Op je bolle ogen

advertisement
OP JE BOLLE OGEN
Ruud Nel1en
Zoals je misschien al vermoedt, gaat dit stukje over ogen . Want het leek me wei interessant om iets te vertellen over die twee dingen in je hoofd waarmee je naar de
sterren kijkt. ledereen loopt dan wei te zagen in UniVersum met stukjes over
verrekijkers en telescopen, maar zonder je ogen zie je niks. Vandaar.
Laten we beginnen bij het begin, toen ons oog nog
een oogje was en jij nog in de buik van je ma rondzwom. AI in een vroeg stadium worden de hersenen
aangelegd, zodat zij alvast kunnen oefenen in het
besturen van je lichaam . En, wat je misschien nog niet
wist, je ogen zijn ook een stukje van je hersenen. Je
ogen waren er dus al vrij vroeg bij, je had ze al na
ongeveer vier zes weken. In die periode van 2 weken
zijn zo' n beetje aile onderdelen van het oog gemaakt.
a
hoornvlies
vaatvlies
harde oogrok
zenuwvezels
pupil ---<>-+--ooglens
het glasachtig lichaam
L
+
plaatje 2: om je blinde vlek te testen
Je hebt er twee soorten van: kegeltjes en staafjes. Ik leg
later wei uit wat ze kunnen en wat ze doen.
Die zenuwcellen zijn heel lang, zo lang dat ze net echt
op elektriciteitsdraden lijken. Ze verzamelen zich in de
oogzenuw en lopen dan ook je oog uit naar je
hersenen. De plek waar de zenuw je oog verlaat heet
de blinde vlek. Blind, omdat je daar geen kegeltjes of
staafjes hebt zitten . Wil je zelf even controleren of je
blinde vlek er nog zit dan moet je je linker oog dicht
houden en je rechter oog boven het kruisje op plaatje
2 houden. Kijk strak naar het kruisje en beweeg je oog
naar het plaatje toe. Op een gegeven moment zal je
het stipje gewoon niet meer zien! Het licht van dat
stipje valt dan namelijk op je blinde vlek. Soms zul je
een aantal keren moeten proberen voordat het lukt. Je
ziet echter ook geen gat op die plek. Je hersenen zorgen ervoor dat op de plek van de blinde vlek een beeld
ontstaat dat wat lijkt op wat er vlak omheen zit.
plaatje 1: de bouw van het oog
Hoe ziet een oog er uit?
Het oog is een bol, net als een voetbal. Daarom
noemen we het oog vaak ook wei de oogbol (zie ook
plaatje 1). De wand van de oogbol is opgebouwd uit
een paar lagen. Helemaal buiten zit de harde, witte
oogrok, met een doorzichtig stukje vlak voor de lens,
het hoornvlies. Hierdoor valt licht je oog binnen.
Achter de oogrok ligt het vaatvlies. Dit zorgt voor
bloedtoevoer naar je ogen. Bij het hoornvlies komt je
vaatvlies onder de oogrok uit (de iris). Meestal zit er
een leuk gekleurd laagje op . Dit geeft je de kleur van je
ogen. Sommige mensen hebben dat laagje niet. Dan
zie je bij hun de bloedvaten met bloed daarin lopen.
Daarom hebben deze zogenaamde albino's rode
ogen.
In je vaatvlies zit ook een gat. Dat noemen we de
pupil. De pupil kan van grootte veranderen door
spieren die in de iris zitten. De volgende laag is het
netvlies, en hier zie je mee. In het netvlies liggen de
zenuwcellen die gevoelig zijn voor licht.
UniVersum 2 - 1999
In de oogbol zit ook nog je
ooglens (zie plaatje 1). Tussen je
ooglens en hoornvlies zit het
kamerwater, een doorzichtige
vloeistof. Achter je ooglens zit
het glasachtig lichaam .
Kijken
Je weet nu hoe een doorsnee oog er ongeveer uitziet.
Maar hoe werkt zo'n oog nu eigenlijk?
Het is eigenlijk niet zo heel moeilijk. Je oog is namelijk
net een fototoestel. Helemaal vooraan zit de lens. Dat
kun je ook op het plaatje zien . Die lens breekt de
invallende lichtstralen, zodat het beeld wat je ziet op
je netvlies (de film) valt. Hoe die dat doet, zou hier een
beetje ver voeren, maar die lens kan het in ieder geval
wei .
De lichtstralen die ZOJUISt gebroken zijn, vallen nu
precies in een speciaal vlak, het brandvlak. Het grote
voordeel van dit vlak is dat je een messcherp beeld
krijgt in dat brand vlak, omdat aile lichtstralen uit een
; =:
punt ook weer in een punt samenvallen
(zie ook plaatje 2). De grote grap van dit
alles is dat dat brandvlak nu net je
netvlies is. Wat een toeval, zeg.
Ais je nou een slechte lens hebt, dan vallen die
lichtstralen wei op het netvlies, maar niet in een punt.
Je krijgt dan een wazige vlek en je kunt niet zoveel
meer zien. Dan moet je een bril of lenzen gaan dragen.
