Kennisforum Integriteit Overheid (KIO): Wat is een goede straf? Verslag bijeenkomst 11 juni 2015 Integriteitsbeleid richt zich op het bevorderen van gewenst gedrag. Het is echter onmogelijk om alle incidenten te voorkomen. Medewerkers zullen misstappen maken, en organisaties moeten hier rechtvaardig en zorgvuldig mee omgaan. Sanctionering en straf horen dus bij integriteitsbeleid. Maar wat is een goede straf? Programma Marijn Zweegers (BIOS) Edgar Karssing Boudewijn Baert (Buitenlandse Zaken) Rendel de Jong (Universiteit Utrecht) Jan Groot en Anneth Reichardt (BZK) Jitse Talsma (BIOS) Nieuws en actualiteiten Inleiding dagvoorzitter Plichtverzuim en disciplinair straffen Psychologie van straf en sanctie ‘Best practices by KIO’ Uitnodiging: project deugdethiek Nieuws van BIOS • De Dag van de Integriteit 2015 vindt plaats in Amersfoort op dinsdag 24 november. Het thema is ‘de ongemakkelijke realiteit’. Tijdens de dag staan de pijn- en leerpunten op gebied van integriteitsbeleid centraal. Aanmelden is nu mogelijk. • Op 24 september vindt het volgende Kennisforum Vertrouwenspersonen Overheid (KVO) plaats, speciaal bedoeld voor de professionalisering van vertrouwenspersonen. • Er is nog ruimte in de diverse leergangen integriteitsmanagement. Heeft u of een collega belangstelling? Op de website is meer informatie over deelname te vinden. Plichtverzuim en disciplinair straffen Boudewijn Baert is plv. Hoofd Arbeidsvoorwaarden en Rechtspositie bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Tijdens dit KIO zet hij uiteen hoe het sanctioneren bij plichtsverzuim in zijn werk gaat. In de bijlage vindt u de volledige presentatie. Disciplinair straffen (op basis van het arbeidsrecht) verschilt sterk van straf op basis van het strafrecht. Bij strafrecht is er een vastgelegde verbinding tussen de overtreding en de bijbehorende sanctie: ‘Hij die overtreding X begaat, zal ten hoogste sanctie Y krijgen.’ Bij disciplinair straffen is er niet zo’n strafboek. Het normenkader bestaat uit 125 AW, en voor rijksambtenaren ARAR 50 en 80. Ook het bewijsrecht is minder zwaar. Voldoende is dat ‘op basis van deugdelijk vastgestelde gegevens de overtuiging moet zijn verkregen dat de betreffende ambtenaar zich aan de verweten gedraging heeft schuldig gemaakt’. Op basis hiervan kan plichtverzuim een disciplinaire straf opleveren. Baert: ‘Kan, maar het hoeft dus niet. Een sanctie is een ultimum remedium, een uiterste mogelijkheid.’ Uiteindelijk moet een straf zo goed mogelijk bijdragen aan de doelen van straf: voorkomen dat collega’s ook de fout in gaan (generieke preventie), en voorkomen dat betreffende ambtenaar opnieuw de fout ingaat (speciale preventie). In het bevoegd gezag komen de rollen van wetgever, officier, rechter en executeur samen. Baert: ‘Daarom moeten procedurele fasen goed worden gescheiden: onderzoek, kwalificatie, verantwoording en bestraffing.’ Ten eerste het feitenonderzoek. Dat moet niet worden uitgevoerd door de afdeling die zich buigt over de kwalificatie of bestraffing. Bovendien moet het onderzoek hoor en wederhoor waarborgen, en zo een feitencheck bij de betrokken vormen. In de fase van kwalificatie moeten de juiste conclusies worden verbonden aan het onderzoek. Vervolgens (verantwoording) moet de betrokken ambtenaar de kans krijgen zich te verantwoorden over de gevonden feiten. Tot slot moet op basis van de eerste drie fases worden besloten tot bestraffing. Een goede straf moet voldoen aan een aantal voorwaarden. Ten eerste moet plichtsverzuim zijn vastgesteld. Dit is een open norm: het doen en nalaten van iets (bijv. art. 80 ARAR) dat het goed ambtenaarschap schaadt. Baert: ‘Dit is natuurlijk lastig, want dat verandert met plaats, tijd en 1 omstandigheden.’ De straf hangt af van de omvang, werkgever, functie en afstand tot de functie. Hoe dichter een schending bij het primaire werkproces komt, des te zwaarder het wordt opgenomen. Bijvoorbeeld, de sanctie voor het verbergen van vermogen zal zwaarder zijn voor de ambtenaar die voor de Belastingdienst werkt. Een tweede voorwaarde om tot een straf te komen, is dat de ambtenaar wist of redelijkerwijs kon weten dat hij een norm overtrad. Ten derde, dat hij toerekeningsvatbaar was. Baert: ‘Daar wordt niet vaak een beroep op gedaan. Eigenlijk alleen bij alcoholgebruik, maar zelfs dan heeft het als verweer weinig kans van slagen. Hoogstens als het alcoholmisbruik is als gevolg van een psychisch defect.’ Tot slot moet een straf niet in strijd zijn met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Het ambtenarenrecht kent een beperkt aantal straffen, van een schriftelijke berisping oplopend naar ontslag. Uit die mogelijkheden moet het bevoegd gezag een gepaste sanctie kiezen. Dat kan voorwaardelijk. Baert: ‘Daarvan ben ik persoonlijk geen voorstander, al kan het bruikbaar zijn bij schuldenproblematiek of alcoholmisbruik.’ Het vinden van de juiste strafmaat, is vervolgens een proces waarbij alle omstandigheden moeten worden meegewogen. Tot slot geeft Baert nog een aantal algemene punten mee. De voornaamste: mits er consequent, op basis van vastgestelde feiten, en op een deugdelijke manier wordt gehandeld, geeft het CRvB veel ruimte aan het bevoegd gezag. Psychologie van straf en sanctie Dr. Rendel de Jong is docent en onderzoeker bij Sociale en Organisatiepsychologie aan de Universiteit Utrecht. Naast zijn werkzaamheden binnen universitair onderwijs en onderzoek is hij werkzaam als psychotherapeut, opleider in post-academiaal onderwijs, coach en managementadviseur. Hij beziet dit KIO straf vanuit een psychologisch perspectief. Samengevat, een straf wordt voorafgegaan door een conflict. Er zijn drie manieren waarop mensen zulke conflicten kunnen oplossen: integratief (waarbij beide partijen er beter van worden), met een compromis (waarbij beiden elkaar tegemoet komen), of door te drukken (waarbij een van beiden zijn zin krijgt). Een goede straf is een integratieve oplossing, die voorkomt dat er vicieuze cirkels van wraak en onopgeloste conflicten ontstaan, en werkt toe naar verzoening. Dat vereist interactionele rechtvaardigheid en constructief leiderschap. Ten eerste, een straf kan dienen als wraak. Zo’n agressieve ‘oog om oog, tit for tat’ bestraffing zorgt voor een catharsis (opluchting) op de korte termijn, want de overtreder krijgt zijn verdiende loon. Straf is dan wraak. Maar die wraak kan een vicieuze cirkel veroorzaken, waarbij de overtreder ‘tit for tat’ terugslaat. Straf is dan de oorzaak van (nieuwe) wraak. Op de lange termijn kan een ‘oog om oog’ straf de oplossing van het conflict dus juist in de weg zitten. In plaats van een agressieve straf, zoekt men dus liever een integratieve oplossing. De Jong schetst dat we daar in verhalen allerlei voorbeelden van kunnen vinden. Bijvoorbeeld in het oud-Nederlandse verhaal over de vete tussen de Schieringers en de Vetkopers. Een Schieringer vrouw werd ‘beslapen’ door een Vetkoper, maar de vreedzame Schieringer man pleegt geen eerwraak. Hij wil voorkomen dat het conflict escaleert. Daarop pleegt zijn broer de eerwraak, en loopt het alsnog uit de hand. Vervolgens presenteert De Jong enkele onderzoeksresultaten naar integriteitsproblemen. Hij onderscheidt drie meetbare factoren: persoonskenmerken, situatiekenmerken, en kenmerken van leiderschap. Bij persoonskenmerken speelt met name ‘corporate psychopathy’. De situatie is het al dan niet aanwezig zijn van een ‘ethical culture’, zichtbaar in de aanwezigheid van duidelijke waarden en normen, transparantie, en het corrigeren en aanspreken van collega’s. Ten derde de leider, die zijn macht in het verdelen van geld en middelen