Mondeling/ schriftelijk Partij Blz. Schriftelijk VVD 3 Vraag Voorwoord er is op basis van deze begroting een verschil in de ontwikkeling van woonlasten tussen huiseigenaren en huurders; vindt het college dit een goede ontwikkeling. Antwoord De woonlasten voor wooneigenaren bestaan uit ozb, afvalstoffenheffing en rioolheffing. Huurders betalen alleen afvalstoffenheffing. Voor het ozb tarief 2016 is rekening gehouden met een verhoging van 1,2% (w.o. 1,75% inflatiecorrectie). Voor rioolheffing en afvalstoffenheffing geldt het principe van kostendekkende tarieven. Voor zowel wooneigenaren als huurders daalt de afvalstoffenheffing met een zelfde percentage. De lastenontwikkeling voor wooneigenaren en huurders is dus conform het vastgestelde Heemsteedse beleid. Inleiding Schriftelijk VVD 6 Schriftelijk PvdA 6 inboeken leges € 157.000 - het inboeken van een legesopbrengst is begrijpelijk, maar is dit in dit geval wel een reële inschatting , gezien de langdurige besluitvorming van de raad Kan het college meer concrete informatie verschaffen over het in 2016 te verwachten projectvoorstel Slottuin, met welke te verwachten legesopbrengst? Antwoord Als gevolg van de te verwachten bouwplannen Slottuin in 2016 zullen de leges het jaarlijkse gemiddelde met € 157.000 overstijgen. In de begroting is uitgegaan van een bedrag van € 405.000 aan legesopbrengsten Slottuin. Het nieuwe plan voor Slottuin is nog niet ingediend, zodat er geen informatie over kan worden verschaft. Voor de berekening van de leges zijn wij uitgegaan van de bouwmassa van het oude plan. Mondeling GL 6 "structureel nadeel opgenomen van € 135.000 voor bijstandsverlening”. De lasten worden verrekend met de reserve WWB. De tabel op blz. 65 (programma 5) geeft aan dat in de periode 2016 t/m 2020 in totaal € 285.000 onttrokken wordt uit deze reserve. Daarmee zou de reserve eind 2019 nog € 109.000 bedragen.” Kan het college aangeven welke andere maatregelen er getroffen kunnen worden om dit structureel nadeel op te heffen? Antwoord De reserve WWB is aangelegd in de jaren waarin de gemeente Heemstede een overschot realiseerde op de bijstandsuitgaven. De (oude) verdeelsystematiek van de BUIG gelden was grotendeels historisch (dat wil zeggen dat het budget was gebaseerd op de uitgaven van 2 jaar daarvoor). Bij teruglopende bijstandsaantallen levert dit de gemeente 2 jaar later dus een overschot op het budget. Bij oplopende bijstandsaantallen wordt de gemeente geconfronteerd met een tekort op het budget. In deze laatste situatie zijn we nu beland, vandaar dat het logisch is om nu uit de reserve te putten. 1 Tekorten op het inkomensdeel kunnen deels worden gedekt door het aanvragen van de vangnetregeling. Deze (voorlopig nog voor de jaren 2015 en 2016 vastgestelde) vangnetregeling dekt risico’s van tekorten tussen 5 en 10% van het rijksbudget af voor 50% en risico’s boven de 10% van het rijksbudget voor 100%. In november komt het College met een plan, dat vereist is om gebruik te kunnen maken van de vangnetregeling, waarin maatregelen worden benoemd die het tekort mogelijk kunnen terugdringen. Schriftelijk HBB 6 Mondeling PvdA 6 Mondeling GL 6 Op dit moment ontvangt de gemeente geen vergoeding voor de huisvesting van statushouders. Is er in de toekomst wel een vergoeding te verwachten? Wanneer denkt de gemeente uitsluitsel te krijgen over vergoeding van de meerkosten ad 120.000 euro voor de taakstelling huisvesting statushouders? "Door het Rijk is aan de gemeente een taakstelling opgelegd voor huisvesting van statushouders. De meerkosten bedragen € 120.000 structureel. Op dit moment ontvangt de gemeente hiervoor geen vergoeding." Dit bedrag zal waarschijnlijk nog verder oplopen. Wat doet het college daaraan en wat doet de VNG? Het kan toch niet zo zijn dat gemeente een extra taak krijgt en niet de benodigde financiën?" Antwoord Het kabinet, IPO en de VNG hebben vrijdag 9 oktober 2015 een bestuurlijk overleg gehad over vluchtelingen en statushouders. Het budget voor de crisis- en noodopvang van vluchtelingen ligt bij het Rijk. De VNG gaat er dan ook van uit dat het kabinet alle kosten voor de crisis- en noodopvang voor zijn rekening neemt. Hier worden nog precieze afspraken over gemaakt. Voor de langere termijn hebben het kabinet en gemeenten ook afspraken gemaakt over onder andere maatschappelijke begeleiding en onderwijs. Ook dit is van groot belang voor het genoemde draagvlak. De verhoging van de taakstelling voor statushouders brengt o.a. extra uitgaven bijzondere bijstand met zich mee. In de gesprekken die de VNG voert namens gemeenten met de verantwoordelijke ministeries wordt dit meegenomen. De financiële afspraken worden nader uitgewerkt. Overigens zal bij een toename van het aantal bijstandsgerechtigden landelijk (als gevolg van de toegenomen taakstelling huisvesting statushouders) het landelijke macrobudget BUIG ook toenemen. Het College kan tekorten op het inkomensdeel meenemen bij het aanvragen van de vangnetregeling. Deze (voorlopig nog voor de jaren 2015 en 2016 vastgestelde) vangnetregeling dekt risico’s van tekorten tussen 5 en 10% van het rijksbudget af voor 50% en risico’s boven de 10% van het rijksbudget voor 100%. Schriftelijk PvdA 6 In de laatste zinsnede van de paragraaf "Een sluitende meerjarenbegroting 2016-2019" wordt voorgesteld het incidentele overschot 2016 beschikbaar te houden voor initiatieven uit de samenleving en/of het inspringen op kansen die zich voordoen. Kan het college aangeven welk percentage zij wil inzetten voor het realiseren van initiatieven uit de samenleving en op welke domeinen zij vooral de samenleving willen uitnodigen tot het indienen van initiatieven? Denk aan: verbetering afvalscheiding op basis- en VO-scholen, het in zelfbeheer nemen van buurtgroen of het onderhoud/schoonhouden van speelplaatsen, het als winkeliersvereniging samen realiseren van arbeidsplaatsen voor jonggehandicapten of extra inzet 2 op kleinschalige mantelzorgondersteuning. Antwoord Het college is van mening dat –gezien de grilligheid van de algemene uitkering als grootste inkomstenbron van de gemeente- het overschot in de (meerjaren)begroting op dit moment niet volledig moeten worden aangewend. Er dient een buffer te worden aangehouden voor onverwachte tegenvallers. Daarnaast is in het raadsvoorstel “Eerste begrotingswijziging 2016” in de tabel op blz. 1 een p.m.-raming opgenomen voor punt 6 bezuiniging herijking subsidiebeleid/huisvesting bibliotheek en punt 8 projecten duurzaamheid. Voorstellen hierover worden nog voorgelegd aan de raad. Hieruit kunnen financiële consequenties voortvloeien die nog verwerkt moeten worden in de meerjarenbegroting. Met de uitspraak “voor initiatieven uit de samenleving en/of in te kunnen springen op kansen die zich voordoen” wordt bedoeld dat het van belang is dat in de begroting enige financiële flexibiliteit (surplus) is ingebouwd om in te kunnen springen op (actuele) ontwikkelingen in de samenleving (tussen nu en eind 2016). De bedoeling is niet om een vooraf vastgestelde hoeveelheid geld nu te gaan verdelen. Het vooraf vaststellen van een percentage is derhalve gezien de doelstelling ook niet gewenst. Wel kan worden aangegeven dat gezien de huidige financiële positie, alsmede bovengenoemde onzekerheden, het budget voor deze initiatieven op dit moment beperkt is. Mondeling GL 6 "voor initiatieven uit de samenleving en/of in te kunnen inspringen op kansen die zich voordoen (bv. cofinanciering) tussen nu en eind 2016." Kan het college aangeven welk bedrag beschikbaar is daarvoor en hoe de Raad dat geld gaat verdelen? Antwoord Verwezen wordt naar het antwoord op de vorige vraag. Schriftelijk VVD 7 integratie uitkeringen sociaal domein zijn taakstellend; hoe wordt deze taakstellendheid bewaakt Antwoord Dit bewaken we voor de Wmo via de kwartaalrapportages die we van aanbieders ontvangen, de gesprekken die we naar aanleiding daarvan voeren en het inzicht dat we hebben in de (maandelijkse) facturen/betalingen. Voor de Jeugdwet, waar met name sprake is van bevoorschotting, bewaken we dit via maandelijkse gesprekken met aanbieders, de kwartaalrapportages die we van hen ontvangen en de gesprekken die we naar aanleiding daarvan met aanbieders voeren. In de contracten voor jeugdhulp hebben we tevens gemaximeerde volumes/budgetten opgenomen; overschrijding door aanbieders is alleen met nadere instemming mogelijk. De resultaten van het bovenstaande worden via kwartaalrapportages aan de raad aangeboden. Hierbij betrekken we tevens de uitgaven op het vlak van de Participatiewet. Mondeling PvdA 7 “Op basis van de huidige informatie wordt ervan uitgegaan dat de uitgaven (meerjarig) in overeenstemming kunnen worden gebracht met de hoogte van de (meerjarige) integratie-uitkeringen.” Die zullen in 2019 bijna 800.000 euro minder bedragen. Graag een toelichting op deze optimistische stellingname. 3 Antwoord We gaan er - mede op grond van de ervaringen in het eerste halfjaar van 2015 - op dit moment vanuit dat de transformatie (op het vlak van aanbod en werkwijze) die door aanbieders en door ons is ingezet - en die de komende jaren zal worden door ontwikkeld - er voor zal kunnen zorgen dat de uitgaven meerjarig in overeenstemming kunnen worden gebracht met de integratie-uitkeringen. Mondeling D66 7 Er is een positieve bijstelling van de inkomsten uitkering GF als gevolg van de uitkomsten 2de fase ‘groot onderhoud GF’. Vraag: komt er nog een 3de, 4de , etc. fase? Is duidelijk wanneer het ‘groot onderhoud’ afgerond is? Antwoord Nee er komt geen 3e fase. De 2e fase groot onderhoud is nog niet geheel afgerond. Er vindt nog nader onderzoek plaats naar de aanpassing van het cluster Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Stedelijke Vernieuwing (VHROSV). De verwerking van de resultaten van dit aanvullend onderzoek wordt meegenomen in de meicirculaire 2016. Schriftelijk VVD 8 realisatie taakstelling bedrijfsvoering; hoe ziet het college de ontwikkeling van de kosten voor de bedrijfsvoering na realisatie van de besparingen Antwoord Wij blijven streven naar een effectieve en efficiënte bedrijfsvoering die aansluit bij het organisatie brede dienstverleningsconcept “Denken als de klant” dat uitgaat van drie eenvoudige, praktische uitgangspunten. 1. We sturen mensen niet van het kastje naar de muur; 2. We geven op tijd antwoord en leveren op tijd de juiste producten; 3. We communiceren deskundig, vriendelijk en begrijpelijk. De samenwerking met Bloemendaal kan daarin een bijdrage leveren door de kwaliteit verder te verbeteren, de contiuniteit beter te borgen en om de kosten van de bedrijfsvoering beheersbaar te houden. Schriftelijk VVD 8 hoe ziet het college zijn/haar rol in relatie tot relatie van kostenbesparingen bij Eneco; m.a.w. wat is de invloed van een relatief kleine aandeelhouder en hoe kan deze invloed worden vergroot Antwoord Drieënvijftig Nederlandse gemeenten zijn aandeelhouder van Eneco. De drie grootste aandeelhouders zijn Rotterdam (31,7%), Den Haag (16,6%) en Dordrecht (9,1%). Heemstede heeft een aandeel van 0,9%. Op papier heeft Heemstede een beperkte invloed omdat Heemstede 0,9% van de aandelen bezit. Echter Heemstede is wel vertegenwoordigd in de aandeelhouderscommissie (AHC) die als doel heeft om de gecoördineerde betrokkenheid van de 55 aandeelhouders te borgen. Deze commissie bestaat uit afgevaardigden vanuit 9 gemeenten: Rotterdam, Den 4 Haag, Dordrecht, Delft, Dongeradeel, Capelle aan den IJssel, Giessenlanden, Lansingerland en Heemstede. Heemstede vertegenwoordigt daar, naast Heemstede, de Noord-Hollandse gemeenten Aalsmeer, Amstelveen, Bloemendaal, Castricum, Haarlemmerliede & Spaarnwoude, Uithoorn en Zandvoort. De afgevaardigde van Heemstede fungeert tevens als vicevoorzitter van de AHC. Door rechtstreekse zitting in de AHC heeft Heemstede relatief meer invloed dan zij op papier zou hebben. Door het vertrek van wethouder Van der Stadt is een vacature ontstaan in de AHC die wethouder Hooij invult. Schriftelijk VVD 8 Schriftelijk PvdA 8 opbrengst realisatie verkoop gemeente eigendommen; ziet het college een verdere horizon in verhoging van de opbrengsten door verkoop en/of door herijking strategisch bezit? Wanneer kan de Raad aanvullende voorstellen inzake verkoop gemeentelijke eigendommen tegemoet zien, voor de realisatie van het overige deel van de taakstelling. Antwoord In de 1e helft 2016 ontvangt de raad een voortgangsrapportage optimalisatie gemeentelijke eigendommen. In deze voorgangsrapportage wordt ook ingegaan op de mogelijkheden voor invulling van het overige deel van de financiële taakstelling. Voor de twee percelen aan de Reggelaan wordt in een overheidsparticipatietraject een plan ontwikkeld. Een dergelijk traject heeft een eigen tijdpad, zodat op dit moment niet precies valt aan te geven wanneer wij met voorstellen naar de raad komen. De participanten zijn het op dit moment nog niets eens wat het plan moet worden. Een (andere) mogelijkheid om de financiële taakstelling in te vullen is het badhuis onder aan de watertoren en het gebouw van de postduivenvereniging aan de Meijerslaan. Deze worden onder nader te bepalen financiële voorwaarden terug geleverd aan de gemeente. Voor de twee gebouwen worden dan alternatieve bestemmingen gezocht. Wij gaan er vanuit dat een en ander tot een positief saldo zal leiden. Mondeling D66 8 verkoop Reggelaan incl. verkoop van het naastgelegen perceel vullen de taakstelling in. Vraag: wat als een van beide niet verkocht wordt, hetzij vanwege de statushouders, hetzij omdat de buurt het niet wil? Zijn er alternatieve mogelijkheden voor bezuiniging op het vastgoed? Antwoord Zie antwoord op vorige vraag. Mondeling D66 8 De herijking van het subsidiebeleid/huisvesting bibliotheek zou in 2016 € 50.000 – 150.000 bedragen. Gesteld wordt nu dat afhankelijk van geformuleerde uitgangspunten zal worden bepaald welk financieel voordeel ontstaat. Derhalve is in de meerjarenbegroting financiële ruimte beschikbaar gehouden. Vraag: is de conclusie juist dat de taakstelling is geschrapt? Antwoord Nee, de taakstelling is niet geschrapt. Verwezen wordt in dit kader naar de tekst in het raadsbesluit “Eerste begrotingswijziging 2016” blz. 6 onder punt 6 : “In afwachting van de uitkomst van de discussie in de raadscommissie blijft de bezuiniging gehandhaafd…..”. 5 Schriftelijk VVD 9 lasten/baten analyse; hoe ziet het college de inpassing/inboeking van de eventuele kosten voor het Havenlab. M.a.w. moet hier geen voorziening voor worden getroffen Antwoord De kosten die vanuit Havenlab worden gemaakt voor het proces, worden bekostigd uit de post bestemmingsplannen. De financiering van de uitvoering van een plan is op dit moment niet bekend. Het kan zijn dat er een sluitende exploitatie wordt gevonden, maar het kan ook zo zijn dat de raad een krediet beschikbaar zal moeten stellen. Schriftelijk PvdA 9 In de paragraaf "Nieuwe beleidsvoornemens" stelt het college voor de in 2013 doorgevoerde bezuiniging op het onderhoudsniveau wegen terug te draaien, nu de financiële positie dit toelaat. Is dit ook overwogen voor de bezuinigingen op de sociale infrastructuur? Antwoord In het collegeakkoord 2014-2018 is aangegeven dat wanneer de financiële ruimte het toelaat eerst geïnvesteerd wordt in de infrastructuur en groenonderhoud. Daarna vindt een heroverweging plaats van eerder doorgevoerde bezuinigingen. In de eerste begrotingswijziging 2016 is een passage gewijd aan de bezuiniging herijking subsidiebeleid/huisvesting bibliotheek. In de programmabegroting 2016-2019 is een bezuiniging op subsidies opgenomen van € 50.000 in 2016 oplopend naar € 150.000 vanaf 2018. Een nota over herijking van de subsidies wordt naar verwachting in november aan de raadscommissie aangeboden. De inhoud staat hierbij centraal. Het primaire doel is dat inhoudelijke uitgangspunten voor het toekomstig subsidiebeleid worden geformuleerd. Afhankelijk van de geformuleerde uitgangspunten zal bepaald worden of hier financiële effecten uit voortvloeien. In afwachting van de uitkomst van de discussie in de raadscommissie blijft de bezuiniging gehandhaafd en is een p.m.raming opgenomen in de eerste begrotingswijziging. Mondeling D66 9 De nieuwe verordening huisvesting onderwijs is door de raad vastgesteld op 23 april 2015. Op verzoek van de cie SAM heeft overleg plaatsvond met de schoolbesturen over de voorgenomen wijziging van de verordening, waarbij de schoolbesturen aangaven dat ‘verdere afspraken wenselijk’ zijn. Vraag: behoeft de vastgestelde verordening naar de mening van B&W wijziging? Antwoord Nee, de door de gemeenteraad vastgestelde Verordening huisvesting onderwijs 2015 behoeft geen wijziging. De verordening betrof uitsluitend een aanpassing aan de gewijzigde wet. In het overleg met de gezamenlijke schoolbesturen (maart 2015) is wel afgesproken dat nadere afspraken over renovatie, nieuwbouw, uitbreiding en overdracht van gebouwen, mochten deze situaties in de toekomst aan de orde zijn, wenselijk zijn. Te zijner tijd zal met de gezamenlijke schoolbesturen hierover overleg gevoerd worden. Schriftelijk D66 10 Het beleid tav de OZB is dat de tarieven worden bepaald door toepassen van de inflatiecorrectie én een correctie voor de waardeontwikkeling van woningen. Gesteld wordt nu dat de OZB-tarieven worden bepaald door ‘de inflatiecorrectie 6 alsmede ontwikkeling van de belastingcapaciteit ofwel met name de waardeontwikkeling van woningen’. Vraag: wordt de belastingcapaciteit alléén bepaald door de waardeontwikkeling van woningen of spelen hier nog andere factoren een rol, zoals bijvoorbeeld het aantal woningen? Antwoord De belastingcapaciteit woningen per 1-1-2015 geldt als basis voor de ozb-tarieven 2016 woningen. De totale belastingcapaciteit is een optelsom van de waarden van alle woningen per die datum. Een toe- of afname van het aantal woningen is mede bepalend voor de hoogte van de belastingcapaciteit. Schriftelijk PvdA 11 Als de afvalstoffenheffing minder daalt, wordt dan “het uitgangspunt: geen stijging totale woonlasten”, gehandhaafd? Antwoord Indien de afvalstoffenheffing minder zou dalen dan nu geraamd betekent dit dat in principe “het uitgangspunt: geen stijging totale woonlasten” alleen gehandhaafd kan blijven wanneer dit wordt gecompenseerd met een neerwaartse bijstelling van de ozb-tarieven. Dit heeft financiële consequenties voor de (meerjaren)begroting. Een nieuwe bestuurlijke afweging is dan noodzakelijk. In de voorliggende begroting is dit overigens niet aan de orde. Mondeling D66 13 Vraag: waarom betalen we in 2018 en 2019 wel 25.000 aan het mobiliteitsfonds en in 2017 niet? Antwoord In de tabel op blz. 13 staan de mutaties ten opzichte van 2016. In 2017 staat er niets ingevuld bij het mobiliteitsfonds. Dat betekent dat er hetzelfde wordt betaald als in 2016 (€ 119.000). Vanaf 2018 wordt dat met € 25.000 verhoogd tot € 144.000 (zie ook de toelichting op blz. 42). Schriftelijk CDA De financiële middelen voor WMO en Jeugd zullen worden verdeeld volgens een objectief verdeelmodel, op basis van structuurkenmerken. Welke structuurkenmerken zijn dat precies? Antwoord De middelen worden verdeeld volgens de verwachte kosten die gemeenten zullen maken op grond van hun objectieve structuurkenmerken. Met betrekking tot de middelen Wmo 2015 wordt rekening gehouden met de volgende categoriën van factoren/structuurkenmerken: a. Demografie: het aantal inwoners, het aantal ouderen en het aantal eenpersoonshuishoudens; b. Sociaal-economische situatie, waaronder het aantal lage inkomens en het aantal uitkeringsontvangers; c. Gezondheidstoestand: omvang van het langdurig medicijngebruik; d. Fysiek en (sociaal-)geografisch situatie, waaronder het aantal kernen en de stedelijkheid. Met betrekking tot de middelen Jeugdwet wordt rekening gehouden met de volgende factoren/structuurkenmerken: a. Het aantal jeugdigen onder de 18 jaar; 7 b. Eenoudergezinnen in combinatie met armoede: het aantal eenoudergezinnen, het aantal eenoudergezinnen met twee of meer kinderen en het aantal eenoudergezinnen dat bijstand ontvangt; c. Psychische gezondheid ouders: het aandeel ouders met langdurig psychisch medicijngebruik; d. Uitkeringssituatie: aandeel jeugdigen in gezinnen met kans op armoede, aantal gezinnen (met kinderen) dat bijstand ontvangt, uitkeringsontvangers (niet zijnde bijstandontvangers) en het aantal leerlingen in het basisonderwijs met een gewicht 0,3 of 1,2 (ouders met een lage opleiding); e. Zelf-oplossend vermogen: het gemiddelde gestandaardiseerde inkomen van gezinnen/huishoudens in een gemeente. Schriftelijk CDA Bezuinigingen; de verkoop van gemeentelijke eigendommen (besparing structureel 75 K) zal toch in veel gevallen slechts een incidenteel voordeel opleveren? Antwoord Verkoop van gemeentelijke eigendommen levert over het algemeen een éénmalige verkoopopbrengst op. De structurele rentevoordelen die hieruit voortvloeien worden ingezet ter dekking van de structurele financiële taakstelling “verkoop gemeentelijke eigendommen”. Naast de structurele rentevoordelen levert verkoop van gemeentelijke eigendommen veelal ook structurele exploitatievoordelen op (een besparing op de jaarlijkse kosten voor energie, verzekeringen, onderhoud ed). Ook deze structurele voordelen worden ingezet ter dekking van de taakstelling. Schriftelijk Wat heeft het College concreet voor ogen bij “kansen m.b.t. cofinanciering”? CDA Antwoord Met “kansen m.b.t. cofinanciering” wordt bijvoorbeeld (fictief) het volgende bedoeld: de provincie stelt voor 2016 (onverwacht) gelden beschikbaar voor het oplossen van fietsknelpunten, onder voorwaarde dat de gemeente 50% meebetaalt (cofinanciering). Indien een dergelijke (onverwachte) kans zich voordoet, willen wij –na dit te hebben voorgelegd aan de raad- kunnen inspringen op een dergelijke kans. Mondeling CDA Heeft het College bepaald waar we nu staan t.o.v. het Collegeakkoord? Antwoord Halverwege de collegeperiode, dus in maart 2016, zal het college een mid term-review opstellen. Schriftelijk GL 14 "De investeringskredieten worden niet geïndexeerd, de laatst bekende procentuele aanpassing bedraagt 0,1%)” Waarom niet, gaarne uitleg?" Antwoord De laatste jaren blijkt dat de aanbestedingen veelal gunstig uitvallen, waardoor het niet noodzakelijk is om de bedragen uit het investeringsprogramma te indexeren. 