Op niveau onderbouw 2e editie 1 vmbo-bk

advertisement
Op niveau onderbouw 2e editie 1 vmbo-bk
1
bk
blok 1
blok 2
blok 3
blok 4
blok 5
blok 6
1
Fictie
Verhaal
• Martine Kamphuis (Vertrouw je mij?)
• hoofdpersoon en bijfiguur
• leesboek uitkiezen: leessmaak
Vrhaal
• Rüdiger Bertram (Coolman en ik)
• fictie en non-fictie
• leeservaring: mening geven met beoordelingswoorden
Verhaal
• Ineke Mahieu (De jongen met de vulpen)
• verhaalsoorten
Verhaal
• Marcel Vaarmeijer (Su-su-superster)
• hoofdpersoon en bijfiguren
• personen beschrijven
• eigenschappen
Verhaal
• Tanja de Jonge (Gonzend gevaar)
• spanning: gevaar, bijzondere plek,
geheim
Verhaal
• Marlies Slegers (De rampzalige/geweldige zomer van Daan S.)
• eigenschappen
• hoofdpersoon en bijpersonen beschrijven
Gedicht
• veel wit
• zinnen in groepjes
• soms rijm
Gedicht
• rijm
Gedicht
• gepaard rijm
• gekruist rijm
• zelf een gedicht schrijven
2
Grammatica
• werkwoord
• werkwoord
• tegenwoordige tijd en verleden tijd
• persoonsvorm: tijdproef
• zinsdelen herkennen
• persoonsvorm (pv) in zin met meer ww
• werkwoordelijk gezegde (wwg)
• persoonsvorm (pv)
• werkwoordelijk gezegde (wwg)
• bouwplan van een zin
• bouwplan van een zin
• persoonsvorm (pv)
• werkwoordelijk gezegde (wwg)
• onderwerp
• herhaling
• zelfstandige naamwooren (znw)
• lidwoorden
3
Spelling
• klinkers en medeklinkers
• korte en lange klanken
• ik-vorm, stam
• dictee: korte en lange klanken
• klankgroepen
• korte en lange klanken
• persoonsvorm tegenwoordige tijd enkelvoud
• dictee: korte en lange klanken
• hh korte en lange klanken
• persoonsvorm tegenwoordige tijd
meervoud
• dictee: i/ie-klank
• au(w)/ou(w)-klank
• werkwooren op d/t, werkwoorden op s/z,
werkwoorden op f/v
• au(w)/ou(w)-klank
• b/p-klank
• ij/ei-klank
• persoonsvorm verleden tijd, klankvaste
werkwoorden
• dictee: ij/ei
• herhaling
• g/gg/ch-klank
• persoonsvorm vt, klankveranderende
werkwoorden
• dictee: g/gg/ch-klank
4
Over taal
Woordenschat
• schooltaalwoorden
• woorden uit teksten
• andere woorden
Woordenschat
• schooltaalwoorden
• woorden uit teksten
Woordenschat
• schooltaalwoorden
• woorden uit teksten
Woordenschat
• schooltaalwoorden
• woorden uit teksten
Woordenschat
• schooltaalwoorden
• woorden uit teksten
Woordenschat
• herhaling schooltaalwoorden
• woorden uit teksten
Kijk naar taal
• stappenplan moeilijke woorden:
stap 2 (bekende stukjes) + andere
woorden
• woordenboek gebruiken: zoekwoorden
• deel - geheel
Kijk naar taal
• stappenplan moeilijke woorden:
stap 1 (tegenstellingen) + andere woorden
• woordenboek gebruiken: grondwoorden
• trappen van vergelijking
Kijk naar taal
• stappenplan moeilijke woorden:
stap 3 (plaatjes) + andere woorden
• figuurlijk taalgebruik
• woordenboek gebruiken: kiezen uit meer
