Psalm 84: Van intimiteit naar activiteit. A: Inleiding. Psalm 84 toont ons een prachtige weg waarin wij beginnen met intimiteit en uitgroeien naar activiteit; want we komen eerst tot Jezus voor relatie met Hemzelf en worden door Hem voorbereid op het werk; daarna trekken we met Hem de wereld in. Psalm 84 is een prachtige vervulling van de grote samenvatting van Gods woord. Matt.22:37-40 Heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand. Dat is het grootste en eerste gebod. Het tweede is daaraan gelijk: heb uw naaste lief als uzelf. Deze twee geboden zijn de grondslag van alles wat er in de Wet en de Profeten staat. B: De schrijvers van de psalm. Ps.84:1 Voor de koorleider. Op de wijs van de Gatitische. Van de Korachieten, een psalm. Psalm 84 is geschreven door een groep mensen die zichzelf de Korachieten noemden; deze Korachieten waren de nakomelingen van Korach die op zijn beurt volgens Ex.6:16-21 een achterkleinzoon was van Levi, de derde zoon van Jakob, die één van de drie stamvaders van Israël was. De stam Levi werd in Num.3-4 apart gezet van de andere stammen van Israël om voor het huis van de Heer (d.i. de tabernakel) te zorgen; zij moesten de priesters van Israël helpen met het verrichten van allerlei taken in het huis van de Heer. Binnen de stam Levi was namelijk de familie van Aäron apart gezet als priesters om voor het aangezicht van de Heer te zijn en de offers voor het volk te brengen. Levi had drie zonen en dat waren Gerson, Kehat en Merari (Ex.6:16); en hun nakomelingen werden over drie belangrijke taken in de tabernakel verdeeld. De Gersonieten moesten voor alle tentkleden, tentdoeken en gordijnen zorgen; de Merarieten moesten voor alle houten balken, dwarsbalken, planken, palen en voetstukken zorgen; en de Kehatieten moesten voor alle belangrijke religieuze voorwerpen in de tabernakel zorgen. Uit deze drie groepen werden ook de poortwachters voor de tabernakel en later voor de tempel aangewezen. De families van de Korachieten deden ook regelmatig dienst als poortwachters (1Kron.9:19+26:1). Terwijl zij op wacht stonden - zowel overdag als ’s nachts - zagen zij hoe alle activiteiten in de tempel volop in bedrijf waren, en één van de belangrijkste taken van de Levieten was ook de zorg voor aanbidding, zang en muziek. Het Joodse volk is een zeer muzikaal volk en dat stamt al uit de oorsprong van het volk Israël; maar vooral de Levieten waren nauw betrokken bij het maken van zang en muziek. In die hoedanigheid schreven zij vaak nieuwe liederen, en dat deden ook de Korachieten (2Kron.20:19). De Korachieten zijn de schrijvers van de psalmen 42 t/m 49 (behalve 43) en de psalmen 84 t/m 88 (behalve 83). Hun liederen zijn geïnspireerd door de Heilige Geest, maar deze mannen vonden hun bron van inspiratie heel dichtbij, doordat zij zo vaak in de tempel aanwezig waren om hun werk als poortwachters maar ook als muzikanten te verrichten. Zij leefden wat hun werk betreft voortdurend in de tegenwoordigheid van de Heer; en in die tegenwoordigheid van God is ook Ps.84 ontstaan. Wat de betekenis van de opmerking ‘Op de wijs van de Gatitische’ is, weet men niet zeker maar deze opmerking komt ook in het begin van Ps.1 en Ps.81 voor. De term ‘gatitische’ stamt af van het Hebreeuwse woord ‘gath’ wat een aanduiding is voor een wijn-of olijfpers; dit vinden we ook terug in de naam Gethsemane wat in het Hebreeuws ‘gath shemen’ is. C: De ingang van Gods huis zoeken. Ps.84:2-3 Hoe lieflijk is Uw woning, HEER van de hemelse machten. Van verlangen smacht mijn ziel naar de voorhoven van de HEER. Mijn hart en mijn lijf roepen om de levende God. Een mooiere ouverture hadden de Korachieten nauwelijks kunnen bedenken; het was de hartslag van hun leven om het huis van de Heer te omschrijven als lieflijk, maar dit woord kunnen we vanuit het Hebreeuws ook vertalen als geliefd. Het huis van de Heer was bij hen zeer geliefd, zoals het volk van God zeer geliefd was bij de Heer. Het Hebreeuwse woord dat hier gebruikt wordt is ‘jediyd’ dat maar 9 keer in het Oude Testament voorkomt. 