Arbeidsovereenkomst bepaalde tijd kerkelijk werker De ondergetekenden De ………………… hierna te noemen: “werkgever” en mevr. / dhr ………….., wonende ………….., ……………. hierna te noemen: “werknemer”. VERLAREN TE ZIJN OVEREENGEKOMEN ALS VOLGT: Artikel 1. Bepaalde tijd 1.1. Werknemer treedt met ingang van ……….. in dienst van werkgever in de functie van kerkelijk werker1. 1.2. De arbeidsovereenkomst is een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. De arbeidsovereenkomst wordt aangegaan voor de duur van …… maanden / jaar. De arbeidsovereenkomst eindigt per ……. Eventueel kan aan art. 1.2 worden toegevoegd. Partijen hebben echter de intentie om bij een positieve uitkomst van het beoordelingsgesprek dat in de maand ………. zal worden gehouden, de arbeidsovereenkomst om te zetten in een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Artikel 2. Proeftijd 2. Er geldt proeftijd van één maand2. 1 Hier kan een nadere invulling gegeven van het specifieke werk dat de kerkelijk werker gaat doen. Het woord “kerkelijk werker” kan worden vervangen door jeugdwerker, pastoraal werker, leider kinderwerk, leider muziekteam, kerkelijk werker in algemene dienst, enz. dit afhankelijk van de inrichting van de functie. 2 Er kan ook worden afgesproken dat er geen proeftijd geldt. Als de duur van de arbeidsovereenkomst zes maanden of korter is, mag geen proeftijd worden overeengekomen. 1 Artikel 3. Werkgeversgezag 3.1. Werknemer is verantwoording over zijn werk verschuldigd aan de Raad van de gemeente. 3.2. De Raad van de gemeente of een daartoe aangewezen lid van de Raad zal het werkgeversgezag uitoefenen naar werknemer door in de regelmatige contacten, aanwijzingen te geven over de wijze waarop de dagelijkse werkzaamheden kerkelijk werker moeten worden verricht. 3.3. Eens per jaar wordt door een delegatie uit de Raad van de gemeente een functioneringsgesprek met de werknemer gevoerd. Artikel 4. Arbeidsomvang 4.1. De arbeidsomvang van werknemer is … uur per week. 4.2. De werktijden worden in overleg met werkgever vastgesteld. 4.3. Werktijden kunnen in overleg met werknemer gewijzigd worden. 4.4. Van werknemer wordt verwacht dat hij op verzoek van de Raad van de gemeente deelneemt aan vergaderingen van de Raad van de gemeente, de ledenvergadering van de gemeente en aan activiteiten van ABC Gemeenten. 4.5. Deelname aan deze vergaderingen en activiteiten wordt beschouwd als werktijd. 4.6. Werkgever kan van werknemer vragen om een arbeidstijdregistratie bij te houden. Artikel 5. Instemming met statuten en huishoudelijk reglement werkgever 5. Werknemer verklaart op de hoogte te zijn van de inhoud en in te stemmen met de statuten en het huishoudelijk reglement van de …………… (naam Gemeente). Artikel 6. Werkzaamheden 6.1. De taken van werknemer bestaan uit: (Hier invullen de taken genoemd in de functiebeschrijving van de kerkelijk werker) 2 6.2. Op de door de Raad van de gemeente aangegeven tijdstippen, geeft de werknemer een overzicht van de door hem / haar verrichtte werkzaamheden aan de Raad van de gemeente. Waar nodig, wordt vaker of per situatie gerapporteerd. Artikel 7. Nevenfuncties 7. Bij het aanvaarden van nieuwe nevenfuncties door werknemer, moet werkgever altijd om toestemming worden gevraagd. Doel hiervan is een beoordeling of een nevenfunctie conflicteert met de werkzaamheden als kerkelijk werker. Artikel 8. Salaris en onkostenvergoedingen 8.1. Werknemer krijgt met ingang van ……. een salaris van bruto …,- per maand, gebaseerd op een …-urige werkweek, dat voor of op de laatste dag van de kalendermaand door werkgever zal worden voldaan. Dit salaris kan jaarlijks worden bijgesteld volgens een vast te stellen salaristabel. 