Toelichting toepassen sancties (823-1) Wanneer sancties moeten worden toegepast is het van belang dat dit op een zorgvuldige manier wordt gedaan. Dit heeft te maken met de betrokkene in kwestie, maar is ook van belang voor de rechtsgeldigheid van de sancties. In dit voorbeelddocument wordt een toelichting gegeven op het toepassen van sancties. Waaraan moet allemaal worden gedacht? Hoe moeten de sancties worden opgelegd? Wat is de regelgeving (CAO, en dergelijke)? Dit voorbeelddocument geeft ook invulling aan 14.1.5, Voorkomen van misbruik van voorzieningen, van de NEN7510. 1/5 versie 1.0 – 20 jul 17 Handboek NEN7510 8.2.3 Toelichting toepassen sancties Inleiding Fysiek geweld richting collega’s, een leidinggevende die een laptop steelt, een dronken verpleegkundige? Wat moet je doen in bovenstaande gevallen, wanneer kun je een disciplinair traject beginnen? In deze toelichting wordt het onderwerp ‘disciplinaire maatregelen’ behandeld. Met enige regelmaat wordt in de [APOTHEEK] een disciplinair traject gestart. Hierna wordt ingegaan op de definitie van plichtsverzuim, bewijs, toerekenbaarheid, mogelijke straffen, de procedure bij de [APOTHEEK] en tot slot is een checklist bij plichtsverzuim opgenomen. Definitie plichtsverzuim In hoofdstuk [X] van de [CAO] wordt nader ingegaan op disciplinaire maatregelen. Een medewerker die zich aan plichtsverzuim schuldig maakt, kan door de [BEHEREND APOTHEKER] disciplinair worden gestraft. Wanneer is er nu eigenlijk sprake van plichtsverzuim? Plichtsverzuim omvat zowel het overtreden van enig voorschrift als het doen of nalaten van iets, wat een goed medewerker in gelijke omstandigheden behoort na te laten of te doen [art. x.x lid y CAO]. Dit kunnen handelingen en gedragingen binnen de organisatie zijn, maar ook handelingen buiten de organisatie kunnen leiden tot een disciplinaire straf, indien hierdoor het aanzien van de functie of het aanzien van de organisatie wordt geschaad. Of in een concreet geval sprake is van plichtsverzuim kan afhangen van de omstandigheden waaronder de gedraging heeft plaatsgevonden, de functie van de betrokken medewerker en van de heersende opvattingen wat goed en fout is. Voorts kan van belang zijn in hoeverre het aanzien van de organisatie door de medewerker wordt aangetast. Van een medewerker mag bijvoorbeeld verwacht worden dat hij voldoende afstand houdt tot degenen met wie hij zakelijke contacten onderhoudt bijv. een arts en een verpleegkundige die tijdens werktijd zoenend betrapt worden op de werkvloer. Ook kan het feit dat sprake is van herhaald gedrag ertoe leiden dat sprake is van plichtsverzuim. Zo zal een keer te laat komen geen probleem zijn over het algemeen, maar negeert een medewerker structureel de geldende werktijden, dan maakt hij zich schuldig aan plichtsverzuim. Blijkens de jurisprudentie van de Centrale Raad van Beroep dient een ambtenaar zich ook in zijn privé-leven zodanig te gedragen dat hij als ambtenaar het vertrouwen van een werkgever niet onwaardig wordt. Zo behoort de medewerker zich te onthouden van alcoholgebruik in privé-tijd indien dit gevolgen heeft voor het functioneren binnen de [APOTHEEK]. Bewijs Eén van de moeilijkheden in het kader van plichtsverzuim is het bewijzen daarvan. Voor het opleggen van disciplinaire maatregelen is het nodig dat op basis van de beschikbare gegevens voldoende de overtuiging is verkregen dat 2/5 versie 1.0 – 20 jul 17 Handboek NEN7510 8.2.3 Toelichting toepassen sancties de medewerker zich schuldig heeft gemaakt aan plichtsverzuim. Welke middelen geoorloofd zijn bij het onderzoek naar mogelijk plichtsverzuim, hangt af van de omstandigheden van het geval. Het maken van videobeelden en bandopnamen zal met de grootste terughoudendheid moeten worden betracht, gelet op het recht op privacy van de betrokken medewerker. Indien er getuigen zijn van het gepleegde plichtsverzuim van de medewerker, let er dan op dat de getuigenverklaringen volledig zijn. Dit betekent een verklaring voorzien van naam, functie, handtekening en datum waarop de verklaring is opgemaakt. Aan anonieme verklaringen kan volgens jurisprudentie slechts beperkte betekenis worden gehecht. Dat betekent dat anonieme verklaringen alleen