VVE én ontwikkelingsstimulering thuis Anita (26 jaar) met Anne (3 jaar) Alleenstaand, twee kinderen Twee jaar Vmbo basisberoepsgerichte leerweg Khadija (32 jaar) met Meral (3 jaar) Getrouwd, drie kinderen Vijf jaar basisschool, woont 1 jaar in Nederland, volgt inburgering Oorzaken onderwijsachterstand • Lage opleiding – niet de culturele achtergrond • Lagere opleiding Minder stimulerende thuisomgeving Kwaliteit en inhoud van ouder-kindinteractie • Nederlandse taal, bij laagopgeleide ouders • Cultuur: weinig geletterdheid thuisklimaat en onbekendheid spelen: vooral door opleiding Kwantiteit ouder-kindinteractie • Kinderen van 3 jaar horen de helft minder taal • Minder voorlezen • Ouders lezen zelf minder boeken en kranten Inhoud ouder-kindinteractie • • • • Minder complexe zinnen Minder verhelderen oorzaak-gevolgpatronen Weinig gedecontextualiseerd taalgebruik Minder stimuleren tot abstract en symbolisch denken • Minder expliciete verwijzing, benoeming, beschrijving en verklaring Kwaliteit ouder-kindinteractie • Vaker ingrijpen zonder uitleg • Resultaat/productgericht, minder procesgericht • Leren door imitatie; minder aanzetten tot zelfstandig denken/ zelf ontdekken Effecten optimale interactie op kinderen • • Kennis en vaardigheden Houding: zelfvertrouwen, motivatie, zichzelf zien als een ‘leerder’, doorzettingsvermogen, leergierig Combinatieprogramma’s: meeste effect • • • • • Hoge pedagogische kwaliteit Relatief lange interventieduur (minimaal twee jaar) Intensieve deelname Interventies gericht op kinderen én ouders Ouderlijke vaardigheden centraal Maar welke vorm van ouderbetrokkenheid? Meest effectieve vorm ouderbetrokkenheid Twee belangrijke factoren: 1. Wat ouders doen? Stimulerend gezinsklimaat (‘home learning environment’) 2. Hoe ouders omgaan met het kind? Kwaliteit en inhoud ouder-kindinteractie Dus: • Ondersteunend en stimulerend gezinsklimaat • Veel effectiever dan meehelpen, meedenken en het participeren in besluitvorming (Desforges en Abouchaar, 2003) Doelstellingen VVE Thuis wil de onderwijskansen van peuters stimuleren door: • het bevorderen van hun taal- en denkontwikkeling, accent op woordenschat; • het bevorderen van een ondersteunend en stimulerend gezinsklimaat. Doelen ouders: ondersteunend en stimulerend gezinsklimaat Ouders Wat: • zorgen voor een omgeving waarin hun kind (actief) kan ontdekken/spelen • doen regelmatig activiteiten met hun kind • gaan vaker voorlezen • spelen vaker met hun kind Hoe: • kijken en luisteren beter naar hun kind • moedigen het kind vaker aan • reageren vaker positief op het kond • gaan vaker in op signalen en behoeften van het kind • hebben meer gesprekjes met hun kind • stellen vaker (geschikte) vragen en geven vaker antwoord op vragen van het kind Vuistregels omgaan met je kind Kijk en luister naar je kind • Kijk wat je kind doet. • Kijk naar zijn gezichtsuitdrukking, lichaamshouding en gebaren. • Luister naar wat je kind zegt. • Let op de manier waarop je kind iets zegt. • Laat merken dat je kijkt en luistert. Praat met je kind • Zeg de namen van dingen. • Gebruik begrippen. • Zeg wat je kind en jijzelf doen, zien, horen en voelen. • Geef uitleg en informatie. • Stel vragen en geeft antwoord op vragen. Vuistregels omgaan met je kind Moedig je kind aan • Reageer positief en toon waardering. • Laat je kind merken wat hij goed doet. • Help je kind met aanwijzingen of voordoen. • Zeg niet wat hij fout doet, maar geef het goede antwoord. • Steun je kind als hij het moeilijk heeft. Volg je kind • Let op acties van je kind en reageer daarop. • Laat je kind zo veel mogelijk zelf doen en ontdekken. • Laat je kind zelf kiezen. • Sluit aan bij wat je kind wil. Methode • - Concrete activiteiten in themaboekjes: voorbeeld wat ouders kunnen doen voorbeeld hoe ouders kunnen omgaan met het kind (kwaliteit interactie) overbrengen leerinhoud • Aansluiting bij voor- en vroegschoolse educatie • Ouderbijeenkomsten door pedagogisch medewerkster / contactmedewerkster • Informatie over ontwikkeling kind en rol ouders Ouderbijeenkomsten Opzet bijeenkomst 1e deel: VVE op speelzaal en relatie met thuis 2e deel: overdracht themaboekje • Begin: terugblik themaboekje • Kern: uitleg en oefenen (informatie ontwikkeling kind en hoe uitvoeren thuis) • Afsluiting: zijn er nog vragen, volgende keer terugblik Werkvormen • Uitleggen en toelichten (interactieve informatieoverdracht) • Vragen stellen • Demonstreren (model-leren) • Rollenspel / participerend leren (doen) Thema’s Veertien themaboekjes elk acht activiteiten zoals praatplaten, puzzels, voorlezen, liedjes, knutselen en bewegen. • • • • • • • Welkom Ik Winkeltje (kleur en vorm) Eten Herfst Huis Lente • • • • • • • Winter Ziek Verkeer Water Jarig Groot Kleding Materialen • • • • Themaboekjes Spelbord Voorleesboekjes: 7 Ouders: schaar, kleurpotloden, lijm en kwastje, vouwblaadjes, verfdoos • Folders • Handleiding • A4 Vuistregels • Voorleesboekjes: – Wat ga jij doen? – Wat gaat Sinan doen? – De wolf en het slimme geitje – Ik ben mijn moeder kwijt – Leo en Japie Lapslap – Banaan – Ik ben al groter dan gisteren Themaboekjes • Wat leert je kind? – Kennis en vaardigheden – Belangrijke woorden • Wat heb je nodig? • Wat kun je doen? • Stel vragen • Wist je dat… Vragen stellen Het zijn voorbeeldvragen! Doel: ouders leren vragen stellen Welke vraag afhankelijk van interactie/situatie Zoveel mogelijk open vragen:gesprekje gaat verder Allerlei soorten vragen • Keuzevragen: kind laten kiezen • Intentievragen: wat ga je doen • Kennisvragen: meestal ‘wat’ • Transfervragen: andere situaties • Reflectievragen: nadenken over / terugdenken Activiteiten • voorlezen, verhaaltjes aan de hand van illustraties • praatplaten, zoekopdrachten • spelopdrachten • liedjes, versjes • activiteiten om het denken te stimuleren zoals puzzels, memory en lotto • fantasiespel • bewegingsactiviteiten • knutselactiviteiten / spelen met kosteloos materiaal • dagelijkse activiteiten, helpen in huis Doelen kinderen Vier ontwikkelingsgebieden: 1. de taalontwikkeling 2. de denkontwikkeling 3. de lichamelijke ontwikkeling 4. sociaal-emotionele ontwikkeling Accent denk- en taalontwikkeling, vooral vergroten van de woordenschat Taal • Woordenschat • Luistervaardigheid en spreekvaardigheid • Kennismaking met schrift Woordkennis VVE Thuis • Meer woorden leren • Woorden in gesprekjes • Verschillende betekenissen woorden, waar heeft het mee te maken • Herhaling en variatie Taalversies VVE Thuis Uitvoering in sterkste taal : moedertaal Overdracht themaboekje in taalgroepen: • Turkstalige versie • Woordenlijsten Nederlands – Marokkaans – Arabisch – Tamazight • Woordenlijsten en activiteit (Wat kun je doen?): Engels en Pools Voorbeelden denkontwikkeling • • • • • Kenmerken van dingen, dieren, mensen: kleur, vorm enz. Sorteren bijvoorbeeld op kleur Tijd:dag, nacht, eerst – dan, nu, straks Tellen: tot en met 5 Hoeveelheid: o.a. hoeveel, meer en minder, veel, evenveel, allemaal, alle, heleboel, geen, enkele en weinig Kosten Stel acht thema’s per gezin (prijspeil 2009): 8 themaboekjes (tussen € 4 en € 5) Stel 4 leesboekjes, per stuk € 5,65 Werkmaterialen Totaal € 45,00 € 22,60 € 13,60 € 81.20 Kosten personeel (exclusief inhoudelijk thema) 3 uur per bijeenkomst. Bijvoorkeur twee medewerksters. Eigen bijdrage ouders: zelf bepalen. Betalen uit: VVE-middelen. VVE Thuis Opstapje Doel Denk- en taalontwikkeling (met name woordenschat) Brede ontwikkeling Accent op ouder-kindinteractie Ook toeleiding speelzaal/VVE Inhoud Thematisch Enige opbouw in leerinhoud Informeel leren zonder thema’s Opbouw in leerinhoud Bevorderen ouder-kindinteractie wordt gestructureerd aangepakt Duur Een jaar (driejarigen) Twee activiteiten per week Geadviseerd wordt minimaal acht thema’s aan te reiken: 64 activiteiten Twee jaar (twee- tot vierjarigen) 30 weken per jaar, totaal 60 weken Twee activiteiten per week, totaal 120 activiteiten Begeleiding Alleen groepsbijeenkomsten Flexibel: geadviseerd wordt minimaal acht ouderbijeenkomsten De begeleiding is gericht op de ouders; het kind is er niet bij Wekelijkse ondersteuning Om en om huisbezoeken en groepsbijeenkomsten Zestig keer begeleiding, verdeeld over twee jaar Ouder én kind zijn aanwezig (feedback op interactie) Uitvoering Pedagogisch medewerkers Bij voorkeur samen met contactmedewerker Contactmedewerker, coördinator en pedagogisch medewerker