Ritmestoornissen: TACHYARITMIEEN SNEL Smal QRS onregelmatig regelmatig atriumfibrilleren Sinustachycardie Atriale tachycardie Atrium flutter AVNRT AVRT Breed QRS Atriumfibrilleren met bundeltakblok of abberante geleiding of met preëxcitatie Ventrikeltachycardie SVT met BTB/ aberrantie/ preëxcitatie Torsade de pointes Ritmestoornissen: BRADYARITMIEEN (TRAAG) Sinusknoop dysfunctie (sick sinus syndrome) Geleidings stoornissen (hart blok) Ritmestoornissen behandeling richten op corrigeren onderliggende oorzaak en therapie voor de ritmestoornis zelf wel of niet “iets aan doen” is afhankelijk van: • fysiologische consequenties van de ritmestoornis (wordt bepaald door snelheid HF, duur van de stoornis en de cardiale conditie van de patiënt) = hoe wordt de ritmestoornis verdragen * cardiale voorgeschiedenis Boezemfibrilleren Boezemfibrilleren Differentiatie VT versus SVT In acute fase vaak moeilijk en onbetrouwbaar op monitor 12 kanaals ECG Oud ECG ter vergelijk AV dissociatie zichtbaar: VT Fusion beats zichtbaar: VT Geen R-top over alle pre-cordiale afleidingen(V1-V6): VT Ritmestoornissen Supraventriculaire ritmestoornissen (Atriumfibrillatie en Atriumflutter) komen vaak postoperatief voor na cardiale en thoraxchirurgie (25-40% post CABG, 62% CABG+klep ok) Geassocieerd met langer IC verblijf, heropname op de IC, re-intubaties, hartfalen, post-op CVA, toename kosten. Studie 2004 bii CABG patienten heeft aangetoond dat AF post CABG een groep patienten identificeert die een verminderde survival probability hebben. Prophylactische therapie ? (amiodarone, sotalol, bi-atriale pacing) SVT’s treden ook op na andere chirurgische procedures en bij nietchirurgische IC patienten. Recente studie heeft aangetoond dat nieuw ontstane supraventriculaire ritmestoornissen vaak voorkomen op een algemene IC en dat ze een marker zijn voor hoge in-hospital en 1 jaars mortaliteit. Ritmestoornissen Wat doe je? Is de patient haemodynamisch instabiel tgv de ritmestoornis? electrische cardioversie of medicatie Gaat het om een supraventriculaire of een ventriculaire ritmestoornis?QRS breedte 12 afleidingen ECG! Verdere diagnostische opties: carotis massage, adenosine Correctie electrolyten Aan de hand van diagnose verder beleid. Atriumflutter: chemische cardioversie (Sotalol), electrische cardioversie, overpacing met atriale leads, regulering ventrikel respons (digoxine) Atriumbrillatie: 1. Rythym control > chemische cardioversie (amiodarone,sotalol, beta-blokker) of electrische cardioversie 2. Rate control (amiodarone, digoxine, betablokker, verapamil) VT : electrische cardioversie, amiodarone, lidocaine (ablatie/ICD) VF: defibrillatie Boezemfibrilleren Ritme vs rate control Antistolling Behandeling acuut boezemfibrilleren Chemische cardioversie Voorspellers van postoperatief boezemfibrilleren hartfrequentie contractiliteit Cardiac output preload afterload Cardiac output = hartfreq x slagvolume TERMINOLOGIE INOTROPIE: contractiekracht hartspier; inotropica bv dobutamine verbeteren contractiekracht en slagvolume VASOPRESSOREN: toename systemische vaatweerstand en bloeddruk CHRONOTROPIE: toename hartfrequentie LUSOTROPIE: verbetering hartfunktie door toename diastolische relaxatie waardoor meer ventriculaire vulling en coronaire perfusie Catecholaminen Receptor 1 2 dopamine Dopamine Dobutamine 0 Isoprenaline 0 0 Adrenaline 0 Noradrenaline 0 0 Hemodynamica HF HMV BD wiggedruk Dopamine Dobutamine Isoprenaline Adrenaline Noradrenaline Thijs et al. Acute Geneeskunde, 6e druk. nier