Radicalisering Personeelsdag 2015 Wat is radicalisering? • radicalisering zelfst.naamw.Afbreekpatroon: ra - di - ca - li - 'se - ring het extremer worden van bepaalde opvattingen • Bredere definitie (Ten Bos, 2012): kan door politieke opvattingen (moslimradicalisme. dierenrechten, rechts-extremisme), maar ook criminele cognities. • Engere definitie NCTR: "Het (actief) nastreven en/of ondersteunen van diep ingrijpende veranderingen in de samenleving, die een gevaar kunnen opleveren voor (het voortbestaan van) de democratische rechtsorde (doel), eventueel met het hanteren van ondemocratische methodes (middel), die afbreuk kunnen doen aan het functioneren van de democratische rechtsorde (effect)." Deze definitie is ontleend aan het rapport "Van Dawa tot Jihad" van de AIVD. • Oorzaken radicalisering (Ten Bos, 2012) • Onzekerheid • Onrechtvaardigheid • Bedreiging Verder (Schermer, 2015) • Geloof (magisch denken) • Beschaving Hobbes: social contract Recent: • Pinker: onderwijs, handel en intelligentie (Moral Flynn Effect) • De Waal: age of empathy • Keysers: Empathie door shared circuits Norbert Elias: beschavingsoffensief • Shermer: Moral Arc, wetenschap, rede, humanisme toenemende pacificatie: van 1000 op 1000.0000 naar 1:1000.000 Pinkers Analyse De driehoek van geweld Bystander – Maatschappelijk verantwoord ondernemen Law Agressor Victim War 5 ontwikkelingen • De democratische staat met haar stabiele geweldsmonopolie • Handel • Feminisering • Empathie • Onderwijs en Verstand Ter herinnering: fasen moreel redeneren (Kohlberg) • • • • • Niveau I - pre-conventioneel (tot 9 jaar) stadium 1 gehoorzaamheid en gericht op (het vermijden van) straf stadium 2 gericht op eigenbelang Niveau II - conventioneel (9 jaar tot en met adolescentie) stadium 3 gericht op interpersoonlijke overeenstemming en conformisme • stadium 4 gericht op autoriteit en op het handhaven van de sociale orde • stadium 4+ moreel relativisme • Niveau III - post-conventioneel (volwassenheid): nog niet van toepassing Ter herinnering • Stadiatheorieen in de ontwikkelingspsychologie (Breeuwsma, 2006) verliezen langzaamaan hun betrouwbaarheid Nodig voor moreel redeneren stadium >3? • Zie vorige college • Enige intelligentie (>.80?) • Een ontwikkelde dorsolaterale prefrontale cortex & voldoende inhibitie (Crone, 2007, Popma, 2005) • Interne locus of control (vd Helm, 2012) • Enige bewegingsvrijheid (Heinz moet kunnen inbreken bij de apotheker) en: de invloed van de omgeving Over de invloed van onze omgeving • We zijn (vaak onbewust) voortdurend bezig om signalen (cues) uit onze omgeving op te pikken die van voor ons van belang zijn. Sociale cues zijn vooral van belang: ze dienen als voorbeeld voor ons gedrag (Cacioppo & Berntson, 2008) • Omdat deze cues vaak onbewust worden verwerkt hebben ze veel invloed op ons gedrag: ze hebben vaak ‘stuurvoorrang’ (Frijda, 2003). Negatieve cues (teleurstelling, onrechtvaardigheid, bedreiging) • Worden sneller verwerkt • Directe weg via amydalae (emoties) • Direct handelen en inductief geloof (eerst doen dan denken en vervolgens doen rijmen aan denken) • Voorbeelden: bedreigingen, angst, emoties • (Wilkinson & Carr 2008; Damasio, 1999, Le Doux, 2000) Als het misgaat door stress, in de Psychiatrie • Andere verwerking ‘cues’ • Meer direct: Science, oktober 2007: jongeren met psychische problemen verwerken ‘cues’ anders (suboptimaal), ‘Emotional thinking’ (Arden &Linford, 2011; Keysers, 2011) • Verschillen tussen LVB, verslaafden (kunnen niet uitstellen), angst en depressie (nadruk negativiteit), Schizofrenie (beoordelen) . Science, oktober 2007: Decision-Making Dysfunctions in Psychiatry, Altered Homeostatic Processing? Martin P. Paulus Voorbeeld: • Emotionele informatieverwerking bij patiënten met schizofrenie: herkenning van gelaatsuitdrukkingen r.j. hempel, j.h.m. tulen, n.j.m. van beveren, m.w. Hengeveld. Tijdschrift voor Psychiatrie, 2005 (47). Omgeving met weinig externe feedback • Sektes, authoritaire samenlevingen etc. • Bijna per definitie stadium 1 en 2 (vermijden van straf en gericht op eigen belang) • Maar onderschat de invloed van stadium 3 (interpersoonlijke aanpassing) niet: deviancy training (Dishion, mc Cord & Poulain 2001) Vraag: • Kan je ook terugvallen in eerdere stadia? • Bandura: Moral disengagement. Christian Keysers: Dual strategy • In aanleg