1 Deut.33:12 Over Benjamin zei hij: De HEER laat Zijn lieveling bij Zich schuilen. Ps.45:1 Op de wijs van De lelies. Van de Korachieten, een kunstig lied. Een liefdeslied. Ps.60:7 Bevrijd Uw geliefde volk, help het met Uw machtige hand, verhoor ons. Ps 108:7 Bevrijd uw geliefde volk, help het met Uw machtige hand, verhoor mij. Ps.127:2b Hij geeft het Zijn lieveling in de slaap. Jes.5:1 Voor mijn geliefde wil ik zingen het lied van mijn lief en zijn wijngaard. Mijn geliefde had een wijngaard, gelegen op vruchtbare grond. Jer.11:15 Wat doet Mijn geliefde in Mijn huis, voert zij kwade plannen uit? Het uitgangspunt voor de Korachieten was dat het huis van de Heer geliefd was, maar ook dat zijzelf geliefd waren bij de Heer van het huis, want zij mochten in Zijn tegenwoordigheid zijn; ze beschouwden dat als een groot voorrecht. Door hun voortdurende aanwezigheid in de tempel ontwikkelden zij een steeds grotere honger naar de ervaring van de manifeste liefde van de Heer. Ze smachtten van verlangen om in de nabijheid van God te mogen zijn, maar zij gaven expressie aan dit verlangen door tot God te roepen met uitbundig gejuich. Het woord ‘roepen’ is in het Hebreeuws het woord ‘ranan’ dat de betekenis heeft van feestelijk gejuich met luid gezang en muziek. Het smachtende verlangen van het hart wordt tot expressie gebracht d.m.v. het hunkerende lichaam dat gemaakt is voor muziek en dans tot eer van de levende God. En zo is het ook met ons. In de eerste fase van ons leven met God hongeren wij naar Zijn tegenwoordigheid; ons hart smacht van verlangen en roept om de ervaring van Zijn nabijheid. Dit is de fase waarin ons zoeken centraal staat; het is een tijd waarin wij door de deur van Gods tegenwoordigheid naar binnen gaan, maar we zijn op zoek naar de troon van Zijn tegenwoordigheid (Openb.4:1-3). We willen niet alleen maar binnen zijn, we willen verder zoeken totdat wij Hemzelf gevonden hebben. Maar ons zoeken is geen wanhopig zoeken naar iets waarvan we betwijfelen of we het wel zullen vinden; er is hier sprake van een hongerig zoeken in geloof, en dit geloof komt tot expressie in luide lofprijzing met muziek. Het emotionele verlangen van het hart heeft het nodig om tot expressie te komen d.m.v. het lichaam. Ps.27:4 Ik vraag aan de HEER één ding, het enige wat ik verlang: wonen in het huis van de HEER alle dagen van mijn leven, om de liefde van de HEER te aanschouwen, Hem te ontmoeten in Zijn tempel. D: Gods altaren vinden. Ps.84:4 Zelfs de mus vindt een huis en de zwaluw een nest waarin ze haar jongen neerlegt, bij Uw altaren, Heer van de hemelse machten, mijn Koning en mijn God. In de tempel van Salomo stonden twee altaren; buiten in de voorhof stond het brandofferaltaar maar in de voorste afdeling van het tempelgebouw, die het heilige genoemd werd, stond het reukofferaltaar. Omdat de tempel een tamelijk open en toegankelijk gebouw was, slaagden kleine vogeltjes er gemakkelijk in om een nest te bouwen in allerlei hoeken en kieren, zo ook bij deze altaren. Vers 4 spreekt over de mus en de zwaluw, en deze twee vogels komen we ook in een ander verband tegen. Spr.26:2 Zoals een vogel (NBG’51: mus) wegvliegt, zoals een zwaluw wegwiekt, zo vervliegt een ongegronde vloek. Bij het woord ‘vervliegt’ spreekt het Hebreeuws letterlijk over het feit dat een ongegronde vloek niet binnenkomt, en dit wordt vergeleken met twee rondfladderende vogels zoals de mus en de zwaluw. Maar deze twee vogeltjes komen wél het huis van God binnen, en de Korachieten voelden zich emotioneel enorm gesterkt bij het zien van deze twee vogeltjes in de tempel. Als twee zulke kleine vogels al bij de altaren in de tempel konden komen zonder dat God hen dat schuldig aanrekende, hoeveel te meer mochten zij als Levieten bij de altaren van God komen. En datzelfde geldt ook voor ons, want Jezus zei het volgende. Matt.6:25-26 Daarom zeg Ik jullie: maak je geen zorgen over jezelf en over wat je zult eten of