Opdracht kleurenblindheid Vraag 1 Waarom is de term kleurenblindheid eigenlijk niet correct? Je kunt nog wel kleuren waarnemen, maar je hebt een verminderd vermogen om onderscheid te maken tussen sommige kleuren. Vraag 2 Welk type kleurenblindheid komt het meest voor? Rood –groen kleurenblindheid Vraag 3 Zijn de staafjes of de kegeltjes betrokken bij het waarnemen van kleuren? Kegeltjes Vraag 4 Wat zien mensen van wie de voor rood gevoelige kegeltjes niet werken? Deze mensen kunnen geen onderscheidt maken tussen groen en rood Vraag 5 Wat is de functie van: A: het vaatvlies Voeding en doorbloeding van het oog B: de iris Regeling lichtinval C: het traanvocht Bescherming van het hoornvlies D: de pigmentlaag Bescherming van de zintuigcellen Vraag 6 Wat is het verschil in “bedrading” tussen staafjes en kegeltjes? Kegeltjes zijn 1 op 1 aangesloten Bij staafjes zijn meerdere zintuigcellen aangesloten op 1 zenuwcel Vraag 7 Waarom zien we in het schemerdonker niet erg scherp? We nemen waar met onze staafjes. Staafjes geven een minder scherp beeld (zie vraag 7) Vraag 8 Waarom zien we in het schemerdonker geen kleur? Gebruik in je antwoord 87C afbeelding 7 uit BINAS De lichtgevoeligheid van kegeltjes is lager dan die van staafjes. Bij weinig licht kunnen staafjes nog wel licht waarnemen maar kegeltjes niet meer. Vraag 9 Waardoor merk je normaal gesproken niets van de blind vlek? Je kijkt me 2 ogen. Het beeld dat je met het ene oog niet ziet, compenseer je met het andere oog Vraag 10 Leg uit waarom we onze ogen steeds zo bewegen, dat het beeld van wat we willen zien op de gele vlek valt, maar steeds op een iets ander deel van de gele vlek. Om overbelasting te voorkomen. Dit voorkomt beschadiging Vraag 11 Waarom hebben deze oogbewegingen in het donker geen zin? Geen risico op beschadiging