Ik ben de Vrije Universiteit bijzonder dankbaar dat zij mij dit

advertisement
Ik ben de Vrije Universiteit bijzonder dankbaar dat zij mij
dit eredoctoraat toekent. Het is bijzonder voor mij omdat
het een Nederlandse universiteit is en de banden tussen
Vlaanderen en Nederland altijd bijzonder zullen blijven.
Natuurlijk sta ik hier vooreerst als Europeeër en minder
als Vlaming en als Belg. Nu ik mij aan een universiteit
bevind zeg ik dat ik mij soms als een intellectueel
beschouw in de politiek. Soms als een politicusintellectueel. Een politicus is ook een leraar en niet alleen
een luisteraar. Hij probeert mensen voor zijn opvattingen
te winnen en niet alleen de megafoon te zijn van
heersende meningen of gevoelens in de samenleving. In
die zin ben ik ook een professor-politicus.
De samen-leving is trouwens moeilijk te lezen dezer
dagen. Niet alleen in de Unie maar zelfs wereldwijd. Een
beeld gebracht door Teilhard de Chardin in de jaren vijftig
klinkt nu wat vreemd maar is relevanter dan ooit : ’wij
maken niet alleen een storm mee maar een
klimaatverandering’
De politiek hier en elders ondergaat nieuwe
ontwikkelingen in de samenleving : de culturele revolutie
van Mei ’68, het vreedzaam verdwijnen van het
communisme en het uiteenvallen van het Sovjet
Imperium, de Arabische Lente, de bankencrisis, de
eurozonecrisis, de vluchtelingenstroom. Ik spreek dan
nog niet over de weergaloze opgang van China en de
vreedzame
val
van
apartheid.
Geen
enkele
toekomstwatcher had dit voorzien. Nooit bewoog zoveel
op zo weinig tijd.
Wij zijn vaak op aanpassen en op achtervolgen
aangewezen. Niet alleen de burgers maar ook de leiders
ademen soms machteloosheid uit. Maar daar mag het
niet bij blijven zoniet belanden we in ‘Das Regime der
Ohnmächtigen’.
De Europese Unie heeft ook Europa van gedaante doen
veranderen maar dat is het resultaat van een politieke
keuze. Geen toeval of geen externe gebeurtenis. De Unie
is deel gaan uitmaken van ons politiek DNA of van onze
‘way of life’. Mochten de stichters in 1950 vandaag naar
de Unie kijken, ze zouden nauwelijks kunnen geloven dat
we niet meer met 6 maar met 28 zijn, niet meer met 180
miljoen maar met meer dan 500, met een eengemaakt
Duitsland en een gemeenschappelijke munt. Zij zouden
niet alleen naar de problemen kijken maar ook naar de
verwezenlijkingen.
Kunnen wij ons nog een Europa indenken zonder de
Unie ? Een non Europa ?
Beeld u de bankencrisis in zonder euro. Munten zouden wild
herwaarderen en deprecïeren naargelang de toestand van
hun nationale banken. Wellicht een chaotische toestand die
de gemeenschappelijke markt op de rand van de afgrond zou
hebben gebracht. De concurrentieverhoudingen tussen de
landen zouden immers drastisch gewijzigd worden in functie
van de toestand van hun financïele instellingen, niet van de
gezondheid van hun bedrijfsleven. De paradox is dat de euro
toen stabiliteit bracht.
Beeld u een vluchtelingencrisis in zonder EU. De oorlog in
Syrïe zou ook hebben plaats gehad zonder het bestaan van
een EU. De natiestaten zouden zich gebarricadeerd hebben.
Iedereen -en niet alleen Hongarije- zouden zich trachten te
verschansen achter prikkeldraad en muren. Een beggar-myneighbour policy. Het zou de oorlogsvluchtelingen niet
tegengehouden hebben te proberen. Ze zetten er immers
massaal hun leven voor op het spel. Zo’n nationale reflexen
zouden zeker aanleiding geven tot grote spanningen tussen
landen, tot geweld zelf. Er is al voor minder oorlog gevoerd.
Degenen die kritiek hebben op de Schengenzone zouden
moeten beseffen wat de kost van non-Europe is. Eén
Hongarije kan men nog gedogen maar als iedereen hetzelfde
doet wordt het onleefbaar. Ik spreek dan nog niet eens over
het menselijk aspect.
De paradox is dat de huidige toestand meer stabiliteit brengt
dan in het pré-EU.
Ik ben er steeds door getroffen dat de problemen in de Unie
vaak onmiddellijk omgeturnd worden tot vragen over de raison
d’être van de Unie. Moeiteloos schakelt men over van een
probleem naar hét probleem. Dat komt natuurlijk omdat de
Europese gedachte op politiek vlak jong is, nauwelijks
zeventig jaar oud. Frankrijk en Duitsland zijn ofwel politiek
ofwel cultureel al duizend jaar oud. Niemand die in zijn hoofd
haalt kritiek op het gevoerde beleid in Frankrijk te laten
uitgroeien naar de vraag over de bestaansgrond van Frankrijk.
