1. Beschouw het chemisch evenwicht U SnO + 2H Sn + 2H

advertisement
1.
Beschouw het chemisch evenwicht
SnO2(v) + 2H 2(g) U Sn(v) + 2H 2O(g) bij 25°C en
1,00 atm in een vat met variabel volume.
a) Dit chemisch evenwicht zal bij verhoging van de temperatuur van 25°C tot 50°C naar links
verschuiven,
omdat
………………………………………………………………………………………..
………………………………………………………………………………………..
………………………………………………………………………………………..
b) Dit chemisch evenwicht zal bij toevoegen van vast SnO2 naar rechts verschuiven,
omdat
………………………………………………………………………………………..
………………………………………………………………………………………..
………………………………………………………………………………………..
c) Dit chemisch evenwicht zal, indien de reactie bij 25°C en 2,00 atm wordt uitgevoerd, naar
rechts verschuiven,
omdat
………………………………………………………………………………………..
………………………………………………………………………………………..
………………………………………………………………………………………..
d) De aangegeven reactie is een spontane reactie bij 400°C,
omdat
………………………………………………………………………………………..
………………………………………………………………………………………..
………………………………………………………………………………………..
e) Voor deze evenwichtsreactie is de getalwaarde van Kc bij 25°C gelijk aan de getalwaarde van
Kp,
omdat
………………………………………………………………………………………..
………………………………………………………………………………………..
………………………………………………………………………………………..
( J of F, 1 pt per juist antwoord en 3 pt per juist argument )
2. Het oxide P2O3.
a) Teken een correcte Lewisformule (3 pt), geef de oxidatietrappen van alle atomen (2,5 pt) en
de (eventuele) formele ladingen (1,5 pt).
O1:
O1:
O2:
O2:
O3:
O3:
P1:
P1:
P2:
P2:
b) De twee centrale atomen in deze verbinding (nummer ze met a en b in de Lewis-formule) zijn
respectievelijk van een AX...E... -systeem (0,5 pt) en een AX...E... -systeem (0,5 pt), en dus is:
-de totale geometrie rond het centrale atoom b : …………………………………….. (1 pt)
-de atoomschikking rond het centrale atoom a : …………………………………….. (1 pt)
c) Geef de hybridisatie van alle atomen in P2O3 (2,5 pt):
P1:
…………………………
O1:
…………………………
P2:
…………………………
O2:
…………………………
O3:
…………………………
d) Teken (op tegenoverliggend pagina !) het VBT-beeld van dit molecule (2 pt).
e) Deze verbinding heeft een / geen (DWNP) dipoolmoment (1 pt) dat gericht is zoals
aangegeven (1 pt) in de VBT-tekening hiertegenover.
f) P2O3 reageert met H2O tot het oxozuur …………… (0,5 pt) volgens de reactie (1 pt) :
Dit oxozuur in een bibasisch / tribasisch (DWNP) zuur (1 pt), omdat (1 pt) :
…………………………………………………………………………………………………...
3. De osmotische druk (π) van een 1,00 formeel molaire waterige oplossing van een
verbinding met zure eigenschappen (HA) bedraagt 26,9 atm. bij 25°C.
a) Bereken de totale molariteit (Md)t aan deeltjes in deze oplossing (3 pt):
(M d )t = ....................... mol ⋅ l −1
b) Zou HA een sterk zuur zijn, dan zou de totale molariteit (Md)t daarentegen 1,00 mol/l / 2,00
mol/l / 3,00 mol/l (DWNP) bedragen, omdat (2 pt):
..................................................................................................................
.................................................................................................................
c) Noteer de dissociatie- of solvolysereactie van het zuur HA in water (2 pt):.
d) Bereken de dissociatie- of solvolysegraad (α) van het zuur HA in deze oplossing (3 pt):
α = .......................
d) Schrijf de uitdrukking van de evenwichtsconstante Ka (met de juiste eenheden) (2 pt) en
bereken de getalwaarde bij 25°C (3 pt):
Ka = .................................... = ........................
e) Noteer de naam en de formule van het zuur (op basis van de waarde van Ka) (1 pt):
naam & formule van het zuur = ..............................
f) Noteer de essentiële reactievergelijking voor de reactie tussen mierenzuur (HCOOH) en
chloorzuur (HClO3) in zuur midden, als je weet dat het element Cl in deze reactie verandert
van OT = +5 naar OT = +3 en mierenzuur omzet in CO2-gas (3 pt):
In deze reactie is mierenzuur het oxydans / reductans (DWNP) (1 pt).
Berekeningen hiernaast kort weergeven!
4. De verbinding 6-broom-4-ethyl-2-heptanol :
CH2 CH3
CH3 CH CH2 CH CH2 CH CH3
Br
OH
a) Bepaal de onverzadigingsindex (∆) voor deze verbinding (2 pt) en teken de skeletnotatie
(2 pt).
∆ = .........
b) Deze verbinding behoort tot de klasse ......... (2 pt) en het C-atoom waarop de OH-groep
gehecht is, is een primair / secundair / tertiair (DWNP) C-atoom (2 pt).
c) Teken één functie-isomeer (2 pt) en één plaatsisomeer (2 pt) voor deze verbinding.
d) In deze verbinding komen ......... asymmetrische (“chirale”) C-atomen voor (2 pt). Duid ze
aan met een sterretje in de opgave-formule hierboven (1 pt).
e) Gegeven dat deze verbinding een vloeistof is, dan komen in die zuivere vloeistof één soort /
twee soorten / drie soorten / vier soorten (DWNP) intermoleculaire krachten voor (2 pt) en
deze krachten zijn (2 pt):
.....................................................................
...................................................................
.....................................................................
...................................................................
f) In vergelijking met de vloeibare verbinding 5-broom-3-ethyl-2-hexanol:
CH2 CH3
CH3 CH CH2 CH CH CH3
Br
OH
zal het kookpunt van 6-broom-4-ethyl-2-heptanol lager / hoger (DWNP) zijn (1 pt), omdat
(1 pt):
.......................................................................................................................................................
.......................................................................................................................................................
.......................................................................................................................................................
Download