dan een betekenis, uitdrukkingen en
spreekwoorden
Kijk naar taal
• samenstellingen + andere woorden
• indelen in soorten
• woordenboek gebruiken: de-woorden
en het-woorden
Kijk naar taal
• beeldtaal (pictogrammen)
• van werkwoorden zelfstandige naamwoorden maken
•woordenboek gebruiken: afkortingen
Kijk naar taal
• stappenplan moeilijke woorden:
geheel + stap 1 (lees verder of terug)
• woordenboek gebruiken: het alfabet
5
Lezen
• leesdoel bepalen
• tekstdoelen: informeren, amuseren, overhalen
• tekstsoorten
• tekstvormen
• verkennend lezen
• onderwerp van een tekst bepalen
• alinea’s en tussenkopjes
• inleiding, middenstuk, slot
• tekstdoel: uitleg geven
• zoekend lezen
• deelonderwerp
• grondig lezen
• kernzin
• tekstdoel overtuigen
• herhaling
6
Schrijven
• tekstdoel, tekstsoort en tekstvorm
• taalverzorging: hoofdletters en leestekens
(punt, uitroepteken, vraagteken)
• tekst schrijven: artikel in de schoolkrant
• 5W+1H-vragen
• informatie zoeken op het internet
• taalverzorging: persoonsvorm
• tekst schrijven: nieuwsbericht
• publiek
• taalverzorging: taalgebruik afstemmen
op publiek
• tekst schrijven: nette e-mail
• taalverzorging: in eigen woorden schrijven en bron vermelden
• inleiding, middenstuk, slot
• tekst schrijven: artikel voor de buurtkrant
• reclametekst
• figuurlijk taalgebruik
• tekst schrijven: reclametekst
• herhaling
7
Spreken, kijken en
luisteren
• monoloog, dialoog, groepsgesprek
• leestekens, spreekpauze
• stemgebruik: toonhoogte, tempo, volume,
intonatie
• aankondiging
• doel
• soorten programma’s
• onderwerp
• formele taal-informele taal
• luistermanieren: globaal, precies, selectief
• vervolg voorspellen
• onderwerp, deelonderwerpen
• geloofwaardigheid van sprekers
• betekenis moeilijke woorden achterhalen
uit context
• radiocommercial
• spreekdoel
• publiek
• taalgebruik en stemgebruik
• informatie uit een tekst halen
• tv-fragment
• onderwerp en spreekdoel
• overtuigen
• argumenten
• overtuigende tekst presenteren
• inleiding, kern, slot
• instructie herkennen en uitvoeren
• beeld en gesproken tekst
• kookprogramma presenteren
8
Project
volgt
volgt
volgt
volgt
volgt
volgt
Op niveau onderbouw 2e editie 1 vmbo-kgt
1
kgt
blok 1
blok 2
blok 3
blok 4
blok 5
blok 6
1
Fictie
Verhaal
• Caja Cazemier (Kussen en krullen)
• leesboek uitkiezen: leessmaak
Verhaal
• Tanja de Jonge (Tijdrovers)
• fictie en non-fictie
• leeservaring: mening geven met
beoordelingswoorden
Verhaal
• Lydia Rood (De jongen die in de muur
verdween)
• verhaalsoorten
Verhaal
• Fedor de Beer (Het kindertransport)
• hoofdpersoon en bijfiguren
• personen beschrijven
• eigenschappen
Verhaal
• Helma Camp (Het comavirus)
• spanning: gevaar, bijzondere plek,
geheim, uitstel
Verhaal
• Maren Stoffels (Verliefd op alle 3.)
