indeling schoolplan 2015-2019

advertisement
SCHOOLPLAN
2015-2019
SBO DE BOLSTER
HOMBERG 2994
6601 XR WIJCHEN
TEL: 0246454241
BRINNR: 20NV
INDELING SCHOOLPLAN 2015-2019
INLEIDING
1. Uitgangspunten van samenwerkingstichting Kans & Kleur
1.1. De missie en visie
1.2. Doelen en resultaten
2. De opdracht van onze school
2.1. Inleiding
2.2. Identiteit
2.3. Onze missie en visie
2.4. Interne en externe analyse
3. Onderwijskundige vormgeving
3.1. Inleiding
3.2. Wettelijke opdracht van het onderwijs
3.2.1. Ononderbroken ontwikkeling
3.2.2. Brede ontwikkeling
3.2.3. Multiculturele samenleving
3.3. Kerndoelen
3.4. Passend onderwijs
3.5. leermiddelen
3.6. kinderen die extra zorg behoeven
3.7. onderwijs aan langdurig zieke kinderen
3.8. veiligheidsbeleid
4. Personeelsbeleid
5. Kwaliteitszorg
6. Financieel beleid
7. Meerjarenplanning
7.1. Inleiding
7.2. Veranderingsonderwerpen en resultaten
2
DOEL SCHOOLPLAN
Het schoolplan is het beleidsdocument, waarin we aangeven welke keuzen we voor de schoolplan
periode 2015-2019 op de Bolster hebben gemaakt.
Het is opgesteld binnen de kaders van het strategisch beleidsplan van ons bestuur. Dit beleid is kort
samengevat in hoofdstuk 1. Op basis daarvan zijn specifieke doelen voor onze school bepaald,
rekening houdend met de huidige stand van zaken van het onderwijs en de omgevingsfactoren die
van invloed zijn op het functioneren van de school.
Het schoolplan geeft aan bestuur, team en ouders duidelijkheid over wat we willen bereiken met het
onderwijs op onze school en hoe we dat in de praktijk vorm zullen geven.
SAMENHANG IN HET SCHOOLPLAN
Dit plan bestaat uit verschillende onderdelen. Het spreekt voor zich dat die een grote mate van
samenhang vertonen.
Op basis van het strategisch beleidsplan van het bestuur formuleren wij in hoofdstuk 2 de missie en
visie van onze school. Om samenhang te waarborgen en ons niet te verliezen in details hebben we
daaruit voortvloeiend een beperkt aantal strategische keuzes gemaakt.
In het hoofdstuk onderwijskundige vormgeving, hoofdstuk 3, wordt een beschrijving gegeven van het
huidige onderwijs op school. Daarbij is nagegaan of we voldoen aan de wettelijke eisen. Ook is
nagegaan op welke punten het huidige onderwijs op de school wel of niet overeenkomt met onze
visie op onderwijs. De verbeteringen zijn opgenomen in de meerjarenplanning in hoofdstuk 6.
Het personeelsbeleid op onze school heeft direct verband met het professionaliseringsbeleid. In het
strategisch beleidsplan wordt dit beleid beschreven. In hoofdstuk 4 geven wij aan op welke wijze wij
de professionalisering van medewerkers stimuleren en daar vorm aan geven.
Ontwikkelen en bewaken van de in dit plan beschreven kwaliteit van onderwijs is een belangrijke
opdracht van de school, hetgeen in hoofdstuk 5 wordt beschreven. Alle geplande veranderingen
worden kort samengevat in hoofdstuk 6, de meerjarenplanning.
Deze meerjarenplanning en de ontwikkelingen in de loop van de tijd, zijn richtinggevend voor de
gedetailleerde actieplannen, die jaarlijks opgesteld worden. Uitvoering vindt plaats nadat het bestuur
het plan geaccordeerd heeft. Aan het eind van het schooljaar volgt een jaarverslag gebaseerd op het
actieplan, dit wordt met het bestuur besproken in het monitoringsgesprek.
TOTSTANDKOMING
Het schoolteam heeft samen met het beleidsteam gewerkt aan de totstandkoming van het
schoolplan. Er is gesproken over de toekomst verwachting van de Bolster, rekening houdend met
grote diversiteit aan uitstroomprognoses van de leerlingen die geplaatst worden. Tijdens
studiedagen, vergaderingen en nabesprekingen hebben we veelvuldig met elkaar gesproken hoe we
het Passend Onderwijs binnen de Bolster nog beter vorm kunnen geven en waar de komende vier
3
jaar de accenten komen te liggen. Daarmee is door het team en het beleidsteam de richting
aangegeven waarin de school zich moet gaan ontwikkelen.
Daarnaast zijn gegevens verzameld, die duidelijk maakten welke positie de school aan het eind van
de vorige schoolplanperiode innam op de verschillende beleidsterreinen. Daarbij is gebruik gemaakt
van de volgende gegevens:
De evaluatie van het schoolplan van de school, dat is opgesteld in 2007
Inspectierapporten dd. 25-11-2010, dd. 01-12-2011, dd. 20-12-2012, dd. 26-06-2013,
dd. 25-11-2013
Tevredenheidmetingen van ouders en medewerkers
De jaarverslagen
Opbrengstenkatern
Overzichten van de leerresultaten op basis van methodeonafhankelijke toetsen
De quickscan van WMK
De (SWOT)analyse van deze gegevens, afgezet tegen de geformuleerde missie en visie heeft geresulteerd in een aantal strategische keuzes, die naar het oordeel van het team noodzakelijk zijn om de
beoogde doelen te bereiken.
Het schoolteam stelt zich onder leiding van de directie verantwoordelijk voor de uitvoering van dit
schoolplan in de komende vier jaar.
Het bevoegd gezag stelt zich door middel van de akkoordverklaring verantwoordelijk voor het ondersteunen en bewaken van hetgeen in het schoolplan is beschreven.
Het bevoegd gezag stelt zich garant voor het gericht inzetten van middelen voor het ondersteunen
van dit schoolplan.
De directie stelt het schoolbestuur jaarlijks op de hoogte van de bereikte doelen door middel van een
jaarverslag en een opbrengstenkatern.
Samenhang met andere documenten
De schoolgidsen in de periode 2015-2019 worden samengesteld op basis van de inhouden van het
schoolplan.
In dit schoolplan verwijzen we naar de volgende documenten, die aanwezig zijn op onze school:
Strategisch beleidsplan
kwaliteitshandboek
schoolgids
ondersteuningsagenda platform
schoolondersteuningsprofiel
4
1. UITGANGSPUNTEN VAN KANS & KLEUR
INLEIDING
Ter voorbereiding op de schoolplanperiode 2015-2019 heeft het bestuur van
Samenwerkingsstichting Kans & Kleur volgens een vooraf vastgesteld traject de strategische keuzes
op bestuursniveau bepaald voor de komende schoolplanperiode. Deze keuzes zijn kader stellend
voor de op te stellen schoolplannen van de afzonderlijke scholen.
De GMR heeft instemming verleend aan dit strategisch beleidsplan voor de periode 2015-2019.
Het geen hierna volgt zijn de essenties van het geformuleerde beleid vastgelegd in de nota
“Kans & Kleur, eigentijds en passend”, strategisch beleidsplan 2015-2019.
1.1. DE MISSIE EN VISIE VAN SAMENWERKINGSSTICHTING KANS &KLEUR
Onze kerntaak is het verzorgen van primair onderwijs aan de kinderen die in de gemeente Wijchen
wonen. In dit hoofdstuk schetsen wij wat ons in de vervulling van deze kerntaak drijft, wat wij
belangrijk vinden in de dagelijkse onderwijspraktijk. Onze missie ligt in onze naam besloten. Samen
bieden we ieder kind een kans. We vinden het belangrijk dat elke school haar eigen kleur heeft en
behoudt. Onze kernwaarden zijn: kleurrijk, bevlogen, zorgzaam, ambitieus, verbonden en open.
KLEURRIJK
Ieder kind een kans, elke school haar eigen kleur
Kans & Kleur is kleurrijk. We gaan uit van verschillen en zien meerwaarde in deze verscheidenheid.
Leerlingen, ouders en leerkrachten verschillen. Ze hoeven niet allemaal hetzelfde te denken, te zijn
en te doen. Ook de verschillen tussen scholen koesteren we. We willen de kwaliteit van mensen en
scholen aanspreken en die samen verder ontwikkelen.
BEVLOGEN
Mensen laten stralen
Kans & Kleur is bevlogen. We werken vanuit ons hart en met passie voor en met de kinderen. Vanuit
die bevlogenheid ervaren we met de leerlingen en met elkaar dat plezier je kunt beleven aan leren,
groei en nieuwsgierig zijn. We willen onze leerlingen en onze collega’s laten stralen.
ZORGZAAM
Ik kan wat, ik ben wat, zij zien dat, ik hoor erbij
Kans & Kleur is zorgzaam. Wij zijn zorgzaam voor leerlingen, ouders en voor elkaar door ons naar
