GR1/GR2/Peu= groep 1 of 2, peuters. CL=cluster PP=praatplaat. L/Z/H/W= lente zomer herfst winter + nummer. Planning Logo 3000 Week 1 Cluster 1: Thema: Brr wat is het koud/ Kerst Rekendoelen groep 1 Getalbegrip: tellen tot (1)4 visuele discriminatie getalbeeld 5 (5 omcirkelen tussen andere getallen) aanwijzend tellen t/m 5 resultatief tellen t/m 5 Meten/Meetkunde: kent de kleuren passief: geel, blauw, rood, groen, oranje, roze, paars, grijs, bruin, zwart kent de vormen passief: cirkel (rond), vierkant, driehoek, rechthoek, ovaal en ster kent de begrippen lang en kort, groot en klein, op en onder, veel en weinig sorteren op kleur sorteren op maat meten: hoog-hoger-hoogst/ laag-hoog Extra Rekendoelen groep 2 Getalbegrip: kan terugtellen van 15 naar 0 kan hoeveelheden van 5 overzien zonder te tellen kent de rangtelwoorden eerste, tweede, derde cijfers herkennen en benoemen in een cijferpuzzel Meten/Meetkunde: kent de kleuren actief: geel, blauw, rood, groen, oranje, roze, paars, grijs, zwart, bruin, goud. Ook licht- en donker geel, -blauw, -groen, etc. (welke kleuren ken je?) kent de vormen actief: cirkel (rond), vierkant, driehoek, rechthoek, ovaal en ster (welke vormen ken je?) kent de begrippen lang en kort, groot en klein, op en onder, veel en weinig meten: hoog-hoger-hoogst (torens bouwen enz) logische volgorde Activiteiten/Verwerkingen Het seizoen de herfst de winter de lente de zomer koud lauw warm heet Logo 3000 passend bij het woordcluster Spelletjes/werkblad/verwerking rondom cijfer van de week Verzameltafel/koffer etc. kleur zilver van de week. Andere kleuren herhalen Spelletjes rondom vorm van de week (bijv. Ik zie ik zie…) ster Maak groepjes van…… Kijk ook eens op http://www.kleuterportaal.nl/ ZiS: Bijvoeglijk naamwoord (groep 1, 2 en 3, bladzijde 98 t/m 101) ( 3 keer in de week op de middag, di+woe+dond + herhaling kleuren en lichaamsdelen.) Voorbeeld zinnen met de woorden van week 1 (dit kan ook met de woorden van week 2 en 3 et cetera) De muts is geel Het vest is geel De muts is rood Het vest is rood De trui is klein De trui is groot De want is klein De want is groot De neus is koud De wang is rood Let op: verbogen bijvoeglijk naamwoord komt pas in groep 3 (bijvoorbeeld: de gele muts). Logo 3000 CL GR2 H 6 CL PW3: koud-warm-lauw -heet Liedje op CD1/Speel-leerblad 1+2 1 GR1/GR2/Peu= groep 1 of 2, peuters. CL=cluster PP=praatplaat. L/Z/H/W= lente zomer herfst winter + nummer. Di ochtend 6 dec Onderwerp van de les: Introductie thema Brr wat koud (gezamenlijke opening in de hal boven) Leerkrachten spelen een toneelstukje (zie bijlage in e-mail) en zingen het liedje: ‘Het is winter, bibber, bibber.’ Verwerking/activiteiten Liedje: Het is winter, bibber, bibber En ik bibber, bibber, bibber Want buiten is het koud. Doe je jas aan bibber, bibber Zet je muts op bibber, bibber Doe je sjaal om bibber, bibber En je wanten aan. Cluster 1: het seizoen, stap 1 Voorbewerken: in de klas, hele groep. Di middag Woe ochtend Cluster 2: Wo middag Do ochtend Do middag Vrij ochtend Cluster 1: het seizoen: stap 1, 2, 3 Let op: het-woorden in de het-doos. De en het woorden blijven oefenen met gebaren. ZiS les (zie bovenstaande) Cluster 1: het seizoen: Stap 2, 3, 4 de kleren (en herhalen het lichaam de nek, het hoofd enz.) Cluster 2 de kleren: de muts de das de want de trui het vest de jas de knoop de rits de sluiting de mouw aantrekken uittrekken Cluster 2: De kleren: Stap 1 ZiS: Bijvoeglijk naamwoord (groep 1, 2 en 3, bladzijde 98 t/m 101 Cluster 2: De kleren: Stap 1, 2, 3 Cluster 2: De kleren: Stap 2, 3, 4 ZiS: Bijvoeglijk naamwoord (groep 1, 2 en 3, bladzijde 98 t/m 101 Herhalen cluster 1 en cluster 2 2 LOGO 3000 passend bij het cluster: pp p w 3 de muts, de das, de want, de trui, het vest, pp p l 3 de jas, de knoop, de rits, de sluiting, de mouw, aantrekken, uittrekken Jas kleuren/knutselen met knopen of een rits de das/de muts/de wanten knutselen. Knippen, kleuren, verven. GR1/GR2/Peu= groep 1 of 2, peuters. CL=cluster PP=praatplaat. L/Z/H/W= lente zomer herfst winter + nummer. Week 2 Cluster 3: Ma ochtend 12 dec Rekendoelen groep 1 Getalbegrip: tellen tot (1)5 visuele discriminatie getalbeeld 6 (6 omcirkelen tussen andere getallen) aanwijzend tellen t/m 6 resultatief tellen t/m 6 Meten/Meetkunde: kent de kleuren passief: geel, blauw, rood, groen, oranje, roze, paars en grijs kent de vormen passief: cirkel (rond), vierkant, driehoek, rechthoek en ovaal kent de begrippen lang en kort, groot en klein, op en onder sorteren op kleur sorteren op maat Extra Rekendoelen groep 2 Getalbegrip: kan terugtellen van 16 naar 0 kan hoeveelheden van 6/ 10 overzien zonder te tellen Meten/Meetkunde: kent de kleuren actief: geel, blauw, rood, groen, oranje, roze, paars, grijs, bruin, zwart, goud. Ook licht- en donker geel, blauw, -groen, etc. (welke kleuren ken je?) kent de vormen actief: cirkel (rond), vierkant, driehoek, rechthoek, ovaal en ster (welke vormen ken je?) kent de begrippen lang en kort, groot en klein, op en onder, in en uit, veel en weinig, meer en minder vergelijken en ordenen tijd: kent de begrippen: morgen, middag(, avond) Ruimtelijke oriëntatie: Spel/ opdracht: ‘Loop vlug/ snel naar…..’ De kleren Activiteiten/Verwerkingen De kleren: de rok de jurk het t-shirt de blouse het hemd de onderbroek de pyjama de maillot PP p l 4 de schoenen, de laarzen, de sokken, de broek, de broekspijp,de spijkerbroek,de riem Cluster 3: De kleren: Stap 1 Voorbewerken/netwerk openen Kom met verschillende kledingstukken aan in de klas/ hang wat kledingstukken op hangers in de klas en doe alsof je aan het kiezen bent wat je gaat aantrekken vandaag. Trek het weer uit en trek iets Liedje: De blauwe broek http://www.kleuterportaal.nl/npoviewer.html?id=5628&title=Blauwe%20broek Spelletjes/werkblad/verwerking rondom cijfer 6 van de week Verzameltafel/koffer etc. kleur goud van de week. Andere kleur herhalen Spelletjes rondom vorm van de week (bijv. Ik zie ik zie…) ster Maak groepjes van ….. Kijk ook eens op http://www.kleuterportaal.nl/ Zien is Snappen het maken van zinnen ( 3 keer in de week op de middag, di+woe+dond) Voorbeeld zinnen met de woorden van week 2 Ik heb kleren aan Ik heb een broek aan Ik heb schoenen aan Ik heb een pyjama aan Ik heb laarzen aan Ik heb een maillot aan Ik heb sokken aan Ik heb een rok aan Het spelletje, rara wie ben ik? Ik heb bruine schoenen aan. Ik heb een roze jurk