• eigenschappen
• hoofdpersoon en bijpersonen
beschrijven
• relaties tussen personages
Gedicht
• veel wit
• zinnen in groepjes
• soms rijm
Gedicht
• rijm
Gedicht
• gepaard rijm
• gekruist rijm
• zelf een gedicht schrijven
2
Grammatica
• werkwoord
• werkwoord: persoonsvorm, voltooid
deelwoord, heel werkwoord
• tegenwoordige tijd en verleden tijd
• persoonsvorm: tijdproef
• persoonsvorm (pv) in zin met meer ww
• werkwoordelijk gezegde (wwg)
• zelfstandig naamwoord
• lidwoord
• persoonsvorm (pv)
• werkwoordelijk gezegde (wwg)
• bouwplan van een zin, zinsdelen
• onderwerp
• getalproef
• bijvoeglijk naamwoord
• voorzetsel
• herhaling
3
Spelling
• ou/au en ei/ij
• werkwoord: ik-vorm, stam, vervoegen,
klankverandering
• dictee: ou/au en ei/ij
• klankgroepen
• korte en lange klanken
• persoonsvorm tegenwoordige tijd
• i/ie
• dictee: korte en lange klanken en i/ie
• klankvaste en klankveranderende werkwoorden
• persoonsvorm verleden tijd
• korte en lange klank
• dictee: i/ie, ou/au, ei/ij, korte of lange
klank
• persoonsvorm verleden tijd
• ‘t kofschip
• voltooid deelwoord
• meervoud van zelfstandige naamwoorden
• g/gg/ch
• dictee: g/gg/ch, werkwoordspelling
• voltooid deelwoord als bijvoeglijk
naamwoord
• bezitsvorm
• getallen
• dictee: bezitsvorm, getallen
• herhaling
• dictee: i/ie, ou/au, ei/ij, ch/g/gg
4
Over taal
Woordenschat
• schooltaalwoorden
• woorden uit teksten
• andere woorden
Woordenschat
• schooltaalwoorden
• woorden uit teksten
• andere woorden
Woordenschat
• schooltaalwoorden
• woorden uit teksten
• andere woorden
Woordenschat
• schooltaalwoorden
• woorden uit teksten
• andere woorden
Woordenschat
• schooltaalwoorden
• woorden uit teksten
• andere woorden
Woordenschat
• herhaling schooltaalwoorden
• woorden uit teksten
Kijk naar taal
• alfabetiseren
• woordenboek: woorden opzoeken
Kijk naar taal
• woordenboek: zoekwoorden
• deel - geheel
Kijk naar taal
• stappenplan moeilijke woorden: geheel +
stap 1 (tegenstellingen) + andere woorden
• woordenboek gebruiken: grondwoorden
• samenstellingen
Kijk naar taal
• stappenplan moeilijke woorden: stap 2
stukjes van het woord
• woordenboek gebruiken: kiezen uit meer
dan een betekenis
• figuurlijk taalgebruik
Kijk naar taal
• stappenplan moeilijke woorden: stap 3
kijk naar de afbeelding
• woordenboek gebruiken: de-woorden
en het-woorden
• beeldtaal
Kijk naar taal
• stappenplan moeilijke woorden:
gebruik een tegenovergesteld woord
in de context.
• woordenboek gebruiken: afkortingen
• van werkwoorden zelfstandige naamwoorden maken
• rubriceren
5
Lezen
• leesdoel bepalen
• tekstdoelen: informeren, amuseren, overhalen
• tekstsoorten
• tekstvormen
• verkennend lezen
• onderwerp van een tekst bepalen
• leesplan
• alinea’s en tussenkopjes
• inleiding, middenstuk, slot
• tekstdoel: uitleg geven
• zoekend lezen
• deelonderwerp
• grondig lezen
• kernzin
• tekstdoel overtuigen
• herhaling
6
Schrijven
• tekstdoel, tekstsoort en tekstvorm
• taalverzorging: hoofdletters en leestekens
(punt, uitroepteken, vraagteken)
• tekst schrijven: artikel in de schoolkrant
• 5W+1H-vragen
• informatie zoeken op het internet
• taalverzorging: persoonsvorm
• tekst schrijven: nieuwsbericht
• publiek
• taalverzorging: taalgebruik afstemmen
op publiek
• tekst schrijven: nette e-mail
