Crowd control & Massapsychologie Lezing Politieacademie Apeldoorn Een massa bestaat uit veel dyades, of triades, uit groepjes dus Nieuwe inzichten over rellen •Voorgeschiedenis is belangrijk •Verschillende soorten wanorde •Ontstaan van tegenstellingen •Verlies van rationaliteit valt mee •Spanning is centraal concept • Twee soorten benaderingen: –Tegenhouden of remmingen wegnemen (preventie) (differentiatie) (vermijden provocatie) (contact houden) (deëscalatie) (spanningsmanagement) •Flexibele sturing operaties (autonomie) •Verantwoordelijkheid gedeeld met publiek (delegeren) •Kennis van andere partij belangrijk (respecteren) MASSA PSYCHOLOGIE: OUDE THEORIEEN • MASSA IS MENTALE EENHEID • INDIVIDUELE RATIONALITEIT VERDWIJNT • MASSA IS EENHEID MET EEN EIGEN ‘ZIEL’ • NIEUW EENHEID HEEFT NEGATIEVE EIGENSCHAPPEN • INTELLECTUEEL EN MOREEL INFERIEUR • DESTRUCTIEF EN CRIMINEEL • FANATIEK. SOMS HOGE ZELF OPOFFERING • PERSOONLIJKHEID VAN MASSALEDEN VERANDERT • IRRATIONEEL AND EMOTIONEEL • HET ONBEWUSTE SPEELT BELANGRIJKE ROL • IMPULSIEF EN MAKKELIJK BEINVLOEDBAAR Seizoensinvloeden op rellen Rellen in Holland. 1600-1790 Totaalsom per maand 35 30 25 20 15 10 5 0 jan feb mrt apr mei jun jul aug sep oct nov dec Rellen in Holland. 1600-1785 Aantal rellen per 5 jaar 25 20 15 30 25 25 40 25 25 10 5 0 1608 1618 1628 1638 1648 1658 1668 1678 1688 1698 1708 1718 1728 1738 1748 1758 1768 1778 Bron: Dekker, 1982. Rellen in Frankrijk 1830-1960 Bron: Tilly & Tilly, 1975 20 23 22 10 32 33 Soorten massaverschijnselen: Snelheid x Motivatie • • Plotseling • Verwacht Intern motief Extern doel Vechtpartijen Mass Psychogenic Illness Hooliganisme Lynchings Rassenrel Ontsnap. Paniek Voedselrellen Manifestaties Demonstraties Traditionele rellen Voetbalrellen Krakersrellen Emigratiestromen Blokkade/Staking drie dimensies waarop massaverschijnselen geordend kunnen worden DOELGERICHT LOTSCONTROLE SPEELS GEDRAGSCONTROLE VRIEND VIJAND Gedragspatronen • • • • • • • • • • Agonistisch (Vecht/vlucht, Jagen, Doden, Dreigen) Voortplanting (Hofmaken, Paring) Kinderzorg (Temperatuur, Voedsel, Veiligheid) Fourageren (Zoeken, Eten, Delen, Herkauwen, Verteren) Bouwen (Hol, Nest, Val, Dam) Verkennen (Omgeving, Wacht houden, Vijanden) Lichaamsverzorging (Gladstrijken, Wassen, Vlooien) Afwachten (Pauzeren,Wachten op, Uitrusten, Zonnen) Migratie (Trek, Nomadisme) Spel (Agonistisch, Voortplanting, Kinderzorg, Fourageren, Bouwen, etc) Intergroepsconflict C EXT.ATTRIBUTIE MISPERCEPTIE COMPETITIE O RECIPROCITEIT N F MACHTS TACTIEKEN MOREEL L I C CATEGORISATIE IN- OUT BIAS STEREOTYPEN T (DIABOLISERING) C O N F L VIRIEL I COMMITMENT C COHESIE IN-G-COOPERATIE AROUSAL T Quasi-stationnaire evenwichten (Lewin, 1952) • Begintoestand: • Na verhogen druk in gewenste richting: • Na verlagen druk in ongewenste richting: Arousal & Stress: Oorzaken en gevolgen • Oorzaken – Arousal: Korte termijn verhoging activatieniveau, Ontstaat in crisis situaties (fight-flight). Voorbereiding actie – Stress: Lange termijn hoog activatieniveau zonder oplossing, Ontstaat in langdurende onoplosbare crisis situaties (tobben), komt voort uit waargenomen verliessituatie. • Gevolgen – Arousal: Vernauwing aandacht, (Schijn) zekerheid, Ongevoeligheid straf en pijn, Andere tijdsbeleving, Emotionaliteit, gedrag moeilijk te stoppen. – Stress: Onzekerheid, fatalisme, Lichamelijke klachten, drinken, drugs, Terugtrekken, Hoe ontstaan geruchten? Algemene onzekerheid Bij doorvertellen: Wordt geloofd als: Stress Spanning Belangrijk onderwerp