Kringvoorbereiding 1 april 2014

advertisement
Bijbelkring 1 februari 2017
Welkom en opening
Zesde thema: ‘Tafelmanieren’ (Lukas 22: 14 -20)
Vers 14 – 20
Pesach
 Jezus is deze keer niet te gast, maar is de Gastheer. Hij laat de Pesachmaaltijd klaarmaken door
Petrus en Johannes. In de verzen ervoor lezen we dat Jezus heel omzichtig te werk gaat. Deze
maaltijd moet ongestoord plaatsvinden. Alles komt bij elkaar. De leiders van het volk zijn
vastberaden Jezus ter dood te brengen. De verrader Judas dient zich aan. Het Paasfeest staat
voor de deur. Jezus viert te midden van al die ontwikkelingen een maaltijd met Zijn leerlingen.
 Opvallend is dat er sprake is van apostelen. Hiermee wordt al vooruit gegrepen op de tijd dat
Jezus’ leerlingen de wereld in worden gezonden. Jezus heeft met groot verlangen hiernaar
uitgekeken. Hij weet wat er staat te gebeuren.
 Er is sprake van een beker aan het begin en een beker aan het einde. Wij vieren het Avondmaal
met een stukje brood en een slokje wijn. We weten niet precies hoe de maaltijd er uit zag, maar
er gaat een belangrijke symboliek achter schuil.
 Wat doet het je als je bedenkt dat Jezus met verlangen uitkeek naar het Avondmaal?
 Waarom zou Hij verlangt hebben naar het Avondmaal?
 Het Avondmaal kent een aspect van vieren (vreugde en dankbaarheid) en van gedenken
(inkeer en eerbied). Waar ligt bij jou het accent?
De Sedermaaltijd
 We gaan vaak voorbij aan de grote symboliek achter het Avondmaal. We zien wel de verbinding
tussen Pasen en Pesach, tussen onze bevrijding dankzij de Heere Jezus en de bevrijding van het
volk Israël uit Egypte. De doortocht door de Rode Zee wordt vaak als voorafspiegeling van het
sterven en de opstanding van de Heere Jezus gezien. Daar mogen wij in delen door de doop. De
maaltijd die onderdeel was van het Pesachfeest wees terug op die bevrijding. De details
ontbreken in de Evangeliën, maar vermoedelijk was dit een veel uitgebreidere Joodse
Sedermaaltijd.
 Een Sedermaaltijd heeft een volgorde die wordt bepaald door vier bekers wijn. Iedere beker
heeft een betekenis: de eerste beker is de beker van de heiliging, de tweede is de beker van het
oordeel, de derde van verlossing en dankzegging en de vierde van lofprijzing en aanneming. Er
liggen drie ongezuurde broden op tafel (matzes). De bovenste matse staat voor God, de onderste
voor het volk en de middelste de priester die tussen God en volk in staat. Aan het begin van de
sedermaaltijd wordt de middelste matse, de priester tussen God en volk, gebroken. (Eén deel,
Afikoman geheten, wordt in een doek gewikkeld en verstopt. Na de maaltijd, voordat de derde
beker gedronken wordt, mogen de kinderen de Afikoman zoeken. Het kind dat de Afikoman
gevonden heeft, krijgt een cadeautje.) Ook is er een schotel met zes ingrediënten:
1. Karpas (= peterselie), doet denken aan de lente. Dit wordt gedoopt in water met zout, als
herinnering aan de tranen in Egypte en het feit dat het leven niet altijd vreugde inhoudt. Ook
herinnert de peterselie aan de bundel hysop die gebruikt werd om de deurposten in te
smeren met bloed van het pesachlam.
2. Zeroah (= een bot van een lam) herinnert aan het lam dat geslacht werd in de nacht van de
Exodus, maar ook aan het lijden van Jezus.
3. Baytzah (= een ei, hard gekookt en daarna gebraden), als symbool voor het nieuwe leven.
Denk hierbij ook aan Jezus, Die als Pesachlam geslacht werd maar opstond uit de dood. Het
ei wordt ook vaak gedoopt in het zoute water als herinnering aan de tranen in Egypte, maar
ook aan de tranen van Jezus in de hof van Getsemané.
