(Standaard) Commissie voorbladen griffi - Provincie Noord

advertisement
Griffie
Commissie Ruimte en Milieu
Datum commissievergadering
:
DIS-stuknummer
Behandelend ambtenaar
: 1108682
: A. van Leeuwen
Directie/afdeling
:
Nummer commissiestuk
Datum
Bijlagen
-
Sociale & Culturele Ontwikkeling
: RM-0519
: 14 juni 2005
: 1
Onderwerp:
Bestuursovereenkomst Nieuwe Hollandse Waterlinie
Voorstel van GS aan PS:
X ter kennisneming
 uitvoerende rol
Opmerkingen van het Presidium/Griffie:
Griffier der Staten,
namens deze,
dhr. Drs. W. van Deursen
Bijlage:
1. Notitie Bestuursovereenkomst Nieuwe Hollandse Waterlinie
Notitie ten behoeve van de commissie voor Ruimte en Milieu
Onderwerp
Bestuursovereenkomst Nieuwe Hollandse Waterlinie
Samenvatting
Door middel van deze notitie informeren wij u over de ondertekening van de Bestuursovereenkomst Nieuwe
Hollandse Waterlinie, welke op 9 juni 2005 zal plaats hebben. De overeenkomst geeft inhoud aan behoud en
ontwikkeling van de Nieuwe Hollandse Waterlinie, een megasingel van 55 grote forten, inundatiegebieden
en kleinere relicten die de provincies Noord-Holland, Zuid-Holland, Utrecht, Noord-Brabant en Gelderland
doorkruist. De tekst onderstreept de wil tot samenwerking van de rijksoverheid en de betrokken provincies.
Gedeputeerde Staten zien deze overeenkomst als een intentieverklaring tot realisatie van het Linieperspectief
Panorama Krayenhoff in 2020 en stellen de uitvoering van concrete projecten afhankelijk van de
beschikbaarstelling van financiële middelen door Provinciale Staten.
1.
Inleiding
De Nieuwe Hollandse Waterlinie is een megasingel van 55 grote forten, inundatiegebieden en kleinere
relicten die de provincies Noord-Holland, Zuid-Holland, Utrecht, Noord-Brabant en Gelderland doorkruist.
Het gebied is van zeer grote cultuurhistorische waarde, door de landschappelijke en historische betekenis en
het gegeven dat deze verdedigingslinie nauw is verbonden met het voor ons land zo belangrijke element
water. De waarde komt onder meer tot uiting in de opname van de linie in de Nota Belvedere (1999), de
aanwijzing als een der tien grote projecten van de derde architectuurnota van het rijk (2000), de aanwijzing
als nationaal landschap binnen de Rijksnota Ruimte en de lopende aanvraag voor de Werelderfgoedlijst van de
Unesco. Het Brabantse deel van de linie ligt binnen het grondgebied van de gemeenten Werkendam en
Woudrichem. In 2002 hebben GS voor dit gebied de Gebiedsvisie Zuid vastgesteld. Begin 2004 is na inspraak
van de commissie ZWC het Linieperspectief Panorama Krayenhoff vastgesteld, een ruimtelijk perspectief dat
richtinggevend is voor de verdere ontwikkeling van de waterlinie, die in 2020 gereed moet zijn. Vervolgens
heeft de minister van LNV de Liniecommissie geïnstalleerd, waarin de vijf betrokken provincies en het Rijk
zitting hebben. Gedeputeerde W.C. Luijendijk vertegenwoordigt Noord-Brabant in deze commissie. De
commissie heeft meegewerkt aan de totstandkoming van de thans voorliggende bestuursovereenkomst.
2.
De bestuursovereenkomst
De bestuursovereenkomst geeft inhoud aan behoud en ontwikkeling van de Nieuwe Hollandse Waterlinie en
onderstreept de wil tot samenwerking van de rijksoverheid en de betrokken provincies.
De overeenkomst is drieledig. Allereerst behandelt hij het doel van de samenwerking en omschrijft de te
bereiken resultaten in zo concreet mogelijke termen. Het gaat hierbij om resultaten als planologische
bescherming, duurzaam behoud der ruimtelijke elementen, beleving door het publiek, het bereiken van de
status van Unesco-werelderfgoed en het opzetten van een organisatie die de duurzame instandhouding van de
linie als samenhangend geheel waarborgt.
Vervolgens worden de taken, verantwoordelijkheden en de wijze van samenwerking vastgelegd. De op 25
mei 2004 ingestelde Liniecommissie voert de regie, doet voorstellen aan de Colleges van Gedeputeerde
Staten voor het toedelen van middelen en adviseert over de programmering van de rijksdoelen en
bijbehorende middelen. De bestuursovereenkomst bekrachtigt de taken en adviserende bevoegdheden van
deze commissie. De Liniecommissie wordt ondersteund door het Projectbureau Nieuwe Hollandse
Waterlinie. De ministers zijn verantwoordelijk voor de rijksmiddelen. Voor de ontwikkeling van de plannen
dienen in zeven deelgebieden zogenaamde ‘Projectenveloppen’ te worden opgesteld. De enveloppen
bevatten projectvoornemens die in ruimtelijke, bestuurlijke, dan wel financiële zin samenhang vertonen.