Geloofwaardigheid Levelling Sharpening Assimilation Plausibel Verrassend Aansprekende details In dat geval even grote invloed als écht nieuws FASEN BIJ MASSA VERSCHIJNSELEN • PLANNING (TIJD VOORAFGAAND AAN DAG T) » INDIVIDUEN OF KLEINE GROEPEN » DOELGERICHT GEDRAG • MOBILISATIE (DAG T TOT BEGIN ACTIE) » CONVERGENTIE, CO PRESENCE » ATTITUDES & EMOTIES NEMEN VORM AAN » DOELZOEKEND GEDRAG • ACTIE (DAG T NA BEGIN ACTIE) » INDIVIDUEN OF KLEINE GROEPEN » DOELGERICHT (WINNEN OF VERLIEZEN) » GEDEINDIVIDUALISEERD Drie soorten crowd control 1) Crowd management Begeleiding menigten doel: Scheppen gewenste orde 2) Crowd control Voorkomen rellen doel: Handhaven bestaande orde 3) Riot control: Neerslaan rellen doel: Herstellen niet bestaande orde Problemen Worden Steeds Groter Drie soorten crowd control in tijdschema 1) Crowd management 2) Crowd control 3) Riot control PLANNING MOBILISATIE ACTIE 1) Crowd management • Doel: ordelijk en profijtelijk verloop massabijeenkomst • Regeling en begeleiding – – – – – – – Aan en afvoer; Voorkomen verstopping en stremming Dranghekken, barricades, draaihekken, wegwijzers Veiligheidsdiensten, gidsen, stewards Continue monitoring van massa Regelgeving, communicatie van regels, plan bijstelling regels Noodplannen, calamiteitenplannen (+ nodige reserves) Communicatie met massa, communicatie tussen personeel en met leiding – Sfeermakers, kleuren, verlichting, muziek – Catering, toiletten, garderobes, voertuigstalling – Bescherming tegen weer: Temperatuur, neerslag, wind 2) Crowd control • Doel: voorkomen rellen en andere uitbarstingen • Preventie en proactie – – – – – – – – – – – – – Kundige en ervaren leiding. Afwezigheid groupthink en routinedenken Informatie over sfeer, plannen betrokkenen. Inzicht in statistische kansen Kennis over soorten geweldsuitbarstingen (amusement vs. onderhandeling) Heldere draaiboeken met verschillende scenario’s en noodplannen Coordinatie tussen diensten Adequate verbindingen (betrouwbaar, niet afluisterbaar) Beschikbaarheid getrainde verkenners/observatoren + procedures Gerichtheid op spanningsverlaging (Geen hoorns, heli’s etc, alcoholbeleid) Snelle en onopvallende verwijdering ‘harde kern’ Vermijden anonimiteit (ME helm etc), en ‘oorlogsvoorbereiding’ Contact hebben en houden met publiek, beleefd, open, correct, en met gein Handhaaf tolerantiegrenzen vroeg en strikt Vermijdt Win-Verliessituaties tot het uiterste 3) Riot control • Doel: uitschakelen tegenstander • Gevechtsactie – – – – – – – – – – Zorg voor heldere en eenduidige strategie Kies omgeving waar weinig stuk kan Ken je tegenstander, en pas strategie en tactieken daaraan aan Gebruik misleiding Tracht tegenstander te concentreren ipv verspreiden Probeer eigen mensen onder controle te houden Leg zoveel mogelijk beslissingsbevoegdheid in het veld Wees duidelijk in communicatie naar tegenstander Tracht zoveel mogelijk de ‘leiders’ uit te schakelen Bedenk dat bluffen niet meer helpt – Heb geduld Informatie en Crowdcontrol: een overzicht Van buitenaf (VIJANDIG) Van binnenuit (VRIENDELIJK) Voor Tijdens Planning en Mobilisatie Fasen Via inlichtingendiensten Informatie behoefte Via contacten Wijkagenten Vredesdetachement Tijdens Tijdens Mobilisatie en Actie Fasen Via observatie Observatie en rapportage Via communicatie Vredesdetachement Rapportage? 