8 Programma 1 Bestuur en dienstverlening Schriftelijk VVD 19 wat zijn de kosten voor de nieuwe communicatienota Antwoord Er wordt geen nieuwe communicatienota opgesteld. Er zijn dus ook geen kosten mee gemoeid. Alleen het beleid voor burgerparticipatie wordt herijkt. Schriftelijk D66 19/ 20 Vragen: welke verschillen zijn er tussen beleidsdoel 1 en 2? Wanneer krijgen we de inzichten te zien van de herijking van de burgerparticipatie? Antwoord Beleidsdoel 2 (stimuleren burgerinitiatieven) is een aanvulling op beleidsdoel 1 (burgers betrekken bij beleidsvorming). Binnen de herijking van het participatiebeleid neemt het stimuleren van burgerinitiatieven een prominente plek in. De raadswerkgroep voert de regie over de herijking van het participatiebeleid. Deze heeft aangegeven voorlopig geen behoefte te hebben aan een nota, maar vooral actief ervaring op te willen doen met nieuwe vormen van burger- en overheidsparticipatie. Dat gebeurt bijvoorbeeld door de alternatieve inrichting van het participatieproces voor de Haven. Een ‘Havenlab’ bestaande uit een gevarieerd samengestelde groep inwoners en ondernemers stelt zelfstandig en in overleg met de raadswerkgroep het inrichtingsplan voor de Haven op. Er wordt een logboek bijgehouden zodat geleerd kan worden van de opgedane ervaringen. De raadswerkgroep informeert de raad over de voortgang. Schriftelijk VVD 20 hoe ziet het college de ontwikkeling van de bestaande samenwerkingsverbanden en hoe krijgt de raad als kader stellend orgaan hierbij een meer effectieve rol Antwoord Ontwikkelingen in de samenleving kunnen ook uitwerking hebben op de ontwikkeling van bestaande samenwerkingsverbanden. Als daarvan sprake is en dit ook invloed heeft op de aard, vorm en omvang van de bestaande samenwerkingsverbanden, zal de raad daarbij uiteraard steeds nauw worden betrokken. Een voorbeeld daarvan is de aanpassing van de regeling van Paswerk. Schriftelijk GL 20 "De huidige (complexe) maatschappelijke vraagstukken vragen om een integrale benadering waarbij vanuit verschillende invalshoeken en in samenhang aan oplossingen gewerkt wordt. Steeds meer werkt de gemeente binnen relevante netwerken actief samen met andere gemeenten en maatschappelijke partners." Kan het college andere voorbeelden noemen behalve in het sociale domein?" Antwoord Buiten het sociale domein speelt dat momenteel bijvoorbeeld bij het omgaan met de vluchtelingenproblematiek. De crisisopvang wordt geregeld door de regionale crisisorganisatie. Rondom de mogelijke locaties voor noodopvang vindt op dit moment intensief overleg plaats tussen de gemeenten in de regio. Inmiddels is als uitvloeisel van de avond 9 die wij over vluchtelingen hebben georganiseerd een platform in het leven geroepen, waarin verschillende burgers en maatschappelijke organisaties vertegenwoordigd zijn. Dit platform ontwikkelt plannen voor de begeleiding van vluchtelingen en statushouders. Schriftelijk VVD 20 samenwerking met Bloemendaal: heeft en houdt Raad regie? Graag een inschatting van, en een onderbouwing van het opvangen van de risico’s die zich kunnen voordoen in de ambtelijke samenwerking met Bloemendaal gezien het bestuurlijk vacuüm aldaar. Mondelinge presentatie gemeentesecretaris in December aan raad is voor VVD niet voldoende. Antwoord De raad zal altijd in positie blijven. Wij hebben de raad van elke ontwikkeling op de hoogte gehouden door middel van voortgangsrapportages. Dit zullen wij blijven doen. Als er ingrijpende organisatorische voorstellen worden gedaan zullen wij die afzonderlijk aan de raad voorleggen, zoals ook bij de vorming van de Gemeenschappelijke Regeling Informatie Technologie is gebeurd. Overigens liggen er op dit moment geen plannen voor dergelijke vormen van intensieve samenwerking. De bestuurlijke problematiek die al langer speelt in Bloemendaal heeft in eerste instantie wel invloed gehad op de ambtelijke samenwerking omdat mede daaruit voortvloeiend er personele wisselingen hebben plaatsgevonden en de ambtelijke organisatie is aangepast. Gedurende die periode heeft de ontwikkeling van de samenwerking bijna stilgelegen. Inmiddels heeft de ambtelijke reorganisatie van Bloemendaal vorm gekregen en zijn medewerkers geplaatst. Met een nieuwe structuur en management is de samenwerking weer met elan opgepakt. Ambtelijk ondervinden wij weinig hinder van de bestuurlijke problemen. Het Bloemendaals college heeft in elke samenstelling tot op heden de ambtelijke samenwerking met Heemstede expliciet onderschreven. Mondeling PvdA 20 De ambtelijke samenwerking met Bloemendaal moet leiden tot meerwaarde. Op basis van welke toetsingscriteria wordt dit geëvalueerd en wanneer? Antwoord Wij toetsen de samenwerking aan de vraag of deze inderdaad voldoet aan de doelstellingen die wij geformuleerd hebben bij het aangaan van de samenwerking. Met andere woorden levert de samenwerking kwaliteitsverbetering op en/of vermindert het de kwetsbaarheid en/of verbetert het de dienstverlening en/of is het efficiënter. Wij zullen de raad periodiek blijven rapporteren over de voortgang van de samenwerking en hierbij komen deze vragen aan de orde. Mondeling PvdA 20 In hoeverre zijn de bestuurlijke perikelen in Bloemendaal van invloed op de (beoogde) samenwerking en heeft dit tot vertraging in het proces geleid? Antwoord Zie het antwoord op de vraag van de VVD 10 Schriftelijk D66 20 De tekst over Bloemendaal in de paragraaf integraal samenwerken lijkt de conclusie te rechtvaardigen dat een fusie Heemstede – Bloemendaal nastreven verdient. Vragen: is dat ook het (eind)doel? Zo nee, wat dan wel? Hoe past een eventuele fusie met Haarlemmerliede in dit verhaal? Antwoord Een fusie met Bloemendaal is niet het einddoel van de ambtelijke samenwerking, zelfs niet een ambtelijke fusie. Dit hebben tot op heden beide gemeenteraden onderschreven. De samenwerking ontwikkelt zich binnen de door beide gemeenten gestelde kaders. Binnen die kaders wordt per taakgebied verkend wat samenwerking in termen van kwaliteitsverbetering, vermindering van kwetsbaarheid, verbetering van dienstverlening en efficiency kan opleveren. Een eventueel fusietraject met Haarlemmerliede en Spaarnwoude staat daar los van maar zal natuurlijk wel invloed hebben op het samenwerkingsproces, al was het alleen omdat een dergelijk traject ook veel aandacht zal vragen. Schriftelijk D66 21 Stroomlijnen informatiebeveiliging gegevens: doelstelling is om de informatiebeveiliging van deze onderdelen op elkaar af te stemmen zodat een nog beter en betrouwbaarder systeem ontstaat. Vraag: op basis van welke criteria vindt de stroomlijning plaats? Antwoord Afstemming gebeurt op basis van de criteria van de BIG (Baseline Informatiebeveiliging Gemeenten) opgesteld door KING (Kwaliteitsinstituut Nederlandse Gemeenten). In de BIG zijn de privacywetgeving en andere informatiebeveiligingseisen uitgewerkt, zowel op strategisch, tactisch als operationeel niveau. Mondeling D66 21 Vraag: is toepassing van de webrichtlijnen alleen nuttig voor mensen met visuele handicap, of wordt ook rekening gehouden met andere handicaps (bijvoorbeeld gehoor, fysieke problemen)? Antwoord De toepassing van de webrichtlijnen is gericht op mensen die niet (goed) kunnen zien of horen, moeite hebben met ingewikkelde teksten of geen muis kunnen gebruiken. Schriftelijk VVD 22 nieuwe communicatiemethoden: prima: hoe voorkomt je "spammende" ontevreden inwoners? Aanpak en ideeën in deze? Antwoord De gemeente communiceert al enige jaren op gelijksoortige wijze via Twitter en Facebook met inwoners. Wij hebben weinig negatieve ervaringen met misbruik van deze kanalen door burgers en verwachten dit ook niet voor nieuwe communicatiemethoden (zoals WhatsApp). De ervaring leert dat extreme reacties op sociale media vaak gecorrigeerd worden door tegenreacties van andere inwoners zodat negatieve discussies op natuurlijke wijze gedempt worden zonder dat de gemeente daar actie op hoeft te ondernemen. 11 Schriftelijk VVD 22 participatie ambitiecijfer omhoog: prima: maar hoe weten we wat het kost en wat is ons budget daarvoor? Antwoord De verbeteracties hebben vooral betrekking op een aangepaste werkwijze en houding en gedrag en worden binnen bestaande budgetten uitgevoerd. Mondeling D66 22 In het coalitieakkoord wordt stevig ingezet op participatie. Vraag: waarom wordt de ambitie op dit punt (‘we scoren een 7,0’) niet verhoogd? Antwoord In lijn met een excellente dienstverlening, streeft de gemeente in principe naar het cijfer 8 voor burgerparticipatie. De score 7 is echter gebaseerd op een realistisch haalbaar cijfer binnen de benchmark Waarstaatjegemeente.nl. Burgerparticipatie wordt hierbinnen namelijk gemiddeld met een relatief laag cijfer beoordeeld door burgers. Dit heeft deels te maken met een gebrekkige uitvoering door overheden, maar ook door het feit dat binnen participatietrajecten altijd het algemeen belang wordt afgewogen tegen het individuele belang. Indien een dergelijke afweging in het nadeel van een burger uitvalt heeft dit vaak een negatieve invloed op de beoordeling van het doorlopen participatietraject. Schriftelijk HBB 25 Bestuursondersteuning: het nadeel ten opzichten van 2016, moet dit niet 2015 zijn? Antwoord Ja. De vergelijking wordt inderdaad ten opzichte van 2015 gemaakt. Schriftelijk HBB 25 Verschillende getallen: gesproken wordt van 40k per verkiezing. Bij productnummer 1030 zie je dat helemaal niet terug. Hoe zit dat? Bij de begroting 2016 wordt 36.000 euro aan lasten genoemd, waarvoor is dat? Referendum? Antwoord De € 36.000 aan lasten in 2016 heeft betrekking op ambtelijke inzet die samenhangt met een verkiezing. In het meerjarenperspectief is de ambtelijke inzet constant gehouden. Die wordt gezien als vaste kosten. Als er geen verkiezingen zijn dan worden die uren aan andere producten besteed. Omgekeerd geldt hetzelfde als er twee verkiezingen zijn dan wordt ambtelijke capaciteit onttrokken aan een andere product. De formatie wijzigt niet door mutaties in het aantal verkiezingen. De € 40.000 heeft betrekking op de variabele kosten van een verkiezing. Dit heeft betrekking op o.a. vervaardigen en bezorgen oproepkaarten, presentiegelden stembureauleden ed. Deze kosten worden op product 1030 zichtbaar in het jaar waarin een verkiezing wordt gehouden. Kortom: in 2016 zijn geen verkiezingen en zijn op productnummer 1030 alleen de vaste kosten van € 36.000 geraamd. In 2017 is 1 verkiezing geraamd d.w.z. naast de vaste kosten van € 36.000 een variabel bedrag van € 40.000 (totaal € 77.000 incl. afrondingen). In 2018 zijn de gemeenteraadsverkiezingen gepland. Dit betekent voor de kosten: vaste 12 kosten van € 36.000 en variabele kosten van € 40.000 en extra € 20.000 voor communicatiemiddelen t.b.v. de Heemsteedse burger (totaal € 97.000 incl. afrondingen). In 2019 zijn twee verkiezingsmomenten, waarvan één een gecombineerde verkiezing is. De kosten bedragen: vaste kosten € 36.000 en variabele kosten verkiezingen € 108.000 (verkiezing Europees Parlement is € 40.000, de gecombineerde verkiezingen Provinciale Staten/Waterschappen bedraagt € 40.000 + € 28.000). De totale kosten voor 2019 bedragen € 145.000 (incl. afrondingen). Schriftelijk PvdA 25 Er wordt gesproken over een toename van 27.000 euro aan kapitaallasten voor Publieksvoorlichting? Waardoor wordt dit veroorzaakt? Antwoord De toename van € 27.000 aan kapitaallasten voor publieksvoorlichting heeft betrekking op het vernieuwen van de gemeentelijke website naar moderne technieken t.b.v. de ontwikkeling van de dienstverlening aan burgers (B&W 24-22015, C-stuk). Schriftelijk CDA Excellente dienstverlening op maat. Het is van groot belang om feeling te houden met hoe de burger de gemeente Heemstede, en in het bijzonder de dienstverlening van de gemeente Heemstede, beleeft. Aan de drie W’s is een vierde criterium toegevoegd: “Hoe gaan we dit meten?” Dat juichen we toe! Is vanuit die invalshoek overwogen om niet om het jaar maar jaarlijks deel te nemen aan de benchmark “waar staat je gemeente”? Antwoord In het verleden werd het onderzoek jaarlijks uitgevoerd. Als gevolg van bezuinigingen is door de raad besloten om dit om het jaar te doen, waarbij in het ene jaar de meting wordt uitgevoerd en vervolgens in het andere jaar gewerkt kan worden aan eventuele verbeteringen (die vervolgens weer in het daaropvolgende jaar worden gemeten). Programma 2 Veiligheid Schriftelijk Schriftelijk VVD PvdA 27 27 wijkschouwen: welke wijken worden dit jaar geschouwd Is al bekend welke twee wijken in 2016 worden geschouwd? Graag een toelichting. Antwoord Op 2 juni heeft er een wijkschouw plaatsgevonden in de Schilderswijk, op 30 september in de Componistenwijk. In het voorjaar van 2016 zal de Provinciën/Verzetswijk geschouwd worden. Voor het najaar van 2016 is er nog geen keuze gemaakt. Schriftelijk VVD 27 wat is het % van landelijke deelname burgernet en hoe kan bekendheid verder worden vergroot Antwoord Op 12-10-2015 waren er 1.526.160 deelnemers. Op diezelfde datum 16.959.753 inwoners. Deelname = 9%. Om het deelnamepercentage te vergroten zijn er landelijke en regionale campagnes. Daarnaast vestigen wij lokaal de 13 aandacht op Burgernet door: -Aandacht op de website, in de huis aan huis kranten en Preventiekrant. -Alle nieuwe huishoudens in Heemstede ontvangen de promotiefolder van Burgernet. -Afgelopen jaar zijn er ook nog huis aan huis folders verspreid. Schriftelijk GL 27 "Burgernet" "Begin 2015 was 8,1% van de bevolking van Heemstede deelnemer. Eind juni was dit aantal na de promotieactie in het voorjaar gestegen tot 9,6%". Kan het college aangeven wat het percentage is in vergelijkbare (referentie) gemeenten? Antwoord Per 1-10-2015 kent Kennemerland de volgende deelnemerspercentages. Aantal Gemeente Aantal deelnemers inwoners Percentage BEVERWIJK 3031 40085 7,6 BLOEMENDAAL 1834 22050 8,3 HAARLEM 12181 155135 7,9 HAARLEMMERLIEDE 456 5535 8,2 HAARLEMMERMEER 12347 144045 8,6 HEEMSKERK 3832 39085 9,8 HEEMSTEDE 2601 26360 9,9 UITGEEST 1217 13235 9,2 VELSEN 5034 67205 7,5 ZANDVOORT 1468 16575 8,9 Mondeling PvdA 27 BOA’s kunnen nu ook optreden bij verkeersovertredingen? Wat betekent dit concreet, ook formatief gezien? Antwoord BOA’s konden altijd al optreden bij verkeersovertredingen (stilstaand verkeer). Nieuw is dat ook de parkeercontroleurs op kunnen treden bij verkeersovertredingen van stilstaand verkeer in de winkelgebieden waar zij actief zijn. Tot nu toe was steeds assistentie van een BOA nodig. Dit vindt plaats binnen de huidige (ingehuurde) formatie. Mondeling D66 27 Buurtbemiddeling Vraag: hoeveel problemen zijn er nu bekend? Antwoord In de periode 1-1-2015 tot 1-10-2015 waren er 17 meldingen gedaan bij Buurtbemiddeling. Hiervan zijn er 8 inmiddels opgelost, 6 zijn er in behandeling en bij 3 zaken weigert de ‘tegenpartij’ medewerking. 14 Schriftelijk HBB 28/ 30 Er wordt gesproken over jeugdoverlast en het verminderen er van. Aan wat voor klachten kunnen we denken? Sinds 2013 neemt het nauwelijks af, hoe komt dat? Antwoord De laatste jaren is de jeugdoverlast fors afgenomen. In 2010 hadden we nog 351 meldingen. Dit aantal is gestaag gedaald tot 133 meldingen in 2014. Ook dit jaar zet de daling tot nu toe door (per 1-10-2015 een daling van 15%). De klachten gaan met name over: -Voetballen laat op de avond (met name Roosje Voslaan). -Jongeren die laat op de avond op speelplekken/schoolpleinen lawaai veroorzaken (schreeuwen, muziek, scooters), troep achterlaten, vernielingen plegen. Mondeling PvdA 29 Vermeld wordt dat de brandweer in 2016 start met een nieuwe vorm van controleren, waarbij bedrijven en instellingen zelf de controle uitvoeren met een digitale checklist. Wordt dit gecombineerd met een steekproefsgewijze controle door de brandweer zelf? En hoe checkt de brandweer of "de zaken op orde zijn"? Antwoord Na het invullen van de vragenlijsten wordt er bij geregistreerde tekortkomingen net als bij de huidige werkwijze ingezet op het realiseren van een situatie die aan de eisen voldoet. Degenen die de vragenlijst (ook na herhaald verzoek) niet invullen zullen een bezoek ter plekke krijgen. Daarnaast zullen er ook bij objecten waar geen tekortkomingen geregistreerd staan steekproefsgewijze controles plaatsvinden. Uitgangspunt is dat degenen die het goed doen in de toekomst minder aandacht krijgen. De aandacht zal zich met name richten op degenen die niet aan de eisen voldoen. Schriftelijk GL 29 "Omdat de doorgang voor de hulpdiensten en ook het reguliere verkeer op sommige plekken wordt gehinderd, zal in 2016 ook routebelemmering door fout geparkeerde auto’s prioriteit hebben" Wat houdt dat concreet in? Kan het college concreet aangeven hoe vaak de BOA’s op pad gaan, bij voorkeur ook ’s avonds en in de weekenden? Antwoord Dit betekent concreet dat er specifieke inzet wordt gepleegd om in bepaalde delen van Heemstede samen met hulpdiensten op pad te gaan. Na een aantal rondes door de BOA’s zelf, is gebleken dat gezamenlijke inzet effectiever en zichtbaarder is. Dit heeft het meeste nut in de avonduren en moet dus worden ingeroosterd. Omdat dit voor alle partijen extra inzet betekent, is afgesproken dit specifiek te benoemen. Gekeken wordt dan naar fout geparkeerde auto’s die daadwerkelijk een belemmering zijn voor inzet bij calamiteiten. De eerste wijk die gepland staat is de Rivierenwijk. Iedere dag zijn er tijdens reguliere werktijden BOA’s in dienst. De inzet in het weekend en ’s avonds wordt op basis van inroostering gedaan. Dit komt erop neer dat niet alle dagen in het weekend en 1 avond per week de inzet van de BOA’s is ingepland. De inzet in het weekend wordt veelal door twee BOA’s gedaan, de inzet ’s avonds in combinatie met een wijkagent. 