kan misbruiken, of constructief kan inzetten. Uit onderzoek (Cools 2005) blijkt dat er meer fraude plaatsvindt bij leiders met drie factoren: te hoge targets; te grote bonussen; en een persoonlijkheid met als kenmerken ambitie, narcisme en zelfvertrouwen. Echter, het blijkt dat een ethische cultuur het wangedrag van corporate psychopaten significant dempt (Maxim Laurijssen 2014). Bovendien kunnen sociale, constructieve leiders conflicten op de werkvloer beter beheersen. De Jong onderscheidt hierbij twee soorten conflicten: A) inhoudelijke onenigheid, wat de samenwerking versterkt, of B) een negatief irrationeel conflict, dat de 2 samenwerking verstoort. Sociale, constructieve leiders weten te voorkomen dat A uitgroeit tot B (vgl. ook Ayse Tas 2012). Het tegengif tegen wraakzucht is rechtvaardigheid, aldus De Jong. Daarmee kan een integratieve (verzoenende) oplossing van het conflict gevonden worden. Hierbij zijn er drie vormen van rechtvaardigheid: procedureel (door de geldende procedures correct te volgen), op middelen (waarbij alle partijen evenveel krijgen), en interactioneel (waarbij in de eerste plaats respect voor elkaar wordt getoond). Met name interactionele rechtvaardigheid speelt een belangrijke rol. ‘Best practices by KIO’ Het Kennisforum Integriteit Overheid richt zich op uitwisseling tussen vakgenoten. De deelnemers aan KIO doen in hun eigen organisatie waardevolle ervaringen op. Daarom biedt het KIO van nu af aan een podium voor goede verhalen. Deze editie dragen Jan de Groot en Anneth Reichardt van BZK een goed voorbeeld bij: hun onderzoek naar succesvolle afdelingen. In de bijlage vindt u de volledige presentatie. In het voorjaar van 2014 vond bij BZK een medewerkeronderzoek plaats. Een aantal afdelingen van het ministerie scoorden hierbij erg goed: de medewerkers gaven aan dat ze werken in omgeving waar ze uitstekend kunnen presteren. In vervolg hierop zijn De Groot en Reichardt deze ‘best practices’ nader gaan onderzoeken. In semi-gestructureerde interviews zijn medewerkers bevraagd op het gedrag dat zij zelf, en hun collega’s, vertonen. Het resultaat hiervan was 600 ‘gedragsquotes’ die beschrijven hoe een uitstekend functionerende afdeling zich gedraagt. De quotes zijn geclusterd in samenhangende groepen. Die tonen (zie bijlage) een beeld van het gedrag in deze ‘best practices’. De kern wordt gevormd door ambitie, trots, vakmanschap en dienstbaarheid. Dat wordt ondersteund door, en blijkt uit specifiek gedrag. Met erkent en becomplimenteerd elkaar, waardeert elkaar, krijgt vertrouwen en neemt verantwoordelijkheid. Men is duidelijk en helder, informeert elkaar en werkt professioneel samen. Men kan zich ontplooien. Bovenal is duidelijk hoe men bijdraagt aan het algemeen belang: het eigen werk wordt als zinvol ervaren. Uitnodiging: project deugdethiek In 2010 ontwikkelde BIOS het instrument ‘Integriteit deugt’, een combinatie van een workshop om casuïstiek mee te bespreken, een dvd om tijdens die workshop te vertonen, en een publicatie met verdiepende essays. In 2015 ontwikkelt BIOS deze workshop door, om deze handzamer te maken en toe te spitsen op m.n. de doelgroep van bestuurders. In deze fase van de doorontwikkeling zoekt BIOS inbreng van integriteitsfunctionarissen, om de vernieuwde workshop te testen, en zo goed mogelijk in te passen in de behoefte van m.n. bestuurders. Jitse Talsma (adviseur bij BIOS) nodigt daarom de deelnemers aan KIO uit voor een middagsessie over dit onderwerp. De bijeenkomst is nog niet gepland, maar moet plaatsvinden eind augustus. Bent u professional op gebied van integriteit bij een publieke organisatie, vindt u het interessant om een nieuwe gespreksmethode te leren kennen, en wilt u meepraten en meedenken over dit onderwerp? Neem dan contact op met Talsma, via [email protected]. 3