Bij de Unie gebeurt dat wel. We voeden dat misschien ook
zelf. Ik hoorde dezer dagen leiders zeggen dat de
vluchtelingencrisis of een Brexit existentieel zijn. Ik ben er wel
nog altijd van overtuigd dat de crisis van 2010-2012 in de
eurozone bedreigend was voor de munt en voor de Unie. En
toch denk ik dat de Unie ‘coriace’ is, zo taai als Belgïe! Velen
hebben buiten Europa de vastberadenheid van de Europese
politieke leiders en vele anderen onderschat om te overleven.
Drie jaar geleden hadden velen buiten de eurozone het
overlijdensbericht al gedateerd want de val stond immers vast.
De discussie ging alleen over de datum. L’Europe est coriace.
Natuurlijk is beslissen met 28 moeilijk zoals het al problemen
stelde met Zes. Herinner U het conflict destijds tussen
Nederland en president de Gaulle ! Over een federaal Europa
of een Europa van de vaderlanden ! Vijftig jaar geleden
weliswaar ! We moeten vele gevoeligheden in de Unie
eerbiedigen.
In de crisis van de eurozone was het een cultuur van
discipline, eigen verantwoordelijkheid, respect voor de regels
tegenover een cultuur van compromis, vergeven en
herbeginnen, van solidariteit. De protestanse vs. de
katholieke aanpak zeggen sommigen, natuurlijk niet langer in
de religieuze contekst maar cultureel. Soms zelfs onbewust.
In de vluchtelingencrisis stonden zgz. Oost en West tegenover
mekaar. Dat werd zichtbaar toen vier landen die 40 miljoen
mensen
vertegenwoordigden
tegen
de
verplichte
herlocalisatie van vluchtelingen stemden maar de regeringen
van 55 miljoen mensen uit Midden en Oost Europa stemden
voor, zij het niet altijd van harte. Dus zo eenvoudig is het dus
weer niet. By the way, als de EU de knoop doorhakt - in dit
geval met een meerderheid van 90 pct- zegt men dat ze
verdeeld is. Maar hou u vast als de EU niet had kunnen
beslissen.
Trouwens de oude landen zijn intern al even verdeeld over het
vraagstuk, wat ook al de Oost-West deling rellativeert. De pas
heroverde nationale identiteit ligt echter in de landen met een
verleden van communistische dictatuur nog gevoeliger dan
hier.
Maar identiteit is geen onveranderlijk begrip. De jonge
Vlaming en Nederlander van vandaag is in zijn denken en
doen helemaal anders als zijn grootouders en
overgrootouders. De welvaart, de secularisering, de
mondialisering, het onderwijspeil herscheppen het mens-en
maatschappijbeeld van mensen. De globalisering van muziek,
film, mode, toerisme, sociale media scheppen bovendien een
soort gemeenschappelijke mondiale identiteit die een deel
vormt van onze eigen identiteit.
Bovendien is onze samenleving anders geworden in haar
samenstelling. Het dorp van mijn jeugd ligt op 5 kilometer van
het stadhuis van Brussel. Het was tot het begin van de jaren
zestig een landelijk dorp met nog krotwoningen en
witloofboeren. Vandaag leven er 100 nationaliteiten die raar
opkijken van onze nationale spanningen tussen de twee
taalgemeenschappen. De multiculturaliteit bestaat en zal
alleen nog groeien. Mede door de demografische implosie in
Europa. En waar die niet plaats heeft is het vooral door de
geboorten bij vroeger geimmigreerde gezinnen. In Belgïe zal
de bevolking toenemen tot 15 miljoen in 2060 tegen 11 miljoen
vandaag. De Europese Commissie berekende in mei jl. dat de
netto cumulatieve migratie tegen 2060 zo groot zal zijn als 10
pct van de Europese populatie.
Vele culturen maar er kan maar één beschaving zijn. Onze
samenleving is gebouwd op politieke democratie, de
rechtsstaat, de gelijkheid van alle burgers, de niet
discriminatie, de scheiding van godsdienst en staat, de
fundamentele vrijheden o.m. die van meningsuiting en van
godsdienst. Daar kan geen compromis op afgesloten worden.
Dat is de kern van ons burgershap. Het is gebaseerd op
publieke waarden. We zijn een ‘Union of values’. Uiteindelijk
draait alles om de onherleidbare en unieke waarde van elke
menselijke persoon. Hij of zij is de maat van alle dingen in de
opbouw van onze maatschappij. Elke mens is heilig. Dat is het
omgekeerde van groepsdenken of enemy-thinking.