8.2. Werknemer heeft recht op onkostenvergoedingen, zoals aangegeven in de in bijlage 1 opgenomen Regeling onkostenvergoedingen. Artikel 9. Vakantie 9.1. Werknemer heeft recht op 25 vakantiedagen per jaar. Als werknemer niet gedurende de gehele periode vanaf 1 januari tot en met 31 december in dienst van werkgever is geweest, wordt het aantal vakantiedagen naar verhouding vastgesteld. 9.2. Vakantiedagen zullen door werknemer na toestemming en in overleg met werkgever kunnen worden opgenomen. Artikel 10. Vakantietoeslag 10.1. Werknemer heeft in mei van elk jaar recht op vakantietoeslag ter grootte van 8 % van het bruto salaris, genoten in de voorafgaande periode van 1 juni t/m 31 mei. 10.2. Bij een indiensttreding of een beëindiging van de arbeidsovereenkomst tijdens het kalenderjaar, wordt de vakantietoeslag naar evenredigheid uitbetaald. Artikel 11. Ziekte 11.1. Als werknemer ziek is, is hij verplicht om dit zo snel mogelijk bij een daartoe aangewezen lid van de Raad te melden. 11.2 Als werknemer wegens ziekte niet in staat is zijn werkzaamheden te verrichten, zal werkgever gedurende een periode van 104 weken, als en zolang de 3 arbeidsovereenkomst voortduurt. salaris doorbetalen, met dien verstande dat werkgever gedurende de eerste periode van 52 weken van arbeidsongeschiktheid. zonder aftrek van wachtdagen 100% van het in artikel 6 overeengekomen salaris zal doorbetalen. Wanneer de periode van arbeidsongeschiktheid langer duurt dan 52 weken. betaalt werkgever gedurende de tweede periode van 52 weken 70% van voornoemd salaris gemaximeerd tot 70% van het op dat moment geldende maximum dagloon.3 11.3. Bij de vaststelling van de in art. 11.2 genoemde periode van 104 weken worden de perioden waarin werknemer wegens ziekte niet in staat is geweest arbeid te verrichten samengeteld, als zij elkaar met een onderbreking van minder dan 4 weken opvolgen. 11.4. Gedurende de ziekteperiode vervallen de rechten van werknemer op emolumenten als reiskostenvergoeding en andere onkostenvergoedingen, zoals en voor zover omschreven in bijlage 1. 11.5. In geval van ziekte van de werknemer is werkgever verplicht zo tijdig mogelijk zodanige maatregelen te treffen en voorschriften te geven als redelijkerwijs nodig is, opdat de werknemer in staat wordt gesteld de eigen of andere passende arbeid te verrichten. Onder passende arbeid wordt verstaan alle arbeid die voor de krachten en bekwaamheden van de werknemer is berekend, tenzij aanvaarding om redenen van lichamelijke, geestelijke of sociale aard niet van hem kan worden gevergd. 11.6. Als de werknemer passende arbeid als bedoeld in het vorig lid verricht, blijft de arbeidsovereenkomst onverkort in stand. Artikel 12. Pensioen Er is hier een keuzemogelijkheid of de gemeente heeft een pensioenvoorziening voor de kerkelijk werker afgesloten of de gemeente heeft dat niet heeft gedaan. Optie 1: De kerkelijke gemeente heeft geen pensioenvoorziening voor de kerkelijk werker afgesloten 12.1. De werkgever is niet verplicht om voor de werknemer een pensioenvoorziening tot stand te brengen. De werknemer zal hiervoor eventueel zelf zorg moeten dragen. Optie 2: De kerkelijke gemeente heeft wel een pensioenvoorziening voor de kerkelijk werker afgesloten 3 De gemeente heeft natuurlijk wel de mogelijkheid om een arbeidsongeschiktheidsverzekering voor de kerkelijk werker af te sluiten, ter gedeeltelijke dekking van de loondoorbetalingsverplichting bij ziekte. 