Leren(d) samenwerken Frank Stiksma MSc Bouwend Nederland regio Randstad Noord Heerhugowaard, 22november 2013 1 Mijn fascinatie: leren(d) veranderen op het snijvlak tussen ‘techniek’ en ‘intermenselijk’. 2 Mijn motto Ambities, strategische opgaven Klant centraal Betere (keten)samenwerking Kwaliteitsverbetering STRATEGISCH OPERATIONEEL Vertrouwen, openheid Concrete activiteiten en gedragingen Wat betekent dit voor uw onderlinge samenwerking? En, voor u persoonlijk? 3 Factoren die samenwerking beïnvloeden • De waan van de dag • Leergedragingen • ‘Unfinished business’, ‘oud zeer’ • Gespreksniveaus • Gespreksonderwerpen • Kwaliteit gespreksvaardigheden • Ingesleten routines • Paradigma’s • Effectieve gedragspatronen • Erkenning/miskenning • Tijdstructurering • Onuitgesproken gedachten en het daadwerkelijke gesprek 4 Gespreksniveaus en -onderwerpen Vakinhoudelijke zaken Procedure, proces Interactie, communicatie Persoon, team 5 De kracht van gespreksvaardigheden, de kunst van het verbinding maken 6 Gespreksvaardigheden • • • • • • • Optimaal afgestemd op de gesprekspartner. Actief luisteren. Open vragen. Elkaar feedbacken. Concretiseren. Samenvatten. Hummen. 7 Effectieve gedragspatronen en persoonseigenschappen 8 Samenwerken = concreet handelen (1) • Geeft anderen ruimte om een mening of idee in te brengen. • Laat de ander uitspreken. • Vraagt anderen om feedback over het eigen functioneren. • Toont begrip voor afwijkende visies, ideeën, omgangsvormen en gewoonten. • Past zijn gedrag aan op dat van de gesprekspartner. 9 Samenwerken = concreet handelen (2) • Verandert van gedragslijn als het gewenste effect in gevaar is. • Gebruikt waar nodig verschillende communicatiestijlen. • Accepteert suggesties ter verbetering. • Zet zich in voor bereiken voor win-winoplossingen. • Benadert anderen op een ontspannen en vriendelijke manier. 10 Onuitgesproken gedachten en gevoelens in het gesprek 11 Emoties, gevoelens: bv. iritaties, zorgen, blij, ontevreden. Gedachten. Paradigma/zienswijze De invloed van normen, gespreksvaardigheden, gespreksniveaus, miskenning Emoties, gevoelens: bv. iritaties, zorgen, blij, ontevreden. Gedachten. Paradigma/zienswijze Emoties en gemoedstoestanden hebben een informatieve functie. 12 Leren Leren: actie en reflectie • • • • • • • Reflectie op proces en prestatie. Elkaar feedback geven. Experimenteren. Informatiedeling. Communicatie van fouten. Gezamenlijke analyse van fouten. Gezamenlijk betekenis geven. Onderliggende dynamiek: kwaliteit van dialoog, deling, gespreksvaardigheden, openheid, reflectieve instelling, informatievariëteit. 14 Wat stimuleert en belemmert leergedrag? • Waan van de dag regeert. Bestaande routines diep verankerd. • De technische inhoud bindt. • Weinig reflectie op interactie. • Onveiligheid in onderlinge samenwerking. • Kritiek ontvangen is lastig. • Kennisdeling leidt tot meer innovatieve technische oplossingen. • Kwaliteit gespreksvaardigheden varieert sterk. • ‘Wij hebben gelijk en daar zul je het mee moeten doen’. • ‘Dingen zijn niet uitgewerkt dus hoef ik niks te doen’. 15 Miskenning • Miskenning: het onbewust negeren van informatie die relevant is voor de oplossing van een probleem. • Miskennig van eigen en andermans mogelijkheden, oplossing van een probleem, het bestaan van de ander. 16 Vragen aan jullie over samenwerking • Vraag 1: Welke opdrachtgever/opdrachtnemer vertrouw je volledig? En welke niet? Waar ervaar je de verbinding? Waar niet? • Vraag 2: Noem een concrete situatie waaruit blijkt dat sprake is van wederzijds vertrouwen. En benoem een situatie waarin sprake was van het nodige wantrouwen ? • Vraag 3: Hoe beïnvloedde je de situatie? Wat zei je, wat deed je, wat dacht je, welk gespreksniveau koos je? • Vraag 4: Welke stap is nodig om de samenwerking verder te verbeteren? 17