drinken, noch over je lichaam en over wat je zult aantrekken. Is het leven niet meer dan voedsel en het lichaam niet meer dan kleding? Kijk naar de vogels in de lucht: ze zaaien niet en oogsten niet en vullen geen voorraadschuren, en het is jullie hemelse Vader die ze voedt. Zijn jullie niet meer waard dan zij? 2 Matt.10:29-31 Wat kosten twee mussen? Zo goed als niets. Maar er valt er niet één dood neer als jullie Vader het niet wil. Bij jullie zijn zelfs alle haren op je hoofd geteld. Wees dus niet bang, jullie zijn meer waard dan een hele zwerm mussen. Over de eeuwen heen roepen het kleine musje en de kleine zwaluw uit Ps.84:4 ons toe dat wij welkom zijn bij de altaren van onze hemelse Vader, want wij zijn veel groter en belangrijker voor God dan zij. Het brandofferaltaar is een geestelijk symbool van het kruis van Golgotha, want daar werden alle offers voor de zonden van het volk gebracht, zoals het brandoffer, het graanoffer, het vredeoffer, het reinigingsoffer en het hersteloffer. Bij het brengen van deze offers vloeide er altijd bloed - behalve bij het graanoffer - als symbool van het bloed van Jezus dat ons reinigt van al onze zonde (1Joh.1:7b). Het reukofferaltaar is een geestelijk symbool van de aanbidding in geest en waarheid die wij aan God brengen (Joh.4:23-24). Wanneer wij de tegenwoordigheid van God binnengaan staan wij altijd eerst stil bij alles wat Jezus voor ons op het kruis volbracht heeft; daarna gaan wij verder om God te prijzen voor alles wat Hij voor ons gedaan heeft en Hem te aanbidden om wie Hij is in Zijn eeuwige wezen en karakter. Openb.5:13-14 Elk schepsel in de hemel, op aarde, onder de aarde en in de zee, alles en iedereen hoorde ik zeggen: Aan Hem die op de troon zit en aan het Lam komen de dank, de eer, de lof en de macht toe, tot in eeuwigheid. De vier wezens antwoordden: Amen, en de oudsten wierpen zich in aanbidding neer. Vers 4 eindigt dan ook met een conclusie vol bewondering dat de Heer onze God de Heer van de hemelse machten is, onze Koning en onze God. Een dergelijke omschrijving van God is de essentie van al onze aanbidding in geest en waarheid. E: In het huis van God wonen. Ps.84:5 Gelukkig wie wonen in Uw huis, gedurig mogen zij U loven. De schrijvers van Ps.84 spreken in vers 5 + 6 + 13 over de mens die gelukkig is maar wat bedoelen ze daar eigenlijk mee? Het Hebreeuwse woord voor gelukkig is ‘esher’, en dit woord komt 45 keer voor in de Bijbel waarvan 26 keer in het boek Psalmen. Het woord ‘esher’ heeft inderdaad de betekenis van ‘gelukkig’, en is afgeleid van het werkwoord ‘ashar’ dat 16 keer in de Bijbel voorkomt en de betekenis heeft van ‘rechtop gaan, rechtuit gaan, voortgaan, voortgang boeken, rechtzetten, oprichten, gelukkig prijzen, gezegend prijzen, gezegend zijn’. M.a.w. jezelf gelukkig maken is zorgen dat je rechtop loopt, recht uitgaat, vooruit gaat, voortgang boekt, gezegend wordt. Hier volgt een lijst van alle andere teksten in het boek Psalmen met het woord ‘esher’; het loont de moeite om ze stuk voor stuk biddend en mediterend door te lezen om een goed besef te krijgen van datgene wat ons werkelijk gelukkig maakt. Er is namelijk heel veel misverstand in de wereld over wat de mens werkelijk gelukkig kan maken. Ps.1:1-2 Gelukkig de mens die niet meegaat met wie kwaad doen, die de weg van zondaars niet betreedt, bij spotters niet aan tafel zit, maar vreugde vindt in de wet van de HEER en zich verdiept in Zijn wet, dag en nacht. Ps.2:12 Bewijs eer aan Zijn Zoon met een kus, anders ontvlamt Zijn woede, en uw weg loopt dood, want bij het geringste ontsteekt Hij in toorn. Gelukkig wie schuilen bij Hem. Ps 32:1-2 Van David, een kunstig lied. Gelukkig de mens van wie de ontrouw wordt vergeven, van wie de zonden worden bedekt. Gelukkig als de HEER zijn schuld niet telt, als in zijn geest geen spoor van bedrog is. Ps.33:12 Gelukkig het volk dat de HEER als zijn God heeft, de natie die Hij verkoos als de Zijne. Ps.34:9 Proef, en geniet de goedheid van de HEER, gelukkig de mens die bij Hem schuilt. Ps.40:5 Gelukkig de mens die vertrouwt op de HEER en zich niet keert tot hoogmoedigen, tot hen die verstrikt zijn in leugens. Ps.41:2 Gelukkig wie zorgt voor de armen; in kwade dagen zal de HEER hem uitkomst geven. Ps.65:5 Gelukkig wie door U gekozen is en U mag naderen, hij mag wonen in Uw voorhoven. Wij genieten het goede van Uw huis, het heilige van Uw tempel. 