4 12.1. Werkgever brengt een pensioenvoorziening voor de werknemer tot stand. 12.2. De helft van de pensioenpremie wordt op het salaris van de werknemer in mindering gebracht.4 Artikel 13. Geheimhouding 13.1. Werknemer is verplicht absolute geheimhouding te betrachten, zowel tijdens als na beëindiging van het dienstverband, over alle gegevens die hem in de uitoefening van de functie van …………… hem bekend zijn geworden. Dit geldt voor de duur dat werknemer redelijkerwijs mag veronderstellen dat de gegevens hun vertrouwelijk karakter niet hebben verloren. 13.2. Werkgever is zowel tijdens als na beëindiging van het dienstverband verplicht tot geheimhouding van de (persoonlijke) omstandigheden van werknemer. Gegevens betreffende taakvervulling zullen slechts na voorkennis van werknemer aan derden ter beschikking worden gesteld. Werknemer is ook na beëindiging van de arbeidsovereenkomst verplicht tot geheimhouding van de informatie die hem vertrouwelijk ter beschikking is gekomen. Artikel 14. Beëindiging van de arbeidsovereenkomst 14.1. De tussen werkgever en werknemer gesloten arbeidsovereenkomst eindigt van rechtswege op de laatste dag van de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. 14.2. De arbeidsovereenkomst tussen werkgever en werknemer kan tussentijds door ieder van de partijen worden opgezegd. Daarbij moet de werkgever een opzegtermijn van vier maanden5 in acht nemen en de werknemer een opzegtermijn van twee maanden. Met wederzijds goedvinden kan de overeenkomst op een kortere termijn worden beëindigd. Als werkgever opzegt, moet hij beschikken over een ontslagvergunning van het UWV. De opzegging vindt plaats tegen het einde van de maand. Bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden is een ontslagvergunning van het UWV niet nodig en kan de overeenkomst op een kortere termijn worden beëindigd 14.3. De arbeidsovereenkomst eindigt van rechtswege, d.w.z. zonder nadere opzegging bij voortdurende arbeidsongeschiktheid, op de laatste dag van de duur van de arbeidsovereenkomst en maximaal met ingang van de eerste dag van de 4 Deze bepaling is facultatief. Er kan worden besloten dat de kerkelijke gemeente de gehele pensioenpremie zal betalen. Er kan ook worden besloten dat de pensioenpremie in zijn geheel op Het salaris van de voorganger wordt ingehouden. Daar tussenin zijn allerlei varianten mogelijk 5 Duur opzegtermijn kan de gemeente met kerkelijk werker zelf overeenkomen. Opzegtermijn voor de werkgever moet minimaal twee keer zo lang zijn als die voor de werknemer. 5 maand, volgende op die waarin de arbeidsongeschiktheid 24 maanden heeft geduurd. Werkgever is na een periode van twee jaar arbeidsongeschiktheid, geen tegemoetkoming en ook geen suppletie op de WIA-uitkering of eventuele andere uitkeringen verschuldigd. 14.4. Als er sprake is van een dringende reden in de zin van art. 7:677 BW, kan de arbeidsovereenkomst door zowel werkgever als werknemer met onmiddellijke ingang worden beëindigd. 