Uitwerking opdracht

Uitwerking opdracht
Anesthesie bij cardiale aandoeningen
Leereenheid 7
Decompensatio Cordis ...................................................................................................................................... 3
A. Preoperatieve onderzoeken ............................................................................................................................ 3
B. Specifieke zorg ............................................................................................................................................... 3
C. Problemen peroperatief .................................................................................................................................. 3
D. Postoperatief................................................................................................................................................... 4
E. Postoperatieve problemen ............................................................................................................................... 4
Cardiomyopathie ................................................................................................................................................ 4
A. Preoperatieve onderzoeken ............................................................................................................................. 4
B. Specifieke zorg ............................................................................................................................................ 5
C. Problemen peroperatief ............................................................................................................................... 5
D. Postoperatief................................................................................................................................................ 5
E. Postoperatieve problemen .............................................................................................................................. 5
Ontstekingen van het hart................................................................................................................................ 5
A. Preoperatieve onderzoeken ......................................................................................................................... 5
B. Specifieke zorg ............................................................................................................................................ 6
C. Problemen peroperatief ............................................................................................................................... 6
D. Postoperatief................................................................................................................................................ 6
E. Postoperatieve problemen ............................................................................................................................... 6
Decompensatio Cordis
A. Preoperatieve onderzoeken
 De oorzaak van de decompensatio cordis zoeken.
ECG 12 leads, echo hart, Li- ventrikelfunctie
Oorzaak?
Infarct, klepaandoeningen, VSD, ASD, Coronair(insufficentie) Myocarditis, Pericarditis?

Lichamelijk onderzoek; oedeem benen, reutelen, vocht achter de longen, gestuwde
halsvenen, inspanningstolerantie, auscultatie longen, klachten

X-thorax contouren hart/ vergroot?
B. Specifieke zorg
 Behandeling van de oorzaak indien dit mogelijk is.
 Behandeling uitlokkende factoren, zoals koorts, ritmestoornissen, anemie (vb. O2 geven)
 Behandeling decompensatio cordis zelf:
 Verbetering pompwerking; positief werkende inotropica (dopamine, dobutamine,
adrenaline, noradrenalinde
 Vermindering van de werkbelasting: rustgeven (=geen lichamelijke inspanning),
NB. Anesthesie is rustgevend (in, uitleiding stressmomenten)
 Vaatverwijders zodat het hart tegen een lagere druk in kan pompen; afterload
reductie vb. nitroprusside
Preload verlaging zodat de ventrikels minder volume per slag hoeft uit te popen
vb. Nitroglycerine
C. Problemen peroperatief
 Overvulling: verlaging preload, verlaging afterload, verhoging contractiliteit.
Voor medicatietoediening en trendbewaking CVD is geïndiceerd.
 Ritmestoornissen
Klinische verschijnselen backward faillure links:
- Kortademigheid bij inspanning
- Kortademigheid in rust
- Dyspnoe bij platliggen
- Prikkelhoest
- Nycturie
Klinische verschijnselen backward faillure rechts:
- oedeem aan de benen
- oedeem sacraal bij liggende patiënten
- opgezet gevoel in de bovenbuik (leverstuwing)
- dikke buik (ascitis)
- dyspnoe door pleuravocht
- opgezette halsvenen
Klinische verschijnselen forward faillure links:
-
koude extremiteiten
verwardheid
extreme moeheid
geringe urineproductie
uiteindelijk falen van meerdere organen door onvoldoende perfussie
Klinische verschijnselen forward faillure rechts(zeer zeldzaam):
- moeheid
- lage tensie
D. Postoperatief


CVD geven wanneer die nog niet gegeven is.
Beademing: PEEP
Li-decompensatio cordis, stuwing longcirculatie, bemoeilijkt de gasuitwisseling,
saturatiedaling, hoog CO2, door slechte doorbloeding, Peep druk op de aveoli om te
zorgen dat het open blijft.
Zuurstof geven.
Infusie en vochtbeleid aanpassen en vochtbalans. Wanneer er teveel/ te snel gevuld
wordt verhoogde kans op decompensatie cordis.
E. Postoperatieve problemen
Bij behandeling van hartfalen is het belangrijk eerst de oorzaak van deze insufficiëntie te
achterhalen. Afhankelijk van de oorzaak en het klachtenpatroon kan voor een specifieke
behandeling worden gekozen..
De medicamenteuze therapie blijft bij hartfalen gericht op verlaging van preload en
aferload, verbetering van de contractiliteit van het hart.
Verlaging van de preload:
1. diuretica, zoutbeperking
2. veneuze vaatverwijders
Verlaging van de afterload:
1. Arteriële vaatvewijders.
Verhoging van de contractiliteit
1. digoxine
2. dopaminerge stoffen
Vraag moet je wel niet/ beademen met PEEP is afhankelijk van de mate longoedeem. Bij PEEP zal de
intrathorecale druk worden verhoogd waardoor het hart minder goed vult en harder moet werken. Je kan
voorstellen dat PEEP bij een hypertrofisch hart decompensatie kan uitlokken.
Cardiomyopathie
A. Preoperatieve onderzoeken
Uitsluiten van coronair lijden, hypertensie, pericarditis of myocarditis.
Oorzaak zoeken:
- alcohol
-
Vit B1 gebruik
Medicamenten vb. cytostatica
Systeemziekten vb Lupus erythematosis.
Kijken compensatie verschijndelen zoals bcv. Benauwdheid en oedemen.
Echocardiografie, info li. ventrikel
X-thorax; vergroot hart en stuwing longen
ECG; evt. ook inspannings ECG
B. Specifieke zorg




Bestrijden decompensatio cordis
B –blokkers, veel patiënten overlijden aan VT, VF
Peroperatief vermijden van tachycardie, hypovolemie, afterloadreductie en positieve
inotrope middelen.
Eventueel CVD inbrengen, afhankelijk operatie
C. Problemen peroperatief




Decompensatio cordis
Ritmestoornissen
Saturatiedaling
Capnostijging
D.





Postoperatief
O2 toediening
Vochtbalans
Goede monitoring; ECG
Cave temperatuur, rillen, O2 gebruik
Vochttoediening
E. Postoperatieve problemen


Decompensatio Cordis
Ritmestoornissen
Ontstekingen van het hart
Myocarditis
Endocarditis
pericarditis
A. Preoperatieve onderzoeken
 Temperatuur
 Antibiotica gebruik






ECG ritmestoornissen
X-thorax
Echocradiografie
Auscultaties
Lichamelijk onderzoek
Hb,Ht
B. Specifieke zorg



Antibiotica
Vermijden aferloadreductie en hypovolemie
Koorts betekend een hoger metabolisme (aanpassing medicatie)
C. Problemen peroperatief




Embolieen
Tamponade
Decompensatie
Ritmestoornissen
D. Postoperatief
Monitoring waterhuishouding
Monitoring parameters(RR,Pols,temp)
Zuurstoftoediening
Antibioticabeleid
E. Postoperatieve problemen
Tamponade
Ritmestoornissen
Embolieen
Decompensatio cordis