aanvullend kunnen zijn op ander objectief bewijs. Toerekenbaarheid Als de [BEHEREND APOTHEKER] heeft besloten tot strafoplegging, dan wordt hiertoe alleen overgegaan als voldaan is de volgende drie criteria: De medewerker moet de onjuistheid van zijn gedrag kennen of behoorde dit te kennen. De medewerker moet schuld hebben aan de gedraging; het handelen van de medewerker moet verwijtbaar en kenbaar zijn. De gedraging moet aan de medewerker kunnen worden toegerekend, dat wil zeggen dat de medewerker zich bewust moet kunnen zijn van zijn handelen. Dit is bijvoorbeeld niet het geval bij een storing van het geestvermogen van een medewerker. Overigens is een alcohol- of drugsverslaving in principe geen schulduitsluitingsgrond. ‘Ik was dronken’ is dus geen excuus. Verder moet geen sprake van een rechtvaardigingsgrond, zoals bijvoorbeeld door een bevoegdelijk gegeven opdracht door een leidinggevende of aanwezigheid van overmacht. Op te leggen maatregel De mogelijk op te leggen straffen zijn [artikel x.x lid y van de CAO]: [Schriftelijke berisping Eénmalige inhouding van het salaris Overplaatsing naar een andere functie Schorsing voor bepaalde tijd Ontslag]. Dit is een limitatieve opsomming van de mogelijke straffen, er zijn dus geen andere disciplinaire straffen mogelijk. Wel is een combinatie van straffen mogelijk. De aard en ernst van het gepleegde plichtsverzuim spelen een grote rol bij de bepaling welke disciplinaire maatregel aan een medewerker kan worden opgelegd. De straf mag niet onevenredig zijn ten opzichte van de gedraging en gelet op de omstandigheden. Plichtsverzuim gepleegd door een medewerker die in een bepaalde machtspositie verkeert, wordt over het algemeen zeer ernstig opgevat. Een zwaardere straf ligt dan meer voor de hand. Je kunt hierbij bijvoorbeeld denken aan een hogere leidinggevende die een ondergeschikte medewerker intimideert. Een straf kan voorwaardelijk of onvoorwaardelijk worden opgelegd [art. x.x CAO]. 3/5 versie 1.0 – 20 jul 17 Handboek NEN7510 8.2.3 Toelichting toepassen sancties Indien een straf voorwaardelijk wordt opgelegd, betekent dit dat een straf niet ten uitvoer wordt gelegd, als de medewerker zich gedurende een bepaalde termijn niet schuldig maakt, aan soortgelijk of een ander ernstig plichtsverzuim. Er kunnen in het besluit ook voorwaarden gesteld worden waaraan de medewerker zich dient te houden. Voorwaardelijke tenuitvoerlegging heeft het karakter van een (laatste) waarschuwing voor de medewerker. Indien de medewerker opnieuw plichtsverzuim pleegt, zal de [Raad van Bestuur] besluiten de straf ten uitvoer te leggen. Ook kan onmiddellijke tenuitvoerlegging worden bevolen. De straf wordt dan onvoorwaardelijk opgelegd. Tegen het besluit van de [Raad van Bestuur] kan door de medewerker bezwaar worden gemaakt. Dit gebeurt in de praktijk van de [APOTHEEK] weinig. Procedure [APOTHEEK] Wat moet je nu doen indien je constateert (of het vermoeden hebt) dat een medewerker zich schuldig maakt aan plichtsverzuim? Neem direct contact op met één van de arbeidsjuristen. Het is belangrijk dat je voortvarend reageert, zodra er plichtsverzuim wordt geconstateerd of het vermoeden bestaat dat een medewerker zich schuldig maakt aan plichtsverzuim. Hoe langer je wacht, hoe moeilijker het wordt om bewijzen e.d. te verzamelen. Indien je twijfelt of er in een bepaalde situatie sprake is van plichtsverzuim kun je uiteraard ook bellen met de afdeling [xxxxxx]. Zodra er sprake is van (een vermoeden van) plichtsverzuim zal de arbeidsjurist je verder begeleiden bij het dossier. Ook indien politie of justitie al betrokken is bij de situatie is het belangrijk dat je direct contact opneemt. Vervolgens moeten eerst alle feiten worden verzameld: bewijzen, getuigenverklaringen e.d. (Zie ook het kopje ‘Bewijs’). Stuur van alle stukken (inclusief het P-dossier) een c.c. naar de arbeidsjurist. Verder moet de medewerker worden uitgenodigd voor een verantwoordingsgesprek. De procedure loopt in beginsel als volgt. Op de [x-schijf], [locatie] vind je een modelbrief voor een uitnodiging voor het verantwoordingsgesprek. Dit model werk je uit voor de concrete situatie. Je dient duidelijk aan te geven voor welke gedraging de