8 11 12 9 9 9 8 11 10 7 7 vredesorganisatie • Opleidingen lang • Selectie op bestuurlijke capaciteiten • Carriere gebaseerd op foutvermijding • Doelen langere termijn • Democratische instelling en leiderschap • Zorg voor correcte procedures • Sancties voor relatief kleine afwijkingen • Rivaliteit tussen diensten en oorlogsorganisatie • Opleidingen kort • Selectie op inspiratie en enthousiasme • Carriere gebaseerd op prestaties • Doelen korte termijn • Autoritaire instelling en leiderschap • “Cutting the red tape” • Polarisatie in sancties • Overkoepelend doel reduceert rivaliteit Reversal Theory (Apter, 1980) aangenaam paratelisch onaangenaam telisch rustig sensatie APPROACH-AVOIDANCE CONFLICT STERKTE MOTIEF NADEREN/VECHTEN VERMIJDEN/VLUCHTEN AFSTAND Nieuwe inzichten over rellen •Voorgeschiedenis is belangrijk (preventie) •Verschillende soorten wanorde (differentiatie) •Ontstaan van tegenstellingen (vermijden provocatie) •Verlies van rationaliteit valt mee (contact houden) •Spanning is centraal concept (deëscalatie) • Twee soorten benaderingen: –Tegenhouden of remmingen wegnemen •Flexibele sturing operaties (autonomie) •Verantwoordelijkheid kan gedeeld (delegeren) •Kennis van andere partij belangrijk (respecteren) S TRES S EN S TR ESS-R EACTIES . OORZAKEN PROCESSEN UIT OM GEVING: *gevaar aanwezigheid vijand bedreiging vuur,vergif etc. FYSIEK *hart frequentie bloeddruk ritme *opwinding lawaai,licht,geur bedreiging zelfgevoel sexuele opwinding emotionerend crowding hitte positieve ionen *fysiologisch adrenaline ACTH,corticosteroid ademhaling sympathische stimulatie *werk/uitkomsten onregelmatigheid conflicten verliessituaties(frustratie) verlies pos.ident. UIT OM G.x P ERSOON *te hoog aspiratieniveau *te hoge verwachtingen *gemaakte fouten *groot belang gedrag UIT PERSO ON *angstigheid(trait) *agressie(trait) *repressie *copingstijl *sensatiebehoefte *Int/Ext.control *specifieke ervaring *algemeen/psychologisch arousal,activatie aandachtsvernauwing subj.controleverlies angst(state)/paniek vluchten/vechten concentratie vigilantie/vermijding Taakuitvoering polarisatie 'blaming' GEVO LGEN GEDRAG coping (Behavioral, Cognitive, Problem-oriented,Emotion-or.) roken, drinken, drugs compensatie, afleiding napraten,'puzzelen' PS YCHOLOG ISCH angst(trait) opwinding verstarring ontkenning, fatalisme rationalisatie onzekerheid gewenning extreme attitudes in-out-group differentiatie PATH OLO GISCH hoofdpijn, slaapklacht,moe hyperventilatie depressiviteit concentratie stoornis nachtmerries fobieen 'overspanning' ziekten(Hart,immunologisch, etc) Een fundamentele persoonseigenschap (Koolhaas, 2000) • Proactief – – – – – – – Eerst doen, dan denken, Initiatiefrijk, Stoort zich niet aan bezwaren, Niet gauw bang. Raakt in war bij onverwachte, Gesteld op vaste patronen en voorspelbaarheid. Grote druk: Overactief • Reactief – – – – Voorzichtig, kat uit boom kijken Opmerkzaam op omgeving, gevoelig voor indrukken Passen gedrag handig aan omgeving aan Grote druk: Verlamming Een fundamentele persoonseigenschap (Koolhaas, 2000) • Organisaties overvragen wanneer ze uitgaan van groot aanpassingsvermogen medewerkers: mensen zijn moeilijk fundamenteel te veranderen. • Training en coaching verhoogt zelfinzicht maar fundament blijft gelijk • Gedreven en ongeduldige managers zijn ongevoelig voor omgeving Is tegelijk kracht (in normale situaties) en zwakte (in crisis). Typische reactie op mislukking: Verrassing, gekrenkt, boos. • Gedreven en ongeduldige managers reageren alleen op krachtige feedback vanuit directe omgeving • Beide types hebben een hekel aan zelfsturende teams: Proactieven wegens voorkeur voor baas spelen, Reactieven wegens weerzin tegen eigen initiatief. Dus: mixen!