1 04 Status - We aanbidden goden nog steeds Filmpje - Pietertje Pietertje is niet zo goed in voetbal. De trainer lijkt dat erger te vinden dan Pietertje zelf, want hij is immers goed in zwemmen. Is je dat vroeger ook wel eens opgevallen, dat het altijd dezelfde jongens waren op school, die als laatste gekozen werden bij voetbal? Dat altijd dezelfde kinderen aan de kant stonden (niet mochten of wilden meedoen), als het om sport en spel ging? Misschien was je wel één van hun. Is het je toen misschien opgevallen, dat diezelfde jongens en meisjes die niet uitblonken in hun grove motoriek, wel uitblonken als het ging om exacte vakken zoals biologie? En andersom: dat de sportieve leerlingen weer iets minder waren in de vakken, waar vooral de grijze massa gebruikt moest worden? Is het je toen ook opgevallen, dat degene die een matig kregen op hun rapport voor sport, zichzelf natuurlijk niet matig vonden, maar eerder het fenomeen ‘sport’. Daarmee plaatsten zij zichzelf bijna ongemerkt hoger, door de sport en de beoefenaars van sport omlaag te halen. Degene die in biologie onvoldoendes haalden, deden precies het zelfde. Door biologie minderwaardig en onbelangrijk te vinden, plaatsten zij de ander lager en zichzelf - hoger. Als we goed opletten, zien we deze truc overal. Het beroep van kunstenaar bijvoorbeeld: daaromheen hangt een aura van vrijheid, creativiteit en echtheid, – alles wat onze coltuur belangrijk vind. Dit werkt echter onbedoeld intimiderend voor de niet kunstenaars, omdat die denken, dat dan minder te hebben. Zij reageren net als de jongen die minder is in sport en zetten zichzelf aan de goede kant: “Je kunt dan wel kunstenaar zijn, maar ik heb zekerheid van inkomen, dat is ook belangrijk. Sterker nog, dat is zelfs belangrijker!” Wat de één een veilige (lees grote) gezinsauto noemt, zal de ander die een kleinere auto heeft een slurpbak noemen. Waar de één op vakantie naar exotische gebieden reist, zal de ander dat vooral geldverspilling noemen. We zien het overal! Surf maar eens op Facebook of Twitter! Waarom is het enige wat achter onze naam staat, het aantal vrienden en volgers? En de foto die we erbij zetten, die kiezen we zorgvuldig uit. Niet die waar we een beetje bleek zien, maar die waar we op ski’s tussen een paar grijnzende vriendinnen staan. Echt we doen dit bewust of onbewust voor een hogere status! Waar winnaars zijn, zijn losers Status: we zien het overal. We hebben status, als we leven naar wat een cultuur hoog waardeert. Waarom anders kopen we om de haverklap een nieuwe auto, terwijl de oude het nog prima doet? Waarom steeds een nieuw mobieltje? Waarom is een vrouw zich een volledig jaar van haar leven aan het opmaken? Waarom maken we ons zo druk, om het inrichten van ons huis? Waarom vinden we een feestje geven zo spannend? Of deze: waarom vinden we het moeilijk om over geloof te spreken in een seculier gezelschap? Of we het nu toe willen geven of niet, dit is bedoeld of onbedoeld voor een hogere status. Een hoge status maakt zelfs gezond. Leiders leven gemiddeld langer, het blijkt dat leiderschap iets doet met je biologische niveau. Leiders hebben verrassend genoeg minder stress, zijn gelukkiger en hun kinderen zijn gezonder. Daar hebben we gelijk de keerzijde van de medaille, want voor leiders is het natuurlijk leuk, maar hoe zit het met de rest? Zij leven even gezond, maar toch leven zij jaren korter. Zij hebben meer stress, zijn minder gelukkig en zelfs hun kinderen zijn minder gezond. (Bij dieren zie je die verschillen nog sterker, apen onderaan de apenrots, kippen onderaan de pikorde, halen soms maar de helft van de leeftijd van hun leiders.) Het blijk, dat in landen waar organisaties plat zijn georganiseerd (zoals in Nederland), we langer leven, dan waar bijvoorbeeld enorm wordt opgekeken tegen leiders. De baas leeft dan wel 4 jaar langer, maar daartegenover staan honderd werknemers, die een jaar korter leven. In Nederland levert de baas een aantal levensjaren in ten voordele van zijn werknemers. Iemand die de verschillen vergroot is (levens)gevaarlijk. Iemand die de dikste auto’s rijdt, de meest opzichtige juwelen te draagt, de meest verre reizen te maakt, de grootse huizen bewoont en de hoogste bonussen opstrijkt, is letterlijk ongezond voor zijn omgeving. Sterker nog, hij is levensgevaarlijk, want hij verhoogt zijn eigen leeftijd ten koste van de leeftijd van zijn omgeving. 