3 Ps.89:16 Gelukkig het volk dat van Uw roem getuigt en leeft, HEER, in het licht van Uw gelaat. Ps.94:12 Gelukkig de mens, HEER, die door U wordt geleid en onderwezen in uw wet en uw leer. Ps.106:3 Gelukkig wie zich houden aan het recht en doen wat rechtvaardig is, telkens weer. Ps.112:1 Halleluja! Gelukkig de mens met ontzag voor de HEER en met liefde voor Zijn geboden. Ps.119:1 Gelukkig wie de volmaakte weg gaan en leven naar de wet van de HEER, Ps.119:2 Gelukkig wie Zijn richtlijnen volgen, Hem zoeken met heel hun hart. Ps.127:5 Gelukkig de man wiens koker is gevuld met pijlen zoals zij. Hij staat niet te schande als hij zijn vijanden aanklaagt in de poort. Ps.128:1-2 Gelukkig ieder die ontzag heeft voor de HEER en de weg gaat die Hij wijst; je zult eten wat je werk opbrengt, geluk en voorspoed vallen je toe. Ps.137:8-9 Babel, weldra word je verwoest. Gelukkig hij die wraak zal nemen en jou doet wat jij ons hebt gedaan. Gelukkig hij die jouw kinderen grijpt en op de rotsen verplettert. Ps.144:15 Gelukkig het volk dat zo mag leven, gelukkig het volk dat de HEER als God heeft. Ps.146:5 Gelukkig wie de God van Jakob tot hulp heeft, wie zijn hoop vestigt op de HEER, zijn God. Samengevat zeggen deze teksten dat je gelukkig bent wanneer je de Zoon van God kust in relatie met Hem (2:12), wanneer je van God vergeving ontvangt (32:1-2), wanneer je deel uitmaakt van het volk van God (33:12, 144:15), wanneer je bij God schuilt (34:9, 146:5), wanneer je op de Heer vertrouwt (40:5), wanneer je voor de armen zorgt (41:2), wanneer je door de genade van God uitgekozen bent om te wonen in Zijn huis (65:5), wanneer je in het licht van Gods aangezicht leeft (89:16), wanneer je door de Heer onderwezen wordt in Zijn woord (94:12), wanneer je rechtvaardig leeft (106:3), wanneer je ontzag hebt voor de Heer en Zijn woord liefhebt (112:1, 119:1-2), wanneer je geestelijke kinderen voortbrengt (127:5), wanneer je in ontzag voor de Heer succesvol in je werk bent (128:1-2), wanneer je de vijand verslaat (137:8-9). Maar het accent in Ps.84:5 ligt op het wonen in Gods huis om als een aanbidder bij de Heer te zijn. We gaan het huis van God niet naar binnen om daar te werken maar om er te wonen, want Gods tegenwoordigheid is bedoeld als een rustplaats, niet als een werkplaats. Toch zal ons verblijf in de tegenwoordigheid van God ons meer veranderen dan al onze menselijke inspanning om een heilig leven te leiden. Wanneer wij kijken in de glorie van Gods aangezicht zullen wij blijvend en diep ingrijpend veranderd worden (2Kor.3:18). Deze diep ingrijpende verandering van binnen zal tot de vanzelfsprekende reactie leiden dat wij de Heer gaan prijzen als levensstijl, en niet als een gebeurtenis die af en toe plaatsvindt in een samenkomst. De tekst spreekt over het ‘gedurig’ prijzen van de Heer wat de betekenis heeft van herhaling zonder onderbreking. Het Hebreeuwse woord ‘owd’ is afgeleid van het werkwoord ‘uwd’ wat niet alleen de betekenis heeft van ‘herhalen’ maar ook van ‘rondgaan’. Deze stijl van lofprijzing en aanbidding is niet gebonden aan een samenkomst of muziek maar is de hartsgesteldheid van een priester die geniet van het voorrecht dat hij in het huis van God wonen mag. Hij geniet van het gelukkig zijn in God en dat is een interne beleving van zijn emotionele hart; dat is onafhankelijk van de omstandigheden waarin hij verkeert. Maar dit is niet een gemakkelijk geleerde les; het is veeleer het gevolg van een jarenlang rijpingsproces in het hart van een mens die geleerd heeft om zijn vrede en geluk te vinden in God, omdat hij de disciplinerende hand van