4. Maror (= bittere kruiden), vaak geraspte mierikswortel, vanwege de bitterheid van de
slavernij in Egypte, maar ook het bittere lijden van Jezus.
5. Chazeret (= rauwe hele mierikswortel, maar ook wel radijs, ook een bitter kruid), als het jong
is, is het zoet met zachte bladeren, later wordt het hard en bitter. Zoals de houding van de
Egyptenaren: eerst zoet tegen de vaderen, later hard en bitter tegen de kinderen Israëls.
6. Charoset (= zoet), een mengsel van appels, noten, gember, kaneel en wijn. (Soms ook
dadels, rozijnen, granaatappel, enz.) De zoetheid van het gerecht staat voor het geluk na de
bevrijding uit Egypte en onze bevrijding van zonden en dood door Jezus, terwijl de kleur doet
denken aan klei en aan de stenen en het cement uit de slaventijd in Egypte.
 Avondmaal is het vieren en gedenken van de bevrijding. Ervaren wij daar iets van?
 In het Jodendom zijn symbolen en tastbare objecten heel belangrijk voor het geloof. Hoe is
dat in je eigen leven?
Jeremia 31: 31 – 34
Het nieuwe verbond
 Na 400 jaar sinds koning David, wordt de stad Jeruzalem verwoest en worden alle mensen naar
Babylon weggevoerd. Jeremia loopt als het ware tussen de puinhopen van de stad Jeruzalem.
Het lijkt erop dat God murw is geslagen en Zijn trouw is geëindigd in een vreselijk oordeel. Maar
wat zegt God? Er komt een tijd waarin ik een nieuw verbond zal sluiten! Ongelofelijk. We lezen
het alleen zo letterlijk in dit tekstgedeelte, maar ook bij Jesaja en andere profeten lezen we
dezelfde boodschap: Gods trouw kent geen einde, en er zal een nieuw verbond komen.
 Was dat na 70 jaar de terugkeer van Israël naar het land? Nee. Dat was misschien een nieuwe
kans voor Israël, een teken van Gods trouw. Maar nog geen echt nieuwe verbondenheid met
God. Nee, het vindt zijn vervulling in Jezus Christus. Dat lezen we ook in de Hebreeenbrief, waar
we dit gedeelte letterlijk geciteerd vinden in hoofdstuk 8.
 Als je uiterlijk je leven inrichtte zoals God dat wilde, en je leerde elkaar die weg te gaan, dan
leefde je ook dicht bij Hem. Het is in het nieuwe verbond niet totaal anders, het wordt alleen
omgedraaid. Als je dicht bij Hem leeft, je mag Zijn volk zijn, dan zal je Hem ook kennen. En zul je
ook geneigd zijn om het goede te doen. Dankzij Jezus Christus mogen we zeggen, al onze zonden
zijn vergeven en God zal er niet meer aan denken. Vanuit die basis mogen wij leven. Bevrijd.
 Waarom gebruikt Jezus juist deze woorden uit Jeremia 31?
 Welke zin uit Jeremia 31 is volgens jou heel kernachtig wat het Avondmaal inhoudt?
Avondmaal
 Anne-Marie van Briemen schrijft in haar boekje dat we drie dingen mogen ervaren bij het
Avondmaal:
o Gastvrijheid: Leerlingen, zelfs Judas, mocht aan tafel zitten.
o Vergeving: Jezus spreekt van een nieuw Verbond. Datgene wat tussen jou en God in staat
neemt Jezus weg.
o Dankbaarheid: je krijgt zoveel, de beker is ook direct de beker der dankzegging.
 Het zijn drie belangrijke dingen die ook doorwerken in je leven. Een ander liefdevol ontvangen,
anderen vergeven en dankbaar in het leven staan geeft dat je een verschil kunt maken in je
omgeving.
 Hebben wij wel eens ervaren dat het Avondmaal een bepaalde uitwerking had?
 Welke van de drie genoemde aspecten van het Avondmaal ligt dicht bij ons en wat vinden we
lastig om te doen? Heeft deelname aan het Avondmaal denk je daar invloed op?
Afsluiting
Volgende avond: woensdag 22 februari 2017, thema: ‘Ontbijt aan het meer’ (Johannes 21: 15 – 19)
Download