2 De oplossingen voor losers IJsschotsspringen: Elke cultuur kent idealen en waarden en een onvermijdelijk gegeven is, dat elke cultuur automatische status toekent aan mensen die deze waarden en idealen bereiken. Even onvermijdelijk is, dat er mensen zijn die deze waarden en idealen niet bereiken. Als er winners zijn, zijn er ook losers. Als er goede voetballers zijn, zijn er ook jongentjes die als laatst gekozen worden. Als er Rembrandts zijn, zijn er ook mensen die schilderen als ons kleine nichtje. Hoe gaan wij daarmee om? Wat doen wij bijvoorbeeld, als we minder status hebben dan die ander? Het jongetje dat als laatste werd gekozen bij voetbal, zorgde dat hij bij biologie de beste was (of met zwemmen, denk aan Pietertje). Iemand die zich minderwaardig voelt tegenover een kunstenaar, voelt zich een stuk beter, doordat hij meer verdient. Was eerst 532 vrienden bij Facebook beter dan 530 vrienden, nu zijn 60 vrienden hoger in status, omdat dat juist echte vrienden zijn. Hebben we de truc door? Als we volgens het ene ideaal geen hoge status bereiken, dan springen we naar een ideaal waarbij het wel lukt. We kunnen dat ijsschotsspringen noemen. Als de ene ijsschots smelt en te klein wordt, spring je vliegensvlug naar een ander. De strijd opgeven (onverschilligheid): Het jongetje dat als laatste gekozen werd bij voetbal, zorgde dat hij bij biologie de beste was. Hij had ook zijn schouders kunnen ophalen en zeggen: “wat kan mij voetbal schelen.” Dat is een oplossing die ook voorkomt. “Wat kan mij voetbal nu schelen, met een 5 voor biologie vergaat de wereld nog niet, dat ik maar 20 vrienden heb op Facebook, lekker belangrijk!” Alles relatieveren, kan inderdaad een tijdje innerlijke vrede opleveren. Niemand is meer een loser, niemand is meer een winner. Als we dit echter consequent toepassen, lijdt dit tot stilstand. We hebben alle idealen opgegeven, niets doet er meer toe, we zijn onverschillig geworden. Scheiding tussen jou en je daden: Is het mogelijk dat we idealen hebben en we tegelijk niet automatisch op anderen neerkijken of jaloers op anderen worden? We gebruiken deze oplossing als we zeggen: “dat je niet kan voetballen, zegt nog niets over jou als persoon. Die 5 voor biologie is nog geen 5 voor jou. 20 vrienden op Facebook, dat zegt toch niets over jou, jij bent geen Facebook!” We maken een scheiding tussen onszelf en onze daden. Zo krijgt status niet volledig grip op ons. Sprongen we eerst van ijsschots naar ijsschots, om niet te zinken, nu springen we op een eiland. We zijn nog steeds beïnvloedbaar door onze omgeving, maar we hebben nu vaste grond onder onze voeten. Vraag: Lees: Matteüs 6:19-20 19 Verzamel voor jezelf geen schatten op aarde: mot en roest vreten ze weg en dieven breken in om ze te stelen. 20 Verzamel schatten in de hemel, daar vreten mot noch roest ze weg, daar breken geen dieven in om ze te stelen. Probeer Jezus’ boodschap in één zin samen te vatten. Pas het vervolgens toe op vandaag. Wat zijn de schatten tegenwoordig? En wat is die mot, roest en diefstal? Wat is een schat in de hemel precies? Jezus, de status-loze Deze wijsheid verkondigen we allemaal weleens, maar om het werkelijk te snappen, moeten we kijken naar een persoon, die deze wijsheid in alles werkelijk voorleefde. Hij heeft deze wijsheid aan ons geïntroduceerd. Deze persoon is natuurlijk Jezus, de status-loze. Hij was niet bang voor zijn goede naam: Hij liet zich publiekelijk bespotten, zonder één poging om zijn gezicht te redden. mat 27:27-31 Hij was niet de stoere man: Wat in die tijd het bevoorrechte geslacht was. Hij kon zich heel vrouwelijk gedragen, door bijvoorbeeld kinderen bij zich te laten komen. luc 18:16 Hij deed het werk van een slaaf: Door bijvoorbeeld de voeten van ondergeschikten te wassen. joh 13:3-5 Hij kon zijn Jood zijn loslaten: Juist buitenlanders prees Hij meer dan wie ook, vooral de Samaritanen: de zigeuners en de Marokkanen van de samenleving. luc 9:51-56 luc 10:30-37 luc 17:11-19 joh 4:39 joh 8:48 Hij hechte niet aan de status van timmerman: Hij liet zijn eigen huis en goedlopend bedrijf achter, ging de straat op en leefde als dakloze. 