de hemelse Vader heeft leren waarderen als een uiting van gepassioneerde liefde. Spr.3:11-13 Mijn zoon, een berisping van de HEER mag je nooit terzijde schuiven, Zijn bestraffing moet je zonder afschuw ondergaan, want de HEER straft wie Hij liefheeft, zoals een vader die houdt van zijn zoon. Gelukkig is een mens die wijsheid heeft gevonden, een mens die inzicht wint. Deze tekst uit Spr.3 wordt geciteerd in Hebr.12:5-6 en de schrijver van de Hebreeënbrief voegt er nog een belangrijke conclusie aan toe. Hebr.12:10 God berispt ons voor ons eigen bestwil om ons te laten delen in Zijn heiligheid. 4 F: Werken aan een rein hart. Ps.84:6 Gelukkig wie bij U hun toevlucht zoeken, met in hun hart de wegen naar U. In vers 6 komen we bij de kern van Ps.84 terecht, want hier wordt de werkelijk gelukkige mens omschreven als iemand die in zijn hart wegen naar God heeft. Het Hebreeuws spreekt hier over het aanleggen van een gebaande weg in ons hart, want om werkelijk tot God te kunnen naderen in de dagelijkse ervaring van het leven is een rein hart nodig (Ps.15:1-2, Ps.24:3-4, Ps.73:1, Matt.5:8). Maar wat bedoelden de schrijvers met een gebaande weg? In de Hebreeuwse tekst staat het woord ‘mecillah’ wat een aanduiding is van een aangelegde weg, want in die tijd liepen er vele ongebaande sporen en weggetjes door het land doordat daar toevallig regelmatig mensen en dieren langskwamen. Maar een gebaande weg was een weg die met veel mankracht werd aangelegd, en dit soort wegen werd ook wel aangeduid als een koninklijke weg (Num.20:17+19). En de wegen in ons hart naar God toe behoren altijd gebaande wegen te zijn voor de Koning. Ps 68:5 Zing voor God, bezing Zijn naam, maak ruim baan voor Hem die door de vlakten rijdt, HEER is Zijn naam, jubel als Hij verschijnt. Spr.15:19 Het pad van een luiaard is vol dorens, de weg van de oprechten is geëffend. Spr.16:17 Wie oprecht is (mecillah!), mijdt de weg van het kwaad, wie zijn weg in het oog houdt, beschermt zijn leven. Jes.40:3 Hoor, een stem roept: Baan voor de HEER een weg door de woestijn, effen in de wildernis een pad voor onze God. Jes.62:10 Ga door de poorten, ga erdoorheen, maak de weg vrij voor het volk. Ruim baan! Effen de weg en verwijder de stenen, steek het vaandel op voor de volken. Wanneer wij dagelijks kostbare tijd investeren om in de tegenwoordigheid van God te zijn, zal een jarenlang proces van genezing, bevrijding en reiniging ons hart steeds meer zuiveren van allerlei verborgen angsten, die ons verhinderen om in volle vrijmoedigheid intimiteit met God te beleven en door te groeien naar activiteit. Maar dit is geen karwei dat snel geklaard kan worden; dit proces van het aanleggen van een gebaande hoofdweg voor de tegenwoordigheid van de Heer in ons hart vraagt om een jarenlange investering. Omdat ons emotionele hart vaak door eigen zonde of door ruw optreden van anderen in woord en daad beschadigd is geraakt, zijn wij als mensen er niet in geslaagd om ons hart te beschermen (Spr.4:23). Dus daarom hebben wij een proces van herstel voor ons hart nodig. Ps.86:11 Wijs mij Uw weg, HEER, laat mij wandelen op het pad van Uw waarheid, vervul mijn hart met ontzag voor Uw naam. De weg van de Heer is dat specifieke pad van de waarheid dat Hij zeer persoonlijk voor ons bedoeld heeft; daarbij is het noodzakelijk dat ons hart vervuld is met ontzag voor de naam van God. Maar er is iets bijzonders aan de hand met het woord ‘vervuld’; het Hebreeuwse woord is ‘yachad’ en de NBG’51-vertaling vertaalt met ‘verenig mijn hart om Uw naam te vrezen’. Deze vertaling is correct en veronderstelt dat ons hart vaak innerlijk verdeeld is en altijd probeert diverse kanten uit te gaan, wat tot geestelijke en emotionele instabiliteit leidt; we noemen dit onstandvastigheid. In het leven op aarde hebben wij geen grotere vijand dan ons eigen hart, en de grote strijd in dit leven is om ons emotionele hart te onderwerpen aan de genezende principes van de hemelse Heer die ons zo intens liefheeft, maar die