Menselijkheid of humanisme is onze grondhouding. Ook als
het om oorlogsvluchtelingen gaat. Waarden moeten gevoed
worden, ingebed in de opvoeding en in het dagelijks leven.
Zoniet sterven ze af.
Waarden moeten belichaamd worden. Vijanddenken komt
voort uit de angst voor de andere. Niet alleen ten opzichte van
de vreemdeling maar van elke andere. Een samenleving
gebaseerd op wantrouwen wordt een cynische gedoe waar de
andere steeds verdacht wordt van het slechtste, van bedrog,
profitariaat, rivaliteit of zelfs nog erger. ‘Homo homini lupus’.
De vijand is de andere. Vandaar dat het verfrissend is als
mensen anderen verwelkomen en helpen.
Het publieke leven is wel een evenwicht tussen ethisch
idealisme en politiek realisme. Maar wat realistisch is weten
we voldoende. Van het idealisme is er echter steeds een
tekort. Er is geen echte samen-leving zonder menselijkheid en
zonder barmhartigheid. De verantwoordelijke politicus moet
die dubbele beweging – van ethisch idealisme en politiek
realisme- ook in zijn taal, in de wijze waarop hij zich tot
mensen richt belichamen. Hij is niet alleen een man van actie
-het wezen van de politiek- maar ook van woorden. Hij heeft
een boodschap. Dat kan van hem een leider maken. Er is
vandaag niet alleen een democratisch deficit maar evenzeer
een deficit aan leadership.
Dat is geen louter Europese opgave maar ze geldt voor alle
niveaus van bestuur. De crisis van de Europese gedachte
maakt deel uit van de crisis binnen elk van onze landen. Die
is trouwens niet nieuw. De politieke instabiliteit en de
versnippering van het politieke landschap die er een
uitdrukking van is gaat terug tot het begin van de jaren
negentig. Het populisme is ouder dan de bankencrisis en
ouder dan de kritiek op de Unie.
Mag ik nog verder gaan op dit thema op gevaar af naïef te
worden genoemd ? Er is een gapende kloof sedert tientallen
jaren tussen de steile langetermijngroei van het BBP en het
geluksgevoel van mensen. De politiek kan en mag geen geluk
brengen maar kan wel mogelijkheidsvoorwaarden hiertoe
scheppen. Geluk hangt samen met leven met anderen, met
harmonie, met tevredenheid met zichzelf en zijn omgeving.
Geluk, aandacht voor de andere en vertrouwen gaan samen.
Een politiek wordt uiteindelijk beoordeeld op de resultaten die
geboekt worden inzake werkloosheid, sociale bescherming,
belastingen, rechtvaardigheid, de illlegale immigratie, de
mobiliteit, het ondernemingsklimaat. Ook de Europese maar
niet alleen de Europese politiek. De beste resultaten worden
geboekt in die landen waar er meer vertrouwen en
samenwerking is in de samenleving. Alle onderzoekingen
wijzen dat uit. Sociale cohesie is niet een momentopname
zoals bij het goed presteren van een nationaal voetbalteam !
Ook al zullen we in Belgïe in juni weer een Rode Duivelsgekte
kennen.
In de Europese Unie wachten we dikwijls een crisis af om te
beslissen. Dan pas kan men vaak de nodige consensus
vinden. Met de rug tegen de muur en het mes op de keel. Dat
was niet alleen zo in de crisis in de eurozone. De Unie als
Unie werd pas actief om mensen te redden in de Middellandse
Zee wanneer er nog eens een tragedie plaats greep. Wij
moeten veel meer vooruitkijken en op voorhand werken aan
een consensus. In Syrïe hoopten we dat de vier miljoen
vluchtelingen daar altijd zouden blijven. We verminderden
zelfs de humanitaire hulp aan de kampen, wat de wanhoop
daar alleen heeft doen toenemen. Het was alsof we hoopten
dat die oorlog aan onze zuidelijke grenzen aan ons zou
voorbijgaan en geen impact op ons zou hebben. We hoopten
dat omdat we vreesden niet tot een gezamenlijk afdoend
antwoord te komen. Dit gezegd zijnde, anderen dan de Unie
dragen een verpletterende verantwoordelijkheid voor de
oorlog in Syrïe en Irak, met hun honderdduizenden doden.