2kor 8:9 3 Hij deed niet aan leeftijdsdiscriminatie: Hij had volgers die piepjong waren (Jacobus en Johannes) en die bejaard waren (Nikodemus). mat 4:21-22 joh 3:2-4 joh 19:39-40 Hij pochte nooit dat Hij rabbi was: Eén van de meest respectabele beroepen in die tijd. mat 23:8-11 Hij koos niet voor een status van ‘getrouwd met zonen’: Een man met zijn charisma had eenvoudig een vrouw kunnen krijgen. mat 19:12 Hij deed niet alsof niets hem te groot was: Als Hij moe was, stopte Hij eenvoudig met werken en ging Hij slapen. marc 4:38 Hij trok zijn eigen familie niet voor: Hij introduceerde een nieuwe familie van broers en zussen, dwars door rassen, tradities en culturen heen. mat 12:46-50 Hij had niet de status als knappe man: Hoewel Hij dat als God toch wel had kunnen regelen. jes 53:2 Hij verwierf geen status met zijn wonderen: Hij verbood juist mensen die Hij genas, dit verder te vertellen. marc 7:36-37 Hij hechte niet aan zijn populariteit: Op de top van zijn beroemdheid vergooide Hij die, door bijvoorbeeld de tempel te reinigen van handelaars en geldwisselaars. luc 19:38-46 Hij verwierf geen status met zijn vroomheid: Hij had juist lak aan vroomheidregels. Hij at graan op de sabbat, als Hij bidde, vastte en geld gaf, deed hij dat buiten het gezichtsveld. mat 12:1-2 mat 26:36 mat 6:16 Kort gezegd is dit het grote plaatje van zijn leven: 6 Hij die de gestalte van God had, hield zijn gelijkheid aan God niet vast, 7 maar deed er afstand van. Hij nam de gestalte aan van een slaaf en werd gelijk aan een mens. En als mens verschenen, 8 heeft hij zich vernederd en werd gehoorzaam tot in de dood – de dood aan het kruis. filip 2:6-8 Jezus, had eerst wel status Jezus deed afstand van zijn status. Hij was geen dakloze, die vervolgens het daklozen circuit ging ophemelen. Jezus, zou dan zijn gaan ijsschotsspringen. Jezus, is de mens, die wel degelijk idealen heeft, Hij heeft zelfs het grootst denkbare ideaal, het stichten van een hemels Koninkrijk. Bij Jezus echter zijn er geen losers, Hij lijkt los van status. Jezus, kijkt niet neer op anderen en je kunt hem niet betrappen op enige jaloezie of een kleine angst om af te gaan. Jezus, lijkt uniek daarin. Je ziet bij alle inspirerende figuren van deze tijd wel iets onfris. Bono van U2, één van de christelijke helden van deze tijd, kan het niet nalaten zijn goede daden breed uit te meten. Martin Luther King was een verstokte rokkenjager. Nelson Mandela leefde op het randje van corruptie. Rick Warren, de bekende christelijke schrijver, geeft tegenwoordig 90% van zijn inkomen weg. Waarom weten we dit? Niet alleen Rick Warren’s linkerhand weet wat zijn rechterhand geeft, de hele wereld weet wat zijn rechterhand geeft. mat 6:1-4 Alle grote voorbeelden geen enkele uitgezonderd, laten zich hun eigen goedheid aanleunen. Jezus, lijkt hier juist voor terug te deinzen. Dat is geen valse bescheidenheid, want hij heeft namelijk geen moeite met complimenten van anderen. Wat is zijn geheim? Waardoor lukte het Jezus wel, wat zelfs een Rick Warren en een Mandela niet is gelukt? Vraag: Als je naar het leven van Jezus kijkt: Wat valt je dan op? Leefde Hij (wat het belangrijk vinden van status betreft) echt geheel anders dan jij vandaag? Wat is het verschil? Wat zijn jouw valkuilen wat status betreft? Het geheim van Jezus’ rust Jezus, wist dat God hem zag: Jezus, kon zonder jaloezie en statusangst leven, omdat Hij wist dat God hem zag. Jezus, kon uren en uren bidden. Hij werd bij zijn doop door God ‘mijn intens geliefd kind’ genoemd: ‘in jou vind ik mijn vreugde!’ luc 3:22 Hij noemt God zijn Vader. Als hij doodgemarteld wordt en zijn Vader hem lijkt te verlaten, verzucht hij: ‘Laat mij rusten in uw handen, daar ben ik veilig!’ luc 23:46 Zo had Jezus vaste grond onder de voeten, in een wereld die van ijsschots naar ijsschot springt. Jezus, hoefde niet van ideaal naar ideaal over te gaan, om zijn eigenwaarde te behouden. Hij hoefde ook niet zijn idealen op te geven, omdat niets er meer toe doet. Jezus, had een eiland gevonden, Gods liefde droeg hem. 4 Het christendom wordt dan ook de eerste overtuiging, die leert dat iedereen werkelijk gelijk is: Dat klinkt ons totaal vanzelfsprekend in de oren, maar in Jezus’ tijd waren SLAVEN altijd minderwaardig, VROUWEN trouwens ook en ANDERE RASSEN zeker. Dan is hier Jezus, die hen even hoog aanslaat als HEREN, MANNEN en ROMEINEN. Paulus schrijft het later zo op: 28 Er zijn geen Joden of Grieken meer, slaven of vrijen, mannen of vrouwen – u bent allen één in Christus Jezus. gal 3:28 We hebben al een status in Christus: We hoeven niet meer te jaloers te zijn op anderen, we hoeven niet meer op anderen neer te kijken. We hebben al een status in Christus. We hoeven onze idealen, ambities en waarden niet op te geven, dat is allemaal extra, onze eigenwaarde hangt er niet meer van af. We zeggen niet meer: “ik ben wat ik doe, ik ben wat anderen over mij zeggen, ik ben wat ik bezit.” We peilen niet meer in andermans ogen, hoeveel we waard zijn, maar we kijken naar Gods ogen en zeggen: “Aha, ik weet het weer, ik ben geliefd!” Vraag: Het geloof dat God degene is, die je lief heeft en je altijd waardevol vindt, ongeacht wat je wel of niet kunt of hebt. Verandert dat je denken? Geeft dat rust? Vraag: Probeer aan een ander in de groep duidelijk te maken hoeveel degene waard is. Tegen-ervaringen Hoe werkt dit nu concreet? Door net als Jezus onze status af te leggen of zoals Jezus het zelf uitdrukt: ‘je kruis op je te nemen’ mat 10:38 mat 16:24 marc 8:34 luc 9:23 luc 14:27, doorbreken we het patroon, waarbij we onze eigenwaarde proberen te halen uit andermans blikken. Zo worden we vrij om te zoeken, waar het werkelijk om gaat. Het is zinloos tegen jezelf te zeggen: “Jezus, houdt van me en het gaat mij niet om geld en spullen.” Status is zo ingebakken in al onze gewoontes, dat alleen woorden gebakken lucht zijn. We zullen zelf moeten ervaren, dat status niet alles is. Zoek bewust tegen-ervaringen op, die het zinloze van statusangst aantonen en bewijzen dat het om de liefde draait! Bijvoorbeeld dit rijtje hieronder: Durf in een oude auto te rijden. Ga als leider eens de vaat doen of help de schoonmaakster. Sla de mode een jaartje over. Stap de deur uit zonder make-up. Doe vrijwilligerswerk, waar je niet over vertelt. Zit op een vergadering naast onbelangrijke mensen. Vertel over tegenslagen op je werk. Ga een gesprek aan met iemand van je werk (met een lagere status). Doe werkzaamheden op je werk met een lagere status, bijv. koffie zetten, opruimen, etc. Zaad gezaaid op de weg We plaatsen onze status op de voorgrond, omdat dit belangrijk wordt geacht door onze omgeving. Terwijl de echt belangrijke dingen in ons leven (een leven in het Koninkrijk), omdat ze geen status heeft, op de achtergrond raakt. We horen het goede nieuws wel, maar we begrijpen het niet, omdat andere dingen (onze status) gewoon belangrijker zijn geworden. Op dezelfde manier wordt (het onbegrepen goede nieuws) weggeroofd, wat in ons hart gezaaid is, zoals de vogels het zaad oppikken, wat op de weg gezaaid is. Werkelijk geloven is ervan doordrongen zijn, dat het altijd goed zit en we altijd waardevol zijn - hoe dan ook! Als we dan toch nog populair en succesvol worden, gebruik dat om anderen te helpen en dank God daarvoor. Als we eens een keer afgaan, - kan gebeuren! Prijs God, dat hij groter is dan mensen! Dat we zelfs als zwakkere nog liefde kunnen geven. Vraag: Kan status ervoor zorgen, dat je Gods liefde zelden merkt in je leven? Hoe kun je die belemmeringen laten verdwijnen?