medewerker zich moet verantwoorden. Indien dit niet voldoende duidelijk beschreven zou zijn, zou de medewerker tijdens het verantwoordingsgesprek indirect aan zijn eigen disciplinaire bestraffing meewerken. Beschrijf chronologisch de geconstateerde feiten en de bewijzen daarvoor. Als je klaar bent met het concept, stuur je het naar de arbeidsjurist. De arbeidsjurist checkt of de brief aan de juridische eisen voldoet en draagt zorg voor het plannen van de afspraak voor het verantwoordingsgesprek en de verzending van de brief (ondertekening [Raad van Bestuur – portefeuillehouder]). In de regel wordt het verantwoordingsgesprek gevoerd door het hoofd van [Personeelszaken] en een arbeidsjurist. Soms wordt het gesprek gevoerd door [het portefeuillehoudend lid van de Raad van Bestuur] (en een arbeidsjurist). Het doel van het verantwoordingsgesprek is dat de medewerker de gelegenheid krijgt om zijn/ haar kant van het verhaal te vertellen. De medewerker mag zich tijdens het verantwoordingsgesprek laten bijstaan door een gemachtigde. Van het verantwoordingsgesprek wordt een verslag gemaakt. Vervolgens adviseert de arbeidsjurist (vaak in overleg met de afdeling) aan de portefeuillehouder over de op te leggen maatregel. De portefeuillehouder neemt vervolgens een 4/5 versie 1.0 – 20 jul 17 Handboek NEN7510 8.2.3 Toelichting toepassen sancties besluit, waarin tevens gemotiveerd op de verantwoording van de medewerker wordt ingegaan. Het is dus uitdrukkelijk niet mogelijk een procedure betreffende (het voornemen tot) de oplegging van een disciplinaire maatregel binnen de afdeling zelf af te doen (zie ook Bevoegdhedenregeling). Dit is een bevoegdheid van de [Raad van Bestuur (portefeuillehouder)] waarover de arbeidsjurist adviseert. Op non-actief stelling Het is mogelijk dat de omstandigheden dusdanig zijn dat de medewerker voorlopig niet meer op de werkvloer kan worden toegelaten. Bijvoorbeeld in het geval een medewerker een collega heeft neergestoken of de medewerker het onderzoek naar de feiten zou kunnen frustreren. Op grond van [artikel x.x van de CAO] kan de medewerker dan (voorlopig) op non-actief gesteld worden. Omdat bij een dergelijke beslissing vaak haast is geboden, ligt de bevoegdheid tot het nemen van het zogenoemde ‘voorlopige besluit’ tot non-actiefstelling bij de leidinggevende tot en met [het niveau x, zie Bevoegdhedenregeling]. Afhankelijk van de positionering van de betreffende medewerker kan dus bijvoorbeeld de [Zorgmanager of het afdelingshoofd] besluiten tot de voorlopige non-actiefstelling. Het besluit kan mondeling worden meegedeeld. Daarna moet uiterlijk binnen één week een hoorgesprek plaatsvinden. Dat gesprek wordt gevoerd door het hoofd van [Personeelszaken] en een arbeidsjurist. Omdat de datum voor dit gesprek direct bij de mondelinge, voorlopige non-actiefstelling moet worden meegedeeld aan de medewerker, dien je hierover vooraf contact te hebben gehad met de arbeidsjurist tenzij dit absoluut onmogelijk was (de non actiefstelling leidde geen enkel uitstel). De datum voor het gesprek wordt schriftelijk bevestigd. Ook hiervoor is een modelbrief beschikbaar. Ook hier geldt dat je de uitgewerkte brief naar de arbeidsjurist kunt sturen, die het na check laat tekenen en verzenden.Na het gesprek wordt een verslag opgesteld. Indien mogelijk valt het gesprek samen met het verantwoordingsgesprek. De portefeuillehouder beslist vervolgens over de definitieve op non-actiefstelling. Definitief betekent uiteraard niet oneindig. Aan iedere non-actiefstelling is een termijn verbonden, die afhangt van de omstandigheden van het geval. Zonodig is verlenging mogelijk door de portefeuillehouder na advies door de arbeidsjurist. Samengevat Actielijst bij plichtsverzuim van een medewerker: (Vermoeden van) Plichtsverzuim? [Personeelsadviseur] neemt contact op met een arbeidsjurist Verzamel bewijzen, getuigenverklaringen e.d. en stuur cc. naar de arbeidsjurist Maak concept brief voornemen oplegging disciplinaire maatregel/ verantwoording plichtsverzuim Laat je conceptbrief (ven) nakijken door een arbeidsjurist Arbeidsjurist geeft verdere instructies. 5/5 versie 1.0 – 20 jul 17 Handboek NEN7510 8.2.3 Toelichting toepassen sancties