• taalverzorging: in eigen woorden schrijver
en bron vermelden
• uiteenzettende tekst
• tekst schrijven: artikel voor de buurtkrant
• reclametekst
• figuurlijk taalgebruik
• tekst schrijven: reclametekst
• herhaling
7
Spreken, kijken en
luisteren
• monoloog, dialoog, groepsgesprek
• leestekens, spreekpauze
• stemgebruik: toonhoogte, tempo, volume,
intonatie
• aankondiging
• doel
• doelgroep
• onderwerp
• soorten programma’s
• aantekeningen maken
• formele taal-informele taal
• luistermanieren: globaal, precies, selectief
• vervolg voorspellen
• onderwerp, deelonderwerpen
• geloofwaardigheid van sprekers
• letterlijk en figuurlijk taalgebruik
• radiocommercial
• spreekdoel
• publiek
• taalgebruik en stemgebruik
• informatie uit een tekst halen
• tv-fragment
• onderwerp en spreekdoel
• overtuigen
• argumenten
• overtuigende tekst presenteren
• inleiding, kern, slot
• instructie herkennen en uitvoeren
• beeld en gesproken tekst
• instructiefilmpje maken
8
Project
volgt
volgt
volgt
volgt
volgt
volgt
Op niveau onderbouw 2e editie vmbo-t/havo
Blok 1
Blok 2
Blok 3
Blok 4
Blok 5
Blok 6
Fictie
fictie en non-fictie - verschijningsvormen
fictie benoemen - leesboek kiezen - relatie
verhaal/werkelijkheid - herkenbare en
meer/ minder realistische gebeurtenissen - figuurlijk taalgebruik - fictiewerk
beoordelen
genres onderscheiden - hoofd- en bijpersonen onderscheiden - gedicht onderscheiden
(vorm: versregel, strofe, couplet, refrein,
rijm) - relatie verhaal/werkelijkheid herkenbare en meer/ minder realistische
gebeurtenissen - figuurlijk taalgebruik fictiewerk beoordelen
stijlfiguren herkennen (herhaling, opsomming) - tijd bepalen in een verhaal - relatie
verhaal/werkelijkheid - herkenbare en
meer/ minder realistische gebeurtenissen - figuurlijk taalgebruik - fictiewerk
beoordelen
spanningsverhogende elementen - gedicht
(gepaard en gekruiste rijm herkennen) relatie verhaal/werkelijkheid - herkenbare
en meer/ minder realistische gebeurtenissen - figuurlijk taalgebruik - fictiewerk
beoordelen
sympathie of antipathie t.o.v. personages relatie verhaal/werkelijkheid - herkenbare
en meer/ minder realistische gebeurtenissen - figuurlijk taalgebruik - fictiewerk
beoordelen
gedicht (verbanden tussen strofen,
opsomming, tegenstelling) - herhaling stof
voorgaande blokken
Grammatica
werkwoordsvormen, persoonsvorm,
infinitief, voltooid deelwoord herkennen - tijdproef en getalproef toepassen
- werkwoordelijk gezegde benoemen (incl.
werkwoordelijk gezegde. met te) - onderwerp vinden en benoemen
verschil zin en zinsdeel - zinsdelen benoemen - kenmerken gebiedende zin
herhaling onderwerp en werkwoordelijk gezegde - lijdend voorwerp vinden en benoemen - werkwoordelijk gezegde, onderwerp
en lijdend voorwerp benoemen
kenmerken werkwoord - lidwoorden benoemen - kenmerken zelfstandig naamwoord
en bijvoeglijk naamwoord - woordsoorten werkwoord, lidwoord, zelfstandig
naamwoord en bijvoeglijk naamwoord
benoemen
herhaling zindelen, werkwoord, lijdend
voorwerp, zelfstandig naamwoord en
bijvoeglijk naamwoord - voorzetsel - benoemen bepaalde hoofd- en rangtelwoorden
herhaling stof voorgaande blokken
Spelling
kenmerken persoonsvorm - werkwoord
vervoegen in tt en vt - (verschil) stam en
ik-vorm - drie kenmerken werkwoorden schrijfwijze ik-, jij/hij/zij- en meervoudsvorm