aan. Ik heb een blauwe broek aan. LOGO 3000 passend bij het cluster: PP p l 5 De kleren: de rok, de jurk, het T-shirt, de blouse, het hemd, de onderbroek , de pyjama, de maillot 3 GR1/GR2/Peu= groep 1 of 2, peuters. CL=cluster PP=praatplaat. L/Z/H/W= lente zomer herfst winter + nummer. anders aan (alles benoemen). Of doe dit mbt Ko. Di ochtend Cluster 3: De kleren: Stap 1, 2, 3 Di middag Cluster 3: De kleren: Stap 2, 3, 4 ZiS: zinnen maken Cluster 4: LOGO 3000 passend bij het cluster: CL gr1 w 2 vriezen, smelten, ijs, glijden vriezen smelten het ijs glijden de sneeuw het sneeuwt de sneeuwpop de slee het ijs de schaats schaatsen WS: aansteken, (be)vriezen-bevroren, het ijs, koud, smelten, het vuur, warm. CL p w 8 sneeuw, het sneeuwt, sneeuwpop, slee, ijs, schaats, schaatsen Woe ochtend Cluster 4: : Stap 1 Voorbewerken: Bakje met water en een bakje met ingevroren water (ijs) laten zien en voelen. Woe middag Cluster 4: Stap 1, 2, 3 ZiS: zinnen maken Do ochtend Cluster 4: Stap 2, 3, 4 Coöperatieve spelletjes Memorie Do middag Herhalen cluster 3 en 4 en het lichaam Vrij ochtend ZiS: zinnen maken (zie bovenstaande informatie over ZiS) 4 GR1/GR2/Peu= groep 1 of 2, peuters. CL=cluster PP=praatplaat. L/Z/H/W= lente zomer herfst winter + nummer. Week 3 Cluster 5: Rekendoelen groep 1 Getalbegrip: tellen tot (1)6 visuele discriminatie getalbeeld 1t/m 6 (6 omcirkelen tussen andere getallen) aanwijzend tellen t/m 6 resultatief tellen t/m 6 Meten/Meetkunde: kent de kleuren passief: geel, blauw, rood, groen, oranje, roze, paars, grijs, bruin, zwart kent de vormen passief: cirkel (rond), vierkant, driehoek, rechthoek, ovaal en ster kent de begrippen lang en kort, groot en klein, op en onder, veel en weinig sorteren op kleur sorteren op maat meten: hoog-hoger-hoogst/ laag-hoog Extra Rekendoelen groep 2 Getalbegrip: kan terugtellen van 20 naar 0 kan hoeveelheden van 6 overzien zonder te tellen kent de rangtelwoorden eerste, tweede, derde Meten/Meetkunde: kent de kleuren actief: geel, blauw, rood, groen, oranje, roze, paars, grijs, zwart, bruin, goud, zilver Ook licht- en donker geel, -blauw, -groen, etc. (welke kleuren ken je?) kent de vormen actief: cirkel (rond), vierkant, driehoek, rechthoek, ovaal en ster (welke vormen ken je?) kent de begrippen lang en kort, groot en klein, op en onder, veel en weinig meten: hoog-hoger-hoogst (kerstboom nz) Tijd: dag en nacht / licht en donker Activiteiten/Verwerkingen Kerst/ Kerstmis Kerst/ Kerstmis de kerstboom de kerstbal kerstklok de kerstman goud zilver Logo 3000 passend bij het woordcluster PP p w 2 kerst-kerstmis: kerstboom, kerstbal, kerstklok, kerstman, goud, zilver Spelletjes/werkblad/verwerking rondom cijfer van de week Verzameltafel/koffer etc. kleur van de week. Andere kleuren herhalen Spelletjes rondom vorm van de week (bijv. Ik zie ik zie…) Maak groepjes van…… Tellen met kerstballen/ kerststerren Tellen met ‘kaarsjes’ Kijk ook eens op http://www.kleuterportaal.nl/ ZiS: Samengestelde woorden (zie bladzijde 88 tot en met 91) ( 3 keer in de week op de middag, di+woe+dond) Voorbeeld De onderstaande foto leg je bovenaan neer (deze wordt verzorgd door Machteld & Miriam) Daaronder komen de volgende voorwerpen