ANAMNESE EN/OF HETERO-ANAMNESE Naam klant : Geboortedatum klant : Datum onderzoek : Zoals bij elke aandoening begint het diagnostisch proces met de anamnese en hetero-anamnese. Bij patiënten met cognitieve problemen zijn de anamnese en met name de heteroanamnese van essentieel belang. Een zorgvuldig afgenomen heteroanamnese kan in veel gevallen al een aanwijzing geven of sprake is van een dementie. Bij het uitvragen van de (hetero)anamnese is het van groot belang om volgens een vaste structuur te werken. Begin altijd met de probleemstelling en vraag aan de patiënten waarom hij/zij verwezen is, of er klachten of problemen zijn etc. Vaak bagatelliseren of ontkennen patiënten hun geheugenproblemen, en blijkt al vrij snel dat sprake is van een verminderd ziektebesef. Als er achterdocht bestaat of als de patiënt tegen zijn zin is gekomen, kan het verstandig zijn de heteroanamnese niet in het bijzijn van de patiënten af te nemen. Speciele (hetero)anamnese Ook de speciele heteroanamnese begint met een omschrijving van de probleemstelling. Daarna worden systematisch 3 aspecten aan de informant uitgevraagd, die direct betrekking hebben op de patiënten. a) het functioneren van het geheugen b) het algemeen functioneren (ADL en IADL) c) psychisch functioneren De bijgevoegde vragenlijst kan daarbij als leidraad dienen Heeft u een vraag of wenst u een consult met de specialist ouderengeneeskunde? Bel de Aafje verwijslijn 088 8 231 231 (24/7 bereikbaar) of kijk op www.verwijzers.aafje.nl. Vragenlijst Geheugen Patiënt - Familie/Mantelzorger Ja Nee Ja Nee - Vergeet wel eens namen van goede vrienden en familieleden - Heeft meer moeite met het herinneren van feiten over familieleden zoals beroepen, verjaardagen of adressen - Heeft meer moeite met het herinneren wat pasgeleden gebeurd is - Onthoudt wat zijn/haar adres en telefoonnummer is - Onthoudt welke dag, maand en jaar het is - Is in een vertrouwde omgeving wel eens de weg kwijt - Onthoudt waar iets normaal gesproken ligt - Weet iets te vinden dat niet op zijn normale plek ligt - Kan omgaan met bekende huishoudelijke apparaten - Leert omgaan met nieuwe huishoudelijke apparaten - Heeft problemen met het leren van nieuwe dingen (in het algemeen) Algemeen functioneren Patiënt -Familie/Mantelzorger Ja Nee Ja Nee - Heeft moeite met het vinden van de juiste woorden - Heeft meer moeite met het beoordelen van nieuwe of complexe situaties - Is nog in staat het gezonde verstand te gebruiken om te begrijpen - Is minder scherpzinnig dan voorheen - Is er sprake van overzichtsverlies wat er gebeurt en de zaken op een rijtje te zetten - Kan nog beslissingen nemen over alledaagse dingen - Kan nog het verhaal volgen in een boek of op de televisie - Kan nog met geld omgaan voor de boodschappen - Kan nog de geld- en bankzaken regelen (b.v. belastingformulier invullen) - Is nog in staat om alledaagse rekenproblemen op te lossen, zoals hoeveel eten ingekocht moet worden, wanneer vrienden op bezoek zijn geweest - Is sprake van sterke fluctuaties in cognitief functioneren of gedrag - Zijn bepaalde vaardigheden verloren gegaan, zoals het niet Dwalen: weet hij/zij de weg in de buurt - Weet hij/zij de weg in de supermarkt - Is er sprake van een verstoring van dag - en nachtritme meer kunnen uitvoeren van hobby’s of eenvoudige handelingen zoals het gebruik van een sleutel/waterkoker/kurkentrekker / etc. - Heeft hij/zij moeite met de zelfverzorging (wassen, aankleden, toiletgang etc.) - Persoonlijkheid - Verscherping of verandering van karaktertrekken - Verhoogde prikkelbaarheid - Sneller in tranen dan voorheen of sneller boos/agressief - Matte, sombere stemming - Desinteresse in de dagelijkse dingen of in personen - Verandering in het sociaal functioneren cq. in de manier - Decorumverlies (ontremd, impulsief en onaangepast gedrag) - Veranderd eetgedrag (ontremming, schrokkerigheid, verandering van smaak etc) - Dwangmatig handelen - Meer teruggetrokken en op zichzelf gericht dan voorheen - Gebrek aan initiatief, apathie, waanachtige ideeën van omgaan met anderen