persoonsvorm - dictee
herhaling (verschil) stam en ik-vorm - klankveranderende en klankvaste werkwoorden
- toepassing ‘t kofschip - regels schrijfwijze
voltooid deelwoord - dictee
herhaling werkwoordsvormen persoonsvorm tt en vt, voltooid deelwoord en
inifinitief - regels schrijfwijze bijvoeglijk
naamwoord afgeleid van het voltooid
deelwoord - dictee
herhaling werkwoordsvormen persoonsvorm tt en vt, voltooid deelwoord en inifinitief - regels schrijfwijze verkleinwoorden en
apostrof - dictee
herhaling werkwoordsvormen persoonsvorm tt en vt, voltooid deelwoord en infinitief - regels schrijven bezitsvorm - spelling
getallen - dictee
woorden in lettergrepen verdelen - schrijfwijze afkortingen en letterwoorden - dictee
Over taal
betekenis schooltaalwoorden en woorden
uit teksten - woordleerstrategie: synoniemen - alfabetiseren, zoekwoorden, grondvorm (woordenboek) - verschil letterlijk en
figuurlijk taalgebruik
betekenis schooltaalwoorden en woorden uit teksten - woordleerstrategie:
antoniemen - betekenis, spreekwoorden,
afkortingen, de/het (woordenboek) - beleefd
en onbeleefd taalgebruik - beeldtaal
betekenis schooltaalwoorden en woorden
uit teksten - woordleerstrategie: omschrijving in tekst - woordveld met zelfstandig
naamwoord, bijvoeglijk naamwoord en
werkwoord - mannelijke en vrouwelijke
woorden - figuurlijk taalgebruik - trappen
van vergelijking
betekenis schooltaalwoorden en woorden
uit teksten - woordleerstrategie: delen herkennen, samenstellingen, verwijswoorden
betekenis schooltaalwoorden en woorden
uit teksten - woordleerstrategie: voorbeeld
zoeken - voorvoegsels - achtervoegsels gevoelswaarde
betekenis schooltaalwoorden en woorden
uit teksten - woordleerstrategie: afbeelding
bekijken - herhaling stof voorgaande
blokken
Lezen
tekstsoorten benoemen - tekstdoel
benoemen - publiek benoemen en bepalen
- leesmanieren benoemen en toepassen figuurlijk taalgebruik - betekenis onbekend
woord afleiden - instructieve teksten herkennen en informatiewaarde bepalen
benoemen inleiding, kern, slot, titel tekst
- onderwerp tekst benoemen- alinea’s figuurlijk taalgebruik - informatiewaarde
tekst bepalen - betekenis onbekend woord
afleiden
hoofdopbouw tekst herkennen (inleiding,
kern, slot) - doel inleiding en slot - (deel)
onderwerpen tekst benoemen - tussenkopje
- uiteenzettende tekstvorm herkennen
- informatiewaarde tekst bepalen - leesmanieren toepassen
herhaling inleiding, kern, slot, tussenkopje
- onderwerp tekst bepalen - functie kern samenvatten - kernzinnen alinea benoemen,
bepalen en formuleren - correcte alineaopbouw herkennen en uitleggen - figuurlijk
taalgebruik - betekenis onbekend woord afleiden - uiteenzettende teksten herkennen,
vergelijken en informatiewaarde bepalen
herhaling inleiding, kern, slot, functie inleiding en kern, (deel)onderwerp, tussenkopje,
kernzin, alineaopbouw - samenvatten met
kernzinnen - hoofd- en bijzaken - verwijswoorden herkennen - figuurlijk taalgebruik
- betekenis onbekend woord afleiden - overeenkomsten/ verschillen tussen teksten met
zelfde onderwerp, relaties leggen binnen
tekst en met eigen mening - leesmanieren
toepassen
herhaling stof voorgaande blokken
Schrijven
korte tekst schrijven met gegeven
onderwerp, tekstdoel en publiek m.b.v.
