werkbladen-hst-11-break-even-2016-2017

advertisement
Werkblad
Hoofdstuk 11
De Break-Even afzet
Naam:
Klas:
RTI 2016-2017
1
Break-even afzet (BEA)
Introductievragen
In hoofdstuk 2 en hoofdstuk 9 hebben we het over de begrippen totale opbrengsten en
totale kosten gehad.
Noteer in het stukje hieronder de formules waarmee je de totale opbrengsten en totale
kosten kunt berekenen.
Totale opbrengsten (TO)=
Totale kosten (TK) =
DE THEORIE
Stel dat een bedrijf weet dat de verkoopprijs van hun product €50,- is.
De constante kosten zijn € 400.000 en de variabele kosten €30 per product.
Hoeveel producten moet het bedrijf dan verkopen om quitte te spelen?
Dit kun je op 3 manieren uitrekenen.
Manier 1
50Q = 30Q + 400.000
20Q = 400.000
Q = 20.000 stuks
Manier 2
€400.000
(€50-€30)
= 20.000 stuks
Verkoop voor €50, variabele kosten per product €30. Dus per product nog €20 over.
Die moeten verdeeld worden over de constante kosten.
Manier 3
Totale winst = Totale opbrengsten – totale kosten
Totale winst = 50Q – (30Q + 400.000)
Totale winst = 50Q – 30Q – 400.000
Totale winst = 20Q – 400.000
0 = 20Q – 400.000
20Q = 400.000
Q = 20.000 stuks
RTI 2016-2017
2
Oefenopgave 1
Een onderneming produceert een massaproduct. De verkoopprijs van het product is €40,-.
De variabele kosten zijn: loonkosten €8,50; materiaalkosten €7,50 en verpakkingskosten €4.
De constante kosten bestaan uit afschrijvingen €70.000,- en uit huur van € 30.000.
Het bedrijf kan maar maximaal 10.000 stuks produceren en verkopen.
a. Stel de vergelijking/formule op voor de totale opbrengsten.
b. Stel de vergelijking/formule op voor de totale kosten.
c. Stel de vergelijking/formule op voor de totale winst.
d. Bereken de break-even afzet
e. Bereken de break-even omzet. (Herinnering: Omzet = afzet * verkoopprijs)
We kunnen dit ook allemaal grafisch weergeven.
P, in €’s * 1.000
500
450
400
350
300
250
200
150
100
50
Q * 1.000 stuks
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
f. Teken de totale opbrengstenlijn.
g. Teken de totale kostenlijn.
h. Geef in de grafiek het break-evenpunt weer met de letter A. Van daaruit trek je een
stippellijn naar onder toe om de break-even afzet weer te geven.
i. Bepaal bij welke productie de winst maximaal is.
RTI 2016-2017
3
OEFENOPGAVE 2
Een sigarenfabrikant verkoopt zijn sigaren, merk Select voor €32,50 per kistje. Jaarlijks kan
hij maximaal 15.000 kistjes verkopen. De jaarlijkse constante kosten bestaan uit huur van de
fabriek voor €45.000 per jaar, de interest op een 6% banklening van €1.400.000 en de
jaarlijkse afschrijving op de machines: € 71.000.
De variabele kosten bestaan uit loon van de sigarenmakers, €11 per kistje, de verpakkingsen vervoerskosten, samen €1,50 per kistje.
De sigarenfabrikant streeft naar maximale winst.
a. Stel de vergelijking/formule op voor de totale opbrengsten.
b. Stel de vergelijking/formule op voor de totale kosten.
c. Stel de vergelijking/formule op voor de totale winst.
d. Bereken de break-even afzet
e. Bereken de break-even omzet. (Herinnering: Omzet = afzet * verkoopprijs)
f. Teken de totale opbrengstenlijn.
g. Teken de totale kostenlijn.
h. Geef in de grafiek het break-evenpunt weer met de letter A. Van daaruit trek je een
stippellijn naar onder toe om de break-even afzet weer te geven.
i. Bepaal bij welke productie de winst maximaal is.
RTI 2016-2017
4
Oefenopgave 3 (alleen VWO)
Een bedrijf produceert product XYZ. In tabel 1 staan gegevens met betrekking tot het
product XYZ.
Qv
P = GO
TO
GCK
GVK
GTK
TK
250.000
500.000
750.000
1.000.000
1.250.000
1.500.000
5,50
5
4,50
4
3,50
3
1.375.000
2.500.000
3.375.000
4.000.000
4.375.000
4.500.000
8
4
2, 23
2
1,60
1
1
1
1
1
1
9
5
3.67
3
2,60
2,33
2.250.000
2.500.000
2.750.000
3.000.000
3.250.000
3.500.000
1.750.000
2.000.000
2.250.000
2.750.000
2,50
2
1,50
1
4.375.000
4.000.000
3.375.000
2.750.000
1
1
1
1
2,14
2
1,89
..b..
3.750.000
4.000.000
4.250.000
4.750.000
1
1, 3
1,12
1
0,89
..a..
De symbolen hebben de volgende betekenis:
Qv = de afzet in stuks
P = De prijs in euro’s per stuk
TO = Totale opbrengst in euro’s
TK = Totale kosten in euro’s
GO = De gemiddelde opbrengst in euro’s per stuk
GCK = De gemiddelde constante kosten in euro’s per stuk
GTK = De gemiddelde totale kosten in euro’s per stuk
GVK = De gemiddelde variabele kosten in euro’s per stuk
a. Bereken de bedragen die bij a en b op de stippellijnen in tabel 1 moeten staan.
b. Bepaal de kostenvergelijking/formule voor het product XYZ
c. Bij welke afzet(ten) is er sprake van een break-even situatie?
Noteer hieronder een belangrijke conclusie die je kunt trekken uit vraag C.
RTI 2016-2017
5
Oefenopgave 4
Welvaren met varens De firma Burger is gespecialiseerd in de kweek en verkoop van varens.
De opbrengst en kosten staan weergegeven in onderstaande grafiek.
a. Bereken de verkoopprijs per varen.
b. Hoeveel bedraagt de break-even afzet van de firma Burger?
Verklaar je antwoord met behulp van een berekening.
c. Hoeveel bedraagt de totale winst bij verkoop van 60.000 varens? Licht het antwoord toe.
RTI 2016-2017
6
Download