elkaar kwetsbaar op te stellen en elkaar in kracht te steunen. Iedereen moet bij ons kunnen ervaren:
ik kan wat, ik ben wat, zij zien dat, ik hoor erbij. Vanuit die ervaring heeft een mens zelfvertrouwen
en voelt hij zich veilig.
AMBITIEUS
Goed kan altijd beter
Kans & Kleur is ambitieus. We willen het optimale uit de leerlingen en uit onszelf halen en de
kwaliteiten van iedereen aanspreken. We denken niet in problemen maar zien kansen tot groei. We
5
geloven in de kracht van de mensen en verwachten dat iedereen een waardevolle bijdrage kan
leveren. We hebben hoge verwachtingen. Ook als we concluderen dat het goed gaat, stellen we vast
wat nog beter kan want goed kan altijd beter.
VERBONDEN
Samen staan we sterk
Kans & Kleur voelt zich verbonden met leerlingen en hun ouders. Onze scholen voelen zich betrokken
bij elkaar maar ook bij onze samenwerkingspartners. We werken met elkaar samen, we leren van
elkaar en we zijn solidair met elkaar om meer doelen en betere resultaten te bereiken. We voelen
ons gezamenlijk verantwoordelijk voor alle kinderen in Wijchen. We kunnen op elkaar bouwen.
Samen staan we sterk.
OPEN
Eerlijk en doorzichtig
Kans & Kleur is open. We communiceren open met ouders, leerlingen, samenwerkingspartners en
met elkaar. Wij vinden dat de samenleving van Wijchen het recht heeft te weten hoe Kans & Kleur
het doet op allerlei verschillende gebieden. We willen ons werk legitimeren. Daarom leggen we
publiek verantwoording af aan ouders, samenwerkingspartners en de Wijchense samenleving. Hierbij
zijn we eerlijk en doorzichtig.
1.2. DOELEN EN RESULATEN
Wij realiseren ons goed, dat ons werk primair in dienst staat van de kinderen en hun ouders. Zij
hebben als eersten belang bij ons onderwijs. Onze koers hierin is, dat het onderwijs goed is,
eigentijds, en op maat. Dit dienstverlenend karakter heeft echter ook een breder belang, namelijk
voor de samenleving als geheel. Wij zijn ons ervan bewust, dat ook samenwerkingspartners belang
hebben bij ons onderwijs, en wij zoeken actief de dialoog en de samenwerking met hen. In dit
hoofdstuk formuleren wij wat wij willen bereiken, welke doelen en resultaten wij ambiëren voor de
kinderen en hun ouders, voor de maatschappij en voor de medewerkers.
ONZE DOELEN VOOR DE MAATSCHAPPIJ ZIJN
Eigentijds curriculum
Onze kerntaak is het bieden van eigentijds onderwijs waardoor we kinderen voorbereiden op een
toekomst die we nog niet kennen.
Diversiteit aan onderwijsconcepten
Wij bieden diversiteit aan onderwijsconcepten op onze scholen. Nu het leerstofjaarklassensysteem
steeds meer gaat knellen is het onze ambitie om meer alternatieven te bieden.
Bereikbaar onderwijs
Wij bieden ook nu de bevolking in Wijchen krimpt bereikbaar onderwijs voor alle kinderen in de
gemeente.
6
Maatschappelijke verantwoordelijkheid
Wij willen met onze samenwerkingspartners van Passend Onderwijs en de transitie Jeugdzorg
gezamenlijk werken aan de oplossing van problemen die kinderen in hun directe leefomgeving raken,
waar nodig over de grenzen van onze eigen kerntaak heen. Wij voelen ons verantwoordelijk voor
ieder kind in de gemeente Wijchen, ook voor de kinderen die elders onderwijs volgen.
ONZE DOELEN VOOR DE KINDEREN EN HUN OUDERS
Sociale en zelfverantwoordelijke personen
Wij dragen er door ons onderwijs en onze begeleiding aan bij dat onze kinderen zich kunnen
ontwikkelen tot sociale personen die zelf verantwoordelijk dragen voor hun leren en werken.
Passend Onderwijs
Passend onderwijs voor ieder kind in Wijchen voelen wij als onze verantwoordelijkheid. Wij zoeken
samen met ouders naar een passend arrangement ook als wij dat zelf (nog) niet kunnen bieden.
Talentontwikkeling
Kinderen met talenten die niet uitgedaagd worden, raken hun motivatie kwijt en gaan
onderpresteren. Wij stimuleren de ontwikkeling van talent bij alle leerlingen. Het gaat hier niet alleen
om taal- en rekentalent, maar ook om creatieve, sociale, onderzoekende en praktische vaardigheden.
Oudergericht werken
Wij staan in ons contact met ouders consequent naast de ouders en stellen ons niet bovengeschikt of
ondergeschikt op. Wij stellen ons als professionals, startend vanuit het kindperspectief, continu
sensitief op voor het ouderperspectief.
DOELEN VOOR DE MEDEWERKERS
Medewerkers werken met plezier
We werken vanuit ons hart en met passie met elkaar. We steken energie in ons werk en we halen er
energie uit. We zien ons werk als een grote verantwoordelijkheid en vinden het van belang dat door
werkplezier en bevlogenheid ons werk ons lichter valt. We versterken elkaar, we geven de talenten
van elkaar aandacht en zetten die in het licht.
Leerkrachten zijn pedagogisch en didactisch sterk
Onze leerkrachten doen ertoe en de kwaliteit van de leerkracht maakt voor de kinderen het verschil.
Permanente en gerichte professionalisering door elke leerkracht is noodzakelijk om onze ambitie
voor passend en eigentijds onderwijs te realiseren.
7
3 DE OPDRACHT VAN ONZE SCHOOL
2.1. INLEIDING
Dit hoofdstuk is dragend voor ons werk in de komende schoolplanperiode. We verantwoorden hier
vanuit welke opvattingen het onderwijs verzorgd wordt. Deze opvattingen zijn gebaseerd op de
persoonlijke visies van de leerkrachten verbonden aan de school en conclusies, die als schoolteam
getrokken zijn uit de verzamelde gegevens, de informatie over nieuwe en te verwachten
ontwikkelingen. Dit alles binnen de kaders van het door het bestuur vastgesteld strategisch beleid
(zie hoofdstuk 1).
Daarnaast is een interne en externe analyse uitgevoerd met betrekking tot het onderwijs op onze
school. Dat heeft geresulteerd in een aantal sterke en zwakke kanten van onze organisatie en kansen
en bedreigingen in de nabije toekomst. Dit overzicht is gebruikt om de best mogelijke strategische
keuzes te maken voor de toekomst.
2.2.1 IDENTITEIT
De Bolster is van origine een Katholieke school. De keuzevrijheid voor ouders om hun kind naar een
SBO ergens anders te laten gaan is zeer beperkt, het vervoer wordt niet vergoed. Dit betekent dat wij
leerlingen met verschillende geloofsovertuigingen op onze school hebben. Wij werken vanuit
waarden die centraal staan in het christendom: samenwerking, waardering voor elkaar, aandacht
voor de zwakkeren, oog voor een rechtvaardige samenleving.
Wij besteden aandacht aan de katholieke vieringen maar ook aan vieringen van andere
geloofsovertuigingen zoals het Suikerfeest. Dit maakt het op een natuurlijke manier mogelijk om
kinderen te leren met verschillen om te gaan en open te staan voor anderen. Samen leren houdt ook
in samenleven, je sociaal kunnen verhouden en begrip hebben van de inrichting van de maatschappij,
zowel in ons eigen land als mondiaal. Het vraagt om ontwikkeling van het burgerschap. Op SBO de
Bolster werken we aan die ontwikkeling door een geïntegreerde aanpak van de vakgebieden SEO,
kunst & cultuur en maatschappelijke oriëntatie met als basis een veilig en warm pedagogisch klimaat.
De kinderen leren hoofdzaken over geestelijke stromingen die in de Nederlandse multiculturele
samenleving een belangrijke rol spelen en ze leren respectvol om te gaan met verschillen in
opvattingen van mensen
Door het ontwikkelen van interesse in elkaars levensbeschouwelijke achtergronden, leren kinderen
zich in elkaar te verplaatsen, vragen te stellen aan elkaar en aan zichzelf, en zich open te stellen voor
verschillende ideeën over zingeving. Dit geeft kinderen competenties (kennis, vaardigheden en
houding) die nodig zijn om diversiteit positief te kunnen waarderen en om te kunnen gaan met
verschillen in zienswijzen.


