Rabo Beleggingsbijlage Handig uitneembaar katern EEN PRAKTISCHE GIDS VOOR IEDEREEN DIE WIL BEGINNEN BELEGGEN IN FONDSEN Beleggingsfondsen zijn een populair beleggingsproduct in ons land. In 2013 had elke Belg er gemiddeld 11.000 euro in geïnvesteerd. Dat blijkt uit een berekening van de krant De Tijd op basis van cijfers van de Nationale Bank. Toch is nog niet iedereen er helemaal mee vertrouwd. Daarom zetten we voor de beginnende fondsenbelegger enkele cruciale tips op een rij met ook een handig stappenplan voor wie de zoektocht start naar het meest geschikte beleggingsfonds. Kortom: een praktische gids voor iedereen die wil beginnen beleggen in fondsen. 5 TIPS VOOR DE FONDSENBELEGGER 1 Aanvaard beurs­schommelingen Eén beleggingsfonds investeert in tientallen tot zelfs honderden individuele aandelen of obligaties. Die spreiding beschermt beleggers gedeeltelijk tegen een koersval van één of meerdere van de onderliggende effecten. Maar als de aandelen- of obligatiemarkt in zijn geheel door een dal gaat, dan kan natuurlijk ook de handelskoers van het volledige beleggingsfonds dalen. Hou daarom een voldoende lange beleggingshorizon voor ogen zodat u voldoende tijd hebt om te herstellen van een eventuele beurscorrectie. 2 Eerst een algemeen fonds, dan pas een sector- of regiofonds Beginnende fondsenbeleggers mikken best op een fonds dat investeert in bedrijven uit verschillende regio’s en sectoren om zo een optimale spreiding te bereiken. Een gemengd fonds of een wereldwijd aandelen- of obligatiefonds is bijvoorbeeld al een goede start. Pas daarna is het verstandig om als aanvulling te kiezen voor een sector- of regiofonds om in te spelen op specifieke trends of maatschappelijke evoluties. 3 Bescherm uw kapitaal Beleggen betekent niet dat u uw volledige vermogen zomaar op het spel moet zetten om op zoek te gaan naar maximale winst. In de eerste plaats dient u te denken aan de bescherming van uw vermogen. Dat kan door uw spaargeld te spreiden over verschillende spaar- en beleggingsproducten. Een defensieve belegger zou bijvoorbeeld 90% van zijn vermogen kunnen spreiden over een spaarrekening, een overheidsobligatie of een spaarverzekering (Tak 21). Zo bent u zo goed als zeker dat er met dat deel van het vermogen niets zal gebeuren, terwijl het gestaag aangroeit. Door vervolgens de overige 10% van het vermogen in beleggingsfondsen te investeren, is er voor dat deel van het vermogen toch uitzicht op een potentieel hoger rendement. Naargelang uw risicoprofiel kan deze verhouding anders ingedeeld worden. Kortom: combineer spaar- en beleggingsproducten op een intelligente manier. 4 Zorg voor zes maanden loon op uw spaarrekening 5 Zorg alvast dat er minstens een bedrag op uw spaarrekening staat dat overeenkomt met 6 keer uw maandinkomen. Zo kunt u onverwachte kosten opvangen en bent u niet verplicht om bij de minste tegenslag een deel van uw beleggingen te verkopen aan een waarde die op dat moment misschien niet gunstig is. Bouw risico’s af naarmate u ouder wordt De regel van 100 is een goede regel om te berekenen hoeveel risico bij u zou kunnen passen. Trek uw leeftijd af van het getal 100 en het resultaat is het aanbevolen risicopercentage voor uw beleggingsportefeuille. Wie bijvoorbeeld 55 is, zou volgens die regel het gedeelte aandelen(fondsen) in de portefeuille moeten beperken tot maximaal 45%. Hoe korter uw beleggingshorizon, hoe minder tijd er overblijft om eventuele tegenslagen te boven te komen. Tijd is immers een luxe als u belegt. Een zware koersterugval kan zich altijd nog herstellen, behalve als u er de tijd niet meer voor kunt nemen. Rabo Beleggingsbijlage EEN PRAKTISCHE GIDS VOOR IEDEREEN DIE WIL BEGINNEN BELEGGEN IN FONDSEN FONDSEN STAP PER STAP U gaat niet over één nacht ijs om de keuze van een fonds te bepalen. Stap voor stap zoekt u een antwoord op de juiste vragen. STAP 1: KIJK IN DE SPIEGEL ‘Beleggen doet u met geld dat u strikt genomen niet nodig hebt’, zo luidt de basisregel. Op uw spaar- of zichtrekening moet voldoende cash staan om ook onvoorziene uitgaven op te vangen. Denk ook goed na over uw toekomstige financiële plannen om zo uw beleggingshorizon te bepalen. Bent u van plan om binnen twee jaar een huis te kopen of te renoveren? Dan dient u op dat moment wel over voldoende liquide middelen te beschikken. Beleggers die daar geen rekening mee houden, lopen het gevaar om hun investering in een beleggingsfonds te moeten liquideren op een ongunstig moment, bijvoorbeeld wanneer de beurskoersen fors zijn gedaald. Investeren in een beleggingsfonds doet u met het oog op de lange termijn. Hou dus zeker een termijn voor ogen van minstens drie à vijf jaar. Bepaal ook hoeveel risico’s u wilt en kunt nemen. Een schitterend beleggingsresultaat behalen door wat meer risico te nemen kan heel verleidelijk zijn, maar bedenk ook dat u er ’s nachts liever niet van wakker ligt als uw portefeuille toch zwaar in de rode cijfers zou komen te staan. En belegt u voor uw zorgeloze oude dag? Hou er