Om dingen op verschillende afstanden te kunnen zien,
moet de sterkte waarmee je de lichtstralen breekt van
de lens in je oog zo af en toe wat sterker, dan weer wat
zwakker zijn .
Dat sterker of zwakker worden van je lens heet
accommoderen . Slecht zien berust meestal op een
foutje van je lens, dat je niet meer kan accommoderen.
Mocht je zo iemand in je klas hebben met . zo'n
jampot-glazen-bril, dan zal hij. misschien vanaf zijn
geboorte een wat slechtere lens hebhen gehad, of een
lens die een beetje verkeerd stond ten opzichtevan zijn
netvlies. Oudere mensen kunnen minder goed zien
omdat ze bijvoorbeeld een uitgedroogde en stijve lens
hebben. Dus weest gerust. Mocht je de vijfenveertig
nog halen, dan weet je zeker dat je ogen zo slecht zijn
geworden dat je de krant niet meer kunt lezen . Dan
moet je je eerste leesbril kopen .
Zien
De lichtstralen hebben nu het grootste deel van hun
reis door het oog er op zttten. Nog even en ze mogen
naar huis, maar niet voordat ze nog iets heel belangrijks hebben gedaan: de kegeltjes en staafjes
aanzetten.
plaatje 3 : een plaatje van het lichtgevoelige deel van
een staafje (links) en een kegeltje (rechts)
De hersenen zetten dat signaal om en vertalen het als
het ware in een beeld, het beeld dat jij ziet. Je kunt o.a.
blind worden doordat je oogzenuwkapot is gegaan.
De signalen worden dan niet meer doorgegeven naar
je hersenen en er wordt ook geen beeld gemaakt: je
hersenen hebben geen contact meer met je oog.
De schakeling van die zenuwen is bij kegeltjes en
staafjes niet hetzelfde. Kegeltjes hebben het luxe: zij
hebben ieder hun eigen zenuw. Daardoor kun je met
kegeltjes ook zo scherp zien: je bouwt je beeld in je
hersenen op met hele kleine puntjes. Staafjes moeten
delen: zij zitten met z'n vieren ofzo vast aan een
zenuw. Een nadeel is dat je niet meer zo'n fijn beeld
krijgt: je bouwt het nu op uit wat grotere puntjes en
dat is niet zo duidelijk. Een groot voordeel is dat je
maar heel weinig licht nodig hebt om te kunnen zien:
doordat het oppervlak van vier staafjes samen zo groot
is, heb je meer kans dat je een lichtstraal vangt.
Vergelijk het met vissen met een net: met een klein
schepnet heb je vee I minder kans om een vis te vangen
dan met een drijfnet van wei enkele kilometers lang.
Het verschil in lichtgevoeligheid tussen staafjes en
De lichtstraal is nu aangekomen bij het netvlies. Daar kegeltjes is zelfs zo groot, dat je sterren aan de hemel
ziet hij een wirwar van draden, bloedvaten, en de licht- beter kunt zien door er naast te kijken dan er recht op.
gevoelige cellen (de receptoren). Die lichtgevoelige Door ernaast te kijken valt het licht op je lichtcell en heb je, zoals al gezegd in twee soorten : de gevoeligere staafjes, waardoor je je object aan de
kegeltjes en staafjes. Ze zijn niet hetzelfde: kegeltjes hemel beter kan zien. Dit noemen we perifeer kijken,
zorgen ervoor dat je kleur kan zien, dat niet alles saai en dat is hartstikke handig. De pleijaden en verschilzwart-wit is, en staafjes kunnen juist aileen maar zwart lende nevels zijn zo een stuk beter te bekijken.
en wit onderscheiden. Voordeel van de staafjes is wei Natuurlijk zit er ook een grens aan de gevoeligheid van
dat ze met weinig licht ook al werken. Vandaar ook staafjes . Je ziet bijvoorbeeld lang niet aile sterren. En
dat je 's nachts nog wei wat kan zien.
verder kan je ze ook opblazen door er te veel licht op
te zetten, door bijvoorbeeld naar de zon te kijken
Ais een lichtstraal op een kegeltje of staafje valt, dan zonder bescherming. Daarom een handige tip ter
gebruikt het kegeltje of staafje de energie van dat licht afsluiting: kijk NOOIT met een verrekijker of telescoop
om een stof om te zetten. Er zijn meerdere soorten rechtstreeks naar de zon. Dat doe je nl. maar twee
stoffen (je kunt rood licht niet dezelfde stof geven als keer: een keer met je linker en een keer met je rechter
blauw licht) en eentje daarvan wordt gemaakt uit ~Og, en daarna zijn ze aile twee kapotgebrand, en ben
ortelen . Vandaar dat mensen altijd zeggen dat je van je blind. Zet dus altijd een zonnefilter voor je verrewortelen beter gaat zien . Het omzetten van zo'n stof- kijker of telescoop, of nog beter, projecteer de zon op
je geeft een elektrisch signaal dat door je zenuw naar een vel karton, zodat je in ieder geval je ogen behoudt
de hersenen w ordt getransporteerd.
bij het waarnemen van dit overigens zeer interessante
object aan de hemel.
UniVersum 2 - 1999
Download