De school laat leerlingen kennismaken met de multiculturele en multireligieuze aspecten
van de Nederlandse samenleving
Leerkrachten vervullen een voorbeeldrol naar leerlingen door respect te tonen voor de
culturele en religieuze achtergrond van leerlingen en ouders
8



De school biedt ruimte aan religieuze gebruiken van leerlingen en ouders
De school besteedt aandacht aan de belangrijkste godsdiensten en
levensbeschouwingen in de Nederlandse samenleving om bij kinderen een respectvolle
houding te ontwikkelen naar mensen met een andere levensbeschouwing.
De school laat leerlingen kennis maken met religieuze verhalen in het kader van sociale
en culturele vorming.
2.2.2. BURGERSCHAP
Met ons onderwijs willen we er aan bijdragen dat onze leerlingen opgroeien als evenwichtige
personen die een actieve bijdrage leveren aan onze kleurrijke samenleving. We willen actief
burgerschap en sociale integratie bevorderen.
Sociale vorming vindt plaats in de gemeenschap van het gezin en de school. De sociale vorming leidt
tot de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen. Het gaat bij sociaal-emotionele ontwikkeling
om zelfvertrouwen en weerbaarheid, leren omgaan met gevoelens van zichzelf en anderen,
inlevingsvermogen, waarden en normen en het oplossen van conflictsituaties. Sociale vorming vraagt
om afstemming tussen thuis en school en tussen onderwijs en opvang.
Actief burgerschap betekent de bereidheid en het vermogen deel uit te maken van een gemeenschap
en daar een actieve bijdrage aan te leveren. Burgerschapsvorming is onderdeel van sociale vorming
of valt daar mee samen. Bij burgerschapsvorming staan drie domeinen centraal:
 Democratie - kennis over de democratische rechtstaat en politieke besluitvorming;
democratisch handelen en de maatschappelijke basiswaarden
 Participatie - kennis over de basiswaarden en mogelijkheden voor inspraak en vaardigheden
en houdingen die nodig zijn om op school en in de samenleving actief mee te kunnen doen
 Identiteit - verkennen van de eigen identiteit en die van anderen; voor welke waarden sta ik
en hoe maak ik die waar?
Om na te gaan of we onze doelen op het gebied van actief burgerschap en sociale integratie bereiken
maken we gebruik van de gegevens uit de toetsing die gekoppeld is aan de methoden die we
inzetten, de vragenlijst sociale veiligheid voor leerlingen, ouders en leerkrachten van de WMK, het
observatie- en (zelf-)evaluatie-instrument voor sociaal-emotionele ontwikkeling SCOL.
Juist bij dit thema is ook de procesevaluatie van groot belang. We voeren met de leerlingen in onze
groepen evaluatiegesprekken over de sfeer in de klas, over de wijze waarop we met elkaar omgaan
en over veiligheid. .
Ons beleid op het gebied van actief burgerschap en sociale integratie evalueren tenminste eenmaal
in de vier jaar via de WMK , vragenlijsten sociale veiligheid ouders en medewerkers. Vanaf het
schooljaar 2015-2016 nemen we jaarlijks de vragenlijst sociale veiligheid bij leerlingen af.
Vormingsaanbod
Burgerschapsvorming is niet een apart vak, maar is een vanzelfsprekend onderdeel van meerdere
vak- en vormingsgebieden. Het is nadrukkelijk onderdeel van onze dagelijkse praktijk, waar bij het
met name onderdeel is van nieuwsbegrip, taal en thema gerichte projecten zoals Prinsjesdag en
deelname aan de kindergemeenteraad van Wijchen.
9
Waarde en normen zijn steeds weer onderdeel van het gesprek en evaluaties met de kinderen
waarbij zorgen voor jezelf en de andere een terugkerend thema is.
Burgerschapsvorming komt daarnaast ook tot uiting in de zorg die onze school besteedt aan
veiligheid en ouderbetrokkenheid en de wijze waarop we als leerlingen, leerkrachten en ouders met
elkaar omgaan. Onze school heeft in haar visie en missie de kernwaarden vastgelegd. Onze
kernwaarden zijn:
 Veilgiheid
 Eigenheid
 Samen
 Vertrouwen
2.3.1 MISSIE VAN SBO DE BOLSTER
HET MOOIST WAT JE KUNT WORDEN IS JEZELF
Wij streven ernaar dat een kind zich, met alle beschermende en belemmerende factoren
meegerekend, zo goed mogelijk ontwikkelt op cognitief, sociaal emotioneel, creatief en
motorisch gebied, zodat het een volwaardig burger in de toekomstige maatschappij kan
worden.
Onze missie is richtinggevend voor de totale inrichting van onze schoolorganisatie. Hiermee
bedoelen we de onderwijskundige en pedagogische uitgangspunten, de inrichting van het
personeelsbeleid, financiën en samenwerking met ouders en andere maatschappelijke partners.
Transparantie zowel intern als extern zijn hierbij voorwaarde.
De Bolster is een school voor speciaal basisonderwijs. We zijn van origine een katholieke school.
Leerlingen van elke levensbeschouwelijke achtergrond zijn welkom op onze school. Dit maakt het op
een natuurlijke manier mogelijk om kinderen te leren omgaan met verschillen en open te staan voor
andere culturen en geloofsovertuigingen.
Om inhoud en vorm te geven aan deze pluriformiteit, werken wij aan burgerschap en
levensbeschouwelijke vorming, waarin aandacht wordt besteed aan religieuze onderwerpen,
verhalen en vieringen, waarden oriëntatie en verschillende culturen.
Samen groeien binnen een leergemeenschap betekent ook samen leven, je sociaal kunnen
verhouden en kennis hebben van de inrichting van de wereld om jou heen. Zowel in de eigen
gemeente, het eigen land en over de landsgrenzen heen. Dit vraagt om ontwikkeling van
burgerschap. We werken aan die ontwikkeling door middel van ons pedagogisch klimaat, thema’s en
projecten, reflectiegesprekken met de groep of individueel en een voor onze kinderen een zo breed
mogelijke maatschappelijke oriëntatie.
10
2.3.2 VISIE PEDAGOGISCHE EN DIDATISCHE UITGANGSPUNTEN
De kernwaarden SBO de Bolster vormen de basis van al onze keuzes en al ons handelen.
Onze kernwaarden komen tot uitdrukking in een aantal pedagogische en didactische uitgangspunten.
Voor een evenwichtige ontwikkeling vinden wij het essentieel dat leerlingen naast basale
vaardigheden als lezen en rekenen een brede oriëntatie op de wereld krijgen, zich kunnen vormen in
creatieve uitingen en vaardig worden in allerlei vormen van communicatie.
BASIS VOOR DE 4 PIJLERS IS HET PEDAGOGISCH KLIMAAT
Het pedagogisch klimaat op de Bolster vormt de vruchtbare bodem waarop de vier pijlers van ons
onderwijs vorm krijgen. Alleen binnen een goed, veilig en positief klimaat komen leerlingen sociaal
en cognitief tot ontwikkeling. Met behulp van onze pedagogisch kijkwijzer, geven wij vorm aan dit
klimaat. Deze kijkwijzer wordt ieder jaar opnieuw geëvalueerd en afgestemd op de dan geldende
situatie binnen de school en de onderwijsbehoeften van leerlingen. De rust in de school, de
taakgerichtheid van de leerlingen, de open houding van medewerkers naar leerlingen, dit alles vraagt
om excellent pedagogische medewerkers. De Bolster is een professionele organisatie. Teamleren
wordt ingezet om onszelf, onze kennis en vaardigheden ten behoeve van ons onderwijs te
ontwikkelen en bij te stellen. De interactie, het open klimaat tussen de medewerkers, reflecteren op
elkaars handelen en elkaar om hulp en feedback vragen staan op de Bolster dagelijks centraal tijdens
de voor- en nabesprekingen.
DE 4 PIJLERS VAN ONS ONDERWIJS
VEILIGHEID
Wij willen dat ieder kind zich veilig voelt op school. Vanuit een veilig gevoel kan een kind zich
ontwikkelen, staat het open voor nieuwe informatie en is het nieuwsgierig naar alles om zich heen.
Het bieden van een duidelijke structuur, schoolregels en afspraken, een herkenbaar rooster en rust
zijn randvoorwaarden voor deze veiligheid. Daarbij komt het pedagogisch handelen waarin
wederzijds respect centraal staat, een kind zich welkom voelt en mag zijn wie hij is.
Routines op unit en schoolniveau zijn voor iedereen duidelijk en worden consequent gehanteerd
door de medewerkers.
ZELFVERTROUWEN
Voor ieder kind is het belangrijk dat het vertrouwen heeft in eigen kunnen en een reëel zelfbeeld kan
vormen. Zelfstandigheid bevordert het zelfvertrouwen, evenals het werken aan de sociaal
emotionele ontwikkeling.
Reflectie en feedback zijn belangrijke vaardigheden ter bevordering van de sociale vaardigheid en
sociale redzaamheid. Leerlingen inzicht geven in hun kwaliteiten en daar ruimte aan geven binnen de
dagelijkse onderwijspraktijk. Fouten maken mag en vanuit vertrouwen in hun kwaliteiten, worden
leerlingen uitgedaagd om het beste uit zichzelf te halen.
11
EIGENHEID
Het mooiste wat je kunt worden is jezelf, dat is de lijfspreuk van de Bolster. Ieder kind, ieder mens, is
uniek. Wij leren kinderen dat iedereen anders is, iedereen andere kwaliteiten heeft en iedereen