is ons brein sociaal (empathie, shared circuits) • Maar onder omstandigheden kunnen we ook ons anti-sociaal gedragen, mannen makkelijker dan vrouwen (dual strategy) Neurobiologisch onderzoek Tania Singer: 2006 • Moral disengagement bij vermeende onrechtvaardigheid Onderzoek Sweiter et al 2008 • Empathy and moral identity are negatively related to moral disengagement, while trait cynicism and (external) chance locus of control orientation are positively related to moral disengagement. • Detert, J.R., Trevino, L.K., & Sweitzer, V.L. Forthcoming. Moral disengagement in ethical decision making: A study of antecedents and outcomes. Journal of Applied Psychology. Condities voor Moral Disengagement (Wilkinson 2008 ): inductief denken • Using event narratives to identify the schemas that highly exposed youth bring to violent contexts we find that the link between violence scripts and moral disengagement hinges primarily how actors read contextual cues related to the opponent, interpret the harmfulness of the opponents actions, or the assess the opponents’ blameworthiness. Vd Helm, Groeneweg et al, 2012 • • • • ‘grounded in the present’ Magisch denken Emotioneel denken Inductief denken (van enkele waarnemimgen naar generalisatie) Een stap verder (gevolgen): dehumanisatie • Gelijkenis en nabijheid: mensen zijn minder geneigd empathie op te brengen voor vreemden. Huidskleur, godsdienst en afkomst kunnen daar een belangrijke rol in spelen. • Eerlijkheid: mensen zijn minder geneigd om empathie op te brengen voor voor oneerlijke mensen. Daarom hebben mensen liever ‘echte’ vluchtelingen dan economische vluchtelingen. dehumanisatie • Opleiding en intelligentie: inlevingsvermogen in vreemden is gekoppeld aan kennis, opleiding en intelligentie. Geloof kan dehumanisatie veroorzaken. • Wanneer er sprake is van bedreiging of competitie zijn (vooral mannen) geneigd minder empathie voor die ander op te brengen. • Sociale dominantie: mensen die gevoelig zijn voor hiërarchisch denken zijn eerder geneigd andere groepen mensen als minder te beschouwen, en het bijvoorbeeld minder erg te vinden dat ze op zee verdrinken. • Babi Yar sept 1941/Isis sept 2014 moral disengagement Onderzoek HL VSO-scholen (2015) • Er is onderzoek dat laat zien dat jongeren die zichzelf weinig kansen in de maatschappij toedichten een sociale identiteit kunnen ontlenen aan deze vermeende of terechte afwijzing (Ellemers, Spears & Doosje, 2002; Schmitt & Branbscombe, 2002; Haslam, Ellemers, Reicher, Reynolds & Schmitt, 2008). Met name jongeren die minder goed mee kunnen komen, bijvoorbeeld door een licht verstandelijke beperking, blijken zeer gevoelig te zijn voor radicale ideeen (Van Nieuwenhuizen, 2008). Onderzoek HL • De Hogeschool Leiden en de UvA doen momenteel in ca. 100 VSO scholen in Nederland onderzoek naar het leerklimaat in de klas (Beld, van der Helm, de Swart en Stams, 2015 in press). Op groot een aantal Amsterdamse & Rotterdamse scholen is in maart 2015 onderzoek gedaan naar in hoeverre het klimaat in de klas samen hing met gevoelens van afwijzing door de maatschappij (bijvoorbeeld: ‘ik krijg vaak de schuld van dingen die ik niet heb gedaan’) en criminele cognities (bijvoorbeeld: ‘het is ok om een scooter te stelen’). onderwijs • Uit dit onderzoek bleek dat onderdelen van het klimaat voorspelden voor het gevoel van afwijzing door de maatschappij en criminele cognities. Uit de analyse van de resultaten bleek dat gebrek aan groei en veiligheid in de klas voorspelden voor gevoelens van afwijzing en criminele cognities. Belangrijk daarbij was dat de responsiviteit van de docent een stevige voorspellende waarde had voor gevoelens van veiligheid, sfeer in de klas en ontwikkelingsmogelijkheden (zie ook: Pronk, van der Hel & Stams, 2015). context • In de context waarin deze VSO jongeren leven hebben we in de regel niet al te veel invloed op de thuissituatie en al helemaal niet op straat, maar via het klimaat op het VSO onderwijs kunnen we wellicht invloed uitoefenen op de ontwikkeling van deze jongeren, hun perceptie op de samenleving en radicale denkbeelden. Daar is echter wel iets voor nodig. Wat is nodig? Hoe verder? Expertisecentrum Jeugd: Peer van der Helm, Dirk-Jan de Jong, Chris Kuiper, Hendrien Kaal, Carolien Gravestein, Anne Krabbendam, Annemieke Mol Lous, Aziza Mayo, & Geert- Jan Stams