straffen - Maatschappijhuis

advertisement
STRAFFEN
IN
NEDERLAND
Het Nederlandse strafrecht kent 3 hoofdstraffen:
1. geldstraf  boete
2. taakstraf (werk- en/of leerstraf)  dienstverlening of opleiding tussen 50-200 uur
3. celstraf  in gevangenis of Huis van Bewaring
Daarnaast kent artikel 9 van het Wetboek van Strafrecht ook bijkomende straffen.
Deze kunnen in combinatie met een hoofdstraf worden gegeven maar ook als enige
straf. De invulling van de bijkomende straf heeft altijd iets te maken met het delict;
- ontzetting van een recht (rijbevoegdheid, stemrecht, ouderlijke macht)
- in beslag nemen van een voorwerp (‘verbeurdverklaring’), of
- openbaarmaking van het vonnis.
Maatregelen horen ook bij het arsenaal aan straffen waarover de rechter beschikt.
Het verschil tussen een (bijkomende) straf en een maatregel is dat een maatregel
ook opgelegd kan worden aan een persoon die niet schuldig is maar wel een delict
heeft gepleegd. Hiervan is bijvoorbeeld sprake wanneer de verdachte (geheel of
gedeeltelijk) ontoerekeningsvatbaar was ten tijde van het delict of uit noodweer heeft
gehandeld. Voorbeelden van maatregelen zijn:
- Terbeschikkingstelling (TBS)
- Betaling van schadevergoeding aan het slachtoffer
- Ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel
- Plaatsing in psychiatrische ziekenhuis.
Straffen kunnen onvoorwaardelijk en voorwaardelijk zijn. In geval van het eerste
wordt de opgelegde straf meteen uitgevoerd; bij de tweede variant wordt de straf
uitgesteld 
* in proeftijd moet de dader geen delicten plegen,
* gebeurd dit wel dan wordt de straf alsnog uitgevoerd, en
* houd de dader zich aan de afspraak dan vervalt de straf.
DOELEN
VAN
STRAFFEN
Het Nederlandse strafrecht is dadergericht i.p.v. daadgericht. Dat betekent dat de
rechter niet uitsluitend kijkt naar de strafbare daad die is gepleegd maar ook naar de
persoon en omstandigheden van de verdachte/dader. Hierdoor kan de rechter
besluiten een lagere straf dan de maximumstraf op te leggen. Motieven zijn b.v.:
1. geen risico op herhaling (‘recidive’), al dan niet in combinatie met
2. eerste keer in aanraking met politie/justitie
3. spijtbetuiging (niet alleen uitgesproken maar ook afleidbaar uit acties, gedrag)
4. geheel of gedeeltelijk ontoerekeningsvatbaar.
Het dadergerichte strafrecht hangt nauw samen met de doelen van straffen. In de
oertijd werd een klap met de knuppel nog bestraft met een klap met de knuppel; “oog
om oog, tand om tand”. Het doel van straf was dus wraak (oftewel ‘vergelding’).
Tegenwoordig wordt er anders tegen straf aangekeken. Behalve vergelding (“oog om
oog…”) wil men vooral voorkomen dat burgers het criminele pad kiezen en als dat
toch gebeurt dan moet de dader ook geholpen worden; dit zijn respectievelijk het
doel van (generale) preventie en van resocialisatie.
Door straffen in het vooruitzicht te stellen hoopt de wetgever potentiële daders te
weerhouden van misdrijven. Met ‘resocialisatie’ wordt letterlijk “het opnieuw aanleren
van de ‘juiste’ normen en waarden” bedoeld. De straf is er dan op gericht dat de
dader zijn fouten inziet en ervan leert.
Aanvullende doelen zijn: 4. genoegdoening voor het slachtoffer (of diens
nabestaanden), 5. bescherming/beveiliging van de samenleving, en 6. het
voorkomen van eigenrichting (zelf voor rechter spelen, het recht in eigen hand
nemen).
Onderdeel voor eindexamenklas VWO:
De Klassieke School en de Moderne Richting:
I. De klassieke stroming is daadgericht d.w.z. dat verdachten beoordeeld worden
naar hun daden en niet naar hun persoon. Kenmerken van deze stroming binnen het
strafrecht:
1. Rechtsgelijkheid en rationeel handelen zijn de belangrijkste uitgangspunten
2. Generale preventie is het belangrijkste doel van straf
II. De moderne richting verwerpt het idee dat mensen rationeel handelende wezens
zijn. Mensen kiezen dus niet altijd bewust om een strafbaar feit te plegen.
Kenmerken van deze stroming:
1. Door omstandigheden kunnen mensen gedwongen worden delicten te plegen. Er
is dus niet altijd sprake van een vrije wil.
2. Daders moeten vooral geholpen worden; resocialisatie is het belangrijkste doel
van straf.
De Coornhert Liga –vertegenwoordiger van de moderne richting- is een organisatie
die in de jaren 70 is ontstaan als reactie op de Klassieke School. De organisatie is
vernoemd naar Dirck Volckertszoon Coornhert die in de zestiende eeuw protesteerde
tegen de zinloosheid van het leven in de gevangenis.
Nog steeds ijvert de Liga voor het vervangen van de vrijheidsstraf door nuttige
werkstraffen en het benadrukken van het belang van de rechten van ieder mens, ook
de criminelen.
Deze visie wordt in de huidige tijd steeds minder gedeeld, zeker door de burgers.
Hun eis van zwaardere straffen (repressie) vindt steeds meer gehoor bij politieke
partijen, van links tot rechts.
Download