gelijkwaardig is. Tijdens de reflectiegesprekken en door het portfolio krijgt het kind inzicht in zijn
eigen ontwikkeling en mogelijkheden. Op de Bolster is er sprake van onderwijs op maat, aansluitend
bij het niveau, de sociaal emotionele ontwikkeling en de onderwijsbehoeften van de leerlingen. We
maken binnen ons onderwijs gebruik van verschillende werkvormen en reflectie neemt een
belangrijke plaats in, waardoor het bewustzijn van de leerling omtrent zijn mogelijkheden en
onmogelijkheden wordt vergroot. Leerlingen worden aangesproken op hun talenten en leren wat zij
zelf nodig hebben om tot ontwikkeling te komen. Ze krijgen zicht op hun eigen onderwijsbehoeftes
wat maakt dat ze zichzelf kunnen en mogen zijn. Het gesprek waarin openheid en respect voor elkaar
hoog in het vaandel staat, is onderdeel van de dagelijkse onderwijspraktijk in alle units.
SAMEN
De Bolster is een leergemeenschap. In de school spelen, onderzoeken en leren we samen. Kinderen
helpen elkaar en werken opdrachten samen uit. In onze maatschappij kun je het niet alleen, daar
bereiden we onze kinderen op voor. Om samen te leven moet je je veilig voelen. Ons beleid ten
aanzien van veiligheid hebben wij als Samenwerkingsstichting Kans en Kleur geformuleerd en school
specifiek beschreven in het veiligheidsplan en de gedragscode. We geven er invulling aan in de
dagelijkse praktijk; sociale vaardigheden, samenwerken en in de omgang met elkaar. Regelmatig
worden onderdelen van het veiligheidsplan en de gedragscode besproken in het team.
2.4 INTERNE EN EXTERNE ANALYSE
De interne en externe analyse heeft het volgende beeld opgeleverd:
STERK
Unitplannen, doelen stellen, opbrengstgericht
werken
Pedagogisch excellente medewerkers
Taakgerichte werkhouding van de leerlingen
Onderwijsbehoeften in kaart brengen
Pedagogisch klimaat
Veiligheidsbeleid
Kwalitatief goed bewegingsonderwijs
aansluitend bij mogelijkheden van alle
leerlingen.
Voortgezet technisch lezen ( LIST)
KANSEN
Praktisch onderwijs voor ZMLK leerlingen
ZWAK
Betrokkenheid ouders wisselend
Pedagogisch unitplan
Goed functionerende MR
ICT geletterdheid bij leerlingen
ICT geletterdheid bij medewerkers
Inzetten van talenten van leerlingen
Breed aanbod
BEDREIGINGEN
12
Samenwerking speciaal onderwijs
Goed functionerend ondersteuningsplatform
Samenwerking met regulier basisonderwijs
binnen de stichting
Thematisch onderwijs
Samenwerking SBO regio
Vergroten van de units
Verzwaring zorgleerlingen
Vergroting samenwerkingsverband
Grote instroom grensverkeer en SO
Door deze gegevens met elkaar te combineren en af te zetten tegen wat we op onze school willen
realiseren, zijn uit een veelheid van mogelijkheden de volgende strategische keuzes gemaakt voor de
komende jaren.
3. ONDERWIJSKUNDIGE VORMGEVING
3.1. INLEIDING
In dit hoofdstuk wordt aangegeven hoe het onderwijs op de school vormgegeven wordt. In de
beschrijving van dit hoofdstuk wordt duidelijk gemaakt, hoe invulling gegeven wordt aan de
wettelijke opdracht van het onderwijs rekening houdend met de missie van de school en het geen in
de komende schoolplanperiode gerealiseerd wordt gezien de visie. Beide zijn beschreven in het
vorige hoofdstuk.
3.2. WETTELIJKE OPDRACHT VAN HET ONDERWIJS
In de wet op het primair onderwijs staat in een aantal artikelen beschreven aan welke eisen het
onderwijs moet voldoen. In de hierna volgende paragrafen wordt aangegeven op welke wijze wij
invulling geven aan deze wettelijke eisen.
3.2.1. ONONDERBROKENONTWIKKELING
Artikel 8 lid 1 van de WPO geeft aan: Het onderwijs wordt zodanig ingericht, dat de leerlingen een
ononderbroken ontwikkelingsproces kunnen doorlopen. Het wordt afgestemd op de voortgang in
de ontwikkeling van de leerlingen.
Op onze school wordt voor iedere leerling een ontwikkelingsperspectief opgesteld vanaf een
didactische leeftijd van 0 maanden onderwijs. Hiermee worden de doelen per vakgebied bepaald.
Drie keer per jaar worden de resultaten besproken en gepland welke korte termijn en lange termijn
doelen gesteld worden.
3.2.2. BREDE ONTWIKKELING
Artikel 8 lid 2 WPO geeft aan: Het onderwijs richt zich in elk geval op de emotionele en de
verstandelijke ontwikkeling, en op het ontwikkelen van creativiteit, op het verwerven van
noodzakelijke kennis en van sociale, culturele en lichamelijke vaardigheden (brede ontwikkeling).
13
Ons accent ligt op de vakgebieden taal, rekenen en lezen omdat dit belangrijke voorwaarden zijn om
volwaardig in de maatschappij te kunnen functioneren. Daarnaast komen iedere week ook de andere
vakgebieden aan bod volgens het vastgestelde rooster.
3.2.3. MULTICULTURELE SAMENLEVING
Artikel 8 lid 3 WPO geeft aan: Het onderwijs:
a. gaat er mede van uit dat leerlingen opgroeien in een pluriforme samenleving,
b. is mede gericht op het bevorderen van actief burgerschap en sociale integratie, en
c. is er mede op gericht dat leerlingen kennis hebben van en kennismaken met verschillende
achtergronden en culturen van leeftijdgenoten.
Het onderwijs wordt zodanig ingericht dat daarbij op structurele en herkenbare wijze aandacht
wordt besteed aan het bestrijden van achterstanden in het bijzonder in de beheersing van de
Nederlandse taal.
3.3. KERNDOELEN
Artikel 9 lid 5 WPO geeft aan: Ten aanzien van de onderwijsactiviteiten, genoemd in het eerste tot en
met vierde lid, worden bij algemene maatregel van bestuur kerndoelen vastgesteld.
En in artikel 9 lid 6: Voor de school geldt de eis dat zij ten minste de kerndoelen bij haar
onderwijsactiviteiten als aan het eind van het basisonderwijs te bereiken doelstellingen hanteert.
De referentieniveaus zijn uitgangspunt voor onze einddoelen.
3.4 PASSEND ONDERWIJS
In het strategisch beleidsplan staat onze visie op passend onderwijs:
Ieder kind heeft recht op onderwijs.
Het recht op onderwijs is een grondwettelijk recht. Wij willen daaraan tegemoet komen voor alle
Wijchense kinderen, ook als zij een speciale vorm van onderwijs nodig hebben.
Onderwijs hoort bij de eigen leefomgeving van het kind.
Onderwijs is zo onlosmakelijk verbonden met het leven van de kinderen, dat wij het onderwijs in of
heel dicht bij de eigen leef-/woonomgeving van de kinderen aanbieden.
We gaan uit van het kind.
Om onderwijs op maat te geven zetten wij de leerbehoeften van ieder kind centraal, en organiseren
we het onderwijs en aanvullende expertise rondom het kind.
Ieder kind telt volwaardig mee.
Ieder kind is in onze visie op zijn niveau volwaardig deelnemer van het onderwijs en van de
samenleving. Als kinderen onze scholen verlaten kunnen zij op hun niveau, als aankomend jonge
volwassenen, communicatief slagvaardig en onafhankelijk functioneren in onze voortdurend
veranderende maatschappij.
Ieder kind met iedere onderwijsvraag krijgt bij ons een plek. In principe hoeft geen kind daarvoor
Wijchen uit, want wij nemen verantwoordelijkheid voor het onderwijs van ieder Wijchens kind in de
basisschoolleeftijd, ook voor de kinderen die (nu nog) elders onderwijs volgen.
14
Vanuit deze uitgangspunten is het onderwijszorgprofiel opgesteld. In dit profiel gaan we uit van de 1zorgroute, gebaseerd op handelingsgericht werken met basiszorg, breedtezorg en dieptezorg.
Alle scholen van de stichting hebben uitgesproken dat zij een brede zorgschool willen zijn, wat
betekent dat er geen gespecialiseerde basisscholen in de gemeente Wijchen zijn. Expertise en
ondersteuning voor de breedtezorg wordt georganiseerd vanuit het onderwijszorgcentrum.
De Bolster is de enige speciaal basisonderwijsschool in Wijchen, ook wij zijn een brede zorgschool,
zonder specialisatie.
Iedere school heeft op basis van het onderwijszorgprofiel ontwikkelpunten vastgesteld voor passend
onderwijs, voor onze school zijn dat handelingsgericht werken en de grondhouding voor passend
onderwijs. De overige ontwikkelpunten zijn erop gebaseerd dat verbetering van de kwaliteit een
verbreding oplevert van de zorg die wij kunnen bieden.
Het onderwijszorgprofiel is op te vragen bij de directeur van de school.
3.5 LEERMIDDELEN
Nederlandse taal:
Hieronder wordt begrepen:
Mondeling taalonderwijs
Schriftelijk taalonderwijs
Technisch lezen
Begrijpend lezen
Mondeling taalonderwijs
 Methode Taaljournaal
 Daarnaast zit mondeling taalonderwijs in alle andere vakgebieden verweven o.a.
projecttaken rekenen, Nieuwsbegrip.
Schriftelijk taalonderwijs
 Methode Taaljournaal, taal en spelling
 Stenvertblok Taal, Spelling, Woordenschat
 Ambrasoft computerprogramma
 Methode Taaljournaal computerprogramma woordenschat
Technisch lezen
 Veilig leren lezen
 Veilig stap voor stap
 LIST ( methodiek)
 Ralfi lezen
 Connect
15