woordweb - herschrijven tekst met ander
tekstdoel - instructie schrijven voor gegeven
publiek en tekstdoel - tekst beoordelen
- correct gebruik spelling en leestekens goede zinsopbouw - passend taalgebruik
schrijfschema krantenbericht maken - krantenbericht schrijven met opbouw (alinea’s,
tussenkopjes) - standaardformuleringen
- correct gebruik spelling en leestekens goede zinsopbouw - passend taalgebruik
herschrijven tekst in eigen woorden
(synoniemen) of ander publiek - informatie
zoeken en selecteren - inleiding schrijven
en herschrijven - slot schrijven en herschrijven - schrijfschema aanvullen - schrijven
o.b.v. schrijfschema - tussenkopjes - correct
gebruik spelling en leestekens - goede
zinsopbouw - passend taalgebruik
zoekvragen formuleren - betrouwbare
informatie zoeken en selecteren - schrijfschema maken voor uiteenzettende tekst
- uiteenzettende tekst over een onderwerp
en bij gegeven woordspinnen schrijven
met inleiding, kern, slot, titel en juiste
alineaopbouw - correct gebruik spelling en
leestekens - goede zinsopbouw - passend
taalgebruik
zoeken, verwoorden en selecteren informatie voor advertentie - schrijfplan maken voor
zakelijke mail - advertentie schrijven - mail
schrijven met reactie op uitspraak (argumenten, inleiding, slot, alineaopbouw) - correct gebruik spelling en leestekens - goede
zinsopbouw - passend taalgebruik
informatie selecteren - verslag schrijven met
inleiding, kern: mening met argumenten
beschrijven en slot - juiste alineaopbouw
- correct gebruik spelling en leestekens goede zinsopbouw - passend taalgebruik
Kijken en luisteren
verschil monoloog, dialoog en groepsgesprek - gesproken tekstsoorten onderscheiden - spreekdoel benoemen - publiek
bepalen
luistermanieren (globaal, precies, selectief)
benoemen en verklaren - instructie herkennen - relatie gesproken tekst en beeld
- begrijpend luisteren - betekenis onbekend
woord afleiden
benoemen inleiding, kern, slot van fragment
- doel inleiding en slot - functie kern onderwerp benoemen - informatiewaarde
fragment beoordelen - betekenis onbekend
woord afleiden
programmasoorten met spreekdoelen
benoemen - publiek bepalen - formeel en
informeel taalgebruik - samenvatten met
aantekening - figuurlijk taalgebruik - betekenis onbekend woord afleiden
vervolg fragment voorspellen - deelonderwerpen fragment benoemen - herkennen
objectief en subjectief taalgebruik - spreekdoel herkennen - figuurlijk taalgebruik betekenis onbekend woord afleiden
herhaling stof voorgaande blokken
Spreken en gesprekken
begrip directe rede - variatie en invloed
stemgebruik - intonatie, tempo en volume effect leestekens
korte begrijpelijke instructie van 2 minuten
geven over een vertrouwd onderwerp gegeven instructie uitvoeren - instructie beoordelen op duidelijkheid en compleetheid
korte, begrijpelijke instructie geven
korte presentatie (in)formeel taalgebruik
begrippen uitleggen
herhaling stof voorgaande blokken
Op niveau onderbouw 2e editie 1 havo/vwo
1/2
1 havo/vwo
blok 1
blok 2
blok 3
blok 4
blok 5
blok 6
1
Verhaal
• Harm de Jonge (Vuurbom)
• fictie en non-fictie
• leesboek uitkiezen: leesvoorkeur
Verhaal
• Truus Matti (Mister Orange)
• hoofdpersoon en bijfiguur
• genres
Verhaal
• Lieneke Dijkzeul (De overwintering op
Nova Zembla)
• tijd in verhalen: tijd waarin het speelt,
vertelde tijd, tijdloze verhalen
• leeservaring: mening geven met beoordelingswoorden
Verhaal
• Mirjam Mous (Test.)