ons ook zo bijzonder duidelijk heeft gemaakt hoe vijandig het menselijke hart kan zijn. Jer.17:9-10 Niets is zo onbetrouwbaar als het hart, onverbeterlijk is het, wie zal het kennen? Ik de HEER ben het die het hart doorgrondt, die nieren toetst, die ieder naar zijn levenswandel beloont, aan ieder geeft wat hij verdient. Matt.15:18-20 Wat daarentegen de mond uitgaat komt uit het hart, en die dingen maken een mens onrein. Want uit het hart komen boze gedachten, moord, overspel, ontucht, diefstal, valse getuigenissen en laster. Dat maakt een mens onrein. De reiniging van het hart is geen gemakkelijke weg maar heeft wel een geweldig vooruitzicht. G: Een gezegend veranderingsproces. Ps.84:7 Trekken zij door een dal van dorheid, het verandert voor hen in een oase; rijke zegen daalt als regen neer. Ps.84:7 spreekt over een dal van dorheid, maar in het Hebreeuws wordt gesproken over het 5 baka-dal; het woord ‘baka’ kan de aanduiding van een plaats zijn maar wordt ook wel eens vertaald met balsemstruik. Maar in beide gevallen is het woord afgeleid van het werkwoord ‘bakah’ wat de betekenis heeft van ‘huilen’. Er is een associatie tussen een balsemstruik en de tranen van een mens, want het kostelijke balsemsap won men per druppel door de boomstam met scherpe stenen open te snijden. Daardoor leek het alsof de balsemstruik ‘huilde’. De psalmschrijvers beschrijven hier hoe een mens via de reeds gebaande wegen in zijn hart naar God toe kan gaan om de nog onopgeloste dilemma's in zijn hart (het dal van tranen) voor het aangezicht van God te brengen en van Hem inzicht en kracht te ontvangen om die dingen te veranderen die hij kan veranderen, en die dingen die hij niet kan veranderen in de handen van God te leggen. En er is wijsheid van de Heilige Geest nodig om het verschil te weten tussen wat wij wel en wat wij niet kunnen veranderen, want voor alles is een juiste tijd (Pred.3:1-8). God kent de seizoenen van ons emotionele hart, en Hij alleen weet het juiste moment voor het juiste medicijn en de juiste therapie van Zijn Geest. Maar de belofte is aanwezig dat het tranendal van ons hart veranderen mag in een oase, waar rijke zegen neerdaalt als regen op dorre grond. Wanneer wij met vrijmoedigheid en geloof in God deze weg inslaan, zullen we gaan ervaren dat ook de volgende verzen van Ps.84 een steeds grotere realiteit gaan worden. H: Een gebedsleven ontwikkelen. Ps.84:8-9 Steeds krachtiger gaan zij voort om in Sion voor God te verschijnen. Heer, God van de hemelse machten, hoor mijn gebed, luister naar mij, God van Jakob. Wanneer ons hart gereinigd en bevrijd is van vele verborgen angsten die tot zondige patronen hebben geleid, zullen wij in staat zijn om steeds meer een leven van gebed te ontwikkelen. Steeds krachtiger en steeds vrijmoediger bewegen wij ons in de tegenwoordigheid van God, en wij zullen ook steeds meer gebedsverhoringen ontvangen. In plaats van een gesloten hart vanwege angst en schuldgevoelens gaat ons hart steeds meer open om naar de stem van God te luisteren en tot Hem te spreken. In het begin van de schepping zien wij in Gen.2 dat God in een harmonieuze relatie met de mens door het paradijs wandelde, maar door misleiding van de vijand bewaakte de mens zijn hart niet tegen de infiltratie van leugen. De verleiding om op het gebied van kennis en macht als God te zijn (Gen.3:5) bleek op dat moment nog groter en sterker te zijn dan de uitnodiging om op het gebied van karakter op God te lijken (Gen.1:26-27). Maar het resultaat was dat de ogen van de mens op een negatieve manier geopend werden voor zijn geestelijke naaktheid, waardoor schaamte als een wolk hem bedekte en hij wanhopig naar een middel zocht om zichzelf voor God te verbergen. De vijgenbladeren (Gen.3:7) vormden het begin van het schaamte-vrees-controle syndroom van de mensheid. De mens werd beroofd van zijn geestelijke vrijmoedigheid, en de directe toegang tot God werd hem ontzegd. Maar wanneer wij de weg van Psalm 84 bewandelen is het nodig dat wij de