Smartboard: Flits
Tutor lezen
Vrij lezen, waarbij aandacht is voor leesplezier en leesbeleving
Hommelen
Begrijpend lezen
 Nieuwsbegrip XL, kijken en luisteren
Engelse taal:
 Methode Hello you
 Engelse puzzels en bronnenboek
 Gynzy
Rekenen/wiskunde
Hieronder wordt begrepen:
Wiskundig inzicht en handelen
Getallen en bewerkingen
Meten en meetkunde









Methode Wereld in getallen – wordt 2015-2016 vervangen door Reken zeker
Maatwerk
Computerprogramma: Ambrasoft, WIG, Maatwerk
Rekenmakkers/rekenmeesters
Rekenmaterialen, geld, klokken, getallenlijn, rekenrek, breukenbord, flitskaarten
Met sprongen vooruit
Ambrasoft
Gynzy
Spellen; Eurospel, Piccolo, JB piramide, domino’s, Loco
Oriëntatie op jezelf en de wereld
Hieronder wordt begrepen:
Mens en samenleving, tijd en ruimte
Natuur en techniek
Mens en samenleving, tijd en ruimte
 Topondernemers
 Projecten die aansluiten bij de Taalmethode, aansluiten bij de belevingswereld van het kind
 Nieuwsbegrip XL
 Klokhuis uitzendingen
 Jeugdjournaal
 Topografie, Nederland, Europa, Wereld
 Projecten vanuit Kunst & cultuur educatie
16
Natuur en techniek
 Wij werken met een techniekkast. Deze techniekkast wordt periodiek gevuld met de
volgende thema’s:
- Geluid
- Water
- Magneten
- Spiegels
- Stroom
- Energie
- Verbindingen
 Methode Top ondernemers
 Klokhuis uitzendingen
 Jeugdjournaal
 Projecten die aansluiten bij de belevingswereld van het kind
 Schooltuintjes
 Boerderijschool van maart tot en met juli, voor groep 7/8 leerlingen
Kunstzinnige oriëntatie
 Er worden diverse creatieve vakken aangeboden: Drama, muziek, dans, koken, tekenen,
schilderen, handvaardigheid. In de onderbouw wordt dit per unit in het weekrooster
aangeboden en tevens aanbod vanuit Kunst & cultuureducatie.
Bewegingsonderwijs
 Basislessen bewegingsonderwijs gegeven door een vakleerkracht en een beweegteam,
bestaande uit studenten CIOS of ALO.
3.6. KINDEREN DIE EXTRA ZORG BEHOEVEN
Artikel 8 lid 4 WPO geeft aan: Ten aanzien van leerlingen die extra zorg behoeven, is het onderwijs
gericht op individuele begeleiding die is afgestemd op de behoeften van de leerling.
In lid 6 staat: De scholen voorzien in een voortgangsregistratie omtrent de ontwikkeling van leerlingen
die extra zorg nodig hebben.
Er is wetgeving in de maak in het kader van Passend Onderwijs. Op dit moment is dit traject nog niet
afgerond. Het onderwijszorgprofiel is op het niveau van de stichting opgesteld, hierin staan ook de
actuele ontwikkelingen van onze school.
Voor al onze leerlingen geldt dat er een ontwikkelingsperspectief wordt opgesteld vanaf een
didactische leeftijd van 20 maanden met een uitstroomprognose vanaf 35 maanden. Binnen de
unitplannen worden de leerdoelen vastgelegd gerelateerd aan het ontwikkelingsperspectief.
3.7. ONDERWIJS AAN LANGDURIG ZIEKE KINDEREN
Artikel 9a WPO gaat over: Ondersteuning bij het onderwijs aan zieke leerlingen.
17
1. Bij het geven van onderwijs aan een leerling die is opgenomen in een ziekenhuis of die in verband
met ziekte thuis verblijft, kan het bevoegd gezag van een school worden ondersteund.
2. De ondersteuning bedoeld in het eerste lid, wordt verzorgd door:
a. een educatieve voorziening bij een academisch ziekenhuis of
b. een schoolbegeleidingsdienst als bedoeld in artikel 179, indien de leerling is opgenomen in een
ziekenhuis niet zijnde een academisch ziekenhuis dan wel indien de leerling in verband met ziekte thuis
verblijft.
3.8. VEILGIHEIDSBELEID
Veiligheid en fysiek en sociale veiligheid voor leerlingen en medewerkers staat voorop op onze school.
Sinds augustus 2010 hebben wij een incidentenregistratie, hierin worden alle incidenten gemeld door
medewerkers en verzameld door de (waarnemend) directeur. Daarnaast is er een veiligheidsplan
vanuit Kans & Kleur, aangevuld met schoolgegevens. De gedragscode vanuit samenwerkingsstichting
Kans & Kleur wordt jaarlijks in het team besproken. In het schooljaar 2011 – 2012 hebben
medewerkers gezamenlijk een training ‘veilig werken met kinderen gevolgd. Marouchka Janssen heeft
de opleiding ‘Train de trainer’ vervolgens gevolgd en afgerond zodat zij bevoegd is om nieuwe mensen
een training “Veilig werken met kinderen’ te geven. Dit wordt standaard in het begin van het schooljaar
uitgevoerd en halverwege het schooljaar herhaald.
4 PERSONEELSBELEID
Permanente professionalisering door medewerkers
Professionalisering is onontbeerlijk en niet vrijblijvend. Leerkrachten scholen zich voortdurend bij en
laten zich toetsen voor het onderhoud van hun vakbekwaamheid. Zij moeten hun vakbekwaamheid op
peil houden. Dat zijn ze aan hun stand verplicht. En door de verplichting ontstaat een paradox: scholen
tegen wil en dank is minder effectief. Kans & Kleur wil een klimaat creëren waarvoor het voor iedereen
ontwikkeling vanzelfsprekend is. Is deze onvoldoende dan moeten zij zich verbeteren. Dat zijn zij
verplicht aan ouders en leerlingen. Die mogen verwachten dat alle leerkrachten kwaliteit bieden. Ons
strategisch beleid moet zichtbaar worden in de houding en het handelen van medewerkers ten aanzien
van het eigen werk, in hun omgang met leerlingen, ouders en collega’s en samenwerkingspartners, en
in de wijze waarop zij hun eigen functioneren optimaliseren.
Talentontwikkeling bij leerkrachten
Om onze ambities met ons onderwijs te realiseren, onderhouden al onze medewerkers hun
vakbekwaamheid en ontwikkelen hun talenten. We leren van en met elkaar. Door het
onderwijsconcept, unitonderwijs, werken we in team. Dit is een sterke bron voor ontwikkeling. De
expertise van de één wordt overgebracht op de anderen. Door gesprek, intervisie en samen zoeken
ontwikkelen de teamleden zich dagelijks.
Sterke schoolleiders
18
We willen de kwaliteit van schoolleiders voortdurend versterken. Er is een aantoonbaar verband
tussen de kwaliteit van de schoolleiders en de kwaliteit van de lessen die leerkrachten geven. De
schoolleider is bij uitstek degene die ervoor zorgt dat de teams een gezamenlijk beeld heeft van
onderwijskwaliteit verbonden met de identiteit van de school.
5 KWALITEITSZORG
MANAGEMENT VAN PROCESSEN
Werkbare kwaliteitszorg en informatiesystemen
Kwaliteitszorg is er in de eerste plaats voor bedoeld om op stichtings-, school- en
medewerkersniveau informatie te verschaffen, zodat op die niveaus zo nodig bijgestuurd kan
worden. Als we dat goed doen, zijn we ook goed in staat om aan samenwerkingspartners
verantwoording af te leggen, inclusief de vereisten die voortvloeien uit wet- en regelgeving.





We werken volgens de PDCA1-cyclus en evalueren ons werk.
De doelen van dit beleidsplan vertalen we in indicatoren en normen.
We hebben administratieve procedures en systemen zodanig ingericht dat
managementinformatie over personele, financiële, onderwijskundige en
beleidszaken tijdig en adequaat beschikbaar zijn.
We bevragen ouders, leerlingen en samenwerkingspartners over hun visie op de
kwaliteit van ons werk.
We houden onszelf een spiegel voor door interne of externe audits te doen.
Het INK-model is het sturings-en ontwikkelmodel. Kans en Kleur werkt met het WMK-systeem. Dit
kwaliteitszorgsysteem biedt een kader waarmee door de scholen over vele beleidsterreinen jaarlijks
kwaliteitsinformatie gegenereerd wordt. Iedere school genereert hiermee kengetallen over de
centraal vastgestelde beleidsterreinen en indicatoren, dus die voor alle scholen gelden, alsmede over
de eventuele eigen aanvullende beleidsonderwerpen. Dit gebeurt met behulp van Kwaliteitskaarten.
BELEIDSVOORNEMEN:
De komende schoolplanperiode komen de volgende Kwaliteitskaarten aan bod:
2015-2016
Taal en leesonderwijs
2016-2017
Rekenen Wiskunde
2017-2018
Actieve en zelfstandige rol leerlingen
2018-2019
21e eeuwse vaardigheden
AUDIT
1
De cyclus van plannen, uitvoeren, evalueren en bijstellen.
19
Daarnaast vinden wij het belangrijk kwaliteitskaarten door externen te laten auditeren, om te
monitoren of wij de ons gesteld kwaliteit ook behalen, Per schoolplanperiode worden er twee
kwaliteitskaarten geauditeerd.
2016-2017
Didactisch handelen
2017-2018
Rekenen Wiskunde
Naast de kwaliteitskaarten en eventuele Quickscan worden er om de vier jaar vragenlijsten voor
ouders, leerkrachten en leerlingen afgenomen.
TEVREDENHEIDSPEILING
2015-2016
Medewerkers
2016-2017
Leerlingen
2017-2018
Ouders
SOCIALE VEILIGHEID VRAGENLIJST
2015-2016
Leerlingen
2016-2017
Leerlingen, medewerkers
2017-2018
Leerlingen
2018-2019
Medewerkers, ouders, leerlingen
De gegevens uit de vragenlijsten en kwaliteitskaarten analyseren wij en vormen het uitgangspunt
voor nieuwe of aangepaste beleidsvoornemens, die opgenomen worden in de jaarplannen.
De kwaliteitskaart opbrengsten is in het schooljaar 2009-2010 uitgewerkt en wordt elk jaar bijgesteld
aan de hand van nieuwe indicatoren. Iedere school werkt elk jaar deze kaart als bijlage van het
jaarverslag uit.
De afspraken omtrent WMK-systeem zijn vastgelegd in het document reglement WMK
Zie Share point>stichting>beleidsdocument >kwaliteit en onderwijs>kwaliteitszorg
PUBLIEKE VERANTWOORDING
Wij leggen publieke verantwoording af over ons werk als maatschappelijk organisatie. De publieke
verantwoording naar samenwerkingspartners en de Wijchense samenleving is gericht op de
versterking van de legitimatie van ons werk
•
Onze scholen rapporteren jaarlijks over de leerresultaten, de resultaten van
schoolverbetering en de activiteiten van de school aan hun samenwerkingspartners.
OPBRENGSTEN
Toetsing en borging
•
De methode onafhankelijke toetsen worden ingebracht in het web-based programma CITOleerlingvolgsystemen zijn toegankelijk voor alle leerkrachten en directie.
•
Leerkrachten analyseren de opbrengsten, passen instructie en aanbod aan middels het
unitplan.
•
Alle onze scholen leggen via Vensters PO publiek verantwoording af.
•
Op stichtingsniveau verantwoorden wij jaarlijks aan onze samenwerkingspartners over onze
resultaten door een sociaal, financieel en onderwijskundig jaarverslag.
20
VERANTWOORDING
In de schoolgids wordt een samenvatting van de opbrengsten en de ontwikkelingsactiviteiten
gepubliceerd.
Zie Kwaliteitshandboek> kwaliteitszorg> jaarverslag
Zie Kwaliteitshandboek> opbrengsten> Opbrengsten in beeld
Zie Kwaliteitshandboek>schoolgids
6 FINANCIEEL BELEID
MANAGEMENT VAN MIDDELEN
6.1 FINANCIEEL GEZOND
Het primair onderwijs kent een lumpsum-bekostiging, wij zijn autonoom in de besteding van die
middelen. Vanzelfsprekend dient de financiële gezondheid van Kans & Kleur, ook op langere termijn,
gewaarborgd te zijn.