Buitenlands
beleid
is
niet
alleen
handelsbeleid,
mensenrechten of alleen ontwikkelingssamenwerking. De EU
is ook een soft power maar het moet meer zijn. Een echte civil
power. Dat deden we beter in het conflict in Oekraïne waar we
een soort dubbelbesluit namen : enerzijds harde sancties met
28 om druk uit te oefenen op Rusland en anderzijds open voor
een politieke oplossing en onderhandelingen. De akkoorden
van Minsk zijn hierdoor geïnspireerd. Een oorlog op het
Europese continent moet onze zorg zijn zeker als de
aanleiding van de oorlog de wil was van het volk van Oekraïne
om nauwere banden met de Unie en met Europese waaden
te hebben. Rusland aanvaardde niet dat een groot buurland
echt onafhankelijk werd en wordt. Beide moeten op termijn
kunnen : goed nabuurschap met Rusland en met de Unie.
Het vluchtelingen-en het migratieprobleem zijn centrale
uitdagingen voor de volgende maanden en jaren. Dat mag ons
echter niet beletten verder te werken aan de verdieping van
de Economische en Monetaire Unie of aan het wegwerken
van de fragmentatie van onze single market, zeker als het
over energie, het digitale en O&O gaat. Onze econmieën doen
het beter maar het potentieel is te laag. Zonder hogere
structurele economische groei kunnen wij trouwens noch
voldoende jobs scheppen noch onze social stelsels duurzaam
houden. Maar als het economisch wat beter gaat verslapt de
wil om te hervormen, binnenlands en op Europees vlak. En
een moeilijke migratiepolitiek kan regeringen doen
terugdeinzen om op andere domeinen zoals bijv. de economie
moeilijke beslissingen te nemen. Ook hier moeten we ons
wapenen tegen kortetermijndenken.
In moeilijke tijden mogen wij ook niet ons kortzictig
terugplooien op onszelf. Wij hebben protectionisme vermeden
tijdens deze crisis. Integendeel, wij hebben resoluut gekozen
voor vrijhandelsakkoorden in Azïe, Afrika en Latijns Amerika.
En vandaag onderhandelen wij met Japan en de Verenigde
Staten. Het is niet in deze grote en eeuwenoude handelsnatie
dat ik moet pleiten voor meer handel. Maar elders moeten we
dat
opnieuw
doen.
Een
mislukking
van
deze
onderhandelingen zou Europa haar rol in de wereld kunnen
kosten. Het gezond verstand zal het echter halen zoals ik nog
altijd hoop dat datzelfde gezond verstand de UK in de Unie
zal houden. Niet alleen om economische redenen maar omdat
de UK die met ons door al die oorlogen ging ook deel moet
blijven uitmaken van het grote vredesproject dat de Unie is.
Waarden en belangen, daar draait het om.
De Unie is democratisch en wel twee keer. Op nationaal en
Europees vlak. Een dubbele democratische legitimiteit.
Europese politiek is binnenlandse politiek geworden. Dat
bewijzen alle debatten in onze nationale en regionale
parlementen. Het Europees Parlement zelf
is een
volwaardige politieke actor geworden die de Europese
Commissie het vertrouwen moet geven en het ook controleert
en waar trouwens steeds meer nationale leiders op debatten
uitgenodigd worden. Het zou trouwens goed zijn dat meer
vooraanstaande nationale politici actief worden in het EP. Vier
van mijn voorgangers als Belgisch eerste minister werden
zeer actieve Europese parlementsleden. Natuurlijk zijn ook
inzake demokratische legitimiteit hervormingen nodig maar
ze vereisen Verdragswijzigingen. Vooraleer we ons daaraan
wagen moet het beter voorbereiden dan tien jaar geleden...
Wel moeten we beseffen dat we leven in een Unie met
gedeelde soevereiniteit. De Grieken hebben dit jaar ervaren
wat dit betekent. Het volstaat niet meer te stemmen voor een
bepaald nationaal beleid als de 18 andere landen dat soort
politiek niet willen. Het kan elke Lid Staat vroeg of laat
overkomen.
Wie de zaken in zijn context van de geschiedenis bekijkt en in
die van de globalisering van vandaag vindt het haast absurd
te denken dat een land alleen de grote problemen van klimaat
tot migratie en economie alleen aankan. Die stemmen horen
wij in een aantal Europese landen. In een non-Europe zouden
we de ruimte geven aan agressieve buren die niemand meer
hoeven te vrezen. We zouden agressieve handelspartners de
Europese landen tegen mekaar laten uitspelen. Daarom
hebben we geen bange Europeeërs nodig maar mensen met
een overtuiging. Die resultaten nastreven en niet als het
moeilijk is de schuld op ‘Brussel’ steken, waar trouwens de Lid
Staten altijd het laatste woord hebben. Brussel bestaat dus
niet, althans niet in de betekenis van een vreemde heerser.
Europa is een noodzaak en een vrije keuze. Europa is een
ideaal en een realiteit. Het is een statenverbond dat een eigen
gezicht en een eigen rol in de wereld heeft. Het is Ons Europa.
Download