te liggen: kerstboom, kerstbal, kerstklok, kerstman en kerstkaart (toegevoegd, staat niet in het woordcluster!) CL gr1 h 9 kijken, bekijken, aankijken, bewonderen Speel-leerblad 5 5 GR1/GR2/Peu= groep 1 of 2, peuters. CL=cluster PP=praatplaat. L/Z/H/W= lente zomer herfst winter + nummer. Onderwerp van de les: Cluster 5: kerst/ kerstmis: stap 1 Voorbewerken: in de klas, hele groep. Verwerking/activiteiten Kerstboom maken van stroken papier (langlanger-langst) (zie onderstaande motoriek activiteiten) En versieren Di ochtend Cluster 5: kerst/ kerstmis: stap 1, 2, 3 Let op: het-woorden in de het-doos. De en het woorden blijven oefenen met gebaren. Liedje: Twinkel twinkel kleine ster Liedje: Kling klokje (liedjes uit je eigen repertoire) Di middag Cluster 5: kerst/ kerstmis: Stap 2, 3, 4 ZiS les (zie bovenstaande) samengestelde woorden De kaars aansteken branden uitblazen licht donker het lichtje Kerstliedjes over kaarsjes branden (YouTube) Ma ochtend Cluster 6: LOGO 3000 passend bij het cluster: CL p w 2 kaars: aansteken, branden, uitblazen CL p w 5 licht – donker – lichtje CD1/ speel-leerblad 1 Woe ochtend Cluster 6: de kaars: Stap 1 Woe middag Cluster 6: de kaars: Stap 1, 2, 3 ZiS-les Do ochtend Do middag Cluster 6: de kaars: Stap 2, 3, 4 ZiS: Bijvoeglijk naamwoord (groep 1, 2 en 3, bladzijde 98 t/m 101 Herhalen cluster 5 en cluster 6 Vrij ochtend (Kerstontbijt en Mozaïektijd) 6 GR1/GR2/Peu= groep 1 of 2, peuters. CL=cluster PP=praatplaat. L/Z/H/W= lente zomer herfst winter + nummer. Woordclusters Week 1 Dinsdag 6-12-2016 - vrijdag 9-12-2016 Cluster 1 seizoen: herfst, winter, lente, zomer (cl gr2 h 6) koud – lauw – warm - heet (cl p w 3) Cluster 2 kleren: muts, das, want, trui, vest (pp p w 3) + lichaam herhalen (nek, hoofd etc.) de jas: knoop, rits, sluiting, mouw, aan hebben (pp p l 3) Week 2 maandag 12-12-2016 - vrijdag 16-12-2016 Cluster 3 De kleren: schoenen – laarzen – sokken – broek – broekspijp – spijkerbroek – riem (pp p l 4) De kleren: rok – jurk – T-shirt – blouse – hemd – onderbroek – pyjama – maillot (pp p l 5) Cluster 4 vriezen, smelten, ijs, glijden (cl gr1 w 2) sneeuw, het sneeuwt, sneeuwpop, slee, ijs, schaats, schaatsen (cl p w 8) Week 3 (kerstweek) maandag 19-12-2016 - vrijdag 23-12-2016 Cluster 5 kerst-kerstmis: kerstboom, kerstbal, kerstklok, kerstman, goud, zilver (pp p w 2) kijken – bekijken – aankijken – bewonderen (cl gr1 h 9) Cluster 6 kaars: aansteken, branden, uitblazen (cl p w 2) licht – donker – lichtje (cl p w 5) Volgt in de week voor de vakantie Week 4 maandag 09-01-2017 - 13-01-2017 Cluster 7 Cluster 8 Week 5 maandag 16-01-2017 - vrijdag 20-01-2017 Cluster 9 Cluster 10 7 GR1/GR2/Peu= groep 1 of 2, peuters. CL=cluster PP=praatplaat. L/Z/H/W= lente zomer herfst winter + nummer. Introductie dinsdag 6 december (boven in de hal) Liedje: https://www.youtube.com/watch?v=27AfU3xqHDQ Yvonne Lesley Ellen Anita Machteld Miriam Irina Nabil jas muts sjaal wanten jas muts sjaal wanten Yvonne: Yvonne komt als eerste op. ‘’Ik heb het zo koud, ik bibber!’’ Machteld: ‘’Heb je het koud? Waar is je jas, juf Yvonne? Is dit jouw jas?’’ Yvonne: ‘’Oh, dank je wel juf Machteld. Ik heb het zo koud, ik bibber.’’ Lesley komt op: Heeft het nu ook koud. ‘’Ik heb het zo koud, ik bibber!’’ Miriam: ‘’Heb je het koud? Waar is je muts, juf Lesley? Is deze muts van jou?’’ Lesley: ‘’Oh, dank je wel juf Miriam. Ik heb het zo koud, ik bibber.’’ Ellen komt op: Ellen heeft het ook koud. ‘’Ik heb het zo koud, ik bibber!’’ Irina: ‘’Heb je het koud? Waar is je sjaal, juf Ellen? Is deze sjaal van jou?’’ Ellen: ‘’Oh, dank je wel juf Irina. Ik heb het zo koud, ik bibber.’’ Anita komt op: Anita heeft het ook koud. ‘’Ik heb het zo koud, ik bibber!’’ Nabil: ‘’Heb je het koud? Waar zijn je wanten, juf Anita? Zijn deze wanten van jou?’’ Anita: ’’Oh, dank je wel Meester Nabil. Ik heb het zo koud, ik bibber.’’ Vervolgens wordt het liedje aangezet op het digibord. We zingen samen het liedje. 8 GR1/GR2/Peu= groep 1 of 2, peuters. CL=cluster PP=praatplaat. L/Z/H/W= lente zomer herfst winter + nummer. Zien is snappen hele periode Het blijven herhalen van de en het (met gebaren). Week 1 Bijvoeglijk naamwoord (groep 1, 2 en 3, bladzijde 98 t/m 101) ( 3 keer in de week op de middag, di+woe+dond + herhaling kleuren en lichaamsdelen.) Voorbeeld zinnen met de woorden van week 1 (dit kan ook met de woorden van week 2 en 3 et cetera) De muts is geel Het vest is geel De muts is rood Het vest is rood De trui is klein De trui is groot De want is klein De want is groot De neus is koud De wang is rood Let op: verbogen bijvoeglijk naamwoord komt pas in groep 3 (bijvoorbeeld: de gele muts). Week 2 het maken van zinnen ( 3 keer in de week op de middag, di+woe+dond) Voorbeeld zinnen met de woorden van week 2 Ik heb kleren aan Ik heb een broek aan Ik heb schoenen aan Ik heb een pyjama aan Ik heb laarzen aan Ik heb een maillot aan Ik heb sokken aan Ik heb een rok aan Het spelletje, rara wie ben ik? Ik heb bruine schoenen aan. Ik heb een roze jurk aan. Ik heb een blauwe broek aan. 9 GR1/GR2/Peu= groep 1 of 2, peuters. CL=cluster PP=praatplaat. L/Z/H/W= lente zomer herfst winter + nummer. Week 3 Samengestelde woorden (zie bladzijde 88 tot en met 91) ( 3 keer in de week op de middag, di+woe+dond) Voorbeeld De onderstaande foto leg je bovenaan neer (deze wordt verzorgd door Machteld & Miriam) Daaronder komen de volgende voorwerpen te liggen: kerstboom, kerstbal, kerstklok, kerstman en kerstkaart (toegevoegd, staat niet in het woordcluster!) 10 GR1/GR2/Peu= groep 1 of 2, peuters. CL=cluster PP=praatplaat. L/Z/H/W= lente zomer herfst winter + nummer. Rekenroutines Week 1 Week 2 Week 3 Week 4 Week 5 Cijfer van de week Kleur van de week Vorm van de week 5 6 Zilver Goud ster ster 7 8 Blauw Groen rechthoek ovaal Rekenactiviteiten BRRR wat koud! Doelen en activiteiten Doel 1: Meetkunde: ontdekken van symmetrie met behulp van een spiegel eenvoudige opdrachten kunnen uitvoeren met een spiegel. Zie rekenrijk blz 132-134 - Ster - Kerstboom Doel 2: Meetkunde Logische volgorde aankleden winterkleding. Doel 3: Getalbegrip Kunnen vergelijken van hoeveelheden t/m 12. ( meer, minder, evenveel, weinig, veel, meeste , samen) Inspiratie rekenrijk blz 104-105. Doel 4: getalbegrip Oefenen met het herkennen van cijfers in cijferpuzzel Doel 5: Meten vergelijken en ordenen van lengte. Sjaals van groot naar klein leggen of van klein naar groot. Kaarsenwinkel ( zie rekenrijk blz 90) 11 GR1/GR2/Peu= groep 1 of 2, peuters. CL=cluster PP=praatplaat. L/Z/H/W= lente zomer herfst winter + nummer. 