• panning: gevaarlijke omgeving, gevaarlijke situatie, onverwachte wending,
cliffhanger, vermoeden, uitstel
• realistisch verhaal
• niet-realistisch verhaal
Verhaal
• Simon van der Geest (Spinder)
• personen beschrijven
• hoofdpersoon en bijfiguur
• eigenschappen
• helper en tegenstander
• vertelperspectief: ik-perspectief, hij/
zij-perspectief
Verhaal
• Anna Woltz (Honderd uur nacht)
• onderzoek doen voor een verhaal
• herhaling
Zinsontleding
• bouwplan van een zin
• meewerkend voorwerp (mv) met
voorzetsel voor
• herhaling
Fictie
Gedicht
• strofe
• rijm
• ritme
2
Grammatica
Zinsontleding
• werkwoord en werkwoordsvormen
• persoonsvorm (pv)
• infinitief (inf)
• voltooid deelwoord (vdw)
• persoonsvorm vinden: tijdproef & getalproef
• werkwoordelijk gezegde (wwg) met te
• scheidbaar samengesteld werkwoord
• onderwerp (ond)
Zinsontleding
• zin
• zinsdeel
• bouwplan van een zin
• zinsdelen herkennen
Gedicht
• verbanden tussen strofen: opsomming,
tegenstelling
Gedicht
• rijmschema
• binnenrijm, eindrijm
• gekruist rijm, gepaard rijm, omarmend
rijm
• bijzonder taalgebruik: herhaling, opsomming, tegenstelling, overdrijving
Zinsontleding
• bouwplan van een zin
Woordsoortbenoeming
• lijdend voorwerp (lv)
• wel of geen lijdend voorwerp?
• werkwoord
• lidwoord (lw)
• zelfstandig naamwoord (znw)
• bijvoeglijk naamwoord (bnw)
• voorzetsel (vz)
Zinsontleding
• bouwplan van een zin
• meewerkend voorwerp (mv) met voorzetsel aan
• bijwoordelijke bepaling (bwb)
Woordsoortbenoeming
• persoonlijk voornaamwoord (pers. vnw)
Woordsoortbenoeming
• zelfstandig werkwoord (zww)
• hulpwerkwoord (hww)
3
Spelling
• persoon, getal, tijd
• persoonsvorm tegenwoordige tijd
• ik-vorm, stam, aangepaste stam
• ik-vorm + t
• jij/je achter de persoonsvorm
• infinitief
• dictee: i/ie, ou/au, e-, a-, o-, u- of oe-achtige
klank, klinkerverenkeling, medeklinkerverdubbeling
• klankveranderend werkwoord
• klankvast werkwoord
• persoonsvorm verleden tijd
• stam, ik-vorm
• ’t kofschip
• voltooid deelwoord
• dictee: ch-/g-klank, k-klank, zj-/sj-klank,
sis-klank, nj-/lj/rj-klank
• meervoud van zelfstandige naamwoorden
• bijvoeglijk naamwoord (bnw)
• stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
• bijvoeglijk naamwoord afgeleid van
voltooid deelwoord
• dictee: herhaling blok 1 & 2, bijvoeglijke
naamwoorden
• samenstellingen: tussen-n
• verkleinwoorden
• dictee: herhaling blok 1 t/m 3, verkleinwoorden
• bezitsvorm: s of ’s
• cijfers en getallen
• dictee: herhaling blok 1 t/m 4,
samenstellingen met/zonder tussen-n,
bezitsvormen
• woorden afbreken: lettergrepen,
afbreekteken
• afkortingen
• dictee: herhaling blok 1 t/m 5
4
Over taal
Woordenschat
• schooltaalwoorden
• woorden uit de media
• woordraadstrategie
- woordenboek: zoekwoord, grondvorm
- synoniemen
Woordenschat
• schooltaalwoorden
• woorden uit de media
• woordraadstrategie antoniemen
Woordenschat
• schooltaalwoorden
• woorden uit de media
• woordraadstrategie omschrijving in de
tekst
Woordenschat
• schooltaalwoorden
• woorden uit de media
Woordenschat
• schooltaalwoorden
• woorden uit de media
• woordraadstrategie voorbeeld in de
tekst
Woordenschat
• schooltaalwoorden
• woorden uit de media
• woordraadstrategie afbeeldingen bekijken + herhaling woordraadstrategieën
blok 1 t/m 5
Taalbeschouwing
• beeldtaal, pictogrammen
Taalbeschouwing
• figuurlijk taalgebruik