15 Schriftelijk GL 29 "In 2016 zal gestart worden met een nieuwe manier van controleren. Bedrijven en instellingen wordt gevraagd om zelf aan de hand van een digitale checklist een enkelvoudige zelfcontrole (met name blusmiddelen, nooduitgangen, nooduitgangverlichting) uit te voeren" Kan het college aangeven hoe deze controles gecontroleerd worden en komt er een evaluatie hiervan? Antwoord Na het invullen van de vragenlijsten wordt er bij geregistreerde tekortkomingen net als bij de huidige werkwijze ingezet op het realiseren van een situatie die aan de eisen voldoet. Degenen die de vragenlijst (ook na herhaald verzoek) niet invullen zullen een bezoek ter plekke krijgen. Daarnaast zullen er ook bij objecten waar geen tekortkomingen geregistreerd staan steekproefsgewijze controles plaatsvinden. Uitgangspunt is dat degenen die het goed doen in de toekomst minder aandacht krijgen. De aandacht zal zich met name richten op degenen die niet aan de eisen voldoen. De nieuwe werkwijze zal door de gemeente gemonitord en later geëvalueerd worden aan de hand van rapportages die brandweer ons aanlevert. Schriftelijk VVD 30 polarisatie en radicalisering: wie zijn die sleutelfiguren? Ook inwoners? Antwoord Naast de politie (met name de wijkagenten) zijn bij de gemeente Heemstede de sleutelfiguren voor dit thema: -hoofd backoffice burgerzaken -hoofd sociale zaken -coördinator handhaving -ambtenaar openbare orde en veiligheid. Inwoners kunnen ook altijd een melding doen van zaken die ze niet vertrouwen. Dit kan via het centrale nummer van de politie of bij de wijkagent. Mondeling D66 30 Vraag: wat wordt er gedaan om de hondenpoep tegen te gaan? Antwoord Tijdens de reguliere rondes van de handhavers is er aandacht voor hondenpoep, Het is erg lastig de veroorzaker op heterdaad te betrappen. Om die reden wordt er ook ingezet op communicatie. Indien in een bepaald gebied veel klachten komen, wordt een brief verstuurd met daarin extra aandacht voor de gezondheidsrisico’s van hondenpoep. Op het raadhuis kunnen speciale hondenpoepzakjes worden afgehaald en ook de Vrienden van het Wandelbos beheren in het wandelbos twee houders met zakjes. Hiermee wordt geprobeerd de drempel om hondenpoep op te ruimen laag te leggen. Schriftelijk CDA Zoals ook bij Programma 1 is opgemerkt hecht de CDA-fractie veel waarde aan het inzetten van de schaarse capaciteit en middelen voor die zaken waarvoor dat echt nodig is dan wel echt effect heeft. In dat kader is de vraag “Hoe gaan we dit meten?” voor ons een zeer belangrijke vraag. Voor een aantal zaken m.b.t. Veiligheid “sturen” we niet echt op actuele 16 gegevens. Is nagedacht over een mogelijkheid om de inzet van capaciteit en middelen strakker te koppelen aan actuelere resultaten/gegevens? Antwoord Er wordt wel degelijk gestuurd op actuele gegevens. Wekelijks ontvangt de ambtenaar openbare orde en veiligheid rapporten van de politie. Deze heeft ook vrijwel dagelijks contact over lopende zaken. Daarnaast is er tweewekelijks overleg tussen de burgemeester en teamchef. De prioriteiten die vastgesteld zijn, zijn niet statisch. De aandacht voor een bepaald soort misdrijven/incidenten beweegt mee met de actuele veiligheidssituatie. Het vaststellen van prioriteiten heeft ook tot doel om binnen het team Kennemerkust operationeel experts aan te stellen voor inzet voor langere duur op bepaalde thema’s. Zij voeren ook een bijbehorend programma uit. Schriftelijk VVD 32 hoe ziet het college de mogelijkheden om bij de Vrk te komen tot taakstellende efficiency opbrengsten Antwoord De VRK heeft reeds taakstellende efficiencymaatregelen opgenomen. Deze maatregelen zijn recent voorgelegd aan de raden van de deelnemende gemeenten bij de programmabegroting 2016 van de VRK. De efficiencymaatregelen leiden tot een lagere inwonerbijdrage die ingezet wordt vanaf de begroting 2015. Vanaf 2019 leidt dit voor Heemstede tot een structurele verlaging van de inwonerbijdrage van totaal € 68.000. In de (meerjaren)raming van Heemstede wordt hiermee reeds rekening gehouden. Schriftelijk HBB 33 Om hoeveel brandkranen gaat het? Antwoord Het aantal brandkranen in Heemstede bedraagt 856. Schriftelijk GL 33 "Op dit moment vinden over de hoogte van de onderhoudsbijdrage (die per brandkraan wordt berekend) onderhandelingen plaats met de beheerder van het net. Een bedrag van € 25.000 is nu reeds in de begroting 2016 opgenomen.” Kan het college aangeven hoe zeker dat bedrag is? En Komt er nog een rekening van Waternet over 2014 en 2015? Antwoord Een bedrag voor 2015, zijnde € 37.500, is opgenomen in de najaarsnota 2015. Voor 2016 (en verder) wordt rekening gehouden met een zelfde bedrag jaarlijks. Dit bedrag is structureel opgenomen bij de eerste begrotingswijziging. Wij gaan ervan uit dat er geen rekeningen van eerdere jaren komen, maar daar is nog geen definitief standpunt over ingenomen door Waternet. Programma 3 Verkeer, vervoer en waterstaat (infrastructuur) Schriftelijk D66 34 Vraag: wordt ook onderzocht of en hoe ondernemers kunnen meebetalen aan het parkeren? 17 Vraag: is het wenselijk een relatie te leggen tussen de opbrengsten van de parkeerbelasting en de kosten van de parkeervoorzieningen? Antwoord Er wordt niet onderzocht om ondernemers te laten meebetalen aan het parkeren. Betaald parkeren wordt ingevoerd met het oogmerk de parkeerdruk te reguleren en de parkeertijd te beperken. Het is daarom niet wenselijk een relatie te leggen met de kosten van de parkeervoorziening. Mondeling PvdA 35 Vallen onder het uitgangspunt "parkeerdruk tijdens piektijden vermijden" ook (communicatie) maatregelen die het autogebruik tijdens de piektijden doen verminderen en het fietsgebruik bevorderen? Antwoord Door het heffen van een parkeerbelasting wordt het autogebruik zoveel mogelijk ontmoedigd. Door het realiseren van voldoende parkeervoorzieningen voor fietsers wordt zoveel mogelijk in die behoefte voorzien en waar mogelijk het fietsgebruik bevorderd. Mondeling D66 35 Vraag: wanneer komt het in het college akkoord aangekondigde “uitgewerkte plan om de Binnenweg en Raadhuisstraat veiliger te maken”? Antwoord Verkeersveiligheid van het winkelgebied zal worden meegenomen in de visie winkelgebieden. In fase 2 van de opstelling van de visie wordt een voorkeursscenario bepaald. Op basis van dit scenario zullen tenslotte de visie en het uitvoeringsprogramma worden opgesteld. In dat uitvoeringsprogramma zal ook gekeken worden naar de bereikbaarheid en verkeersveiligheid. Schriftelijk D66 35 Vraag: wat is de stand van zaken rond de fietsknelpunten lijst: welke knelpunten zijn al opgelost, en welke zijn de eerstvolgende die opgelost worden? Antwoord Op de gemeentelijke website staan de fietsknelpunten genoemd, zie onder Verkeerïƒ Fietsen. Hierop wordt bijgehouden wat de stand van zaken is. Welke punten opgelost zijn en ook kunnen er nieuwe punten op komen. De punten die in de afgelopen maanden opgelost zijn van de oorspronkelijk lijst volgen hierna.: ï‚· Onveilige oversteek Heemsteedse Dreef-Postlaan- van den Eijndekade. Hier zijn verkeerslichten gekomen. ï‚· VRI César Francklaan – Johan Wagenaarlaan deelconflicten. De verkeerslichtenregeling is aangepast waardoor linksafslaand autoverkeer niet meer gelijktijdig groen heeft met overstekende fietsers. ï‚· Kruispunt Hendrik de Keyserlaan-Raadhuisplein onduidelijke voorrang. Het kruispunt is aangepast met haaientanden en bebording waardoor er een duidelijke situatie is ontstaan. 18 ï‚· ï‚· ï‚· VRI Heemsteedse Dreef – Lanckhorstlaan. De verkeerslichtenregeling is aangepast, waardoor fietsers die oversteken niet meer gelijktijdig groen hebben met fietsers die over de Heemsteedse Dreef rechtdoor gaan. Kwakelbrug. De brug is vervangen door een fietsbare brug. VRI Heemsteedse Dreef – Johan Wagenaarlaan. De verkeerslichtenregeling is aangepast, waardoor fietsers die oversteken niet meer gelijktijdig groen hebben met fietsers die over de Heemsteedse Dreef rechtdoor gaan. De punten die in de komende tijd gepland zijn of waar naar gekeken wordt zijn: ï‚· ï‚· ï‚· ï‚· ï‚· ï‚· ï‚· ï‚· ï‚· Mondeling CDA Johan Wagenaarlaan. Het onderhoud is gepland in 2016, er is een verkeersonderzoek gedaan naar mogelijke verbeteringen. De planning is dat het voorstel met verbeteringen in 2015 in de commissie Ruimte behandeld wordt, waarna een voorlopig ontwerp in de inspraak wordt gebracht Cruquiusbrug hellingbanen. Er is een onderzoek gedaan naar de mogelijkheden. De meest recente stand van zaken is dat de provincie mee wil werken aan de aanleg, maar niet wil bijdragen in de kosten. Fietsparkeerplekken bushalte Cruquiusweg Javalaan zd. De verwachting is dat in 2016 hier in samenwerking met de provincie meer stallingsplekken gemaakt worden. Stationsgebied fietsparkeren. De bewaakte stalling is gratis gemaakt waardoor er meer vrije (gratis) capaciteit is. Voor de langere termijn wordt er samen met Prorail gewerkt aan een plan en op korte termijn worden er extra tijdelijke rekken geplaatst ter hoogte van Vogelpark. Ook is er het plan om tijdelijke extra scooterparkeerplaatsen te realiseren, dit zal dan ten koste gaan van een paar autoparkeerplaatsen op het Roemer Visscherplein. Raadhuisstraat versmalling. Er is een parkeerplaats op het smalste stuk vervallen waardoor het klemrijden van fietsers niet meer voor lijkt te komen. Er zal nog bekeken worden of het punt hiermee afdoende is opgelost. Herenweg fase 4 fietspaden. In 2017 is de uitvoering hiervan gepland. Heemsteedse Dreef – Julianaplein. Er is een aanpassing gedaan in de detectie van fietsers, het probleem lijkt hiermee grotendeels verholpen. Een volledige oplossing kan meegenomen worden bij de vervanging van de VRI. Voetgangersoversteekplaatsen. Er zijn verschillen in de vormgeving van zebrapaden bij fietspaden. Een voorstel wordt gemaakt om hier een eenduidigere inrichting in te krijgen. Meerdere zebrapaden zullen dan aangepast worden. Binnenweg. De Binnenweg en de veiligheid wordt meegenomen bij de centrumvisie. Gesteld wordt dat DMV in 2016 actueel is. “Wat” gaat de gemeente Heemstede daar “Waar” van merken? Antwoord De verkeersregelingen van de verkeerslichten zijn in de afgelopen maanden aangepast en kunnen bij verkeersdrukte daarmee beter op elkaar afgestemd worden. Ook kan op een aantal plaatsen zoals op de Cruquiusweg en op het provinciale deel van de N201 het verkeer gedoseerd worden. Het doel is de verkeersafwikkeling in Heemstede te verbeteren, maar bij een hoge verkeersdruk zal het effect op straat voor een weggebruiker waarschijnlijk niet heel groot zijn. Indien een regelscenario of groene golf actief is wordt het doorgaande verkeer zoveel mogelijk gedoseerd 19 doorgelaten. Dit wordt alleen ingezet indien de verkeersdruk daar aanleiding toe geeft omdat een groene golf of regelscenario een negatief effect kan geven op de wachttijd in de zijstraten. Mondeling D66 36 DVM: er worden maatregelen genomen om de verkeersafwikkeling te reguleren. Vraag: welke zijn dat? Antwoord Zie bovenstaande vraag en antwoord. Mondeling PvdA 36 Wat verstaat het college onder een ‘robuuste oost-west verbindingen? Antwoord Verbindingen die de bereikbaarheid van Heemstede (en Zuid-Kennemerland) verbeteren, zoals de Duinpolderweg of de bereikbaarheid via de N201. De N201 kent in de huidige situatie veel congesties, zodat wij hopen dat bijvoorbeeld de Duinpolderweg en DVM hierin verbetering brengen. Schriftelijk HBB 36 2e alinea: Het college is een voorstander van onderzoek enz. Gaat dat onderzoek komen? Wie doet dat en wanneer? Antwoord Dat is het MER-onderzoek Duinpolderweg, dat reeds is gestart. Hierin worden de verkeerseffecten van meerdere varianten doorgerekend. Mondeling D66 36 Fietspad Manpadslaangebied Vragen: waar moet dat fietspad lopen? Hoe past dit in de plannen rond het MPL? Is de klankbordgroep hier blij mee? Antwoord Onderzoek moet eerst uitwijzen of een fietspad überhaupt wenselijk, haalbaar en inpasbaar is tussen Bloemendaal, Heemstede en Hoofddorp. Op dit moment is er formeel nog geen besluit genomen of dit onderzoek er gaat komen. Schriftelijk D66 36 Uit de verkeersanalyses is gebleken dat de eventuele aanleg van de Duinpolderweg géén verbetering van de verkeerssituatie in Heemstede zal betekenen. Er is zelfs sprake van een zekere verslechtering. Die zal overigens door de eventuele aanleg van de Mariatunnel nog sterker gevoeld worden. Vraag 1: gelezen het standpunt uit het college akkoord (en de begroting van vorig jaar) kan hieruit geconcludeerd worden dat het college de aanleg van deze weg niet meer gaat steunen? Antwoord Een definitief besluit over realisatie van de Duinpolderweg volgt op basis van de Planuitwerkingsfase. Aan het einde van de Planuitwerkingsfase wordt op basis van de zogeheten ‘besluit M.E.R.’ definitief besloten over het ontwerp en de aanleg van de weg. Voor het mer-onderzoek zal ook een uitgebreide verkeersstudie worden gedaan waarin op lokaal 20 niveau de effecten voor Heemstede duidelijk zijn. De eerste verkeersanalyse betrof de actualisatie van de grensstreekstudie. Deze studie (en verkeersanalyse) is op hoofdlijnen. De mer-studie geeft een gedetailleerd inzicht in de effecten voor Heemstede en op basis van deze onderzoeken kan een gefundeerde afweging worden gemaakt. Vraag 2: waarom is ten aanzien van de voorwaarde voor de ondersteuning van de Duinpolderweg in begroting van dit jaar de woorden “en in de regio” toegevoegd? Wil het college hiermee aangeven dat ze de Duinpolderweg toch gaat steunen, ook al betekent het een verslechtering van de verkeerssituatie in Heemstede (maar bijvoorbeeld een verbetering in Hillegom)? Antwoord In de regionale bereikbaarheidsvisie Zuid-Kennemerland is de Duinpolderweg opgenomen als mogelijke maatregel om de regionale bereikbaarheid in Zuid-Kennemerland te verbeteren. Dit betekent dat we als regio (lees ZuidKennemerland) het belang van de weg inzien. Dat neemt niet weg dat elke gemeente binnen deze regio een eigen standpunt kan innemen. De mer-onderzoeken moeten daar meer duidelijkheid over geven. Mondeling D66 36 Vervanging VRI's Heemsteedse Dreef en p. 37 onderhoud asfalt aan de Johan Wagenaarlaan. Beide onderwerpen waren oorspronkelijk gepland voor 2015. Vraag: waarom zijn ze met een jaar vertraagd? Antwoord Bij het geplande onderhoud waren geen infrastructurele aanpassingen voorzien. Vanuit bewoners in de laan zijn er verzoeken gekomen om verkeerskundige verbeteringen te doen en ook is de fietsvriendelijkheid van de laan voor ons een aandachtspunt. Daarom is er besloten het onderhoud een jaar uit te stellen om zo tijd te hebben om een verkeerskundige studie te kunnen doen naar mogelijke verbeteringen in de inrichting van de Johan Wagenaarlaan en deze dan ook met een inspraakprocedure voor te leggen aan belanghebbenden. Op deze wijze kan het onderhoud gecombineerd worden met infrastructurele aanpassingen. Ten aanzien van de drie nog te vervangen verkeersregelinstallaties op de Heemsteedse Dreef wordt eerst een verkeerskundige onderzoek uitgevoerd alvorens de vri’s tussen de Zandvaartkade en de Lanckhorstlaan te vervangen. Om zo te bekijken welke aanpassingen gewenst en mogelijk zijn ten aanzien van verkeersveiligheid en verkeersdoorstroming. Het plan is dan om de drie verkeersregelinstallaties in één project te vervangen, en niet zoals oorspronkelijk gepland was in drie opeenvolgende jaren, waarbij ook infrastructurele (verbeter)maatregelen meegenomen worden. Schriftelijk HBB 36/ 44 Komt het fietspad langs de Cruquiusweg en het zandpad langs het talud ook aan bod? Antwoord Er is een onderzoek gedaan naar de mogelijkheden. De stand van zaken is dat de provincie mee wil werken aan de aanleg, maar niet wil bijdragen in de kosten. 21 Schriftelijk HBB 36/ 44 Wordt er bij het Julianaplein nagedacht over alternatieven zoals bijvoorbeeld een rotonde? Antwoord Het plan is om een verkeerskundige onderzoek te doen alvorens alle drie de verkeersregelinstallaties op de Heemsteedse Dreef tussen de Zandvaartkade en de Lanckhorstlaan te vervangen, om zo te bekijken welke aanpassingen gewenst en mogelijk zijn. Hierbij zal ook gekeken worden naar het Julianaplein. In dit verkeersonderzoek kan ook naar de mogelijkheden van een rotonde gekeken worden. Al ligt het vervangen van de verkeersregelinstallatie door een rotonde niet voor de hand omdat met een rotonde geen dynamische verkeersmanagement mogelijk is. Schriftelijk PvdA 37 de teksten onder het beleidsdoel “openbaar vervoer behouden en bevorderen” komen nogal positief over als je kijkt naar het opheffen van het aantal lijnen en haltes in het afgelopen jaren. Rekening houdend met de verantwoordelijkheid van de provincie, wat doet de gemeente zelf om innovatieve of alternatieve vervoermiddelen aan te (laten) bieden, ook ter ondersteuning van eventuele bewonersinitiatieven om de buurt beter met OV te ontsluiten? Antwoord De provincies Noord-Holland en Zuid-Holland en de Stadsregio Amsterdam zijn verantwoordelijk voor het openbaar vervoer in Heemstede. De gemeente zal waar mogelijk invloed uitoefenen op de nieuwe vervoersplannen van de verschillende openbaar vervoer aanbieders. De gemeente streeft hierbij naar een optimale ontsluiting van het openbaar vervoer in Heemstede. Mondeling D66 37 Vraag: Wordt bij de inrichting/aanpassing/onderhoud van de openbare ruimte ook rekening gehouden met de onkruidbestrijding? Antwoord Bij de inrichting of aanpassing van de openbare ruimte wordt nog niet afdoende rekening gehouden met de beheersbaarheid van het onkruid. Het is, mede door de wettelijke beperking van het gebruik van chemische middelen, belangrijk om rekening te houden met het beperken van voegen op locaties waar niet of weinig wordt gelopen of gereden. Door bestaande probleemlocaties buiten te bekijken, wordt deze bewustwording vergroot. In het onderhoud van de openbare ruimte wordt altijd al rekening gehouden met de onkruidbestrijding. Dit is een wezenlijk onderdeel van het onderhoud. Onkruid in de plantsoenen wordt handmatig bestreden en op de verharding middels een combinatie van Ultima en diverse chemievrije methodes. Schriftelijk HBB 38 Onkruidbestrijding. Laatste zin: mogelijk worden in 2016 enz. Waar is dat van afhankelijk? Antwoord We blijven ontwikkelingen en nieuwe methoden volgen. De inzet in 2016 wordt bepaald op basis van de evaluatie (kwaliteit en inzet) in 2015. Indien nodig wordt de inzet aangepast. 22 Schriftelijk HBB 39 Wordt er bij de renovatie en vervanging van de rioleringen innovatieve methoden toegepast, zoals bijvoorbeeld relinen? Antwoord Relinen wordt toegepast indien het technisch mogelijk is en wanneer het de meest voordelige manier van renoveren is. (Relinen is het aanbrengen van een kunststof “kous” in een bestaand riool, Door deze kous onder druk te verwarmen voegt de kous zich aan de binnenkant van het bestaande riool en ontstaat een nieuw kunststof riool) Wanneer ook een hemelwaterriool moet worden aangelegd is het vaak kostentechnisch niet meer aantrekkelijk. Wanneer sprake is van een reliningsproject wordt vaak over een renovatieproject gesproken in plaats van een vervangingsproject en is met deze aanduiding te herkennen in de begroting. Schriftelijk HBB 39 Worden er gescheiden rioleringssystemen aangelegd? Antwoord Wanneer riolering in woonwijken vervangen wordt, wordt de verharding op openbaar terrein afgekoppeld. Dit betekent dat het regenwater wordt opgevangen in een zgn. hemelwaterriool, dit water wordt direct naar oppervlaktewater geleid. De hemelwaterleiding wordt naast het vuilwaterriool aangelegd. Bij de aanleg van riolering in nieuwbouwwijken wordt al het water gescheiden afgevoerd, dus ook het water dat op de daken van de woningen valt. Alleen bij doorgaande wegen wordt er geen gescheiden riool aangelegd in verband met de vervuilingsgraad van het water dat van deze wegen komt. Schriftelijk GL 39 "In 2016 meten we in de riolering, in nauwe samenwerking met gemeente Bloemendaal. Het meten in de riolering heeft als doel ons rioolmodel te controleren en te valideren. Het rioolmodel wordt gebruikt om de werking van het rioolstelsel te berekenen en op basis van deze berekeningen worden noodzakelijke maatregelen genomen." Kan het college kort aangeven wat de mogelijke uitkomsten zijn van het valideren van het model en wat de mogelijke noodzakelijke maatregelen zijn? Antwoord Een uitkomst van het meten kan zijn dat het riool op sommige locaties net iets anders werkt dan nu wordt aangenomen. Dat hoeft geen consequenties te hebben, maar het kan wel. In ieder geval wordt dan het rioolmodel aangepast zodat het zo veel mogelijk de werkelijkheid benaderd. Het rioolmodel gebruiken we om te kijken of ons rioolstelsel klaar is voor de toekomst of op sommige punten moet worden aangepast. Dat kan bijvoorbeeld een vergroting van het riool zijn in een straat. Deze aanpassingen aan het riool worden gedaan op het moment dat het riool moet worden vervangen. Schriftelijk VVD 41 hoe ziet het college de mogelijkheden om betaald parkeren in te voeren bij de oplaadpunten voor elektrische auto's Antwoord Op dit moment liggen alle oplaadpunten buiten de betaald parkeergebieden en is dit niet aan de orde. Dit onderwerp komt terug in een notitie over parkeerbeleid die in het eerst kwartaal van 2016 in de commissie zal worden behandeld. 23 Programma 4 Algemene voorzieningen Schriftelijk PvdA 46 Het college geeft aan ' zich ingezet te hebben voor een ander plaatsingssysteem'. Volgens onze informatie heeft vooral een werkgroep bestaande uit schoolbestuurders een nieuwe systematiek uitgedacht en in praktijk gebracht. Wat heeft de wethouder dan nog concreet aanvullend gedaan? Antwoord Op regionaal niveau is sprake van overleg tussen gemeenten en schoolbesturen, onder andere over dit onderwerp. De wethouders van Haarlem en Heemstede vertegenwoordigen in dit overleg de overige regiogemeenten en hebben in dat kader een rol gespeeld bij het komen tot een ander plaatsingssysteem. Schriftelijk Schriftelijk PvdA VVD 48 Bij de bevolkingsonderzoeken hoort nu toch ook darmkankeronderzoek? 