt vaak voor, constante kracht b.v. vrije val. agem velocity (2-0.8t) position 15 10 v v0 t0 0 v v0 v a t t t0 t 5 v at c 0 1 1 vgem (v0 v) v0 at 2 2 x 1 vgem v0 at t 2 1 2 x x x0 v0t at 2 dr. H.J. Bulten 0 2 4 6 8 10 12 -5 -10 -15 time (s) Mechanica najaar 2007 13 Crash test • Een auto botst met 108 km/h tegen een betonnen muur. Schat de gemiddelde versnelling. dr. H.J. Bulten Mechanica najaar 2007 14 crash test • aanname: verplaatsing midden auto ~ 0.75m. • bekende voorwaarden: v0 108 km m 30 h s vf 0 1 m v v 15 f 0 s 2 x 0.75m vgem x vgem t t x 0.05s vgem v 30m / s m agem 600 2 60 g t 0.05s s dr. H.J. Bulten Mechanica najaar 2007 15 stijgende lift. • een lift versnelt met 4m/s2 (naar boven). • Een schroef valt van het dak naar de vloer, een afstand van 3 m. • Hoe lang duurt het voordat de schroef de vloer raakt? dr. H.J. Bulten Mechanica najaar 2007 16 stijgende lift • In het boek is als referentie stelsel het aardoppervlak genomen. (Keuze! Algemene relativiteitstheorie : ook versnelde stelsels) hoogte liftvloer: y f y0 f 1 1 2 2 v0 f t a f t hoogte schroef: ys y0 s v0 s t as t 2 2 • op t1 botst de schroef, op t0 is de snelheid van de schroef gelijk aan die van de lift. v0 f v0 s ; y1 f y1s ; y0 s y0 f h 1 1 y0 s v0 s t1 as t12 y0 f v0 s t1 a f t12 2 2 1 y0 s y0 f a f as t12 2 2h 6m t1 0.659 s m m a f as 4 2 9.81 2 s s dr. H.J. Bulten Mechanica najaar 2007 17 Integreren Integreren is de inverse operatie van differentieren. De primitieve van een functie is een functie, die als eigenschap heeft dat zijn afgeleide de functie geeft (deze functie is bepaald op een integratieconstante na.) b F (a ) F (b) f ( x)dx a x F ( x ) F ( x) lim 0 f ( x)dx f ( x) x F ( x ) F ( x) dF f ( x) dx lim 0 dr. H.J. Bulten Mechanica najaar 2007 18 Integreren • bekend wordt verondersteld: F ( x) aebx dx a bx e c b F ( x) a cos(bx ) dx a sin(bx ) c b a n 1 x c n F ( x) ax dx (n 1) a ln x c (n 1) (n 1) • als je op ieder tijdstip de snelheid kent, kun je de afgelegde afstand uitrekenen door t x xt x0 v(t )dt 0 x(t ) v(t ) c , kies c zodat x(0) x0 dr. H.J. Bulten Mechanica najaar 2007 19 Integreren • als je de versnelling kent, kun je het verschil in snelheid op ieder tijdstip bepalen door te integreren. Als de snelheid op 1 tijdstip bekend is, kun je de snelheid op ieder tijdstip uitrekenen. t v vt v0 a (t )dt 0 v(t ) a(t )dt ca x(t ) v(t )dt cv 1 2 a constant: x(t ) adt dt (at ca )dt at ca t cv 2 randvoorwaarden t=0: ca v0 , cv x0 1 x(t ) x0 v0t at 2 2 dr. H.J. Bulten Mechanica najaar 2007 20 verplaatsing, • verplaatsing: oppervlakte onder de functie v(t): x verplaatsing van een object dat je recht omhoog gooit dr. H.J. Bulten Mechanica najaar 2007 21 boot • Wat is de afstand die een boot af legt als je na 60 s de motor uit zet? v(t ) v0 8m / s • aannames: dr. H.J. Bulten (60 s ) 2 v(t ) v0 t2 0 t 60 s t 60 s Mechanica najaar 2007 22 boot • je kunt de functie van v tegen t tekenen: 60 s x1 v dt 480m 0 0 x2 v 0 60 s 60s 2 t2 m 1 1 2 dt 8 3600s 2 dt 8 3600ms s t 60 s t t 60 s • x 8 3600ms 0 1 480m 2 60s dr. H.J. Bulten Mechanica najaar 2007 23 Grootheden in 3 dimensies • • • • plaats: 3 ruimtecoordinaten: vector