controle over de verborgen schuilhoeken van ons hart aan God geven, en onze schaamte en angst openlijk aan Hem belijden, zodat Hij in Zijn genade daarmee kan afrekenen. Dan zullen wij steeds krachtiger in vrijmoedigheid voor Hem verschijnen, omdat wij ervaren dat Hij naar ons luistert en onze gebeden verhoort. We gaan voort van kracht tot kracht (Ps.84:8 in NBG’51), zoals wij ook voortgaan van hoop op hoop (Rom.4:18 in NBG’51) en vernieuwd worden van heerlijkheid tot heerlijkheid (2Kor.3:18 in NBG’51) en dit alles van dag tot dag (Ps.96:2, 2Kor.4:16). Hebr.10:35-36 Leg die onbeschroomdheid dus niet af, u zult er ruim voor worden beloond. Blijf juist volharden, want als u de wil van God doet, zult u ontvangen wat u beloofd is. Hebr.3:6 Christus echter is trouw als Zoon die over dat huis is aangesteld. Wij vormen dat huis, mits we trots en zonder schroom vasthouden aan datgene waarop wij hopen. Hebr.4:16 Laten we dus zonder schroom naderen tot de troon van de Genadige, waar we telkens als we hulp nodig hebben barmhartigheid en genade vinden. I: Zalving ontvangen. Ps.84:10 God, ons schild, zie naar ons om, sla goedgunstig het oog op Uw gezalfde. In de tijd van het Oude Testament had men in het leger twee soorten schilden. Het eerste was 6 een klein schild (tsinnah) dat bedoeld was voor de aanval, en het tweede was een groot schild (magen) dat bedoeld was voor de verdediging. In Ps.84:10 wordt het grote schild genoemd, waarmee wordt aangegeven dat God een perfecte verdediging om ons heen is; Hij beschermt ons altijd. Ons gebed om een genadige blik van God (goedgunstig) past helemaal in het beeld van onze vrijmoedigheid bij Hem en Zijn bescherming van ons; dat bereidt ons voor op het gebed om meer zalving van de Heilige Geest in ons leven. In het ontwikkelen van intimiteit met Jezus groeit ook de zalving van de Heilige Geest in ons leven; Jezus giet de olie van Zijn Geest over ons uit als voorbereiding voor het moment waarop wij daadwerkelijk met Hem naar buiten gaan en in actie komen. Net als de leerlingen van Jezus moeten ook wij leren wachten in de tegenwoordigheid van God totdat de belofte van de Vader over ons komt (Luc.24:49, Hand.1:4-5+8). Het investeren van kostbare tijd om te bidden en te wachten op de Heer is nóóit maar dan ook nóóit verspilde tijd tenzij het als argument gebruikt wordt om niet te hoeven gehoorzamen. Maar wachten op de Heer is een kostbare schat voor hen die prioriteiten willen stellen in hun leven om op die manier Jezus de beste plaats in hun hart te geven, om maar niet zeggen de enige plaats. J: Prioriteiten blijven stellen. Ps.84:11 Beter één dag in Uw voorhoven dan duizend dagen daarbuiten, beter op de drempel van Gods huis dan wonen in de tenten der goddelozen. De Korachieten kenden de voorhoven van de tempel natuurlijk op hun duimpje, want zij behoorden tot de tempelwachters die voortdurend toezicht hielden op de gang van zaken in en rondom de tempel. Zij beschouwden het dan ook als een voorrecht om als poortwachter op een drempel van één van de tempelpoorten op wacht te staan. De tegenwoordigheid van God infiltrereerde hun hart en geest zo sterk dat hun taak als poortwachter steeds meer een expressie werd van hun verlangen naar God. Ze beschouwden hun taak in de tempel niet meer als hun gewone dagelijkse werk, maar als een roeping om de naam van God te eren. Veel zaken in hun leven werden van steeds minder belang en een uitgaansleven was er niet meer bij, want de manifeste invloed van de glorie van God kreeg steeds meer grip op hun gevoelens en gedachten. In God geloven is voor velen een religieuze bezigheid die hoofdzakelijk gevuld wordt met het vervullen van religieuze plichten en intermenselijke goede werken. Maar God kennen in een intieme relatie door voortdurende aanwezigheid in Zijn manifeste glorie krijgt door de jaren heen een zodanige sterke grip op je dat je niet meer zonder kunt. Wanneer je eenmaal door God gegrepen bent, raak je verslaafd aan de doordringende geur van Zijn