48 Antwoord Ja, dat klopt. Sinds 2014 krijgen alle mannen en vrouwen van 55 tot en met 75 jaar iedere twee jaar een uitnodiging voor het bevolkingsonderzoek darmkanker. hoe wordt kwantiteit speellocaties gemeten en ingepland (m.b.t. tot nieuwe kinderen in buurten?) Antwoord Bij een nieuwe aanvraag kijken we of er noodzaak is voor nieuwe speellocaties, op basis van de demografische gegevens. Schriftelijk VVD 48 waar en hoe kun je als inwoner een aanvraag doen; burgerinitiatieven en opvolging van deze initiatieven Antwoord Er is geen toetsingskader meer zoals dit tijdens de speelvisie het geval was. Je kunt als burger een aanvraag doen bij ‘de Gemeente’ (afdeling VOR). Elk jaar worden inspecties gedaan om de kosten in beeld te krijgen om alle toestellen veilig te houden. Daarna wordt gekeken welke financiële ruimte er nog is voor nieuwe aanvragen. Schriftelijk GL 48 "Het onderhoud en de vervanging van speeltoestellen staan centraal. Een aantal toestellen bereikt binnenkort zijn afschrijvingstermijn of heeft deze al overschreden. Dit betekent dat geleidelijk de kosten voor het onderhoud gaan toenemen." Kan het college onderbouwen wat voordeliger is, vervanging en daardoor hogere kapitaallasten, of meer onderhoud en reparaties? Antwoord Onze onderhoudsbudgetten zijn gebaseerd op landelijke normen, wij zitten onder de landelijke norm. Doordat we tijdens de speelvisie een flinke inhaalslag (aanschaf nieuwe toestellen) hebben gemaakt, hebben we weinig (onderhouds)kosten. Daarom komen we nu uit met onderhoudsbudgetten. Toestellen die tijdens de speelvisie niet zijn 24 vervangen, zijn nu aan de beurt voor vervanging. Schriftelijk VVD 49 wat is de visie van het college over de lopende transformatie bij Casca en Woh en is er voldoende zicht op de synergie effecten Antwoord Bestuurlijk vindt er vanuit de gemeente maandelijks overleg plaats met beide stichtingen gezamenlijk over de voortgang van het ingezette transformatieproces (inclusief voorgenomen fusie). Dit proces is ingezet naar aanleiding van het door beide partijen gezamenlijk ingediende Transformatieplan. Op grond van dit overleg blijkt beide organisaties op een constructieve wijze het transformatieproces vormgeven, dat er voldoende voortgang wordt gerealiseerd en dat door beide organisaties een duidelijke meerwaarde in de samenwerking wordt gezien. Nadere informatie treft u in de hieronder staande antwoorden over dit onderwerp aan. Schriftelijk GL 49 "In 2016 zullen we uitwerking geven aan het besluit om te komen tot de bibliotheek als ontmoetingscentrum, geïntegreerd met andere (welzijns)instellingen." Wordt de vervanging van de lift meegenomen worden in de geplande verbouwing (zie ook het investeringsoverzicht)? Antwoord Zeker. De lift functioneert nu niet en dient vervangen te worden. In de plannen gaat verwerkt worden dat de nieuwe lift ook naar de zolderverdieping zal gaan – hetgeen nu niet het geval is – zodat de gebruiksmogelijkheden van het gebouw worden vergroot. Mondeling PvdA 50 Wordt de vorming van één welzijnsorganisatie meegenomen in de aangekondigde herijking van subsidies? Wat zijn de budgettaire consequenties? Antwoord De vorming van één welzijnsorganisatie staat in beginsel los van de herijking van het subsidiebeleid; ook zonder herijking van het subsidiebeleid zouden we een transformatie van aanbod en werkwijze - en een intensivering van de samenwerking, in dit geval leidend tot het voornemen om te fuseren - hebben nagestreefd. Dit laat onverlet dat het streven naar verbindingen, leidend tot een verbreding en versterking van het aanbod, wel een van de doelstellingen is in de herijking van het subsidiebeleid, die op korte termijn aan de raad zal worden voorgelegd. Of er sprake is van (structurele) budgettaire consequenties, en zo ja welke, is op dit moment nog niet bekend. Hierover zijn we in overleg met de Stichting CASCA en de Stichting WOH. Overigens ligt het qua systematiek wel in de rede dat we - nu sprake is van een proces van (onderzoek naar) fusie - over zullen gaan tot de verstrekking van één subsidie, onder intrekking van de twee huidige budgetsubsidies. 25 ? GL 50 "De stichtingen hebben in dit kader het Transformatieplan “Welzijn Heemstede” opgesteld, gericht op aansluiting bij de uitgangspunten en doelstellingen van het Beleidsplan Sociaal Domein 2015 t/m 2018." Kan het college kort de stand van zaken aangeven? Antwoord De Stichting CASCA en de Stichting WOH hebben na de gemeentelijke besluitvorming over het Transformatieplan van beide stichtingen de zomerperiode gebruikt om het proces om te komen tot de gewenste transformatie en fusie verder vorm te geven. In dit kader is, na een startbijeenkomst voor beroepskrachten en vrijwilligers, een stuurgroep met mandaat van beide besturen geïnstalleerd die het proces zal leiden, is een zogenoemde marsroute uitgezet die eind 2015 moet leiden tot besluitvorming over de beoogde fusie, én zijn diverse werkgroepen (bestaande uit medewerkers van beide organisaties) ingesteld die zich bezig gaan houden met de uitwerking van diverse onderwerpen (onder andere financiën, vrijwilligersbeleid, nieuwe diensten, kwaliteit en locaties). In het laatste kwartaal van 2015 vinden verschillende bijeenkomsten voor beroepskrachten en vrijwilligers om hen op een goede wijze mee te nemen in het proces. De planning is dat 2016 gebruikt gaat worden voor de nadere implementatie van de beoogde fusie en het transformatieplan. Bestuurlijk vindt er vanuit de gemeente maandelijks overleg plaats met beide stichtingen gezamenlijk over de voortgang van dit proces. Mondeling D66 50 Herijking subsidiebeleid. Vraag: kan worden aangegeven wat wordt bedoeld met het ‘streven naar meer transparantie’ bij de actualisatie van het subsidiebeleid? Antwoord Zoals opgenomen in het collegeakkoord streven we in dit kader naar een objectief, transparant toetsings- en toekenningskader voor alle subsidieaanvragen. En naar een helder subsidieproces. Op dit moment is bovendien sprake van een Algemene subsidieverordening en van diverse specifieke, bijzondere verordeningen. We gaan er voor zorgen dat de betreffende verordeningen in één document worden opgenomen, zodat de vindbaarheid en de duidelijkheid richting aanvragers en inwoners aanzienlijk wordt verhoogd. Schriftelijk VVD 52 hoe ziet het college de in gang gezette ontwikkeling voor het Bieb gebouw; vraag vooral gericht op inzichtelijkheid van de kosten/baten analyse Antwoord De beschikbare baten staan opgesomd in het in mei jl. in de commissie Samenleving behandelde voorstel. Een combi van beschikbare gelden uit het onderhoudsfonds, een beschikbaar krediet van € 246.000, een (bij de voorjaarsnota beschikbaar gesteld) extra bedrag van € 250.000 en de huurinkomsten. Deze laatste post zal uiteraard sterk afhangen van de partners die gekozen gaan worden bij de nieuwe benutting van het pand. De kosten zijn nog niet goed in beeld. Dat er een verduurzaming van het pand plaats gaat vinden staat vast, maar de keuze van deze maatregelen kan van grote invloed zijn op de kosten. Verder zal de lift moeten worden vernieuwd, maar 26 de andere aanpassingen zullen sterk afhangen van de keuze van de partners en hun wensen/vragen m.b.t. deze aanpassingen. Pas als deze goed in beeld zijn kan er een ontwerp gemaakt worden, inclusief een kosten/baten analyse. In tijd gezien zal dat zijn in het eerste half jaar 2016. Schriftelijk PvdA 53 Waarom wordt de bijdrage aan college Hageveld met 3% geïndiceerd, terwijl op pag. 14 het college zelf rekent met een inflatiecorrectie van 1.4%? Antwoord Het percentage van 3% is contractueel afgesproken met het College Hageveld. Mondeling GL 53 "De bijdrage aan College Hageveld wordt jaarlijks met 3% geïndexeerd. Dit komt overeen met een bedrag van € 23.000." Waarom dit relatief hoge percentage en waarom En geen correctie opgenomen voor de jaren ná 2016? Waarom wordt in het algemeen niet geïndexeerd voor de jaren ná 2016? Antwoord Het percentage van 3% is contractueel afgesproken met het College Hageveld. De meerjarenbegroting 2017-2019 is opgesteld tegen constant prijspeil d.w.z. zowel aan de inkomsten als uitgavenzijde van de begroting vindt geen indexering plaats. De reden hiervoor is dat indexeringen periodiek wijzigen. Dit betekent dat als meerjarig indexeringspercentages gehanteerd worden, dit elk jaar voor alle jaren weer geactualiseerd moet worden. Dit brengt extra werkzaamheden met zich mee. Bovendien leidt dit niet tot een beter inzicht in de financiële positie van de gemeente. Schriftelijk PvdA 54 Maakt het wegvallen van de subsidie aan de Oude Kerk ad 60.000 euro in 2016 onderdeel uit van het bezuinigingspakket of is het verdisconteerd in de huidige verbouw? Antwoord Het betreft geen bezuiniging. Het bedrag van € 60.000 is (eenmalig) beschikbaar gesteld in de raad van 23 april 2015 voor culturele opwaardering (bouwkundige aanpassingen) van de Oude Kerk. Mondeling CDA In het leerlingenvervoer is geen rekening gehouden met vervoer van kinderen van statushouders naar de internationale Taalklas in Schalkwijk. Moet dit wel overwogen worden? (Eventueel ten laste van de reservering voor extra statushouders.) Antwoord Indien inzet van leerlingenvervoer vereist is voor kinderen van statushouders naar de Internationale Taalklas wordt dit uitgevoerd op grond van de Verordening Leerlingenvervoer – zo nodig via de hardheidsclausule- en binnen het huidige contract met de vervoerder. Dit is vigerend beleid waarvoor - gelet op de omvang van de doelgroep en de duur van de inzet van het betreffende leerlingenvervoer (maximaal 1 jaar) - op dit moment geen extra financiering vereist is. Anders 27 gezegd: het vervoer wordt geregeld dan wel vergoed. Mondeling Mondeling CDA Het college heeft zich ingezet voor een ander plaatsingssysteem voor het voortgezet onderwijs dan loting. Wordt hier echt een ander systeem dan loting bedoeld of gaat het om een verfijning van het huidige systeem? Antwoord Het gaat in dit geval om een andere vorm van loting. In de nieuwe situatie geven jeugdigen 3 (achtereenvolgende) schoolkeuzes aan. Indien sprake is van uitgeloot worden bij de school van eerste keuze, loot de jeugdige mee voor plaatsing bij de school die als tweede keuze staat vermeld; enzoverder. Voorheen was sprake van het aangeven van uitsluitend 1 schoolkeuze. Worden alle “aanbieders” die een bijdrage kunnen leveren aan de ondersteuning van leerlingen bij leer- en/of gedragsmoeilijkheden gefinancierd of worden die aanbieders eerst getoetst of beoordeeld? CDA Antwoord Het wordt aan de scholen overgelaten om de betreffende ondersteuning op ondersteuningsvlak in te kopen. Programma 5 Werk en inkomen (incl. economische zaken) Mondeling PvdA 58 Is het zogeheten Poortmodel al geëvalueerd? Zo ja, wat zijn de conclusies? Antwoord Nee, het Poortmodel is een samenwerking tussen de gemeenten in Zuid-Kennemerland (Haarlem, Zandvoort, Bloemendaal, Haarlemmerliede en Spaarnwoude en Heemstede), Pasmatch en Agros en het Uwv. In oktober wordt er gestart met een ambtelijke werkgroep met Haarlem, Zandvoort en de IASZ. De evaluatie wordt eind december verwacht. Schriftelijk PvdA 58 Gemeenten kunnen werkgevers aanmoedigen om banen aan te bieden aan mensen met een beperking. Geeft de gemeente Heemstede hierin zelf het goede voorbeeld? Is dit in Heemstede onderwerp van bespreking in het Breed economisch overleg, het overleg met zorginstellingen en bedrijfsbezoeken? En zo ja, leidt dit tot concreet resultaat? Antwoord Al jarenlang worden er meerdere mensen ingeleend via Paswerk voor de schoonmaak (gemiddelde inzet van 5 mensen p/j), de facilitaire dienst (1) en de groenvoorziening (gemiddelde inzet van 10 mensen p/j). Het onderwerp is besproken in het BREO aangezien het deel uitmaakt van het Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. De afspraak tussen de werkgevers en de overheid zijn duidelijk. De afweging en verantwoordelijkheid om daadwerkelijk een medewerker met een beperking in dienst te nemen ligt bij de ondernemer. Mondeling GL 58 "Directe werkbemiddeling (door consulenten van de Intergemeentelijke Afdeling Sociale Zaken of in samenwerking met 28 een re-integratiebedrijf ) voor mensen met geen/minder arbeidsbeperkingen is in eerdere jaren succesvol gebleken en wordt – indien financieel mogelijk - in 2016 gecontinueerd." Waarom wordt deze wijze van werkbemiddeling, die succesvol is gebleken, alleen maar voortgezet als dat financieel mogelijk is? Antwoord De middelen voor re-integratie vanuit het Rijk nemen de komende jaren af. Vanuit de IASZ worden contracten afgesloten met reïntegratiebedrijven voor directe werkbemiddeling. Omdat het uitgangspunt is dat de budgetten taakstellend zijn kunnen de contracten worden ingevuld tot het beschikbare budget. Directe bemiddeling door consulenten van de IASZ wordt natuurlijk voortgezet. Overigens zijn er middelen (€ 45.000) toegevoegd aan het reintegratiebudget vanuit de extra middelen stimulering armoedebeleid. Dit vanuit het idee dat werken de beste wijze van armoedebestrijding is. Mondeling GL 58 "De middelen voor re-integratie nemen tot 2018 jaarlijks af. Deze middelen zijn, samen met de rijkssubsidie WSW, onderdeel van de integratieuitkering Sociaal Domein. Ook de rijkssubsidie WSW neemt de komende jaren verder af. De prognose is dat het aantal uitkeringsgerechtigden de komende jaren juist zal toenemen." "Voor 2016 kan het tekort op de WSW worden gedekt uit de reserve participatiewet. Het streven is om de tekorten WSW in de daarop volgende jaren structureel te dekken door de effecten van de voorgestane integrale aanpak in het brede sociale domein conform het Beleidsplan." Met welke concrete maatregelen denkt het college de kosten voor participatie gelijk te laten dalen met de afnemende inkomsten (zie ook de tabel op blz. 67)?" Antwoord Primair ligt er een taak bij Paswerk om het tekort op de WSW terug te dringen. Paswerk heeft hiervoor een plan ingediend (strategisch plan Paswerk 2015-2018). Dit plan bestaat uit 6 sporen en is in de commissie van juni behandeld. Daarnaast zullen we bij de uitvoering van ons beleid pogen verbindingen te leggen tussen de diverse beleidsterreinen . Verder is bij de paragraaf sociaal domein (Participatiewet is onderdeel van de 3 decentralisaties) op blz 7 aangegeven dat voor de afzonderlijke 3 decentralisaties wordt gekeken of tekorten opgevangen kunnen worden binnen het specifieke beleidsdoel (Wmo, Jeugd en Participatiewet). Is dit niet mogelijk dan wordt gekeken of binnen het totaal van deze budgetten sociaal domein de taakstelling kan worden gerealiseerd. Schriftelijk D66 58 Bij de re-integratie is de directe werkbemiddeling door IASZ succesvol en deze wordt, indien financieel mogelijk, in 2016 gecontinueerd. De middelen voor re-integratie en WSW nemen af, maar de prognose is dat aantal uitkeringsgerechtigden toeneemt en een tekort wordt verwacht op de WSW. Voor de bijstand wordt geen hogere raming ingevuld, hoewel een tekort wordt verwacht. Vraag: indien zich financiële problemen voordoen bij bovengenoemde beleidsvelden, blijft de eerste prioriteit van de coalitie dan het inzetten van meer middelen voor het onderhoud van de wegen? Antwoord In het collegeakkoord staat dat het college zichzelf ten doel stelt zoveel mogelijk uitkeringsgerechtigden weer toe te 29 geleiden naar werk. Op blz. 58 van de begroting staat geschreven dat voor zowel de uitkeringsgerechtigden als voor de gemeente de middelen voor re-integratietrajecten beschikbaar blijven. Hiermee wordt de kans op uitstroom uit de uitkering vergroot. Voorts is bij de paragraaf sociaal domein (Participatiewet is onderdeel van de 3 decentralisaties) op blz. 7 aangegeven dat voor de afzonderlijke 3 decentralisaties wordt gekeken of tekorten opgevangen kunnen worden binnen het specifieke beleidsdoel (Wmo, Jeugd en Participatiewet). Is dit niet mogelijk dan wordt gekeken of binnen het totaal van de budgetten sociaal domein de taakstelling kan worden gerealiseerd. Op basis van de huidige informatie wordt ervan uitgegaan dat de uitgaven (meerjarig) in overeenstemming kunnen worden gebracht met de hoogte van de (meerjarige) integratie uitkeringen. Voor de uitkeringen is een reserve WWB inkomensdeel, IOAZ, IOAW en BBZ beschikbaar die op 1-1-2016 een omvang heeft van € 394.000. Deze reserve is bedoeld voor het opvangen van fluctuaties in de uitkeringen. Er wordt vanuit gegaan dat op basis van de hiervoor genoemde argumenten er oplossingen zijn voor mogelijke financiële problemen bij de uitkeringen en uitvoering van de Participatiewet. De noodzaak om middelen in te zetten vanuit onderhoud wegen is tegen die achtergrond niet realistisch. Mondeling GL 58 "In 2015 is het werkgeversservicepunt gestart waarin gemeenten, UWV, Paswerk en IJmond Werkt samenwerken met als doel het faciliteren van werkgevers en het invullen van garantiebanen." Uit pag. 63 blijkt dat het gaat om 14 personen, waarvan er 2 zijn ingeschreven in het doelgroepenregister van het UWV. Tot nu toe is niemand aan een garantiebaan geholpen. Hoe worden bijv. schoolverlaters begeleid naar het UWV en naar een baan? Kan het college aangeven welke stimulerende rol de gemeente daarbij speelt, kan bijv. de gemeente zelf het goede voorbeeld geven? Antwoord De aanvraag voor een uitkering door schoolverlaters loopt via het werkplein. In dit werkplein wordt geparticipeerd door medewerkers van de IASZ. In het werkplein worden jongeren geconfronteerd met een zoekperiode, waarin zij aan een aantal eisen moeten voldoen. Zo moet de jongere meewerken aan het opstellen van een scholingsadvies om te beoordelen of het mogelijk is verder/terug te gaan naar een opleiding met recht op studiefinanciering. Ook moet een jongere actief solliciteren. Hiernaast is de jongere verplicht om verschillende workshops bij te wonen. Heeft de jongere na deze activiteiten en het verstrijken van de zoekperiode nog steeds geen baan, of hij is niet terug naar school, dan zal gebruik gemaakt worden van de re-integratie-instrumenten van de IASZ, conform de Re-integratieverordening. Voor de jongeren die van het ‘speciaal onderwijs’ komen is regionaal een traject gestart, waarbij een ‘warme overdracht’ is gerealiseerd richting UWV. Het UWV voert dan een keuring uit waarna duidelijk is of de betrokken jongere kan instromen in de Wajong (dit komt nog zelden voor), dan wel via het doelgroepenregister gebruik moet gaan maken van de mogelijkheid van banen met loonkostensubsidie. Tot slot is in de regio door Agros een pilot gestart met 22 jongeren komend van het speciaal onderwijs met als doel de arbeidsmogelijkheden zo af te stemmen op bestaande banen, dat geen loonkostensubsidie nodig is. Thans is dit bij 10 jongeren gelukt. Heemstede doet aan deze pilot mee met 2 jongeren. Schriftelijk HBB 59 De prognose is dat er meer bijstandgerechtigden komen. Hoezo? 30 Antwoord De prognose is gebaseerd op landelijke informatie uit de meicirculaire (bijlage volumina SCP). Schriftelijk HBB 59 Wanneer wordt de conclusie over beschut werken verwacht? Antwoord De gemeenten van Zuid-Kennemerland hebben afgesproken dat zij gezamenlijk optrekken bij het regelen van de voorziening Beschut Werken. Alle gemeenten hebben in hun uitvoeringsprogramma aangegeven dat 2015 een overgangsjaar is en er een pilot Beschut Werken wordt gestart in 2015. Momenteel worden er gesprekken gevoerd met Paswerk/Pasmatch over een te sluiten contract met betrekking tot Beschut Werken. Er zijn op dit moment nog weinig aanmeldingen bij de gemeenten voor deze voorziening. Om hiervoor in aanmerking te komen, moet men een indicatie Beschut Werken hebben. De beoordeling voor deze indicatie wordt gedaan door het UWV. Naar verwachting gaat de pilot pas eind 2015, begin 2016 beginnen. De uitkomst van deze pilot wordt de tweede helft van 2016 verwacht. Overigens hebben zich op dit moment nog geen kandidaten aangediend voor beschut werk. Schriftelijk HBB 59 Wat wordt bedoeld met het ‘sluitend uitvoeren van tegenprestatie”? Antwoord Met het sluitend uitvoeren wordt bedoeld dat van iedereen met een uitkering voor levensonderhoud op grond van de Participatiewet, IOAW en IOAZ wordt nagegaan of de tegenprestatie moet worden opgelegd. Hiertoe ontvangen alle uitkeringsgerechtigden binnenkort een brief met vragenformulier, waarmee wordt geïnventariseerd of personen al actief zijn in het vrijwilligerswerk of als mantelzorger. Als uitkeringsgerechtigden niet, of niet volledig, voldoen aan de duur en omvang van de tegenprestatie, zoals beschreven in de Verordening kan een (aanvullende) tegenprestatie worden opgelegd. Conform de beleidsregels wordt geen tegenprestatie opgelegd bij personen die een re-integratietraject volgen bij een externe re-integratiepartner. Aan personen die op grond van een ontheffing op grond van artikel 9, tweede en vijfde lid participatiewet zijn ontheven van de arbeidsinschakeling kan van rechtswege geen tegenprestatie worden opgelegd. Deze personen worden wel gestimuleerd om vrijwilligerswerk te doen. Mondeling D66 59 regionaal werkbedrijf Vraag: zijn er inmiddels resultaten te melden van de inzet van het werkbedrijf? Antwoord Er zijn nog geen concrete resultaten te benoemen in de zin van aantallen garantiebanen (of matching op garantiebanen). Sinds begin augustus 2015 is het bestuur van het Werkbedrijf aan de slag. Gemeenten, UWV, werknemers en werkgevers zijn vertegenwoordigd. Momenteel wordt de laatste hand gelegd aan het marktbewerkingsplan. Tevens zijn er afspraken gemaakt over het basispakket aan voorzieningen dat de gemeenten in Zuid-Kennemerland kunnen inzetten om mensen met een arbeidsbeperking aan het werk te helpen en te houden.. 