snelheid : 3 richtingscomponenten versnelling: 3 richtingscomponenten. schrijfwijzen vectoren: a1 vet met pijl: A alternatieven: pijl, vet A , kolom A a2 a alternatief: componentsgewijs ai 3 • magnitude vector: A • voorbeeld vector: positie vector met coordinaten x,y,z. dr. H.J. Bulten Mechanica najaar 2007 24 rechtshandig assenstelsel • 3 assen loodrecht op elkaar. y-as het scherm in, naar achteren. z y x rx r ry r z • als je de x-as naar de y-as toedraait, beweegt een rechtshandige schroef in de richting van de z-as. dr. H.J. Bulten Mechanica najaar 2007 25 dr. H.J. Bulten Mechanica najaar 2007 26 verplaatsing • verplaatsingsvector: verschil tussen de coordinaten van de positie van je object op tijdstip t1 en t2: A r (t2 ) r (t1 ) Ax rx (2) rx (1) Ay ry (2) ry (1) Az rz (2) rz (1) Ax rx (2) rx (1) rx (2) rx (1) A r (2) r (1) r (2) r (1) y y y y y A r (2) r (1) r (2) r (1) z z z z z dr. H.J. Bulten Mechanica najaar 2007 27 Vector operaties: • optellen: grafisch C A B dr. H.J. Bulten Mechanica najaar 2007 28 vectoren • optellen, analytisch C x Ax Bx C A B C y Ay B y C A B z z z ci ai bi (i 1, 2,3 or i x, y , z ) • magnitude: lengte vector C C cx2 c y2 cz2 c ci 3 c i 1 2 i • voorbeeld: afgelegde afstand als je 3 km naar het noorden en 4 km naar het oosten loopt (bord) dr. H.J. Bulten Mechanica najaar 2007 29 vectoroperaties • vermenigvuldigen met een scalar net als getallen, 2a=a+a sA is een vector in de richting van A met lengte s A sA • aftrekken: A B A (1B) • inproduct (scalar product): A B AB cos AB Ax Bx Ay By Az Bz A A A2 dr. H.J. Bulten Mechanica najaar 2007 30 inproduct inproduct: lengte van de component van de ene vector langs de andere vector maal de lengte van de andere vector. A cos B B cos dr. H.J. Bulten A Mechanica najaar 2007 31 uitproduct • Er is nog een tweede vector operatie van belang: het uitproduct (cross product, vector product). • Het uitproduct van twee vectoren is een vector die loodrecht op beide vectoren staat, met magnitude A B AB sin • komt in hoofdstuk 10 ter sprake. AB dr. H.J. Bulten Mechanica najaar 2007 32 uitproduct Ax Bx Ay Bz Az By A B Ay By Az Bx Ax Bz A B A B A B y x z z x y 3 3 ci A B ijk a j bk j 1 k 1 dr. H.J. Bulten met ijk 1 ijk even permutatie van 123 ijk 1 ijk oneven permutatie van 123 0 andere gevallen (i j, i k , ofj k ) Mechanica najaar 2007 33 vectoroperaties: dr. H.J. Bulten Mechanica najaar 2007 34 vectoroperaties A B AB cos AB Ax Bx Ay By Az Bz A A A2 A B AB sin AB nˆ Ax Bx Ay Bz Az By A B Ay By Az Bx Ax Bz A B A B A B y x z z x y A B B A dr. H.J. Bulten Mechanica najaar 2007 35 vergelijkingen met vectoren • Als je een natuurkundige vergelijking hebt met aan de ene kant een vector, dan staat er aan de andere kant van het gelijkteken ook een vector. • Dus b.v. de magnetische kracht hangt af van het magneetveld en de snelheid van een deeltje: F v B • omgekeerd: als er links een scalar staat, moet dat rechts ook het geval zijn. B.v. E F x • een vectorvergelijking mag ook worden opgevat als 3 verschillende vergelijkingen voor de individuele dx componenten v x dt x b.v dr dy v v y , met r y dt dt z dz vz dt dr. H.J. Bulten Mechanica najaar 2007 36