14.5. Bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst, zal werkgever op grond van art. 7:656 BW een getuigschrift aan werknemer verstrekken over het functioneren als kerkelijk werker. Artikel 15. Concurrentiebeding 15. Er is geen concurrentiebeding van toepassing. Artikel 16. Geschillenregeling 16.1. Op grond van 1 Cor. 6: 6 en 7 hebben werkgever en werknemer naar elkaar de intentie om hun geschillen op bijbelse wijze op te lossen. Het gevolg van dit uitgangspunt is dat er naar gestreefd wordt een in te stellen arbitragecommissie / aangezochte arbiter, een voor zowel werkgever als werknemer bindend advies afgeven. Het voorgaande betekent dat zowel de werkgever als de werknemer de intentie hebben in geen geval een geschil voor te leggen aan de burgerlijke rechter. Dit betekent dat een ten behoeve van de oplossing van een bepaald geschil geformeerde arbitragecommissie of aangezocht arbiter de hoogste beslissende instantie is. Art. 17. Toepasselijk recht 17.1. Ten aanzien van de voorwaarden niet in deze overeenkomst geregeld, gelden de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek en andere van toepassing zijnde wettelijke bepalingen en hetgeen buiten deze overeenkomst tussen werkgever en werknemer schriftelijk is overeengekomen. 17.2. Op deze overeenkomst is het Nederlands recht van toepassing. Bij ontbreken van toepassing zijnde wettelijke bepalingen en schriftelijke afspraken tussen werkgever en werknemer wordt het betreffende onderwerp naar redelijkheid en billijkheid geregeld. Aldus overeengekomen en in tweevoud opgemaakt en ondertekend te 6 Datum en plaats Werkgever, namens deze: Werknemer: 7 Bijlage 1: Regeling onkostenvergoedingen De volgende kosten van de werknemer worden door de werkgever aan werknemer per maand vergoed. Deze kosten zijn onbelast. Reiskosten: Er zijn hier twee mogelijkheden: 1. Een vaste reiskostenvergoeding van € …,- per maand 2. Een vergoeding voor de werkelijk voor de functie van voorganger verreden kilometers op basis van € 0,19 per kilometer. Studiekosten: * Een studiekostenvergoeding van € ..,- per maand. Werkkostenregeling: * Een werkkostenvergoeding van € …,- per maand. NB: Onder de werkkostenvergoeding valt de onkosten voor gebruik van telefoon, bureaukosten, representatiekosten enz. De werkkostenvergoeding mag max. 1,2% van het totale fiscale loon zijn. 8 Bijlage art. 14 van de overeenkomst Per 1 juli 2015 is de Wet Werk en Zekerheid ingevoerd: Ontslagroute Voordat u ontslag krijgt, controleert UWV of de kantonrechter of is voldaan aan de regels om uw arbeidsovereenkomst te beëindigen. Dit heet de preventieve toets. Vanaf 1 juli 2015 is de ontslagroute afhankelijk van de reden voor ontslag: Ontslag via UWV: ontslag door langdurige arbeidsongeschiktheid; bedrijfseconomisch ontslag. Bij deze vorm van ontslag kan de preventieve toets ook worden uitgevoerd door een van de werkgever onafhankelijke en onpartijdige caocommissie. Ontslag via kantonrechter: Ontslag om alle andere redenen. Ontslag met wederzijds goedvinden U kunt vanaf 1 juli 2015 ook nog steeds samen met uw werkgever uw arbeidsovereenkomst beëindigen. Dit heet ontslag met wederzijds goedvinden. Dit kan alleen schriftelijk. U spreekt samen af hoe het ontslag wordt afgehandeld. Bijvoorbeeld over de einddatum en de hoogte van de eventuele vergoeding voor ontslag. U heeft daarna een bedenktijd van 14 dagen. Uw werkgever moet u hier in de beëindigingsovereenkomst op wijzen. Doet uw werkgever dit niet? Dan heeft u een bedenktijd van 21 dagen. Transitievergoeding Vaste en tijdelijke werknemers krijgen vanaf 1 juli 2015 bij ontslag een vergoeding bij ontslag. Dit heet een transitievergoeding. De werknemer moet 2 jaar of langer in dienst zijn geweest. Een andere voorwaarde is dat het initiatief voor ontslag bij de werkgever ligt. Neemt u zelf ontslag omdat uw werkgever ernstig verwijtbaar handelde of ernstig verwijtbaar nalatig was? Dan heeft u ook recht op een transitievergoeding. 9