31 Schriftelijk D66 59 Tegenprestatie Vraag: waarom worden vrijwilligerswerk en mantelzorg niet gezien als tegenprestatie? Antwoord Vrijwilligerswerk en mantelzorg zijn reden om geen tegenprestatie te vragen van uitkeringsgerechtigden. Zij maken zich immers door het doen van vrijwilligerswerk of mantelzorg al voldoende maatschappelijk nuttig. Mondeling PvdA 59/ 62 In het 4e kwartaal 2015 wordt een start gemaakt met het sluitend uitvoeren van de tegenprestatie. Uit pagina 62 blijkt dat dit voor 60 mensen nog aandacht vraagt. Wordt hierin samengewerkt met het Steunpunt Vrijwilligers, maatschappelijke organisaties, scholen of zorginstellingen? Graag een toelichting op de 50%. Waarom maar de helft, 41 van de 111 is al 37%. Dit lijkt een laag streefcijfer. Antwoord De cijfers genoemd in de begroting zijn een doorrekening van de netto-doelgroep aan wie mogelijk de tegenprestatie nog moet worden opgelegd. Omdat wij graag een actueel inzicht willen in de mate waarin onze uitkeringsgerechtigden al onbeloonde maatschappelijk nuttige werkzaamheden verrichten ontvangen alle uitkeringsgerechtigden binnenkort een brief met vragenformulier, waarmee wordt geïnventariseerd of personen al actief zijn in het vrijwilligerswerk of als mantelzorger. Als uitkeringsgerechtigden niet, of niet volledig, voldoen aan de duur en omvang van de tegenprestatie, zoals beschreven in de Verordening kan een (aanvullende) tegenprestatie worden opgelegd. Conform de beleidsregels wordt geen tegenprestatie opgelegd bij personen die een re-integratietraject volgen bij een externe re-integratiepartner. Aan personen die op grond van een ontheffing op grond van artikel 9, tweede en vijfde lid participatiewet zijn ontheven van de arbeidsinschakeling kan van rechtswege geen tegenprestatie worden opgelegd. Deze personen worden wel gestimuleerd om vrijwilligerswerk te doen. Omdat Heemstede in principe niet zelf als organisator optreedt van onbeloonde maatschappelijk nuttige werkzaamheden wordt de doelgroep gestimuleerd om vooral zelf vrijwilligerswerk te zoeken. Hierbij zijn inderdaad afspraken gemaakt met het Steunpunt vrijwilligerswerk Heemstede, maar ook met de Vrijwilligerscentrale Haarlem. Vrijwilligerswerk gedaan bij scholen, zorginstellingen of sportclubs wordt gerekend tot activiteiten die voldoen aan de criteria van onbeloonde maatschappelijk nuttige werkzaamheden. De genoemde 50% is van de netto-doelgroep na aftrek van de groep die al vrijwilligerswerk of mantelzorg verricht. I.c. dus 111 - 39 - 2 = 70 en daarvan 50%. Mondeling PvdA 59/ 62 Kan het college preciezer aangeven welk quotum uit de Participatiewet voortvloeit voor Heemstede in 2015 oplopend naar 2020? Wat is hiervan inmiddels gerealiseerd en hoe denkt zij deze achterstand in te lopen? Antwoord Al jarenlang worden er meerdere mensen ingeleend via Paswerk voor de schoonmaak (gemiddelde inzet van 5 mensen p/j), de facilitaire dienst (1) en de groenvoorziening (gemiddelde inzet van 10 mensen p/j). Deze inzet telt echter (nog) niet formeel mee ten behoeve van het quotum. 32 Op basis van het Sociaal Akkoord 2013 en de “Wet banenafspraak en quotum arbeidsbeperkten” heeft de gemeente Heemstede op zich genomen om naast hierboven genoemde inzet, eind 2015 één Garantiebaan (25,5 uur per week) en eind 2016 een tweede Garantiebaan te realiseren. En uiteindelijk + 9 Garantiebanen eind 2023. Mondeling PvdA 59/ 62 Is het regionale onderzoek naar hoe beschut werken het beste vorm kan krijgen al uitgevoerd? Zo ja, wat zijn de conclusies? Antwoord De gemeenten van Zuid-Kennemerland hebben afgesproken dat zij gezamenlijk optrekken bij het regelen van de voorziening Beschut Werken. Alle gemeenten hebben in hun uitvoeringsprogramma aangegeven dat 2015 een overgangsjaar is en er een pilot Beschut Werken wordt gestart in 2015. Momenteel worden er gesprekken gevoerd met Paswerk/Pasmatch over een te sluiten contract met betrekking tot Beschut Werken. Naar verwachting gaat de pilot pas eind 2015, begin 2016 beginnen. Er zijn op dit moment nog weinig aanmeldingen bij de gemeenten voor deze voorziening (in Heemstede nog geen een). Om hiervoor in aanmerking te komen, moet men een indicatie Beschut Werken hebben. De beoordeling voor deze indicatie wordt gedaan door het UWV. Het is nog te vroeg om conclusies te trekken met betrekking tot de uit te voeren pilot. Naar verwachting gaat dit pas tweede helft van 2016 plaatsvinden. Mondeling PvdA 60 Alle bijstandsgerechtigden ontvangen ambtshalve een beschikking waarin het recht op minimabeleid wordt vastgesteld. Is dit een nieuwe maatregel? Antwoord Nee, sinds 2013 ontvangen alle nieuwe aanvragers van een bijstandsuitkering bij toekenning ook direct een toekenning voor het minimabeleid (hoeveel kan er maximaal gedeclareerd worden). Bijstandsgerechtigden die begin 2013 al een uitkering hadden hoeven vanaf dat moment niet langer jaarlijks een aanvraag te doen. Zij ontvangen ieder jaar een declaratieformulier waarop zij gemaakte kosten kunnen declareren. Mondeling GL 60 "het minimabeleid." "Kan het college de stand van zaken aangeven na alle uitgevoerde acties om het minimabeleid onder de aandacht te brengen, neemt het aantal aanvragen toe? Antwoord Ja. De acties om het minimabeleid onder de aandacht te brengen zijn over een langere periode uitgevoerd. Begin 2015 zijn veel maatschappelijke organisaties aangeschreven, de website is zodanig aangepast dat het minimabeleid sneller onder de aandacht komt, in augustus 2015 heeft de GBKZ alle aanvragers van kwijtschelding gemeentelijke belastingen aangeschreven om het minimabeleid onder de aandacht te brengen. Over geheel 2015 (tot en met 11 oktober) is sprake van een toename van het aantal aanvragen met ongeveer 15% ten opzichte van dezelfde periode in 2014. 33 Schriftelijk VVD 61 hoe ziet het college de verbinding tussen de komende update van de nota economisch beleid en de komende winkelvisie; m.a.w. hoe ziet het college zijn/haar rol in deze Antwoord In de nota economisch beleid is bewust gekozen om het onderdeel retail/detailhandel niet mee te nemen omdat dit reeds in de visie winkelgebieden wordt opgenomen. De visie winkelgebieden is daarin leidend. De totstandkoming van beide nota’s loopt in grote lijnen een gelijktijdig traject, opdat onderlinge afstemming kan plaatsvinden. Zo heeft het bureau dat de SWOT-analyse en economische foto heeft gemaakt, op onderdelen gebruik gemaakt van dezelfde data. Schriftelijk VVD 61 hoe kan een breed economisch overleg van informatief karakter ook naar een participerend karakter gaan: ondernemers zijn ook inwoners dus daar zou participatie ook de norm kunnen zijn; idem voor zorginstellingen, zijn in feite ook ‘ sociale zorgondernemingen” term instelling is niet meer van deze tijd, Antwoord De term informatief is inderdaad te beperkt. Naast het overbrengen van informatie is wel degelijk aan de orde wat wij wederzijds voor elkaar kunnen betekenen. Aan de deelnemers van het breed economisch overleg is een reactie gevraagd op de concept economische foto en SWOT-analyse en wat zij belangrijke elementen vinden voor het actieprogramma. Zij hebben dus een actieve deelname. De term instelling wordt overigens door de zorginstellingen zelf gebruikt. Schriftelijk HBB 61 Wanneer wordt de herijking van het economisch beleid verwacht? Antwoord Het economische actieprogramma staat op de planning voor de commissie middelen van december. Schriftelijk HBB 61 Wat wordt bedoelt met ‘grotere branches’, waar moeten we dan aan denken? Antwoord In het Breed Economisch Overleg is een vertegenwoordiging aanwezig van de meest voorkomende branches zoals o.a. detailhandel (zoals winkeliersverengingen), grotere bedrijven (bijvoorbeeld NEWASCO), horeca (bijvoorbeeld Oude Slot), financiële instellingen (bijvoorbeeld Rabobank), vastgoedeigenaren en vertegenwoordiging van de zzp’ers. Mondeling D66 61 Bedrijfsbezoeken Vraag: wie is de externe economische adviseur? Antwoord De heer Gilles Izeboud, onder andere oud bestuurder bij PWC. Hij adviseert ons onbezoldigd. Schriftelijk GL 62 "Aantallen bijstandsuitkeringen Heemstede neemt toe van 208 in 2014 naar 240 in 2016" 34 Kan het college aangeven waardoor deze stijging veroorzaakt wordt en wat daaraan te doen is?" Antwoord Het betreft hier een prognose voor 2016. De prognose van het aantal bijstandsuitkeringen eind 2015 (233) is gebaseerd op de stand halverwege 2015. De toename is het gevolg van diverse factoren waaronder de vertraagde doorwerking van de economische crisis en het vertraagde herstel van de economische crisis, de komst van extra statushouders naar de gemeenten en de uitbreiding van de doelgroep van de participatiewet als gevolg van het afsluiten van de toegang tot de Wajong en de WSW. Mondeling D66 62 Het gebruik van de collectieve ziektekostenregeling daalt met 5 à 10%. Vraag: kan iets worden gezegd over de oorzaak van de daling? Antwoord Het aantal gebruikers in de bijlage op pagina 62 is de stand halverwege het jaar. Gedurende de laatste zes maanden vindt nog nieuwe instroom plaats. De stand per 12 oktober 2015 is 197. De verwachting is dan ook dat het aantal personen zal uitkomen om en nabij het aantal van 2014. Schriftelijk HBB 63 In Heemstede zijn 14 mensen met een arbeidsbeperking cq kandidaten voor een garantiebaan. Slechts 2 daarvan zijn ingeschreven in het doelgroepenregister. Waarom slechts 2? Antwoord Het aantal van 14 betreft een prognose. Begin 2015 is deze prognose gemaakt op basis van landelijke ervaringscijfers vanuit het UWV. De verwachting was dat er ongeveer 14 kandidaten voor een garantiebaan zouden komen in 2015. Gedurende het jaar is de beoordeling van de indicatie voor een garantiebaan bij het UWV belegd. Op dit moment zijn we, in verband met privacy-regels, nog in overleg met het UWV over het ontsluiten van gegevens uit het doelgroepenregister. De gemeente is zelf op de hoogte van twee kandidaten maar de verwachting is dat het er inmiddels meer zijn. Schriftelijk HBB 63 Creëert Heemstede ook garantiebanen? Antwoord Al jarenlang worden er meerdere mensen ingeleend via Paswerk voor de schoonmaak (gemiddelde inzet van 5 mensen p/j), de facilitaire dienst (1) en de groenvoorziening (gemiddelde inzet van 10 mensen p/j). Deze inzet telt echter (nog) niet formeel mee ten behoeve van het quotum. Op basis van het Sociaal Akkoord 2013 en de “Wet banenafspraak en quotum arbeidsbeperkten” heeft de gemeente Heemstede op zich genomen om naast hierboven genoemde inzet, eind 2015 één garantiebaan (25,5 uur per week) en eind 2016 een tweede garantiebaan te realiseren. En uiteindelijk + 9 garantiebanen eind 2023. Schriftelijk GL 63 "In een aantal situaties wordt gebruik gemaakt van gespecialiseerde re-integratiebureaus omdat er meer steun nodig is 35 bij het vinden van werk. In deze gevallen maakt de IASZ voornamelijk gebruik van de diensten van Pasmatch en Agros. Met Agros is een ‘no cure less pay’ contract gesloten waarbij 40% resultaat wordt nagestreefd." In welke situaties worden deze bureau’s ingehuurd en waarom voor het ene bureau een target van 30% en het andere 40%?" Antwoord Deze bureaus worden ingehuurd wanneer er meer steun nodig is bij het vinden van werk. De beide bedrijven hebben geen gelijk target. Dit heeft te maken met meerdere facetten zoals het netwerk van beide bedrijven, de verschillen in afstand tot de arbeidsmarkt van de klanten en de resultaten van voorgaande jaren. Schriftelijk VVD 65 is, gezien de groei van het aantal van de te integreren statushouders regelmatige (maandelijks) rapportage (simpel factsheet) over bijzondere bijstand mutaties mogelijk? Antwoord Dit vormt onderdeel van de kwartaalrapportage Sociaal Domein die periodiek aan uw raad wordt voorgelegd. Schriftelijk* GL 65 "De bijstandsuitkeringen zijn ten opzichte van de begroting 2015 met € 100.000 verhoogd tot € 3.100.000. Daarnaast zijn de kosten kinderopvang met € 10.000 verhoogd en is een stelpost opgenomen van € 14.000 voor de uitkering van individuele studietoeslag voor mensen met een arbeidshandicap. Aan overhead is € 136.000 meer toegerekend. Voor 2017 t/m 2019 zijn de bijstandsuitkeringen op het niveau van € 3.100.000 gehouden. De stelpost individuele studietoeslag neemt in 2017 toe met € 10.000 tot € 24.000 en vanaf 2018 tot € 30.000." (s*) Deze bedragen kloppen niet t.o.v. de tabel? Gaarne uitleg over sommige posten, omdat in deze posten veel plussen en minnen zijn verwerkt, m.n. de posten 1610, 1620, 1621, 1665 en 1940. Antwoord 36 2015 2016 verschil 3000 130 20 1 0 505 3656 3100 130 30 2 14 641 3917 100 0 10 1 14 136 261 2017 2018 2019 3100 130 30 2 24 641 3927 3100 130 30 2 30 641 3933 3100 130 30 2 30 641 3933 Lasten 1610 Bijstandsverlening Lasten Bijstand PW, IOAW en IOAZ Lasten Bijstand BBZ Lasten Kinderopvang Lasten Cliëntenparticipatie Lasten Stelpost individuele studietoeslag Overhead tabel blz 65 lasten 1 Lasten 1621 Participatiewet WSW lasten WSW (volgens begroting Paswerk) Opgenomen taakstelling WSW Lasten bestuurskosten Paswerk Lasten bijdrage in nadelig saldo Paswerk Overhead tabel blz 65 lasten 1 1 1 1 213 45 201 459 -32 0 14 -18 1 1 157 45 201 403 138 45 201 384 171 45 201 417 deze posten zijn opgenomen in de toelichting op de financiële cijfers (lasten) op blz.66 1902 0 11 10 28 1951 1 1 deze posten zijn opgenomen in de toelichting op de financiële cijfers (lasten) op blz.65 Lasten 1620 Participatiewet re-integratie 245 Lasten re-integratie Lasten re-integratie (overheveling vanuit minimabeleid) 45 187 Overhead 477 tabel blz 65 lasten 1 1 1723 0 11 0 30 1764 -179 0 0 -10 2 -187 1 1 1 1668 -27 11 0 30 1682 1 1631 -209 11 0 30 1463 1 1600 -270 11 0 30 1371 1 deze posten zijn opgenomen in de toelichting op de financiële cijfers (lasten) op blz.66 Product 1665 is vermeld op blz 81. De uitgaven in 2015 en 2016 bedragen respectievelijk € 1.238.000 en € 1.085.000. Een daling derhalve van € 153.000. De integratie-uitkering Jeugdzorg 2016 daalt ten opzichte van 2015 met € 171.000. De uitgaven op product 1665 zijn derhalve eveneens met € 171.000 verlaagd. Hier tegenover staat een verhoging van de overheadkosten met € 18.000. Per saldo dalen de uitgaven op dit product dus met € 153.000 (€ 171.000 minus € 18.000). Meerjarig (2017-2019) daalt de integratie-uitkering verder. Overeenkomstig laten ook de uitgaven een dalende tendens zien. Product 1940 staat vermeld op blz 106. In de toelichting van het product staat aangegeven dat op dit product de lasten zijn geraamd die niet direct zijn toe te rekenen aan een specifiek programma/product. Dit verschilt per jaar. Vandaar dat de toelichting alleen betrekking heeft op de jaarschijf 2016 en niet nader ingaat op de jaarschijf 2015. In 2016 staat op 37 product 1940 een bedrag van € 275.000 verantwoord. Dit bestaat uit de volgende posten: -stelpost uitvoeringskosten decentralisaties: € 20.000; -stelpost onderuitputting kapitaallasten: -€ 200.000; -stelpost subsidiebeleid/huisvesting bibliotheek: -€ 50.000; -onvoorzien: € 20.000; -kosten nota duurzaamheid “samenwerken en verbinden”: € 86.465; -storting in voorziening pensioenen en wachtgelden: € 216.800; -verrekening onttrekking reserve centralisatie huisvesting raadhuis: € 129.925; -verrekening onttrekking reserve afschrijving werf: € 51.500. Totaal € 275.000 (afgerond). Voor een toelichting op de meerjarige cijfers (2017-2019) wordt verwezen naar de toelichting opgenomen op blz 107 1e alinea. Schriftelijk GL 66 "Voor 2017 kan nog het restant van deze reserve van € 94.000 worden onttrokken. Daarnaast zijn voor 2017 t/m 2019 extra taakstellingen opgenomen van respectievelijk € 27.000, € 209.000 en € 270.000, die als negatieve lasten zijn opgenomen." Hoe denkt het college dat te realiseren, moet Paswerk bezuinigen of meer inkomsten genereren? Antwoord Beiden. Primair ligt er een taak bij Paswerk om het tekort op de WSW terug te dringen. Paswerk heeft hiervoor een plan ingediend (strategisch plan Paswerk 2015-2018). Dit plan bestaat uit 6 sporen en is in de commissie van juni behandeld. Voor de periode na 2018 zal Paswerk met een aanvullend plan komen. Mondeling CDA Voor Heemstede zou het om 14 cliënten met een arbeidsbeperking gaan. Waarom zijn er maar 2 ingeschreven in het doelgroepenregister, en waarom heeft er nog geen matching plaatsgevonden? Antwoord Het aantal van 14 betreft een prognose. Begin 2015 is deze prognose gemaakt op basis van landelijke ervaringscijfers vanuit het UWV. De verwachting was dat er ongeveer 14 kandidaten voor een garantiebaan zouden komen in 2015. Gedurende het jaar is de beoordeling van de indicatie voor een garantiebaan bij het UWV belegd. Op dit moment zijn we, in verband met privacy-regels, nog in overleg met het UWV over het ontsluiten van gegevens uit het doelgroepenregister. De gemeente is zelf op de hoogte van twee kandidaten maar de verwachting is dat het er inmiddels meer zijn. Matching heeft voor deze kandidaten nog niet plaatsgevonden omdat er prioriteitsdoelgroepen zijn benoemd (huidige Wajong-ers, mensen op de wachtlijst met een WSW indicatie) die voorgaan bij het matchen. Mondeling CDA T.o.v. 2015 dalen de lasten van re-integratie met € 32.000. Graag een verklaring? Antwoord 38 De rijksmiddelen voor re-integratie (onderdeel integratie-uitkering Participatiewet Sociaal Domein worden 1 op 1 ingezet voor de re-integratie. Omdat de prognose is dat het aantal uitkeringsgerechtigden de komende jaren juist zal toenemen, is het van groot belang dat, voor zowel de uitkeringsgerechtigden als de gemeente, middelen voor re-integratietrajecten beschikbaar blijven. Ten opzichte van 2015 nemen de rijksmiddelen af met € 32.000, waardoor het budget voor reintegratie ook € 32.000 lager is. Tot 2018 nemen de middelen voor re-integratie af en navenant ook de geraamde budgetten hiervoor. Mondeling CDA Waarom stijgen hier in veel gevallen de kosten voor overhead? Antwoord De overhead vanuit de IASZ neemt in 2016 ten opzichte van 2015 per saldo toe met € 8.000. Tegenover stijging van de overhead bij enkele producten staat op andere producten een verlaging van de overhead. Bijvoorbeeld de toerekening aan Wmo huishoudelijke hulp is in 2016 fors minder dan in 2015 (zie blz. 74). Programma 6 Wet maatschappelijke ondersteuning Schriftelijk GL 70 "In zowel 2015 als in 2016 stelt het rijk extra middelen beschikbaar voor aanvullende inzet op het vlak van huishoudelijke ondersteuning (de zogenoemde Regeling Huishoudelijke Hulp Toelage). Hiervoor is aan de gecontracteerde aanbieders een gemaximeerde subsidie verstrekt, uitgaande van € 12,50 per uur per cliënt/mantelzorger. De cliënt/ mantelzorger dient zelf een bijdrage te betalen van € 10 per uur." Wat gebeurt er ná 2016? Stopt de gemeente met de regeling als het rijk daarmee stopt? Antwoord Op grond van de besluitvorming (landelijk en gemeentelijk) is uitdrukkelijk sprake van een tijdelijke inzet én een tijdelijke rijksbijdrage van 2 jaar (2015 en 2016). Dit betekent dat de regeling met ingang van 2017 eindigt. Schriftelijk GL 71 "Via de laagdrempelige inloopmogelijkheid is contact met activiteitenbegeleiders, medecliënten en vrijwilligers (vaak ervaringsdeskundigen) mogelijk, wordt de psychische gezondheid bewaakt en kan opname in een instelling worden voorkomen of uitgesteld." Wat is de rol van Ecosol, Roads en RIBW in Heemstede, komt er een lokale inloopmogelijkheid in Heemstede?" Antwoord De regionaal vorm gegeven inloop Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ) is onder de nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) per 2015 een verantwoordelijkheid van gemeenten geworden. Het budget dat landelijk beschikbaar is voor deze inloop, is vanaf 2015 met een korting van 35% verdeeld over álle gemeenten, óók de gemeenten die geen inloopvoorziening kennen, zoals Heemstede. Voor Heemstede is sprake van een bedrag van € 70.000 (Integratie-uitkering Sociaal Domein 2015). Vooralsnog ondersteunen de gemeenten van Zuid-Kennemerland de partijen die vóór de decentralisatie van deze taak dit op regionaal niveau - ook voor Heemsteedse inwoners - uitvoerden. Alle regiogemeenten betalen naar rato van hun 39 middelen mee. Voor onze regio zijn Ecosol, Roads en RIBW de organisaties die de inloop - grotendeels in Haarlem aanbieden. Wij zijn medio 2015 het gesprek gestart om per 2017 met inzet van (een deel van) de genoemde middelen in 2017 een lokale inloopvoorziening vorm te kunnen geven. Schriftelijk Mondeling HBB PvdA 71 71 Hoe staat het met de GGZ inloopvoorziening? Vanaf 2016 wordt gestreefd naar het realiseren van een laagdrempelige lokale inloopvoorziening GGZ in de sociale basisstructuur. Hoe ver is Heemstede met de concrete uitwerking van dit voornemen en welke middelen zijn beschikbaar om dit te realiseren? Antwoord Voor Heemstede is sprake van een beschikbaar budget op jaarbasis van € 70.000 (Integratie-uitkering Sociaal Domein 2015). Wij zijn medio 2015 het gesprek gestart om per 2017 met inzet van (een deel van) de genoemde middelen in 2017 een lokale inloopvoorziening vorm te kunnen geven. Zie tevens het antwoord op de hierboven gestelde vraag. Schriftelijk GL 72 "Aanvullend hierop geven klanttevredenheidsonderzoeken van de gecontracteerde aanbieders inzicht in de kwaliteit en de resultaten van het aanbod." We hebben nog geen kwartaalrapportage over april t/m juni gezien, wanneer kunnen we die verwachten? Antwoord De rapportage over het tweede kwartaal, c.q. het eerste halfjaar van 2015 is op 20 oktober 2015 ter besluitvorming aan het college voorgelegd (C-stuk). Mondeling D66 72/ 79 Vraag: wanneer zijn de gemeentelijke klanttevredenheidsonderzoeken gereed (WMO, Jeugdwet). Komt er ook een klanttevredenheidsonderzoek ihkv de uitvoering van de Participatiewet? Antwoord Het klanttevredenheidsonderzoek Wmo/Jeugdwet wordt in het laatste kwartaal van 2015 uitgevoerd. De uitvoering van de Participatiewet maakt hier geen onderdeel van uit. Dit laatste zullen we apart onderzoeken in het eerste kwartaal 2016. We zullen hierbij gebruik maken van de ervaringen van het klanttevredenheidsonderzoek Wmo/Jeugdwet en van de input van de Cliëntenraad (Participatiewet). Schriftelijk D66 73/ 75 Het budget voor WMO huishoudelijke hulp daalt met 12%; het budget WMO 2015 daalt met 9%. Vraag: kan worden aangegeven of dit consequenties heeft voor het niveau van de voorzieningen? Antwoord De korting met betrekking tot huishoudelijke ondersteuning heeft naar verwachting, gelet op de ingezette transformatie in aanbod en werkwijze, geen consequenties voor het niveau van de voorzieningen. Anders dan gesteld in uw vraag, daalt het budget Wmo 2015 niet, maar is sprake van een stijging. 