12 GR1/GR2/Peu= groep 1 of 2, peuters. CL=cluster PP=praatplaat. L/Z/H/W= lente zomer herfst winter + nummer. Motoriek ideeën bij Winter: Met witte vingers een sneeuwpop maken 13 GR1/GR2/Peu= groep 1 of 2, peuters. CL=cluster PP=praatplaat. L/Z/H/W= lente zomer herfst winter + nummer. knoop de franje aan de sjaal vast. sneeuwman van witte verpakking chips maak sneeuwkristallen van wattenstaafjes. sneeuwman van muizentrap, en piepschuim bolletje 14 GR1/GR2/Peu= groep 1 of 2, peuters. CL=cluster PP=praatplaat. L/Z/H/W= lente zomer herfst winter + nummer. sneeuwman van pompoentje. huisjes in de sneeuw teken/ verf de sneeuwmannen 1-5 ballen 15 GR1/GR2/Peu= groep 1 of 2, peuters. CL=cluster PP=praatplaat. L/Z/H/W= lente zomer herfst winter + nummer. Recept: Shivery Snow Paint Recipe (affiliate links provided) Shaving Cream White school glue Peppermint extract Iridescent glitter or buffalo snow Method You will want to begin by popping your shaving cream and glue in the refrigerator. We left ours there overnight and then made our paint the next morning. We left our glue out on the counter for about ten minutes just to get it flowing before we made our paint. Next, mix equal parts of the chilled glue and shaving cream in a bowl. This is a rough estimate; we always free pour. Sprinkle in glitter or buffalo snow. We used a lot just because my girls are glitter happy and love sparkle. Add a few drops of peppermint extract and mix. Then, finish the paint off with more glitter. Lijkt me leuk om uit te proberen! Kledingstukken versieren met papier of stofjes, wol. 16 GR1/GR2/Peu= groep 1 of 2, peuters. CL=cluster PP=praatplaat. L/Z/H/W= lente zomer herfst winter + nummer. 17 GR1/GR2/Peu= groep 1 of 2, peuters. CL=cluster PP=praatplaat. L/Z/H/W= lente zomer herfst winter + nummer. Winter kled 18 GR1/GR2/Peu= groep 1 of 2, peuters. CL=cluster PP=praatplaat. L/Z/H/W= lente zomer herfst winter + nummer. 19 GR1/GR2/Peu= groep 1 of 2, peuters. CL=cluster PP=praatplaat. L/Z/H/W= lente zomer herfst winter + nummer. 20 GR1/GR2/Peu= groep 1 of 2, peuters. CL=cluster PP=praatplaat. L/Z/H/W= lente zomer herfst winter + nummer. 21 GR1/GR2/Peu= groep 1 of 2, peuters. CL=cluster PP=praatplaat. L/Z/H/W= lente zomer herfst winter + nummer. Motoriekknutsels bij Kerst -Kerststal maken van ijsstokjes -Kerststerren van goud en zilver papier uitknippen -Kralenplanken: Kerstboom, kerstster, kerstbal -Van ‘echt’ klei een kerstster of kerstbal kleien en verven. Versieren met goud en zilver glitter. -Motoriek/ Schrijfpatroonwerkbladen omtrent de kerst Kerstboom: kraaltjes ‘rijgen’ aan satéprikker in piepschuim Variant: spijkertjes ipv satéprikker en met elastiekjes (loom-elastiekjes) van het ene spijkertje naar het andere spijkertje. Kerstboom: stroken papier (Rekenen: lang-langer-langst). Versieren met zilver en gouden kerstballen. Kapla/ blokken 22 GR1/GR2/Peu= groep 1 of 2, peuters. CL=cluster PP=praatplaat. L/Z/H/W= lente zomer herfst winter + nummer. Kerstbal vlechten Kerstster prikken/ raamhanger Kerstster vouwen 23