liefde; alles wat in de wereld is, is dan nog slechts een dwaas karikatuur van het echte leven. Ps.84:11 is een geloofsbelijdenis van mensen die zodanig doortrokken zijn van de glorie van God dat ze nooit meer zonder kunnen. Alles wat hen van God afhoudt schuiven ze terzijde, niet alleen maar datgene wat slecht en zondig is, maar ook datgene wat op zichzelf goed en door God geschapen is. Ze doen dit in het besef dat het goede heel vaak de allergrootste vijand is van het beste; en zulke mensen gaan alleen nog maar voor het beste. Dit was iets wat de apostel Paulus beter begreep dan menig andere gelovige in zijn tijd. Fil.3:7-15a Maar alles wat voor mij winst was, ben ik omwille van Christus als verlies gaan beschouwen. Sterker nog, alles beschouw ik als verlies. Het kennen van Christus Jezus, mijn Heer, overtreft immers alles. Omwille van Hem heb ik alles prijsgegeven; ik heb alles als afval weggegooid. Ik wilde Christus winnen en één met Hem zijn, maar niet door mijn eigen rechtvaardigheid omdat ik de wet naleef, maar door die van God, de rechtvaardigheid die er is door het geloof in Christus. Ik wil Christus kennen en de kracht van Zijn opstanding ervaren, ik wil delen in Zijn lijden en aan Hem gelijk worden in Zijn dood, in de hoop misschien ook zelf uit de dood op te staan. Niet dat ik al zover ben en mijn doel al heb bereikt. Maar ik houd vol in de hoop eens dat te kunnen grijpen waarvoor Christus Jezus mij gegrepen heeft. Broeders en zusters, ik beeld me niet in dat ik het al heb bereikt, maar één ding is zeker: ik vergeet wat achter me ligt en richt mij op wat voor me ligt. Ik ga recht op mijn doel af: de hemelse prijs waartoe God mij door Christus Jezus roept. Hierop moeten wij ons allen als volmaakte mensen richten!!! 7 K: Uitgaan in de kracht van de Heilige Geest. Ps.84:12-13 Want God, de Heer, is een zon en een schild. Genade en glorie schenkt de Heer, Zijn weldaden weigert Hij niet aan wie onbevangen op weg gaan. Heer van de hemelse machten, gelukkig de mens die op u vertrouwt. De Heer onze God ís een zon en een schild, en Hij gééft genade en glorie; wat God ons geeft komt altijd voort uit Zijn wezen en karakter. Daarom zijn genade en glorie twee synoniemen van de begrippen zon en schild. Want Gods genade is als een beschermend schild om ons heen, terwijl Zijn glorie ons als het zonlicht beschijnt; we worden dan tegelijkertijd van buitenaf beschermd en van binnenuit verwarmd. In de voorbereiding van het wachten in de tegenwoordigheid van God heeft ons emotionele hart een belangrijk proces doorlopen; ons hart is gezond geworden door te kijken naar de glorie van de Heer en het ervaren van intimiteit met Hem. Het woord ‘onbevangen’ heeft in het Hebreeuws de betekenis van ‘volkomen, gaaf, onberispelijk, gezond’. Omdat we gezond zijn geworden, kunnen we ook gezonden worden. Ons hart heeft nu voldoende liefde en kracht ontvangen om op de Heer te kunnen vertrouwen in activiteiten voor Zijn koninkrijk. En vervolgens worden we voor de derde keer in deze psalm gelukkig verklaard, want gelukkig is de mens die op de Heer vertrouwt. Jes.57:14-19 Toen werd er gezegd: Ruim baan! Effen de weg voor Mijn volk! Verwijder elk struikelblok. Dit zegt Hij die hoog is en verheven, die troont in eeuwigheid, heilig is Zijn naam: In hoogheid en heiligheid zal Ik tronen met hen die verslagen en onaanzienlijk zijn, opdat de onaanzienlijke geest herleeft, opdat het verslagen hart tot leven komt. Want niet eindeloos blijf Ik twisten, niet eeuwig duurt mijn toorn. Al doe Ik de levensadem stokken, Ik ben het ook die het leven geeft. Mijn toorn was op hun zondige hebzucht gericht, Ik heb hen gestraft en Me in Mijn woede verborgen. Maar zij gingen onverdroten voort op de weg die ze zelf hadden gekozen. Ik heb gezien wat ze deden, maar toch zal Ik hen genezen, hen leiden en hun barmhartigheid bewijzen. Treurenden bied Ik troostrijke woorden: Vrede, vrede voor iedereen, ver weg of dichtbij, zegt de HEER, Ik zal genezing brengen. V.v.d.B. 8