Onze interne risicobeheersings- en controlesystemen borgen de financiële gezondheid van
Kans & Kleur op langere termijn.
Begrotingen zijn de financiële vertaling van beleidsplannen, en beleidsplannen worden
getoetst aan de financiële kaders.
We zetten de financiële middelen in om inhoudelijke prioriteiten te bereiken.
FINANCIEEL BELEID OP STICHTINGSNIVEAU
Sinds 1 augustus 2006 kent het primair onderwijs een lumpsumbekostiging. Er is sinds die tijd een
niet-geoormerkt en in euro’s uitgekeerd totaalbudget beschikbaar waarmee zowel de materiële als
de personele kosten worden bekostigd.
Invoering van de lumpsumbekostiging vergrootte de vrijheid om financiële middelen naar eigen
inzicht aan te wenden. Die vrijheid brengt naast kansen ook risico’s en een groeiende
verantwoordelijkheid met zich mee.
Om die reden heeft de boven schoolse werkgroep Financiën een stuk vastgesteld met de Financiële
kaderafspraken voor alle scholen van de Samenwerkingsstichting Kans en Kleur. Hieronder een
aantal hoofdzaken uit dit document.
UITGANGSPUNTEN EN DOELEN
Financiële kaders zijn onmisbaar voor een organisatie. Het zijn onze interne spelregels die gelden op
financieel gebied. Hoeveel geld kan uitgegeven worden, hoe moet het geld worden besteed, welke
regels gelden hierbij? Sommige organisaties noemen deze financiële kaders ‘financiële doelen’. Maar
geld kan nooit een doel zijn; het is een middel om inhoudelijke doelen te verwezenlijken.
Financiële kaders zijn er om de financiële gezondheid van KANS & KLEUR te bewaken. De kaders
geven duidelijkheid en bevatten de te stellen eisen aan vermogen, exploitatie, solidariteit
enzovoorts. Ze geven ook aan hoe binnen een meerschoolse organisatie de middelen over de
individuele scholen verdeeld worden. En bovenal dragen ze bij aan inzet die leidt tot een goed
onderwijs waarin elk kind zijn eigen kans krijgt en elk schoolteam zijn eigen kleur ontwikkelt.
21
Beleidsplannen en de bijbehorende begrotingen worden getoetst aan deze financiële kaders, en
worden zo nodig aangepast. Zo blijft KANS & KLEUR in financieel opzicht gezond en wordt
voorkomen dat middelen onnodig of ongericht worden ingezet.
De in het boven schoolse beleidsplan beschreven financiële kaderafspraken vormen een uitwerking
van de onderstaande hoofddoelen:
Realiseer dat de bekostiging zoveel mogelijk daadwerkelijk wordt ingezet voor de primaire taak: het
geven van goed onderwijs.
Zorg dat de continuïteit van KANS & KLEUR wordt gewaarborgd door het vormen van adequate
reserves en voorzieningen en het realiseren van een duurzaam sluitende exploitatie.
Herverdeel de beschikbare middelen op een manier die getuigt van onderlinge solidariteit en die
maakt dat individuele scholen niet onnodig worden getroffen door niet-verwijtbare tegenvallers.
Handhaaf een zinvolle mate van financiële autonomie voor individuele scholen, biedt hen ruimte om
in te gaan op de behoeften van de gemeenschap van ouders en leerlingen en stimuleer
onderwijskundig ondernemerschap.
Maak dat alle betrokkenen zicht hebben op de hoofdlijnen van onze financiële werkelijkheid en biedt
hen de mogelijkheid om een bij hun taken en verantwoordelijkheden passende rol te spelen bij het
vormen of evalueren van de hoofdlijnen van ons financiële beleid.
De middelen worden zo ingezet dat de doelen in het Strategisch Beleidsplan kunnen worden
gerealiseerd.
6.3. EXPLOITATIE OP SCHOOLNIVEAU
Samenwerkingsstichting KANS & KLEUR vindt onderlinge solidariteit belangrijk. Onze financiële
middelen zijn natuurlijk wel begrensd. We kunnen dus niet langdurig tekorten van een individuele
school afdekken door overheveling van middelen van andere scholen of inzet van reserves. De
onderlinge solidariteit is groot, maar kent tegelijkertijd financiële grenzen.
Onze scholen zullen in principe uit moeten komen met hun aandeel in de OCW-bekostiging,
aangevuld met eventuele andere subsidiestromen.
Afspraken
 Er moet op school ieder jaar sprake zijn van een evenwicht tussen baten en lasten of een
positief exploitatiesaldo.
 Investeringen worden niet onmiddellijk als lasten beschouwd. De kosten van deze
investeringen worden geleidelijk, via een systeem van afschrijving, in de exploitatie van de
betreffende school verwerkt.
 Een school mag gepland (en dus al zichtbaar in een door het College van Bestuur
goedgekeurde begroting) afwijken van afspraak (a) onder de voorwaarde dat dit tekort kan
worden gedekt uit de eigen exploitatiereserve.
 De individuele school is bij dit alles niet verantwoordelijk voor het dekken van lasten die
conform solidariteitsafspraken voor rekening moeten komen van de bovenschoolse
jaarmiddelen of reserves.
22
Investeringen
Investeringen hoeven niet in één keer als kosten geboekt te worden, maar worden over meerdere
jaren afgeschreven. We doen dit op een viertal gebieden:
a. Meubilair ( 20 jaar )
b. Onderwijsleerpakket, methodes (9 jaar)
c. ICT hardware, pc’s en beamers (5 jaar)
d. Apparatuur, digiborden (10 jaar)
De meerjaren investeringen
De meerjaren investeringen maken onderdeel uit van de begroting.
Hieronder is zichtbaar gemaakt welke planning onze school voor de nieuwe methodes van het
Onderwijsleerpakket heeft.
INVESTERINGSPLAN EN FINANCIEEL PLAN EXTRA MIDDELEN
Naast het reguliere investeringsplan komt er ook een financieel plan welke gericht is op de extra
incidentele middelen uit 2014 en 2015. Kans en Kleur heeft deze middelen gereserveerd voor uitvoer
van plannen die voortkomen uit het Bestuursakkoord 2015-2019 en strategisch beleid.
De Bolster zal zich in 2015-2016 richten op het uitwerken vormgeven van techniek onderwijs. Dit
gebeurt in samenwerking met Pro College Nijmegen. Techniek is een richting waar juist voor onze
leerlingen mogelijkheden liggen. Ons doel ruimte te geven voor het ontdekken van talent zodat
gerichter aansluiting met het VO kan worden gemaakt.
Het speellokaal wordt techniek lokaal met daarin techniekhoeken zoals een fietsenmaker en een
houtbewerkingshoek. Daarnaast komt er een lokaal waar zelfredzaamheid van onze ZMLK leerlingen
verder wordt ontwikkelend, we denken daarbij aan koken, de was verzorgen, hygiëne, bedienen en
verzorging. Op deze wijze willen we beter aansluiten bij de mogelijkheden maar zeker ook bij de
talenten van leerlingen.
Activiteit
15-16
16 - 17
17 - 18
18 - 19
Voorbereidend en
aanvankelijk lezen
Voortgezet technisch
lezen *
Begrijpend lezen*
Taal
x
23
Rekenen
x
Engels
Wereldverkenning
x
x
x
x
Schrijven
Zelfredzaamheid +
techniek
x
*LICENTIE NIEUWSBEGRIP XL – jaarlijks
Als u Nieuwsbegrip wilt gebruiken als complete, kerndoel dekkende methode voor begrijpend lezen.
*VOORTGEZET TECHNISCH LEZEN – samenwerking met de bibliotheek Wijchen, 2 keer per schooljaar
400 nieuwe titels, aansluitend bij belevingswereld en leesniveaus.
SPONSERING
Alle scholen zijn verplicht om in hun schoolplan aan te geven welk beleid ze voeren met betrekking
tot sponsoring.
De drie belangrijkste uitgangspunten van ons beleid zijn:
 Sponsoring moet verenigbaar zijn met de pedagogische en onderwijskundige doelstellingen
van de school. Er mag geen schade worden berokkend aan de geestelijke en/of lichamelijke
gesteldheid van leerlingen. Sponsoring moet in overeenstemming zijn met de goede smaak
en fatsoen.
 Sponsoring mag niet de objectiviteit, de geloofwaardigheid, de betrouwbaarheid en de
onafhankelijkheid van het onderwijs en de daarbij betrokkenen in gevaar brengen.
 Sponsoring mag niet de onderwijsinhoud en/of de continuïteit van het onderwijs
beïnvloeden, dan wel in strijd zijn met het onderwijsaanbod en de kwalitatieve eisen die de
school aan het onderwijs stelt. Het primair onderwijsproces mag niet afhankelijk zijn van
sponsormiddelen.
 De MR heeft instemmingsrecht op beslissingen van het bevoegd gezag over sponsoring van
de school.
Tevens zijn de volgende principes van kracht:
 Nieuwe sponsorcontracten moeten zich richten op een gezonde levensstijl van leerlingen.
 Bedrijven mogen alleen met scholen samenwerken vanuit een maatschappelijke
betrokkenheid.
 De samenwerking tussen scholen en bedrijven mag geen nadelige invloed hebben op de
geestelijke en lichamelijke ontwikkeling van leerlingen.
24