40 Schriftelijk GL 74 De uitgaven aan het loket Heemstede (wonen, zorg en welzijn) dalen omdat de doorberekening vanuit de kostenplaats welzijn hieraan is gefixeerd op € 80.000 op basis van het beleidsplan sociaal domein." Waar kunnen we dat vinden in het beleidsplan sociaal domein?" Antwoord Dat is gebaseerd op de passage bovenaan blz. 122 van het beleidsplan sociaal domein 2015-2018 waarin wordt gesproken over het percentage van de uitvoeringskosten ten opzichte van de daadwerkelijke uitgaven voor ondersteuning aan cliënten. Schriftelijk* GL 74/ 75 "Op dit product zorgondersteuning Wmo 2007 worden de kosten verantwoord van Tandem (mantelzorg, € 24.000), stg. Thuiszorg Gehandicapten (€ 9.000), Draagnet (€ 34.000), dagopvang ouderen (€ 86.000), hospicegroep (€ 3.000) en het tegengaan van huiselijk geweld (€ 10.000)." "Voor de begroting 2016 wordt een onttrekking aan de Wmo reserve geraamd om de uitgaven budgettair neutraal te laten plaatsvinden (dus geen effect op het begrotingsresul¬taat te laten hebben)." Gaarne uitleg over al deze plussen en minnen. Antwoord De eerste vraag betreffende het product zorgondersteuning Wmo 2007 (blz 74) heeft te maken met een technische verschuiving over producten. De invoering van de decentralisaties heeft geleid tot een veranderde programma-indeling en nieuwe producten. De in de vraag genoemde kosten zijn daarom verschoven van andere producten naar een nieuw product WMO 2007. Dit leidt uiteraard tot afwijkingen ten opzichte van de begroting 2015 op productniveau waardoor al deze “plussen en minnen” zijn ontstaan. In de totaliteit van de kosten verandert door de verschuivingen niets; het betreft een presentatie. De tweede vraag over de WMO-reserve heeft betrekking op blz 75. De afgesproken systematiek is dat het verschil tussen de uitgaven WMO 2007 en de integratie-uitkering WMO 2007 wordt verrekend met de WMO-reserve. Door daling van de integratie-uitkering WMO 2007 in 2016 t.o.v. 2015 zijn de uitgaven WMO 2007 hoger dan de integratie-uitkering WMO 2007. Het verschil van € 159.000 wordt derhalve onttrokken uit de WMO-reserve. Hierdoor heeft de daling van de integratie-uitkering geen financieel effect voor de totale begroting of te wel is budgettair neutraal. De onttrekking van € 159.000 in 2016 is zichtbaar (bijna) onderaan in de tabel op blz 73. Mondeling CDA De doorberekening vanuit de kostenplaats welzijn aan het Loket Heemstede zijn gefixeerd. Zijn de kosten ook werkelijk lager of hoe is dat dan begroot? Antwoord Met de herverdeling van de overhead in verband met een aantal nieuwe producten als gevolg van de decentralisaties is de doorberekening meer in overeenstemming met de werkelijkheid gebracht. De herverdeling heeft geen effect op de werkelijke kosten; deze zijn niet gedaald. 41 Mondeling Idem voor de kosten die de afdeling Iasz. De kosten die deze afdeling mag toerekenen aan “Wmo huishoudelijke hulp” zijn gefixeerd. Zijn de kosten ook werkelijk lager of hoe is dat dan weer begroot? CDA Antwoord Met de herverdeling van de overhead in verband met een aantal nieuwe producten als gevolg van de decentralisaties is de doorberekening meer in overeenstemming met de werkelijkheid gebracht. De herverdeling heeft geen effect op de werkelijke kosten; deze zijn niet gedaald. Mondeling CDA Waar staan de integratie-uitkeringen die genoemd worden, in welke tabel of onder welke naam? (Pagina 75/76) Antwoord De integratie-uitkering Participatiewet staat genoemd in de op pagina 67 (regel: algemene uitkering). Programma 7 Jeugdwet Schriftelijk VVD 78 hoe waarborgen we als gemeente de privacy van kinderen en ouders bij het realiseren van de Jeugdwet beleidsdoelen ( n.a.v. berichten in media over risico’s en schending privacy van jeugdigen?) Antwoord Bij de uitvoering van de taken op het gebied van de Jeugdwet is geen sprake van inzicht door de gemeente in de medische gegevens. Bij de uitvoering van de taken door ambtenaren geldt dat de ambtseed hierbij de privacy waarborgt. Schriftelijk PvdA 78 Aan elke Heemsteedse school is sinds 1 januari een CJG-medewerker gekoppeld. Leidt dit in praktijk tot een toename van vroegsignalering en versterking van (collectief) preventief hulpverleningsaanbod? Kunt u daarvan voorbeelden geven? Richt deze CJG-medewerker zich ook op de kleuters die deelnemen aan de voorschool, bijvoorbeeld door het ondersteunen van activiteiten in de ouderkamers? Hoe wordt - samen met ouders, school en jongeren-/streethoekwerk- gezorgd voor een zoveel mogelijk eenduidig pedagogisch klimaat: thuis, op school en op straat? Antwoord Ja, de koppeling van CJG-coaches aan scholen leidt tot een toename van vroeg signalering en tot het eerder - in overleg met de school en de ouders ; en in sommige gevallen de jeugdhulpaanbieders - kunnen inzetten van de juiste hulp. Voorbeelden kunnen hier niet gegeven worden (gelet op het feit dat sprake is van individuele gevallen). Wel kan worden gewezen op de inzet van de CJG-medewerkers zelf , die in het eerste kwartaal van 2015 20 gezinnen lichte opvoedondersteuning hebben geboden en in het tweede kwartaal aan 40 gezinnen. Er worden door de CJG-coaches geen activiteiten in ouderkamers ondersteund. 42 Mondeling Het komen tot een eenduidig pedagogisch klimaat is op zich geen doelstelling. Wel zal hier een bijdrage aan worden geleverd door de gezamenlijke, integrale aanpak die wordt uitgevoerd (CJG - waar onder andere het Streetcornerwork in participeert -, school en ouders) In welke tabel staan de integratie-uitkeringen genoemd? (Pagina 81) CDA Antwoord De integratie-uitkering Jeugdwet staat genoemd in de tabel op pagina 82 (regel: algemene uitkering). De integratie-uitkering WMO 2015 staat genoemd in de 2e tabel op pagina 76 (regel: algemene uitkering). De integratie-uitkering Participatiewet staat genoemd in de tabel op pagina 67 (regel: algemene uitkering). Mondeling CDA Nemen de kosten van het CJG ook daadwerkelijk af? Antwoord De kosten van het CJG worden voor een vast deel, namelijk € 128.000, gedekt uit de algemene uitkering en voor het restant uit de decentralisatie-uitkering Centra voor Jeugd. De kosten van het CJG bestaan voor een deel uit projecten. Indien de decentralisatie-uitkering daalt, worden de projecten hierop aangepast. Schriftelijk D66 81 Het budget voor jeugd- en opvoedhulp daalt met 12%; het budget voor CJG daalt met 16%. Vraag: kan worden aangegeven of dit consequenties heeft voor het niveau van de voorzieningen? Antwoord De korting op het budget voor jeugdhulp is gericht op alle tranches van de jeugdhulp (dus de productnummers 1665, 1666 en 1667). De verlaging is in de begroting geheel bij productnummer 1665 (jeugd- en opvoedhulp) neergelegd, vanuit het idee dat het jeugdhulp budget ontschot wordt ingezet. We gaan er vanuit dat de vermindering van het budget, die onderdeel vormt van de gefaseerde korting die de decentralisatie met zich mee heeft gebracht, geen gevolgen heeft voor het niveau van de voorzieningen. In dit kader zijn - conform de gesloten overeenkomsten - gesprekken gestart met jeugdaanbieders over de tarieven en het aanbod in 2016. Het budget CJG daalt met name als gevolg van het feit dat in 2015 rekening is gehouden met een resultaatbestemming 2014 ad € 91.000. Dit heeft geen gevolgen voor het aanbodniveau in 2016. Schriftelijk VVD 84 Programma 8 Groen en openbare ruimte adoptie groenonderhoud door buurtbewoners; hoe ziet het college een actieve rol van de overheid in deze Antwoord De gemeente kan groenadoptie promoten door hier periodiek over te communiceren, bijvoorbeeld door positieve voorbeelden te laten zien Ook in het kader van burgerparticipatie wordt dit onderwerp aangekaart als bewoners een ander onderhoudsniveau willen dan door de gemeente wordt geboden. 43 Mondeling D66 84 Net als vorig jaar is de ambitie: “We gaan het onderhoudsniveau van geadopteerde boomspiegels en plantsoenen periodiek toetsen”. Vraag: wat is het resultaat van de toetsing van vorig jaar en tot welke acties hebben die geleid? Antwoord Er is in 2014-2015 geen toetsing uitgevoerd De bedoeling is om hiervoor inzet van tijdelijk uitgevallen medewerkers in te zetten (arbeidstherapeutisch), maar hiervoor is nog geen inzet mogelijk geweest. Het plan is om in 2016 bewoners actiever te benaderen Schriftelijk PvdA 84 Waar staan de extra uitgaven in 2016 voor het kappen en herbeplanten van de Vrijheidsdreef verantwoord? Antwoord De extra uitgaven voor het kappen en herplanten van de Vrijheidsdreef staan verantwoord in het raadsvoorstel “Eerste begrotingswijziging 2016” blz. 1 punt 3 in de tabel. Conform de nota activabeleid worden de kosten in 30 jaar afgeschreven. De jaarlasten van de investering van € 175.000 bedragen € 8.000 in 2016 en 2017 en € 7.000 vanaf 2018. Schriftelijk GL 84 "Beeldbepalende particuliere en gemeentelijke bomen en groen blijven beschermd. We geven gratis (snoei)advies aan particulieren voor het behoud van de bomen en zullen het belang van groene tuinen bij onze inwoners benadrukken." Welke acties heeft het college tot nu toe concreet genomen n.a.v. de motie voor bescherming van de bomen van de toekomst?" Antwoord Tot nu toe (13 oktober 2015) zijn er dit jaar 59 snoeiadviezen gegeven aan particulieren. Er wordt uitvoering gegeven aan de vastgestelde ‘Communicatiestrategie wijziging kapbeleid en promoten groene tuinen’. Er zijn meerdere zaken gecommuniceerd over het groen(beheer) van de gemeente. Ook is aandacht gegeven aan initiatieven en activiteiten van inwoners en lokale partners. Hierbij is gebruik gemaakt van de bestaande gemeentelijke communicatiemiddelen: bewonersbrieven, de website, Facebook, Twitter en Heemstede Nieuws. Ook de nieuwe Heemstede-Duurzaam Facebookpagina is hiervoor ingezet. Er is nog geen communicatiekalender opgesteld, als uitwerking van deze communicatiestrategie Schriftelijk D66 84 In de vorige college is uit bezuinigingsoverwegingen gestopt met de inboet van bomen. Deze maatregel is weer teruggedraaid, en dode bomen worden nu weer herplant. Vragen: is het bomenbestand nu weer op peil, of is er nog sprake van een achterstand. En zo ja, hoe groot is die? Antwoord Op een paar locaties is het nog wenselijk om door de uitval van bomen in de afgelopen jaar met de bewoners een nieuwe boomsoort te kiezen. Dit betreft echter maar een beperkt aantal locaties. Voor de reguliere inboet is de 44 achterstand weggewerkt. Mondeling D66 84 Vraag: gebruiken wij in Heemstede biologische bloemenzaden en zo nee waarom niet? Antwoord De bloemzaden die wij gebruiken komen van bedrijven die voldoen aan de eisen voor duurzame inkop. Dat betekent dat er geen chemische bestrijdingsmiddelen worden gebruikt. De bloemenzaden zijn inheems, maar komen niet van specifiek biologische teelt. Mondeling D66 84 Vraag: wordt de bomenkaart up to date gehouden, en met welke frequentie? Antwoord Wijzigingen in de Bomenkaart worden continu bijgehouden. Nieuwe versie van de Bomenkaart moet worden vastgesteld door het college, voordat deze een officiële status heeft. De eerstvolgende herziening (met onder andere toevoeging van gemeentelijk bomen) is gepland voor december 2015. Mondeling D66 85 Vragen: wat is de kwaliteitsimpuls op het gebied van asbestemming? welke deelprojecten worden uitgevoerd? Wat zijn de criteria voor de aantrekkelijkheid van de begraafplaats? Welke doelstellingen gelden? Antwoord Hiervoor wordt een notitie opgesteld. Het komt neer op het vergroten van de mogelijkheden van asbestemming en het aanpassen van de voorzieningen in de aula. Mondeling PvdA 85 Jaarlijks worden er circa 2750 meldingen afgehandeld via het Meldpunt Overlast. Dat zijn er gemiddeld meer dan 10 per werkdag. Is hier sprake van een stijgende lijn? Wat is de Top 3 van de aard van de meldingen en hoe wordt ingezet op een daling van het trendbeeld? Antwoord Binnen het meldpunt Overlast komen diverse meldingen en vragen over de openbare ruimte binnen. Er is geen sprake van een stijgende lijn. Het grootste deel betreft meldingen voor de serviceteams. De top 5: - Meldingen over bestrating (boomwortels, losliggende tegels, etc.) - Openbare verlichting - Overhangend groen vanuit plantsoenen - Parkeeroverlast - Verstoppingen (voornamelijk kolken) Er wordt actief opgeroepen om zaken te melden die aandacht van de gemeente of het serviceteam nodig heeft, dus is aansturen op een daling niet van toepassing. Mondeling D66 87 Vraag: wat zijn de (gederfde) inkomsten van leges kapvergunning? 45 Antwoord De gederfde inkomst van leges kapvergunningen bedraagt € 10.000 per jaar. Mondeling D66 88 De storting in het onderhoudsfonds. Vraag: waarom is een bedrag van 18.000 euro overgeheveld van het wandelbos naar de kinderboerderij? Antwoord Omdat dat een zuiverder beeld van de werkelijkheid geeft. Tot nu toe stond de storting voor onderhoud kinderboerderij bij het wandelbos. Schriftelijk HBB 88 Vrijheidsdreef is niet opgenomen in de begroting. Wordt dat dan middels een apart voorstel aangepast? Antwoord In de raad van 24-9-2015 is besloten een krediet van € 175.000 beschikbaar te stellen voor het kappen en aanplanten van de bomen aan de Vrijheidsdreef. De kapitaallasten voortvloeiende uit deze investering zijn in de meerjarenbegroting verwerkt via het raadsvoorstel: ”Eerste begrotingswijziging 2016” (blz. 1 punt 3 van de tabel). Mondeling CDA Waarom blijven er kosten voor kapvergunningen terwijl we die vergunningen niet meer uitgeven? (Als dat andere kosten zouden zijn (boomadvies), zouden die ook anders moeten gaan heten.) Antwoord Er worden nog steeds omgevingsvergunningen voor het kappen aangevraagd en verleend. Het betreft zieke en dode bomen die op de Bomenkaart staan of bomen die onderdeel zijn van een beschermde boomzone. Mondeling CDA De begraafplaats (uitvaartverzorging) lijkt structureel met een tekort te maken hebben. Waarom kan de algemene begraafplaats niet kostendekkend opereren, conform het uitgangspunt. Antwoord Het structurele tekort komt deels doordat er tot november 2015 een persoon bovenformatief op de formatie drukt. Dit moet leiden tot een betere kostendekkendheid. De gedachte is dat door het verbeteren van de voorzieningen voor met name asbestemming, de begraafplaats weer kostendekkend zal worden. Programma 9 Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting Mondeling D66 89 De werkgroep begroting heeft gevraagd om een uitgebreidere toelichting op programma 8 (nu 9). Met name is gevraagd om de maatregelen en instrumenten te concretiseren die ingezet gaan worden om het centrale beleidsdoel (zoals bijvoorbeeld behoud en versterken dorps karakter) te bereiken. Daar spelen diverse dillema's een rol bij, en verwacht mocht worden dat het college daar in haar 3e jaar een goed antwoord op heeft (zo is het verwoord in de commissie 46 middelen van juni 2015). De tekst bij dit programma in deze begroting is weliswaar geactualiseerd, maar niet uitgebreider dan vorig jaar. Vraag: kan het College aangeven of en zo ja op welke wijze tegemoet is gekomen aan de wens tot uitgebreidere toelichting? Antwoord De te hanteren maatregelen en instrumenten zijn in tegenstelling tot de begroting van vorig jaar nu per onderwerp aangegeven. Mondeling D66 89 In het college akkoord staat dat het college zich inzet om het “dorpse karakter” van Heemstede te behouden en te versterken. In de begroting van vorig jaar is het element “versterken” weggelaten. Toen stond er: “we willen het dorpse karakter van Heemstede behouden”. Dit jaar staat er: “we willen het karakter van Heemstede behouden”. Nu is dus ook het woord “dorpse” weggelaten. Vraag: waarom is de ambitie voor behouden en versterken van het dorpse karakter nu geheel verdwenen? Antwoord Er is geen eenduidige definitie van wat het dorpse karakter van Heemstede is. Daarom staat er nu dat we het karakter van Heemstede willen behouden. Mondeling D66 89 Het eerste beleidsdoel van programma 8 was vorig jaar: “Voorkomen van nieuwe hoogbouwplannen en massale bebouwing”. Dit jaar is het beleidsdoel aangepast want er staat: “De ruimtelijke ontwikkeling van Heemstede moet aansluiten bij de bestaande omgeving en de vigerende bestemmingsplannen”. Vraag 1: met het tegengaan van hoogbouw en massale bebouwing werd een duidelijk statement gemaakt. Waarom is dat nu verlaten? Antwoord Dit statement is niet verlaten. Wel is het college van mening dat bestaande rechten gerespecteerd dienen te worden. Zo is voor Spaarnelicht in 2008 4 geschakelde woontorens vergund. Dat zijn bestaande rechten, die de ontwikkelaar wil gaan herontwikkelen. Vraag 2: gaat het beoordelen of iets “aansluit bij de bestaande omgeving” nu op een andere wijze dan dat het in voorgaande collegeperioden ging? Zo ja, waar ligt dan concreet het verschil? In welk opzicht is men strenger of juist minder streng? Antwoord In wezen niet. De vraag of wij als college medewerking willen verlenen aan een bouwplan dat niet past in het vigerende bestemmingsplan, wordt altijd bezien vanuit de invalshoek of een en ander leidt tot een goede ruimtelijke ordening. Daarvoor kiezen wij nu aansluiting bij de bestaande bebouwde omgeving. 47 Vraag 3: er staat dat ruimtelijke ontwikkelingen moeten aansluiten bij vigerende bestemmingsplannen. Wil dat zeggen dat het college bij nieuwe ontwikkelingen geen afwijkingen meer toestaat op het bestemmingsplan? Zo nee, wat wil het dan wèl zeggen (wat is het verschil met vroeger)? Antwoord Als een bouwplan strijdig is met het bestemmingsplan verplicht de wetgever ons om alsnog de afweging te maken of wij niet bereid zijn desondanks toch medewerking te verlenen aan het bouwplan. Wij verlenen uitsluitend medewerking als het bouwplan aansluit bij bestaande bouwvolumes uit de vigerende bestemmingsplannen, dan wel als plannen aansluiten bij bestaande rechten die gerespecteerd dienen te worden. Schriftelijk D66 89 Vraag: wanneer denkt of wenst het college dat de doorstroming op de woningmarkt voldoende op gang is gebracht en hoe wordt dat bepaald? Antwoord Die vraag is niet eenduidig te beantwoorden. De woningmarkt is nu overspannen, in die zin dat de wachttijden voor een sociale huurwoning te lang zijn en het voor jonge gezinnen nauwelijks mogelijk is een betaalbare woning te kopen. Mondeling PvdA 90 Nu er een onderhandelaarsakkoord ligt voor 20 villa's in het zuid oosten van het Manpadslaangebied, wanneer start het college het traject om te komen tot een structuurvisie. Hoe denkt zij dit traject in te richten, en welke vorm van overheidsparticipatie had het college hiervoor in gedachten? Antwoord Op 7 september 2015 hebben de projectontwikkelaars gemeld dat zij instemmen met 20 kavels van 1.000 m2 in de zuidwesthoek van het gebied en het onderzoeken van de haalbaar hiervan. Het in december 2012 door het college vastgestelde ‘Plan van Aanpak Haalbaarheidsonderzoek & Structuurvisie Manpadslaangebied’ geeft aan dat na het afronden van de onderhandelingen met de projectontwikkelaars een ontwerpstructuurvisie wordt opgesteld in samenspraak met de begeleidingsgroep Manpadslaangebied. Met de ontwikkelaars is afgesproken dat door hen eerst een haalbaarheidsonderzoek wordt uitgevoerd. Op basis van de overeengekomen 20 woningbouwkavels van 1.000 m2 wordt gekeken of e.e.a. economisch, stedenbouwkundig, verkeerstechnisch, etc. haalbaar is. Parallel aan het uitvoeren van het haalbaarheidsonderzoek, wordt ten aanzien van de ‘Inrichtingsvisie Manpadslaangebied Heemstede’ en bijbehorend advies van de Begeleidingsgroep Manpadslaangebied door het college een standpunt ingenomen. Dit overeenkomstig de eerder aangegeven twee sporen die worden gevolgd: (1) onderhandelingen gemeente – projectontwikkelaars, (2) meningsvorming inrichtingsvisie. Vervolgens wordt overeenkomstig het plan van aanpak in samenspraak met de begeleidingsgroep Manpadslaangebied een ontwerpstructuurvisie voor het gebied opgesteld, dat uiteindelijk aan de gemeenteraad wordt voorgelegd. De exacte vorm van participatie moet nog worden vastgesteld. Schriftelijk GL 90 "Het ontwikkelperspectief is in 2015 of wordt in 2016 (?) vastgesteld”. 