-2-
In de uitvoeringsplannen per Enveloppe dienen visie, beheer en exploitatie in samenhang met elkaar te
worden uitgewerkt om zo te leiden tot concreet uitvoerbare projecten, inclusief een overzicht van de
daarvoor benodigde investering. Gedeputeerde Staten dragen de uitvoering van de plannen in de
projectenveloppes op aan zogenaamde Enveloppecommmissies, waarin provincies, gemeenten en
waterschappen zitting hebben. De door de Enveloppecommissie opgestelde plannen worden aan de
Liniecommissie voorgelegd. Noord-Brabant beperkt zich daarbij tot uitvoering van dat deel van de plannen in
de Projectenveloppe Loevestein dat binnen de provinciegrenzen is gelegen.
Daarna volgt het financieel committent met een omschrijving van de te verwachten investeringsbehoefte van
ca. 700 miljoen euro verdeeld over de zeven enveloppen. Afhankelijk van de te kiezen realisatiestrategie zal
de investeringsbehoefte sterk variëren. In deze raming is op voorhand geen onderscheid gemaakt tussen al
bestaande en/of geprogrammeerde opgaven of nieuwe opgaven. Door ondertekening van de
bestuursovereenkomst verplichten partijen zich, gelet op deze investeringsbehoefte, tot een inspanning om
voldoende middelen te genereren. Realisatie is echter steeds afhankelijk van de beschikbaarstelling van
middelen door Provinciale Staten.
In de adressering van het Brabantse deel van de projectenvelop zal Gedeputeerde Staten te zijner tijd worden
gevraagd om de opgave nader uit te werken, de benodigde investeringen te ramen en voorstellen te doen
voor de financiering van de investering en de daarvoor beoogde geldstromen en instrumenten. Tevens
verplichten de ministers en Gedeputeerde Staten zich voor 2005 en 2006 middelen beschikbaar te stellen
voor kansrijke projecten op de korte termijn (2005-2006). Dit betreft een drietal projecten: Restauratie
Papsluis ca. € 650.000, Planvorming Fort Bakkerskil ca. € 125.000, Restauratie en herontwikkeling fort
Altena p.m (via NV Monumenten Fonds Brabant). De ondersteuning van deze en ook volgende projecten is
afhankelijk van besluitvorming door Provinciale Staten. De middelen binnen de kadernota 2005 zijn intussen
door PS beschikbaar gesteld.
3.
Consequenties van de ondertekening
Na ondertekening van de overeenkomst worden per gebied plannen ontwikkeld welke vervat zullen worden
in een projectenveloppe. Voor onze provincie gaat het om de projecten binnen de Projectenveloppe
Loevestein, die gelegen zijn binnen de provinciegrenzen. De Liniecommissie heeft een adviserende rol bij de
keuze van projecten en plannen. Het beslisrecht en de eindverantwoordelijkheid liggen echter bij
Gedeputeerde Staten. De uitvoeringsovereenkomst kent in principe geen financiële consequenties.
Uitwerking van de uitvoeringsplannen voor het binnen de provinciegrenzen gelegen deel van de
Projectenveloppe Loevestein is gebonden aan een tijdpad. De provincie verplicht zich tot inspanningen om
de benodigde middelen te genereren. Realisatie van projecten is afhankelijk van beschikbaarstelling van
middelen door Provinciale Staten. Hiervoor zullen te zijner tijd separate dossiers ter besluitvorming aan PS
worden aangeboden.
Gedeputeerde Staten zal worden gevraagd voor het Brabantse deel van de projecten in de enveloppe
Loevestein de investeringsbehoefte nader uit te werken en voorstellen te doen voor de financiering. Deze
uitwerking zal te zijner tijd aan PS worden voorgelegd.
Naast financiën van het rijk (diverse ministeries die betrokken zijn bij het Linieperspectief) en de provincies,
zal ook een beroep kunnen worden gedaan op Europese middelen en middelen van derden. Tevens
verplichten de ministers en Gedeputeerde Staten zich voor 2005 en 2006 middelen beschikbaar te stellen
voor kansrijke projecten. In de Kadernota 2005 is hiertoe een voorstel opgenomen betreffende renovatie van
de Papsluis en planvorming voor het werk aan de Bakkerskil. Hiermee is een bedrag van € 775.000 gemoeid.
Deze middelen zijn intussen door PS beschikbaar gesteld.
’s-Hertogenbosch, 14 juni 2005
Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant
-3-
Download