De kernactiviteiten van de school mogen niet afhankelijk worden van sponsoring.
7. Meerjarenplanning
7.1. INLEIDING
In dit hoofdstuk starten we met een overzicht van de veranderingsonderwerpen in de komende
schoolplanperiode. Daarbij wordt zo concreet mogelijk aangegeven welke resultaten we ten aanzien
van deze onderwerpen in de komende vier jaar nastreven.
Vervolgens geven we in een globale planning aan wanneer deze onderwerpen aan de orde zullen
komen.
Op basis van dit meerjarenplan wordt jaarlijks een gedetailleerd jaarplan opgesteld. Bij de opstelling
van zo’n jaarplan zal rekening gehouden worden met de resultaten van het voorgaande schooljaar
die zijn vastgelegd in een jaarverslag. In het jaarplan worden de acties concreet gemaakt en doelen
smart gesteld.
7.2. VERANDERINGSONDERWERPEN EN RESULTATEN
SCHOOLPLAN 2015-2019
Afhankelijke van de ontwikkeling binnen de school en binnen de stichting, passen wij onze
doelen aan, aan de dan geldende situatie. Veranderingen binnen het basis, speciaal basis en
speciaal onderwijs worden verwacht en dat vraagt bijstelling van onze doelen.
THEMATISCH WERKEN
Eigentijdsonderwijs in een veranderende maatschappij
Onder thematisch werken verstaan wij een structureel breed aanbod waarbij kunst- en
cultuureducatie, techniek, drama, muziek, tekenen, handvaardigheid, bewegingsonderwijs
en wereld oriëntatie binnen de hele school met elkaar wordt verbonden binnen één thema,
gedurende een bepaalde periode.
Kinderen zijn nieuwsgierig. Ze zijn voortdurend op zoek om zichzelf en de wereld te leren
kennen en te verkennen. Die ontwikkelingsbehoefte is een aangrijpingspunt voor dit
leergebied.
De samenleving is volop in verandering. Wij willen met ons onderwijs zo goed mogelijk
inspelen op deze veranderingen. De leerling, de leerkracht en onze school staan immers
25
middenin de samenleving. Bij eigentijds onderwijs horen kerndoelen die aansluiten op de
ontwikkelingen in onze samenleving.
Eigentijds onderwijs middels thematisch onderwijs wordt de kweekvijver om 21e eeuwse
vaardigheden bij kinderen aan te leren en tot ontwikkeling te laten komen, waarbij we
gebruik maken van de nieuwsgierigheid van kinderen door de onderzoekende houding van
hen aan te spreken. De unitmedewerker is begeleider van het proces, waarbij hij/zij kansen
ziet, creëert en vastpakt om het bovenstaande te voeden.
Onder 21e eeuwse vaardigheden verstaan we:
•
Samenwerking
•
Communicatie
•
ICT-gebruik
•
Sociaal en cultureel bewustzijn ( inclusief burgerschap)
•
Creativiteit
•
Kritisch denken
•
Probleemoplossende vaardigheden
•
Productiviteit

(jezelf) Presenteren
THEMATISCH ONDERWIJS : EINDDOEL
DOEL LEERLING
•
Kinderen ontdekken, ontwikkelen en gebruiken hun talenten.
•
Kinderen beschikken over 21e eeuwse vaardigheden.
•
Kinderen zijn nieuwsgierig naar de wereld om hun heen en dit helpt hen om lesstof
tot zich te nemen.

Kinderen hebben een onderzoekende houding, experimenteren om oplossingen
te zoeken.
•
Kinderen verbreden hun kennis op het gebied van wereldoriëntatie, techniek, kunst
en cultuur.
DOEL UNITMEDEWERKER
•
spreekt de kinderen aan op hun talent en geeft ruimte om hierin te groeien.
•
professionalisering op het gebied van 21e eeuwse vaardigheden.

is tevens begeleider van leerprocessen

neemt tijd en ziet kansen om de nieuwsgierigheid van kinderen aan te sporen
waardoor er een onderzoekende houding ontstaat bij leerlingen.
DOEL DIRECTIE
26


breed georiënteerd, eigentijds onderwijs heeft een vaste plek op de Bolster en
sluit aan bij vervolgonderwijs en de vraag vanuit de maatschappij.
geeft ruimte in de opdracht voor leerkrachten om de nieuwsgierigheid van
leerlingen aan te sporen en te voeden
PASSEND ONDERWIJS – LEERLIJNEN - EINDDOEL
Omgaan met verschillen
De leraar speelt een sleutelrol bij het vormgeven van passend onderwijs. Passend onderwijs
vraagt om leraren die willen en kunnen omgaan met verschillen tussen leerlingen en
antwoord kunnen geven op verschillende onderwijsbehoeften van leerlingen.
Het gaat er om dat leraren kunnen variëren in hun didactisch en pedagogisch repertoire,
zowel met betrekking tot de brede uitstroom zoals de Bolster die kent.
Bij het ontwikkelen van het rekenonderwijs volgens het handelingsmodel en hoofdlijnen
model, zal de leerlijn rekenen als onderlegger worden gebruikt.
worden. Onze didactisch specialist neemt het team stap voor stap mee in het werken vanuit
de leerlijn rekenen. Dit loopt synchroon met het invoeren, implementeren en borgen van
het rekenonderwijs waarbij een de nieuwe rekenmethode dienend zal zijn.
Gedurende de komende periode van het schoolplan zullen wij het werken met leerlijnen
uitbreiden voor de vakgebieden lezen, spelling, rekenen en sociale vaardigheden.
Op grond van de verzamelde gegevens wordt een kind op een leerlijn geplaatst waarmee de
leerkracht het instructieniveau bepaalt en op deze wijze stimuleren wij de verdere
ontwikkeling van de leerling. Van daaruit worden doelen gesteld, deze sluiten
aan bij het ontwikkelingsperspectief en zijn terug te vinden in het unitplan.
DOEL LEERLINGEN
 aanbod dat naadloos aansluit bij hun mogelijkheden zodat zij zich optimaal kunnen
ontwikkelen wat betreft spelling, rekenen, lezen en sociale vaardigheden.
DOEL UNITMEDEWERKERS
 zijn in staat om de leerling op grond van verzamelde gegevens op een leerlijn te
plaatsen, waarmee de unitmedewerker het instructieniveau bepaalt en op deze
wijze de verdere ontwikkeling van de leerling stimuleert.
 hebben zicht op het leerproces van de leerling.
 kunnen hun instructie op elkaar afstemmen en ook hierin een doorgaande lijn
realiseren
27
DOEL DIRECTIE
 Op de Bolster zijn de leerlijnen uitgangspunt voor het leerproces en onderlegger
voor het onderwijs wat betreft lezen, spelling, rekenen en sociale vaardigheden en
als zodanig terug te vinden in de unitplannen.
REKENEN- EINDDOEL
Het team heeft in 2014-2015 kennis gemaakt met de theorie van het handelingsmodel en
hoofdlijnenmodel rekenen en met de CED leerlijn van rekenen. Het toepassen van de kennis
is in een later stadium aan bod gekomen, waarbij we rekening hebben gehouden dat een
ieder dit op zijn eigen tempo doet. Door dit proces stond ‘het kijken naar nieuwe methodes’
even stil, de vraag van het team om een goed beeld te krijgen en om te ervaren wat goed
rekenonderwijs inhoud, is een voorwaarde om tot een heldere visie te komen. Deze visie is
mede bepalend bij het maken van een goede keuze voor een nieuwe rekenmethode.
Het team heeft criteria geformuleerd die richting geven bij de aanschaf van een nieuwe
methode. Aan de hand van de criteria is er een kijkwijzer opgesteld die leidend is, bij het
maken van de keuze voor een nieuwe rekenmethode zodat we in het schooljaar 2015-2016
over kunnen gaan tot keuze, aanschaf en implementatie.
DOEL LEERLINGEN:
 Kinderen beheersen de basisvaardigheden van het rekenen, passend bij hun
ontwikkelingsperspectief.
 Kinderen kunnen inzichtelijk rekenen gebaseerd op praktisch handelen.
DOEL UNITMEDEWERKERS



Maken de koppeling tussen leerlijnen en methode ( methodiek).
Uitgaande van de ( CED) leerlijn rekenen maken unitmedewerkers hun lessen
effectiever, zodat de leeropbrengsten omhoog gaan.
Met behulp van de leerlijn rekenen en de daaraan gekoppelde uitstroomniveaus,
geven de unitmedewerkers het rekenonderwijs beter vorm.
DOEL DIRECTIE

Er is nieuw beleid op rekenonderwijs uitgaande van het handelings- en
hoofdlijnenmodel.
28
TAAL - EINDDOEL
Onze huidige taalmethode taaljournaal is verouderd en voldoet niet meer aan de
onderwijsbehoeften van onze populatie kinderen met brede uitstroom. In de afgelopen
jaren hebben we het werken met de taalmethode uitgebreid met taal in blokjes. Preventief
wordt Taal in Blokjes steeds meer in de klas naast de reguliere taalmethode gebruikt.
Taal in Blokjes wordt gebruikt voor de begeleiding van kinderen met lees- en
spellingproblemen in het basis- en speciaal onderwijs.
Taal in Blokjes wordt ook ingezet bij logopedie en praktijken voor remedial teaching en het
interventiepakket Taal in Blokjes is een evidence based interventie als voortraject voor een
doorverwijzing naar de specialistische dyslexiezorg. Omdat diverse kinderen buiten school
deze zorg krijgen, zorgen we op deze manier ook voor een doorgaande lijn met school.
Op dit moment gebruiken we de huidige taalmethode vaak op een wijze die beter aansluit
bij het betekenisvol leren.
In het schooljaar 2016-2017 gaan wij op zoek naar een taalmethode die aansluit bij onze
visie op taalonderwijs en die aansluit bij de methodiek van José Schraven rondom spelling.
Dit sluit weer aan bij taal in blokjes, wat een plaats blijft houden binnen ons
spellingsonderwijs.
Taal moet uitgaan van de dagelijkste realiteit. Alle bronnen zijn levensecht en alle
opdrachten zijn functioneel. Zo zien de kinderen de betekenis van taal in hun dagelijks leven.
Door een realistische context worden leerlingen gemotiveerd!
DOEL LEERLINGEN:
 Het aanbod is realistisch en uit het leven van kinderen gegrepen. Daardoor zien ze
het belang en de betekenis van taal in hun dagelijks leven, dit verhoogt de
motivatie.
 Kinderen beheersen de basisvaardigheden van taal en spelling passend bij hun
ontwikkelingsperspectief.
 Kinderen kunnen inzichtelijk rekenen gebaseerd op praktisch handelen.
DOEL UNITMEDEWERKERS

Met behulp van de leerlijn taal en spelling en de daaraan gekoppelde
uitstroomniveaus, sluit het onderwijs nog beter aan bij de mogelijkheden van de
leerlingen.
29


Medewerkers geven de instructies volgens het IGDI model: het interactief
gedifferentieerd directie instructie model.
De medewerkers maken zich de vaardigheid van modeling in relatie tot
taalonderwijs eigen. Goed voorbeeld doet volgen.
DOEL DIRECTIE