48 (s) Is GroenLinks nog niet bekend, dus komt dat in 2016? Antwoord Volgens de laatste planning wordt het Ontwikkelperspectief Binnenduinrand in 2016 vastgesteld. Mondeling GL 90 "Het ontwikkelperspectief heeft als instrument de status van een (intergemeentelijke) structuurvisie. Aan een structuurvisie kunnen burgers en bedrijven geen rechten ontlenen, maar heeft wel een zelfbindend karakter voor de betrokken bestuursorganen." (m) Heeft deze structuurvisie invloed op en zo ja, vindt afstemming plaats met de op te stellen structuurvisie voor het Manpadslaangebied en voor het op te stellen bestemmingsplan landgoederen en groene gebieden? Antwoord Afgesproken is dat het Ontwikkelperspectief Binnenduinrand wordt vastgesteld door de betrokken gemeenteraden en door GS van Noord-Holland. Gezien het zelfbindende karakter is het Ontwikkelperspectief Binnenduinrand een toetsingskader voor visies en plannen voor het Manpadslaangebied en het bestemmingsplan “Landgoederen en groene gebieden”. In die zin zal er dan ook afstemming plaatsvinden met het Ontwikkelperspectief. Overigens wordt nu al getracht om zoveel mogelijk rekening te houden met de ambities en spelregels uit het ontwikkelperspectief, ook al is er in dit stadium nog slechts sprake van een ambtelijk concept. Schriftelijk D66 90 Manpadslaan en Spaarnelicht Vragen: wie richt het MPL-natuurgebied nu in? Wanneer en door wie wordt het ontwikkelperspectief nu vastgesteld? Wanneer komt er een nieuw plan voor het Spaarnelicht? Antwoord Wie het MPL-natuurgebied gaat inrichten moet nog nader worden overeengekomen. Het Ontwikkelperspectief Binnenduinrand wordt vastgesteld door de betrokken gemeenteraden en door GS van NoordHolland. Het is op dit moment niet bekend wanneer een nieuw plan voor Spaarnelicht wordt ingediend. Mondeling D66 90 Ontwikkelperspectief Binnenduinrand. Vraag 1: er staat dat 'de gemeenten' in 2015 een ontwikkelperspectief hebben opgesteld. Moet dat niet zijn: de betrokken colleges of de wethouders? Antwoord Afgesproken is dat het Ontwikkelperspectief Binnenduinrand wordt vastgesteld door de betrokken gemeenteraden en door GS van Noord-Holland. Vraag 2: er staat dat het ontwikkelperspectief zowel in 2015 is vastgesteld, als in 2016 door de gemeenteraden wordt 49 vastgesteld. Dat kan niet kloppen? Antwoord Het exacte vaststellingstraject is nog onderwerp van bespreking voor het betreffende portefeuillehoudersoverleg. De intentie is om voorafgaand aan de definitieve vaststelling tenminste 1 raadsconferentie te houden over het conceptontwikkelperspectief. Overigens zal aan de betrokken colleges worden gevraagd of het concept Ontwikkelperspectief kan worden vrijgegeven voor inspraak. De colleges kunnen besluiten om een besluit daartoe om advies voor te leggen aan de raadscommissie. Vraag 3: krijgt de Raad nog de gelegenheid eerst een zienswijze te geven alvorens het document ter vaststelling wordt voorgelegd? Antwoord Het exacte vaststellingstraject is nog onderwerp van bespreking voor het betreffende portefeuillehoudersoverleg. De intentie is om voorafgaand aan de definitieve vaststelling tenminste 1 raadsconferentie te houden over het conceptontwikkelperspectief. Overigens zal aan de betrokken colleges worden gevraagd of het concept Ontwikkelperspectief kan worden vrijgegeven voor inspraak. De colleges kunnen besluiten om een besluit daartoe om advies voor te leggen aan de raadscommissie. Schriftelijk Schriftelijk Mondeling VVD VVD D66 91 ev 91 ev 91 in hoeverre vindt het college dat de woonvisie leidend moet zijn bij de invulling en realisatie van specifieke wensen van de burgers bij individuele projecten Antwoord De commissie Ruimte heeft inmiddels de zienswijze afgegeven dat er geen woonvisie zou moeten komen maar volkshuisvestingsbeleid, dus specifiek gericht op het maken van prestatie-afspraken met de corporaties. Het college zal deze zienswijze volgen. in hoeverre vindt het college dat de woonvisie leidend moet zijn bij de invulling en realisatie van specifieke wensen van de eigenaren/instanties van onroerend goed; m.a.w. hoe wordt (on)wenselijke inpasbaarheid van ontwikkelingen binnen/buiten de visie bepaald Antwoord Zie het antwoord op de vorige vraag. Realiseren van een florerende Binnenweg en Raadhuisstraat. Vraag 1: wat verstaat het college concreet onder “florerend”, wat maakt dat de Binnenweg nu nog niet (voldoende) florerend is en hoe wordt dat meetbaar gemaakt? Antwoord In het collegeakkoord voor de periode 2014-2018 is als één van de doelstellingen geformuleerd: “Het college zet zich in voor een florerende Binnenweg en Raadhuisstraat in samenspraak met ondernemers, 50 omwonenden en andere belanghebbenden.” Dit is in hetzelfde collegeakkoord doorvertaald in “een vitale en aantrekkelijke winkelstraat en woonomgeving”. De belangrijkste aspecten die bepalen of er sprake is van een vitale en aantrekkelijke winkelstraat en woonomgeving, zijn door de raad in mei 2015 vastgesteld als sluitstuk van de eerste fase van de visie winkelcentra Heemstede. De “staat” van de Binnenweg en Raadhuisstraat komt in verschillende gegevens tot uitdrukking, zoals bijvoorbeeld het percentage leegstand, de verkeersstromen, de toekomstplannen van de ondernemers en de waardering van het centrum door ondernemers en bezoekers. Overigens is niet gezegd dat de Binnenweg en Raadhuisstraat op dit moment niet (voldoende ) florerend zijn. De bevindingen van bureau DTNP, dat is verzocht om de visie op te stellen, tonen wel aan dat er een aantal aandachtpunten voor de toekomst is. De uitvoeringsagenda van de visie zal hierop zijn gericht. Vraag 2: het college verwacht een visie te kunnen vaststellen in het eerste kwartaal van 2016. Dat is halverwege haar college termijn van vier jaar. Indien de logische stappen gevolgd gaan worden van (1) Visie op stellen, (2) beleidsdoelen formuleren, (3) Plan van Aanpak opstellen en (4) maatregelen uitvoeren; wanneer denkt het college dan de eerste concrete maatregelen te hebben uitgevoerd, en wanneer verwacht ze dat “een florerende Binnenweg en Raadhuisstraat” gerealiseerd is? Antwoord Een concrete planning van de uitvoering is op dit moment niet voor handen. Uitgaande van een visie met een overzicht van maatregelen die haalbaar en gewenst zijn om tot realisatie van de visie te komen, de rol die de verschillende partijen (eigenaren, ondernemers, omwonenden, gemeente, etc.) hebben, de instrumenten die beschikbaar zijn om tot uitvoering te komen (maatregelenpakket) en een samenwerkingsagenda in het eerste kwartaal van 2016 is het realistisch om al in de loop van 2016 met de uitvoering van de visie te starten. Het hebben en houden van een florerende Binnenweg en Raadhuisstraat is niet een kwestie van 1 in de tijd begrenst project. Dit vraagt een voortdurende vinger aan de pols en blijvende aandacht voor het effect van trends en ontwikkelingen op het gebied van winkelen en boodschappen doen. Vraag 3: welk effect heeft het gegeven dat het college niet meewerkt aan de bouw van de Vomar voor de doelstelling om de Binnenweg te laten floreren? Antwoord Het antwoord op deze vraag moet voortvloeien uit de verdere uitwerking van de visie. Vraag 4: wat is overigens de laatste stand van zaken rond het Vomar-dossier? Antwoord De laatste stand van zaken is dat er omgevingsvergunning is verleend voor de bouw van een bedrijfshal, maar dat de vergunninghouder nog geen aanstalten maakt hier gebruik van te maken. Schriftelijk D66 91 Er kan nu niet adequaat genoeg worden omgegaan met beleidsmatige vragen op het gebied van wonen “omdat er onvoldoende inzicht en informatie over de actuele Heemsteedse situatie beschikbaar is”. 51 Vraag 1: op welke informatie wordt hier gedoeld, het aantal beschikbare woningen, de woningbehoefte of iets anders? Antwoord Het gaat om veel data. De bevolkingsopbouw, het aantal woningzoekenden, de inkomenscategorieën, het aantal ouderen met behoefte aan zorg, et cetera. Vraag 2: waarom is dit tekort aan inzicht ontstaan? Antwoord De beschikbare gegevens zijn verouderd. Schriftelijk D66 91 Het college staat voor een “kwalitatief goede woningvoorraad” staat in de begroting. Vraag 1: wat bedoelt het College hier concreet mee, wat streeft ze na, wat wil ze veranderen? Antwoord Primair dat alle categorieën woningzoekenden zijn gehuisvest in voor hen betaalbare woonruimte. Subsidiair dat woningen bouwtechnisch niet verouderd zijn en in ieder geval zijn verduurzaamd. Vraag 2: in de Nota wonen staat dat de gemeente Heemstede zich in haar woonbeleid richt op “de mensen met de lagere inkomens, de starters, de zorgvragers en de senioren” en heeft ze specifiek woonbeleid voor deze doelgroepen. Is dit nog steeds staand beleid? En zo ja, welke resultaten zijn hier afgelopen jaar op geboekt? Antwoord Dit is nog steeds staand beleid. Als resultaat voor de zorgvragers is afgelopen jaar de omgevingsvergunning voor de huisvesting voor 8 jongeren met een licht verstandelijke beperking aan de Nijverheidsweg 3 verleend. Voor de doelgroep senioren is een omgevingsvergunning verleend voor een nieuwe “Meerlhorst” waar dementerende ouderen gehuisvest en verpleegd worden. Mondeling D66 91 Er wordt een aantal woonprojecten genoemd. Het college geeft zelf aan dat de type en aard van de woningen het gevolg is van de 'tucht van de markt' (bij herontwikkeling moet er een reëel verdienmodel zijn voor de projectontwikkelaar). Vraag: welke instrumenten hanteert het college om tot een kwalitatief goede woningvoorraad te komen? Antwoord Dat had met name uit de woonvisie moeten volgen, maar nu wordt eerst volkshuisvestingsbeleid gemaakt. Schriftelijk VVD 92 huidige mutatiegraad sociale huurwoningen is 60; ook staat er dat dit voldoende is voor huidige taakstelling. Taakstelling wordt nu ongeveer maandelijks aangepast; wat zijn de prognoses momenteel en welke risico's loopt de gemeente hier Antwoord 52 Het voldoen aan de taakstelling 2015 voor het huisvesten van statushouders ligt goed op koers. De ontwikkelingen op dit gebied gaan echter heel snel, dus het is de vraag of dat zo blijft. Het college zal de commissie(s) en de raad hier nauw bij blijven betrekken. Schriftelijk VVD 92 er wordt gesteld dat er behoefte is aan woningen in het middensegment; waarop is deze stelling gebaseerd en wat zijn de concrete plannen bij deze stelling Antwoord Het beleid van minister Blok is er op gericht om het scheefwonen tegen te gaan. Dit in combinatie met het EU-beleid dat sociale huurwoningen maar aan beperkte inkomenscategorieën mogen worden toegewezen, leidt er naar onze mening toe dat er een verdringen op de woningmarkt zal ontstaan. Huurders die nu nog in een sociale huurwoning wonen zullen op zoek gaan naar een middeldure woning in de vrije sector. Mondeling HBB 92 Waarom wordt het middensegment pas eind 2016 geteld? Antwoord De bouw trekt aan en verwacht mag worden dat in 2016 een aantal bouwprojecten van start gaan. Niet eerder dan eind 2016 wordt inzichtelijk hoeveel middeldure woningen aan onze woningvoorraad worden toegevoegd. Mondeling CDA We realiseren ons dat het initiatief voor de ontwikkeling van Slottuin niet bij de gemeente ligt. Dat neemt niet weg dat de gemeente al in een vroeg stadium wel met de ontwikkelaar kan “meedenken” hoe tot een plan kan worden gekomen dat een optimale kans van slagen heeft. Is hier al overleg met de ontwikkelaar over? Antwoord De ontwikkelaar heeft aangegeven nog in oktober 2015 het nieuwe plan te zullen indienen. Mondeling D66 93 Vraag: waarom verdwijnen de baten van de woonwagens? Antwoord Het betreft hier de huuropbrengst van een loods op het woonwagenterrein Ringvaartlaan. De baten verdwijnen niet, maar worden in 2016 juist weer opgevoerd. Er was sprake van dat de loods zou worden verkocht, maar de verkoop is niet doorgegaan. Schriftelijk GL 94 "Omgevingsvergunningen: Voor de jaren vanaf 2017 wordt een structurele opbrengst van € 273.000 per jaar begroot." Waar is dat bedrag op gebaseerd? Antwoord Op basis van de te verwachten bouwplannen is een jaarlijkse gemiddelde opbrengst voor leges omgevingsvergunningen begroot van € 273.000. De werkelijke opbrengst fluctueert jaarlijks sterk vanwege de omvang van grote bouwprojecten. 53 In 2014 was de opbrengst lager, in 2015 is de opbrengst hoger en ook voor 2016 wordt een hogere opbrengst begroot. Programma 10 Duurzaamheid en reiniging Mondeling PvdA 95 In dit programma wordt alleen in de titel van het relevante beleidsdoel gerept over adviesgroep Duurzaamheid. Welke afspraken heeft de wethouder met hen gemaakt om welke activiteiten in 2016 te verrichten? Verwacht hij nog een initiërende rol van de groep? Antwoord De adviesgroep Duurzaamheid opereert volledig onafhankelijk van de gemeente. De adviesgroep wordt door de coördinator duurzaamheid volledig betrokken bij de voortgang en inhoud van de nieuw nota duurzaamheid. Mondeling HBB 96 Aan wat voor soort klachten moeten we denken bij de Meerlanden? Antwoord Het betreft een grote diversiteit aan vragen over de totale dienstverlening van Meerlanden. Alle klachten worden geregistreerd. Indien gewenst kan dit overzicht worden toegestuurd. In totaal zijn er in 2014 573 klachten geregistreerd. De meest voorkomende klachten gaan over rolemmers die niet zijn geleegd; in totaal 328 stuks; 216 klachten over de grijze rolemmer en 112 klachten over de groene rolemmer, (mogelijk is dit deels de eigen fout, door het te laat of verkeerd aanbieden van de rolemmer). - 78 klachten een overvolle verzamelcontainer voor papier, glas of plastic - 102 klachten over de sticker voor de grijze rolemmer (niet ontvangen of verkeerde sticker) De overige klachten gaan over straatreiniging en verzamelcontainers voor restafval en gft. Mondeling HBB 96 Is 5 op de 100 niet veel? Antwoord Gezien de grote diversiteit aan klachten vinden wij dit een acceptabel aantal. Schriftelijk VVD 97 doelstelling om door LED verlichting te gebruiken 1% jaarlijks verbruik naar beneden te halen; wat zijn de kosten bij het verhogen van deze ambitie Antwoord In het Beleidsplan Openbare Verlichting is besparing van 1% per jaar als doelstelling opgenomen. Doordat LED nu standaard is geworden, wordt die besparing ruimschoots gehaald. Bij het huidige vervangingsplan kan gerekend worden op gemiddeld ca. 1,5% per jaar over de planperiode van het beleidsplan (2013-2017). Landelijk zijn hogere ambities geformuleerd, nl. 20% besparing van energie in 2020 t.o.v. 2013. Om dit te bereiken dient er meer te gebeuren. Een keuze kan zijn om meer oude armaturen te vervangen door nieuwe LED-armaturen. Het is ook mogelijk en financieel steeds aantrekkelijker om oude armaturen om te bouwen naar LED. Voor beide opties zijn extra middelen noodzakelijk. 54 De milieudienst IJmond onderzoekt, in samenwerking met de regiogemeenten, of gezamenlijke inkoop van LED verlichting mogelijk is. Schriftelijk D66 97 Vraag: welke wijkbijeenkomsten zijn gehouden en wat zijn de resultaten? Antwoord Er zijn wijkbijeenkomsten gehouden in de Indische Wijk om huiseigenaren daar te stimuleren hun huis te verduurzamen. Dit heeft tot gezamenlijk initiatieven geleid om woningen te verduurzamen. Mondeling D66 98 Er is een dalende trend voor het scheiden van gft afval in Heemstede (van 79% in 2011 tot 57% in 2015). Vraag: waarom wordt er nu minder gft gescheiden ingezameld? Antwoord De hoeveelheid gescheiden ingezameld gft is de afgelopen jaren wel vrijwel constant gebleven. - Waarschijnlijk is het lagere scheidingspercentage het gevolg van het moment waarop de steekproef (die de sorteeranalyse is) is gehouden. In werkelijkheid zal de scheiding van gft vrijwel gelijk gebleven zijn. - Een andere verklaring is dat er wel degelijk meer gft in het restafval zit. Dit bestaat vooral uit keukenafval (gf afval). Daarom wordt nu een communicatiecampagne uitgevoerd waarbij op deze afvalstroom wordt gefocust Mondeling D66 98 Kunnen we het verschil tussen de grote en kleine rolemmer niet vergroten voor meer effect? Antwoord Het college kiest hier nu niet voor. Het verschil is al groter dan de werkelijke kosten (inzameling en verwerking restafval) Programma 11 Financiën en dekkingsmiddelen Mondeling D66 103 Vraag: waarom wordt een ‘stelpost onderuitputting kapitaallasten’ opgevoerd in plaats van een bijstelling van de raming kapitaallasten? Antwoord De “stelpost kapitaallasten” heeft zowel betrekking op rente- als afschrijvingslasten. Jaarlijks blijkt uit de voor- en najaarsnota dat de kapitaallasten lager uitvallen dan begroot. Dit wordt met name veroorzaakt doordat investeringen later worden gerealiseerd dan gepland. Dit heeft vele (externe en interne) oorzaken. Vooraf is dit moeilijk in te schatten. Door het opnemen van een stelpost “onderuitputting kapitaallasten” wordt vooraf rekening gehouden met dit financieel voordeel in de (meerjaren)begroting. Mondeling D66 106 Vraag: wat zijn ‘roerende ruimten’? Antwoord 55 De term “roerende ruimten” is gebaseerd op de “Verordening heffing en invordering van belastingen op roerende woonen bedrijfsruimten” welke jaarlijks in de raad van december wordt vastgesteld. Roerende ruimten betreffen woonschepen, woonwagens etc. Mondeling D66 107 Vraag: hoe kan het dividend van Eneco structureel hoger uitvallen (met 55K) en is dat niet strijdig met de statuten van de NV? Antwoord Uit informatie van Eneco blijkt dat de dividenduitkering 2015 (te verantwoorden in de begroting 2016) hoger uitvalt. Conform de bestaande gedragslijn wordt dit structureel verwerkt. Dit is niet strijdig met de staturen van de NV. Mondeling D66 107 Vraag: wat is de achtergrond van de verhoging van de pay-out ratio Meerlanden van 40 naar 60% van de winst? Antwoord In de Algemene Vergadering van Aandeelhouders (medio 2015) is besloten de pay-out ratio te verhogen van 40% naar 60%. De achtergrond is dat het weerstandsvermogen van Meerlanden de laatste jaren is verbeterd, waardoor een hogere pay-out verantwoord is. Schriftelijk GL 107 "De pay-out ratio bij De Meerlanden wordt structureel gewijzigd naar ten minste 60% van de winst (was 40%)." Wat is de Payout van Eneco. Wil het college zich in de aandelinghoudersvergadering hard maken dat de pay-out van Eneco omhoog gaat?" Antwoord Pay out ratio: geeft aan welke deel van de netto winst wordt uitgekeerd aan de aandeelhouders. Heemstede is voor 0,9% aandeelhouder van Eneco. In 2014 is van de winst over 2013 ad. € 241 mln 50% uitgekeerd. In 2015 is van de winst over 2014 ad. € 205 mln eveneens 50% uitgekeerd. Voor 2016 is uitgegaan van een dividenduitkering van € 875.000, dat is dan de uitkomst van pay out ratio afgezet tegen de te verwachten netto winst over 2015. Het college zal zich inzetten voor een verhoging van de pay out ratio bij Eneco. In de statuten is artikel 27 (winst en verlies) aangegeven dat ten minste 50% van de winst beschikbaar is voor de algemene vergadering. De algemene vergadering beslist over de dividenduitkering. Wanneer de financiële positie van Eneco het toelaat kan ook minder dan 50% binnen Eneco worden gereserveerd waarmee een groter deel beschikbaar komt voor de aandeelhouders. De raad van bestuur en raad van commissarissen overleggen over een en ander met de aandeelhouderscommissie (AHC). Voor een toelichting op de AHC wordt verwezen naar de vraag van de VVD over de Heemsteedse invloed als aandeelhouder van Eneco. Mondeling CDA Wat is nu precies de stand van zaken m.b.t. de mogelijke opsplitsing van Eneco en hebben wij zicht op de te voorziene financiële gevolgen daarvan voor de gemeente Heemstede? 