• letterlijk taalgebruik
• beeldspraak
• spreekwoorden en uitdrukkingen
5
Lezen
• leesdoel bepalen
• tekstdoelen: informeren, uitleg geven,
mening laten vormen, overtuigen, overhalen,
amuseren
• tekstsoorten
• tekstvormen
• tekstdoel voorspellen
• publiek
• oriënterend lezen
• titel
• tussenkopjes
• bron
• onderwerp
• deelonderwerp
• alinea
• samenvatten
• informerende teksten
Taalbeschouwing
• woordvorm: samenstelling, afleiding
• vrouwelijke vorm van mannelijke woorden
• trappen van vergelijking
• uitdrukkingen
• inleiding, middenstuk, slot
• manieren van inleiden
• manieren van afsluiten
• alinea: kernzin, toelichting, voorbeelden
• uiteenzettende teksten
Taalbeschouwing
• woordraadstrategie delen van het woord
herkennen
• samenstellingen
• verwijswoorden
• globaal lezen
• grondig/intensief lezen
• hoofdzaak-bijzaak
• hoofdgedachte
• verwijswoorden
• samenvatten
• informerende teksten
Taalbeschouwing
• voorvoegsels en achtervoegsels
• woordkeuze en woordgevoel
• feit-mening
• objectieve teksten- subjectieve teksten
• mening geven
• teksten vergelijken
• betogende teksten
• aansporende/ activerende teksten
Taalbeschouwing
• herhaling
• herhaling
Op niveau onderbouw 2e editie 1 havo/vwo
2/2
1 havo/vwo
blok 1
blok 2
blok 3
blok 4
blok 5
blok 6
6
Schrijven
• tekstdoel en schrijfdoel
• taalgebruik
• publiek
• tekst herschrijven (synoniemen)
• taalverzorging:
- geen afkortingen
- hoofdletters en leestekens
(punt, uitroepteken, vraagteken)
• 5W+1H-vragen
• titel
• onderwerp
• deelonderwerp
• alinea
• informerende tekst:
nieuwsbericht & e-mail
• taalverzorging:
taalgebruik afstemmen op publiek
• woordweb
• overzicht van woordsoorten
• zoekvraag
• informatie zoeken
• bron vermelden
• schrijfplan gebruiken
• alinea: kernzin, toelichting, voorbeelden
• tussenkopjes
• inleiding schrijven
• slot schrijven
• informerende tekst
• zoekvraag formuleren
• betrouwbare informatie zoeken
• hoofdzaak-bijzaak
• hoofdgedachte
• schrijfplan maken
• uiteenzettende tekst
• taalverzorging: juiste verwijswoorden
• objectief-subjectief
• formeel-informeel
• mening geven
• aansporende/ activerende tekst:
reclametekst
• betogende tekst:
ingezonden e-mailbericht
• herhaling
7
Spreken, kijken en
luisteren
• monoloog, dialoog, groepsgesprek
• doel
• publiek
• leestekens, spreekpauze
• stemgebruik:
toonhoogte, tempo, volume, intonatie
• directe rede-indirecte rede
• aankondiging
• luistermanieren: globaal, precies, selectief
• precies luisteren: aantekeningen maken
• onderwerp
• deelonderwerp
• inleiding, middenstuk, slot
• formele taal-informele taal
• voice-overtekst
• informatieve presentatie
• manieren van inleiden
• manieren van afsluiten
• instructie opvolgen
• ondersteunend beeld
• instructie geven
• lichaamstaal
• woordweb
• interview samenvatten
• hoofdzaak-bijzaak
• woord omschrijven
• tekst voordragen
• discussie
• betoog
• objectief-subjectief
• mening-feit
• stelling
• escalatie
• conflict
• herhaling
8
Project
• presentatie over boek/film/tv-serie
• informerende tekst over bekend merk en
ontwerp logo
• bouwtekening uitwerken tot verhaal
• nieuwsbericht schrijven bij foto’s
• reclametekst schrijven en rollenspel
over klacht
• infographic over het vak Nederlands
Fictie, Grammatica, Lezen
Lezen, Schrijven
Fictie, Lezen, SKL
Spelling, Over taal, Lezen, Schrijven
Alle vaardigheden
Lezen, Schrijven, SKL
Download