Er is nieuw beleid op taal en spelling onderwijs met de visie van Josée Schraven op
spelling als uitgangspunt.
Er is een taalmethode die op inhoud volledig aansluit bij de kerndoelen Nederlands
en het referentiekader Taal.
PRAKTISCH ONDERWIJS- EINDDOEL
In het kader van een steeds groter verscheidenheid in leerlingen, de visie op ontwikkelen
van talent en passend onderwijs voor alle kinderen, gaan wij ons de komende 4 jaar richten
op het ontwikkelen van praktisch onderwijs als onderdeel van ons totale onderwijs aanbod
om daarmee te voorzien in de onderwijsbehoeften van alle leerlingen.
Zelfredzaamheid is voor een deel van onze leerlingen een belangrijk doel richting de
uitstroom naar praktijkonderwijs of voortgezet speciaal onderwijs.
We maken in het speellokaal een lokaal met 3 techniekhoeken. Gedacht wordt aan
fietstechniek, houtbewerking en constructie.
In de keuken en handvaardigheidslokaal komt een ruimte rondom verzorging, waarbij we
denken aan de was, hygiëne, koken en textiele werkvormen.
KOKEN
Mondelinge taalvaardigheid
 Je kunt deelnemen aan overleg over verdeling van de taken in de keuken.
 Je kunt benoemen uit welke drie basisonderdelen een menu bestaat.
 Je kunt uitleggen waarom de werkplek hygiënisch moet zijn.
 Je kunt de basisveiligheidsregels over messengebruik in de keuken benoemen.
 Je kunt benoemen wat veilig gedrag is in de keuken en hoe je zorg moet dragen voor je
eigen en andermans veiligheid.
Lezen
 Je kunt eenvoudige recepten van gerechten lezen.
 Je kunt een recept opzoeken in een kookboek.
30
 Je kunt veiligheidsvoorschriften en hygiënevoorschriften lezen.
Schrijven
 Je kunt alle stappen van een recept opschrijven die nodig zijn voor het koken/bereiden.
Woordenschat
 Je kunt verschillende keukengereedschappen en voedingsmiddelen benoemen.
 Je kent de namen van keukengereedschappen en voedingsmiddelen.
 Je kunt begrippen van vergelijking hanteren (zuur, zuurder, zuurst; groot, groter, grootst)
die nodig zijn voor het schrijven van recepten.
 Je kunt begrippen hanteren die nodig zijn voor het schrijven van recepten (bv. 'informele`
maten: een eetlepel, kopje, snufje, mespuntje).
 Je kunt begrippen hanteren voor het bewerken van ingrediënten (bv. snijden, koken,
braden, bakken).
Rekenvaardigheden
Verhoudingen
 Je kunt de benodigde hoeveelheden in een recept berekenen, wanneer er bijvoorbeeld
voor 4 of 8 personen gekookt wordt.
 Je kunt werken met verhoudingen in recepten, voor een groep van ongeveer 20 personen.
Meten: Inhoud en gewicht
 Je kunt weegschalen (digitaal en analoog) en maatbekers herkennen, benoemen en
gebruiken.
 Je kunt inhoudsmaten en gewichten herkennen en benoemen bij het afwegen / afmeten
van voedingsmiddelen.
 Je kunt met behulp van een weegschaal / maatbeker hoeveelheden indelen in porties
(portioneren).
 Je kunt droge stof (rijst, meel, suiker, etc.) afwegen en afmeten in een maatbeker.
 Je kunt omgaan met 'informele` maten: een eetlepel, kopje, snufje, mespuntje.
Meten/Tijd
 Je kunt een kookwekker/klok op de juiste manier gebruiken.
 Je begrijpt datumaanduidingen op verpakkingen.
 Je kunt inschatten hoeveel tijd iets kost.
 Je kunt met tijd rekenen voor het maken van een planning.
 Je kunt een houdbaarheidsdatum controleren.
BOOODSCHAPPEN DOEN
Mondelinge taalvaardigheid
31
 Je kunt een gesprek aan de kassa voeren.
 Je kunt informatie vragen in de winkel: productinformatie, prijs, waar te vinden. Lezen
 Je kunt een boodschappenlijstje lezen.
 Je kunt prijs-/voedings- en productinformatie op etiketten lezen.
 Je kunt een kassabon lezen. Schrijven
 Je kunt een boodschappenlijstje opstellen.
Rekenvaardigheden
Getallen en Meten/Geld
 Je schat vooraf in of je genoeg geld hebt voor het kopen van een aantal producten.
 Je kent betaalmiddelen: euro, briefjes en munten, pinpas.
 Je kunt boodschappen afrekenen met contant geld.
 Je stelt zelf het bedrag samen met munten en biljetten.
 Je weet hoe je geld kunt besparen bij het boodschappen doen.
 Je kunt producten beoordelen op kwaliteit/prijs verhouding.
 Je kunt van drie veel gebruikte basisproducten de prijs schatten. Verhoudingen
 Je kunt beredeneren welke hoeveelheden je nodig hebt op basis van een recept en een
aantal personen.
SCHOONMAKEN/HUISHOUDEN
Mondelinge taalvaardigheid
 Je kunt vertellen wat interieur en sanitair is en wat je moet / mag schoonmaken.
 Je kunt aangeven of iets wel/niet schoongemaakt moet worden.
 Je kunt in eigen woorden vertellen in welke stappen (voorbereiden, uitvoeren, controleren,
opruimen) iets schoongemaakt moet worden (bv een raam of sanitair).
Lezen
 Je kunt etiketten van schoonmaakproducten lezen.
 Je kent de betekenis van de pictogrammen en symbolen van schoonmaakmiddelen.
 Je kunt veiligheidsregels lezen.
 Je kunt milieuregels lezen.
 Je kunt de planning van schoonmaakwerkzaamheden lezen.
Woordenschat
 Je kunt verschillende schoonmaakmethoden benoemen met bijbehorende materialen en
middelen.
 Je kunt de woorden gebruiken die te maken hebben het uitvoeren van schoonmaaktaken
(woonruimte, ramen, kantoorruimte)
32
Rekenvaardigheden
Verhoudingen
 Je kunt schatten en uitrekenen hoeveel schoonmaakmiddel nodig is bij het maken van een
emmer sop.
Meten/tijd
 Je kunt inschatten hoe lang je nodig hebt om iets schoon te maken.
TEXTIELE VERZORGING
Mondelinge taalvaardigheid
 Je kunt in eigen woorden vertellen hoe je van vuile was naar opgevouwen en opgeborgen
was komt.
 Je kunt in eigen woorden vertellen hoeveel wasmiddel er gebruikt moet worden, en hoe je
zuinig kunt wassen en drogen.
 Je kunt in eigen woorden vertellen: waar je allemaal op moet letten als je schoenen gaat
verzorgen/ poetsen, welke schoenpoetsmaterialen er allemaal zijn en hoe je kunt bepalen
van welk materiaal schoenen zijn gemaakt.
 Je kunt het verschil tussen wol, katoen, linnen, zijde en synthetische materialen
benoemen.
 Je kunt het gebruik van een stoomstrijkijzer uitleggen.
Lezen
 Je begrijpt de informatie op labels van kleding en linnen, wasmachine instructie / knoppen
en wasmiddelpakken.
 Je begrijpt de waslabels, wassymbolen en pictogrammen in kleding en textiel.
 Je begrijpt de handleidingen van wasmachines, strijkijzers en drogers.
Woordenschat
 Je kunt woorden gebruiken die te maken hebben met het wassen en verzorgen van
kleding.
 Je kunt woorden gebruiken die te maken hebben met het verzorgen van schoenen.
Rekenvaardigheden
Verbanden
 Je kunt informatie op een (wasmachine)verpakking aflezen en interpreteren.
 Je kunt het wasprogramma op een wasmachine aflezen.
 Je kunt temperaturen instellen op basis van informatie op een label of op strijk-, was- of
droogmachines.
Meten/ Tijd
33
 Je kunt (in)schatten hoeveel tijd de diverse wasprogramma’s kosten.
Meten/Lengte
 Je kunt inschatten hoeveel opgevouwen wasgoed in de kast past.
 Je kunt de lengte van schoenveters meten.
FIETSEN REPAREREN
Taalvaardigheden
Mondelinge taalvaardigheid
 Je kunt veiligheidsvoorschriften binnen de fietstechniek benoemen.
 Je kunt de uitgevoerde reparaties toelichten aan een klant.
 Je kunt aan de hand van een fietscontrolelijst je bevindingen in eigen woorden vertellen
aan een leidinggevende.
Schrijven
 Je kunt reparatiebonnen uitschrijven.
Woordenschat
 Je kunt verschillende soorten fietsen en fietsgereedschappen benoemen.
 Je kunt verschillende fietsonderdelen benoemen en weet de functie ervan.
 Je kunt vaktermen gebruiken die te maken hebben met het uitvoeren van fietsreparatie.
Meten
 Je kunt bepalen welk formaat fietsband bij een fiets hoort.
Meten/Tijd
 Je kunt de tijdsduur van activiteiten inschatten.
Om dit op te zetten zijn een aantal externe factoren van invloed:
De techniek coördinatoren werken samen met het pro-college Nijmegen ten behoeve van
een gedegen opzet aansluitend op minimumdoelen van het praktijk onderwijs.
Wanneer het plan is beschreven zal dit worden ingediend bij de commissie kwaliteit
onderwijs om aanspraak te kunnen maken om de innovatieve gelden om deze lokalen op
juiste en veilige wijze in te richten ten behoeve van het praktisch onderwijs.
Er is samenwerking met de plaatselijke fietsspeciaalzaak, M. van Rens. Een van de
fietsenmakers zal gedurende een schooljaar 3 workshops geven rondom fietstechniek.
Bovenstaande doelen zijn in concept. Gaande de komende 4 jaar, zal hier meer vorm aan
worden gegeven. Ook is de verwachting dat er overlap komt met het thematisch onderwijs
34
en 21e eeuwse vaardigheden. Dit is een proces waarvan het einddoel nu nog niet vast
omlijnd is.
35
Download