56 Antwoord In de afgelopen periode is in een parlementaire behandeling in de Tweede Kamer de nieuwe wet Stroom (die de gas- en electriciteitswet zal gaan vervangen), waarin het groepsverbod (splitsing) is ondergebracht, behandeld. Onderdeel van de parlementaire behandeling was het amendement van SP kamerlid Smaling dat ervoor pleitte dat het groepsverbod in de wet Stroom geclausuleerd zou worden, in die zin dat splitsing pas wordt uitgevoerd als ook andere EU-lidstaten die wettelijke verplichting overnemen. Afgelopen dinsdag 13 oktober is hierover gestemd. Helaas is gebleken dat –ondanks de steun van bijna de gehele oppositie- het amendement geen meerderheid in de Tweede Kamer heeft behaald (66 voor, 80 tegen). De te voorziene financiële gevolgen van de splitsing voor Heemstede zijn op dit moment onbekend. Eerder is aangegeven dat de voorbereiding voor realisatie van de splitsing ongeveer twee jaar bedraagt. Paragrafen 1 Lokale heffingen Schriftelijk HBB 113 Bij overige tarieven: het algemene uitgangspunt: moet dat niet gewoon ‘inflatiecorrectie’ zijn? Antwoord Met het “algemene uitgangspunt” wordt in dit geval de inflatiecorrectie bedoeld. Schriftelijk GL 113 "Het tarief voor kort parkeren blijft ook in 2016 € 1,50 per uur." Waarom wederom geen inflatiecorrectie toegepast? Antwoord Een jaarlijks aanpassing van het parkeertarief weegt niet op tegen de kosten die gepaard gaan met het ombouwen van de parkeerautomaten. De kosten zijn hoger dan de inflatiecorrectie. De aanpassing gaat schoksgewijs. Mondeling GL 114 Uit deze tabel komt naar voren dat het Heemsteedse percentage 2015 voor de OZB woningen eigenaren onder het normpercentage ligt." "Bij de eigenaren en gebruikers van niet-woningen ligt het Heemsteedse percentage boven het normpercentage voor 2015." Waarom worden de percentages niet gelijk getrokken met de normpercentages? Antwoord De normpercentages, die genoemd worden in de tabel, zijn de percentages die door het Rijk worden gehanteerd voor het bepalen van de korting die elke gemeente ontvangt bij de bepaling van de algemene uitkering uit het gemeentefonds. De gemeente is vrij –binnen de wettelijke kaders- een eigen gemeentelijk tarievenbeleid ozb te voeren. 2 Weerstandvermogen en risicobeheersing Schriftelijk VVD 118 in collegeakkoord wordt gesproken over mogelijke verhoging van de ozb wanneer rijksbudget niet toereikend zou zijn; moet hier niet aan worden toegevoegd dat het zoeken naar mogelijke bezuinigingen dan de eerste prioriteit is Antwoord 57 Die toevoeging is in hoofdstuk 6 maatschappelijke zorg van het collegeakkoord 2014-2018 niet opgenomen. Wel is in hoofdstuk 10 financiën en dekkingsmiddelen de passage opgenomen dat het college bezuinigingsvoorstellen zal doen bij een niet sluitende begroting. Schriftelijk HBB 118 Stormschade van afgelopen jaar. Waar valt dat onder? Antwoord Stormschade valt in principe onder “Overige risico’s”. Schriftelijk HBB 121 Is het niet handiger de risico’s te groeperen op structureel vs incidenteel? Antwoord Nee, bij de bepaling van de hoogte van het risico wordt al gekeken in hoeverre het risico zich de komende 4 jaar (planperiode) zou kunnen voordoen. Hierin is dus al verdisconteerd of dit elk jaar (structureel) of tijdelijk van aard (incidenteel) zal zijn. Mondeling HBB 121 Open einderegeling: waarom niet een ruwe begroting van het risico opnemen? Nu is het risico wel benoemd, maar als 0waarde meegenomen in de berekening van de benodigde weerstandscapaciteit. Antwoord Voor de open einderegeling Participatiewet, IOAW en IOAZ is voor 2016 een tijdelijke vangnetregeling vastgesteld die risico’s van tekorten 5-10% voor 50% en risico’s boven de 10% voor 100% afdekt. Bovendien is een bestemmingsreserve WWB, IOAW en IOAZ aanwezig. Schriftelijk VVD 126 kunnen/moeten bestaande open-eind regelingen wel open-eind regelingen blijven en wat zijn hier de mogelijkheden tot aanpassing voor de raad; graag met voorbeelden Antwoord Een open einderegeling betreft een financiële regeling waaraan geen budgettair plafond wordt toegekend. In de risicoparagraaf is ingegaan op de open einde regeling Participatiewet, IOAW en IOAZ. De gemeente heeft binnen de huidige wet- en regelgeving voor de bijstand slechts beperkte beleidsvrijheid mede tegen de achtergrond dat lokale overheden geen inkomenspolitiek mogen bedrijven. De beperkte beleidsruimte wordt lokaal ingevuld door middel van verordeningen en beleidsregels. Voorbeelden daarvan zijn de beleidsregels kostendelersnorm en verlaging Participatiewet IOAW/IOAZ Heemstede 2015 en Bijzondere bijstand en verstrekkingenboek 2014. Binnen die beleidsvrijheid is het een mogelijkheid om de bijzondere bijstand soberder uit te voeren door normbedragen te verlagen en/of draagkracht te verhogen. Schriftelijk VVD 128 solvabiliteitsniveau voor 2016 is 24%; wat is hier de maatstaf 58 Antwoord Er is (landelijk) geen maatstaf vastgesteld. Bepalend hiervoor zijn de risico’s die een gemeente loopt. Dit vertaalt zich in een zgn. ratio/norm weerstandsvermogen. Zoals ook aangegeven in het raadsvoorstel “Eerste begrotingswijziging 2016” blz. 5 bedraagt de ratio weerstandsvermogen van Heemstede 1,8. Dit staat voor “ruim voldoende weerstandsvermogen”. Mondeling Is bekend hoe de kengetallen ter ondersteuning van de financiële positie van de Gemeente Heemstede zich verhouden tot die van andere min of meer vergelijkbare gemeentes. CDA Antwoord Nee, de kengetallen ter ondersteuning van de financiële positie zijn (wettelijk) voor het eerst opgenomen in de begroting 2016. 3 Onderhoud kapitaalgoederen Schriftelijk VVD 131 wanneer hebben we het predicaat onderhoudsniveau B bereikt Antwoord Het is moeilijk om exact aan te geven wanneer niveau B weer bereikt wordt. Met ingang van 2016 zal eerder klein onderhoud gepleegd worden. In 2016 wordt ook weer een inspectie uitgevoerd. Hierbij zal het uitgangspunt niveau B zijn, de uitkomst van deze inspectie geeft aan wat er nog moet gebeuren om op niveau B te komen. Mondeling HBB 132 Wordt bij het onderhoud aan de gemeentelijke gebouwen gebruik gemaakt van nieuwe innovatieve methoden die zowel kostenefficiënt als duurzaam zijn? Antwoord Indien mogelijk wordt gebruik gemaakt van nieuwe innovatieve methoden op specifieke vakgebieden. Dit is afhankelijk van het beschikbare budget. Binnen de dekking vanuit het onderhoudsfonds zijn kleinschalige methodes toepasbaar, waarbij te denken valt aan isolatie of verf. Voor kostbare installaties, zoals WKO, zonnepanelen of moderne ventilatiesystemen die zijn voorzien van warmteterugwinning is aanvullend budget nodig. 4 Financieringsparagraaf Schriftelijk CDA Vastgesteld wordt dat de gemeente Heemstede m.b.t de wet HOF de referentiewaarde overschrijdt. Dit heeft weliswaar geen consequenties voor Heemstede maar wat kunnen we nu uit deze overschrijding concluderen? Antwoord Een overschrijding op begrotingsbasis betekent dat de (begrote) kasstroom van de gemeente Heemstede negatiever is dan de referentiewaarde. Bepalende factoren in dit kader zijn met name: de omvang van het investeringsniveau en de omvang van de onttrekkingen aan reserves. 59 5 Bedrijfsvoering Schriftelijk VVD 137 harmonisatie van werkprossen met Bloemendaal : deze paragraaf gaat over REGIONALE samenwerking en we lezen slechts Bloemendaal: tot waar creëren we als raad een afhankelijkheid naar elkaar toe? De regio is groter dan Bloemendaal; of kopje paragraaf aanpassen of regio erbij betrekken. Antwoord Wij doen inderdaad meer aan regionale samenwerking dan alleen met Bloemendaal. Het kopje zou moeten worden gelezen als Samenwerking met Bloemendaal Mondeling HBB 137 Ambtelijke samenwerking Bloemendaal. Zijn er gezien de bestuurscrisis moeilijkheden te verwachten? In hoeverre zorgt de vervlechting op ambtelijk niveau voor een point of no return voor een fusie? Antwoord Wij verwachten geen problemen voor de ambtelijke samenwerking als gevolg van de bestuurscrisis in Bloemendaal. Zie hiervoor ook het antwoord op de vraag van de VVD. Van een point of no return zal geen sprake zijn. Zie ook de antwoorden op de vragen op bladzijde 20. Schriftelijk HBB 137 Ziekteverzuim gestegen: is er al een oorzaak aan te geven (bv relatie met bezuinigingen op bedrijfsvoering)? Zie ook blz 139, bezuiniging op bedrijfsgeneeskundige & arbozorg. Is dat gezien het gestegen ziekteverzuim dan handig? Antwoord Er is geen eenduidige oorzaak aan te wijzen. Het merendeel van de langdurig zieken is niet werkgerelateerd en bestaat uit verschillende ziektebeelden. En waar het werkgerelateerd verzuim betrof, zijn er uiteraard maatregelen getroffen. Het is ook goed te beseffen dat bij onze schaalgrootte 1 fulltimer die verzuimt, direct 0,5% verhoging van het verzuim betekent. Het vertrouwen bestaat dat, voor zover beïnvloedbaar, bij de gemeente Heemstede een verzuimniveau van maximaal 3% haalbaar blijft. De bezuiniging op bedrijfsgeneeskundige & arbozorg is gekoppeld aan de arbo-zorg en niet aan de verzuimbegeleiding. De afgelopen jaren is de arbo-zorg op dusdanig niveau gebracht met vooral ook investeringen in preventieve maatregelen, dat nu het accent meer op onderhoud kan worden gelegd. En het arbo-budget daardoor kan worden teruggebracht zonder dat hoeft te worden ingeboet op de kwaliteit. Schriftelijk GL 137/ 138 "Het ziekteverzuim is de eerste helft 2015 behoorlijk toegenomen van 2,5% naar 5 á 6%." "Een eerste analyse op hoofdlijnen laat zien dat er de eerste 6 maanden van 2015 relatief veel langdurend verzuim (30 dagen of meer) is geweest. Het merendeel van deze mensen is inmiddels weer aan het reintegreren of is al weer volledig gereintegreerd." Is er al uit de analyse een oorzaak bekend? Antwoord 60 Er is geen eenduidige oorzaak aan te wijzen. Het merendeel van de langdurig zieken is niet werkgerelateerd en bestaat uit verschillende ziektebeelden. En waar het werkgerelateerd verzuim betrof, zijn er uiteraard maatregelen getroffen. Mondeling PvdA 137 Bij de Cie. Ruimte was er enige consternatie omdat het college de voorbereiding van een woonvisie overlaat aan een externe, bij gebrek aan kwalitatieve capaciteit. Kan het college een opgave geven waar zij nog meer kwalitatieve lacunes ziet in de formatie, en hoe zij dan pro actief denkt om te gaan met deze lacunes (ervan uitgaande dat ' de klussenmarkt' hierin niet voorziet) bijvoorbeeld via strategische personeelsplanning? Antwoord Er is gekozen voor een in omvang bescheiden ambtelijke organisatie. Gelet op de breedte van het gemeentelijke takenpakket, dat op verschillende terreinen ook nog eens in beweging is, is het daarmee ondoenlijk en ook onwenselijk om alle benodigde specialistische kennis en / of vaardigheden in eigen huis voorhanden te hebben. Wij hechten waarde aan breed inzetbare vakmensen. Dat is juist ook de reden dat wij in onze strategische personeelsplanning kiezen voor een flexibele schil om zodoende snel in bepaalde specialistische kennis te kunnen voorzien. Schriftelijk VVD 139 gesteld wordt dat een deel van de meevallende korting op het gemeentefonds wordt gebruikt als dekking voor de bezuinigingsdoelstelling binnen de bedrijfsvoering; is dit volgens bestaande afspraken en wat is de bestaande afspraak als de kortingen de volgende keer tegenvallen Antwoord In de kadernota 2015-2018 (juni 2014) kwam naar voren dat de tekorten opliepen van 877.000 (2015) naar € 2.179.000 in 2018. Het aandeel van het gemeentefonds bedroeg daarin € 1.600.000 ofwel 73%. In het collegeakkoord 2014-2018 is opgenomen dat het college bezuinigingsvoorstellen zal doen bij een niet sluitende begroting. In de hiervoor genoemde kadernota is een strategie opgenomen die moest leiden tot een reëel sluitende meerjarenbegroting. Een van de punten uit die strategie ging over bezuinigingen op de bedrijfsvoering (1/3 deel van de bezuinigingen wordt gedekt door bezuinigingen op de bedrijfsvoering). Ook is bij de uitgangspunten van de strategie aangeven dat het financieel perspectief voor 2017 en 2018 nog zeer onzeker is mede door een sterke afhankelijkheid van de economische ontwikkelingen. Gezien de positief economische verwachtingen lijkt de kans op een financiële meevaller groter. Wellicht dat het tekort dan neerwaarts kan worden bijgesteld. Bij iedere bezuinigingsronde wordt bekeken wat de meeste geëigende strategie is om de tekorten te dekken. Globaal zijn dan de volgende bezuinigingsrichtingen mogelijk: 1) bedrijfsvoering, 2) investeringsprogramma, 3) voorzieningenniveau en 4) inkomstenverhoging. Schriftelijk HBB 139 Kunnen er gevolgen zijn door de korting op het opleidingsbudget? Leidt dit tot mogelijk meer inhuur van externen, omdat de kennis niet in huis is? Antwoord 61 Nee, deze korting heeft daar geen invloed op. Het opleidingstraject is op dit moment onder deze omstandigheden (zeer beperkte instroom) toereikend om in alle gewenste opleidingsinspanningen te voorzien. Speerpunt daarbij is duurzame inzetbaarheid van medewerkers. Voor specialistische kennis en vaardigheden die niet in eigen huis aanwezig zijn, achten wij het in het in een aantal gevallen onrendabel en onwenselijk om daar eigen medewerkers in op te leiden, omdat een te beperkt beroep op deze kennis en vaardigheden gedaan zal worden. 6 Verbonden partijen Schriftelijk VVD 146 hoe ziet het college de ontwikkeling van de verhoudingen tussen eigen en vreemd vermogen bij de stichting rijk; waarom is er eigenlijk sprake/gebruik van vreemd vermogen Antwoord Aan de post vreemd vermogen bij stichting Rijk liggen geen leningen ten grondslag. De post vreemd vermogen bestaat uit verplichtingen en/of schulden op lange en korte termijn. Ook crediteuren horen hiertoe. Er zal altijd sprake zijn van vreemd vermogen omdat de jaarrekening een momentopname is. Zo kan het moment van betalen van een over het verslagjaar ingeboekte factuur na opstelling van de jaarrekening plaatsvinden in het volgend verslagjaar. Bijvoorbeeld een factuur van 10 december 2014 wordt opgevoerd als kosten in 2014, maar betaald aan de leverancier in 2015 omdat de betalingstermijn 1 maand is. Het te betalen bedrag is dan een schuld (= vreemd vermogen) op de balans per 31 december 2014. De stijging van het vreemd vermogen bij stichting Rijk ontstaat voor € 35.500 door toename van het crediteurensaldo. Daarnaast stijgt het vreemd vermogen voornamelijk door nog te betalen loonbelasting over december 2014 (€ 15.900) en nog af te dragen BTW (€ 11.800). Voorts is er sprake van de vorming van een nieuwe voorziening van € 34.800. Dit betreft de voorziening verlofrechten. Deze voorziening is wettelijke verplicht bij een stichting wanneer er een verlofsaldo resteert aan het einde van het boekjaar. De gedachte hierachter is dat de werkgever een schuld aan de werknemer heeft, namelijk het resterende verlof gewaardeerd tegen het salaris. Door de decentralisatiewerkzaamheden waarbij stichting Rijk betrokken was, is er sprake van een verlofsaldo over 2014. Stichting Rijk streeft ernaar dat het verlof wordt genoten in het jaar waarop het betrekking heeft. Er zijn geen verdere voorzieningen bij stichting Rijk gevormd. Bij het vreemd vermogen van stichting Rijk gaat het dus voornamelijk om kortlopend vreemd vermogen (korter dan 1 jaar), dat ontstaat als gevolg van het feit dat de jaarrekening 2014 een momentopname is (namelijk per 31 december 2014) en niet ten gevolge van het aantrekken van bijvoorbeeld geldleningen. 7 Grondbeleid Geen vragen Bijlagenboek Schriftelijk D66 Overzicht van salarissen en sociale lasten B Kan de uitgave aan de 1,0 formatieplaats 'voormalig bestuur en personeel' worden toegelicht? 62 Antwoord Het bedrag van € 252.000 dat in het overzicht salarissen en sociale lasten bij de regel 'voormalig bestuur en personeel' staat vermeld heeft niet betrekking op 1 persoon. Het bedrag is een totaaltelling en heeft betrekking op pensioenen en wachtgelden voormalig bestuurders, wachtgelden ambtenaren en dekking van reguliere salarislasten. Schriftelijk GL 28 “Urenbesteding UD en TD bureau Bouwkunde” (s) Er wordt € 73.483 onttrokken daarvoor uit de voorziening onderhoud woningen en gebouwen. Worden deze werkzaamheden uitbesteed en wat wordt ervoor gedaan? Antwoord Dit betreft de uren van de eigen dienst (afdeling bouwkunde). Tijdsbesteding van de eigen dienst aan posten uit het onderhoudsfonds worden daarop doorbelast. Schriftelijk HBB 46 De lasten ‘verkiezingen’ in het bijlagenboek wijken af van begrotingboek. Hoe moet dat gelezen worden? Antwoord In het begrotingsboek blz. 24 product 1030 staan zowel de vaste c.q. structurele kosten (ambtelijke inzet) als de variabele c.q. incidentele kosten (vervaardigen en bezorgen oproepkaarten, presentiegelden stembureauleden ed.) van de verkiezingen verantwoord. In het bijlagenboek blz. 46 is een (wettelijk) overzicht opgenomen van alleen de incidentele kosten van verkiezingen. Toegevoegd wordt dat in het meerjarenperspectief de ambtelijke inzet (vaste/structurele kosten) constant is gehouden. Die worden gezien als vaste kosten. Immers als er geen verkiezingen zijn dan worden die uren aan andere producten besteed. Omgekeerd geldt hetzelfde als er twee verkiezingen zijn dan wordt ambtelijke capaciteit onttrokken aan een andere product. De formatie wijzigt niet door mutaties in het aantal verkiezingen. 1e begrotingswijziging 2016 Schriftelijk VVD 1 (saldering) waarom worden de p.m. posten bij 6 en 8b niet meegenomen en doorgeteld Antwoord De p.m. posten zijn niet meegenomen omdat in beide gevallen nog een beleidsnotitie wordt voorgelegd aan de raad. Afhankelijk van de uitkomst van de discussie naar aanleiding van deze notities kan een bedrag worden ingevuld. Schriftelijk VVD 3 (punt 1) gewezen wordt op het lager uitvallen van de afrekening van het accres 2016 bij de meicirculaire 2017; wordt hier nu wel/niet financieel op gerekend en ook mee gerekend (bedragen?) Antwoord In de meerjarenbegroting is rekening gehouden met de accressen zoals opgenomen in de septembercirculaire 2015. Dit betekent dat financieel geen rekening is gehouden met een (mogelijk lagere) afrekening van het accres 2016 (bij de 63 meicirculaire 2017). Schriftelijk VVD 6 (punt 5) betere en vooral meer inzichtelijke opstelling van de € 220.000 voor huisvesting van statushouders en vluchtelingenproblematiek Antwoord De € 220.000 bestaat uit het extra budget bijzondere bijstand van € 120.000 (begroting 2015 € 170.000, begroting 2016 € 290.000) voor de huisvesting van statushouders en het extra budget voor formatie-uitbreiding IASZ, met name bijstandsconsulenten. Schriftelijk VVD 6 (punt 6) de formulering van de inhoudelijke uitgangspunten voor het toekomstige subsidiebeleid dient volgens de VVD te leiden tot de geformuleerde bezuiniging; kennelijk volgt het college een andere redenering. Wat zijn dan de kaders van het college bij de herijking? Antwoord Het college volgt geen andere redenering. De inhoudelijke uitgangspunten worden betrokken bij de herijking van het subsidiebeleid. Dit wordt naar verwachting in november aan uw raad (als B-stuk) voorgelegd. Schriftelijk VVD 6 (punt 7) een goede financiële positie is kennelijk ook al een reden een voorgesteld bezuiniging te schrappen; waarom wordt de financiële status-quo niet gehandhaafd tot duidelijk is wat welke afspraken er met de schoolbesturen worden gemaakt Antwoord De oorspronkelijk doelstelling achter de bezuiniging was het realiseren van een sluitende meerjarenbegroting door het extra afschrijven van investeringen. Deze financieel technische exercitie is gezien het positieve saldo van de (meerjaren)begroting niet meer noodzakelijk. Schriftelijk VVD 6 (punt 7) de reserve huisvesting van €2.2 mio. is gemeenschapsgeld, als dit niet wordt aangewend is het toch logisch dat dit direct toevloeit naar de algemene reserve Antwoord Ja, indien er geen bestemming meer ten grondslag ligt aan een reserve dan dient deze te worden opgeheven en te worden gestort in de algemene reserve. Echter voor het opheffen van een bestemmingsreserve is wel een expliciet raadsbesluit noodzakelijk. Schriftelijk VVD 6 (punt 7) hoe wordt voorkomen dat de hoogte van de reserve leidt tot een te ambitieus plan en afspraken voor renovatie, nieuwbouw, uitbreiding en overdracht van gebouwen (scholen) Antwoord 64 De objectieve noodzaak - gebaseerd op het gestelde in de Verordening huisvesting onderwijs - tot nieuwbouw, uitbreiding etc. is bepalend/leidend , niet de omvang van de reserve. Mondeling CDA M.b.t. de verhoging voorziening pensioenen en wachtgelden; Gesteld wordt dat sprake is van een “boekhoudkundige wijziging”. Jaarlijkse stortingen, die de komende jaren plaats zouden vinden, worden naar voren gehaald en nu middels een onttrekking uit de Algemene Reserve in één keer gereserveerd? Per saldo maakt dat achteraf niets uit, maar daarvoor moet nu toch wel een beroep gedaan op de Algemene Reserve, met gevolgen voor bijvoorbeeld het weerstandsvermogen. Dan is toch geen sprake van slechts een boekhoudkundige wijziging? Antwoord Met “boekhoudkundige wijziging” wordt in dit kader bedoeld dat er geen sprake is van wijziging van het risico voor de gemeente en dit ook geen gevolgen heeft voor de financiële positie (“we zijn niet armer of rijker geworden”). 65 PS Schriftelijk PvdA ? GL - De programmabegroting 2016 is gedrukt op glossy papier. Is dat nodig en wat zijn de meerkosten t.o.v. van gewoon papier? Waarom de begroting dit jaar op glossy papier? Is mogelijk duurder en werkt minder praktisch omdat na markeren van tekst de bladzijdes aan elkaar plakken! Antwoord Het communicatiebureau dat de begroting heeft vormgegeven heeft als service een beperkt aantal exemplaren met een glossy voorkant geleverd. Deze zijn verspreid onder de raadsleden. Alle overige exemplaren (voor medewerkers, externen e.d.) zijn door de gemeente zelf geprint. Indien gewenst zal de begroting voortaan alleen nog op de gebruikelijke wijze door de gemeente zelf geprint worden. * Verzoek van GL bij twee vragen: gaarne apart een keer uitleg mondeling door een ambtenaar 66