rekening mee dat het rendement waar u op voorhand op gehoopt had, wel eens veel lager zou kunnen uitvallen. STAP 2: KIES HET JUISTE SOORT FONDS Welke keuze u ook maakt, zorg voor een goede spreiding om het risico te beperken. Investeer dus niet meteen in beleggingsfondsen die zich concentreren op slechts één industrietak (bijvoorbeeld de technologiesector) of aandelen uit één regio (bijvoorbeeld China). Dergelijke fondsen zijn vooral een aanvulling voor een al gediversifieerde beleggingsportefeuille. Beginnende beleggers krijgen vaak het advies om te kiezen voor een gemengd fonds, dat investeert in zowel aandelen als obligaties. Zo’n fonds biedt meestal een goed evenwicht tussen kapitaalbehoud in moeilijke jaren en een potentieel extra rendement als de beurzen hoge toppen scheren. Ook indexfondsen kunnen interessant zijn voor beginnende beleggers. Zo’n fonds kopieert de samenstelling van een beursindex. Dat biedt de belegger houvast: het fonds zal niet beter presteren dan het marktgemiddelde, maar ook niet slechter. Wie toch meteen voluit voor aandelenfondsen wil gaan, kan kiezen voor een fonds dat mikt op wereldwijde aandelen van grote ondernemingen (de zogenaamde ‘large caps’). Aandelen zoals Coca-Cola, Gillette en Wal-Mart leveren niet altijd de meest opwindende rendementen, maar ze presteren doorgaans beter dan kleinere bedrijven wanneer het economisch slechter gaat. In de documenten met Essentiële Beleggersinformatie staat steeds tot welke risicoklasse een fonds behoort. Die klassen variëren van 1 (weinig risico) tot 7 (heel risicovol). Wie risicoschuw is en vooral mikt op kapitaalbehoud, beperkt zijn keuze best tot fondsen uit risicoklasse 1 tot 3. STAP 3: MAAK UW HUISWERK Op de website van Rabobank.be vindt u op de detailpagina bij elk fonds belangrijke hulpmiddelen waarmee u verschillende fondsen kunt vergelijken. Voor tal van fondsen voorziet Morningstar een kwaliteitsrating (de Analyst Rating) die de globale kwaliteit van het fonds beoordeelt op basis van 5 pijlers: de fondsmanager en zijn team, het fondsenhuis, het beleggingsproces, de prestaties en de koers van het fonds. Die rating varieert van ‘negative’ tot ‘gold’. Uitstekend beleggingsfonds dat zichzelf op alle vijf de pijlers onderscheidt en waarvan de analisten in zeer sterke mate overtuigd zijn. Beleggingsfonds met aanzienlijke voordelen op verschillende, maar misschien niet alle vijf de pijlers. Sterke punten die de analisten overtuigd hebben. Beleggingsfonds met voordelen die opwegen tegen de nadelen op de vijf pijlers. De analisten zijn voldoende overtuigd om een positieve rating toe te kennen. Een beleggingsfonds dat waarschijnlijk geen uitzonderlijke rendementen zal opleveren, maar normaal gesproken ook niet aanzienlijk zal achterblijven volgens de analisten. Een beleggingsfonds dat ten minste één zeer zwak punt heeft waardoor toekomstige resultaten worden belemmerd. De analisten beschouwen het als slechter dan vergelijkbare fondsen. De ‘Stylebox’ is een visuele weergave van het soort aandelen of obligaties waarin het fonds investeert. Bij aandelenfondsen ziet u zo in een oogopslag of het fonds investeert in grote, middelgrote of kleine ondernemingen. En ook of het gaat om waarde- of groeiaandelen: waardeaandelen zijn aandelen van bedrijven die – naar verwachting tijdelijk – ondergewaardeerd zijn, doordat ze om uiteenlopende redenen kortstondig uit de gratie van de belegger gevallen zijn. Op termijn kan de beurswaarde zich herstellen en kunnen beleggers daarvan profiteren. Groeiaandelen zijn dan weer aandelen van bedrijven waarvan verwacht wordt dat de waarde zal stijgen door een toekomstige hogere omzet, winst en boekwaarde. Bij obligatiefondsen krijgt u een weergave van de kredietkwaliteit en de rentegevoeligheid. Elk fonds dat al meer dan drie jaar bestaat, krijgt van dataleverancier Morningstar een sterrenrating. Die rating gaat van nul tot vijf sterren, waarbij vijf sterren de beste rating is. Dat zegt vooral iets over de prestaties van het fonds over de laatste vijf jaar. Bekijk op de detailpagina van elk fonds ook de rendementen uit het verleden. Bekijk niet enkel het rendement van het voorbije jaar, maar ook de rendementen op langere termijn (bijvoorbeeld over drie jaar, vijf jaar of sinds oprichting van het fonds). Zo ziet u meteen of een fonds wel consistent presteert. En werp op de detailpagina meteen ook een blik op de verschillende kosten (zoals de lopende kosten en de in- en uitstapkosten). Hoe hoger de kosten, hoe lager uw eigen nettorende­ ment, dat spreekt voor zich. STAP 4: BESLIS HOE U WILT BELEGGEN U kunt uw beschikbaar kapitaal meteen in één keer in het fonds stoppen. Dat kan goed uitdraaien als de marktomstandigheden toevallig gunstig zijn, maar heeft een negatieve impact op uw rendement als de koers van het fonds nog daalt. Daarom wachten sommige beleggers op het ‘ideale moment’ om beleggingsfondsen te kopen. Dat is het principe van ‘markttiming’. Tal van studies hebben echter aangetoond dat markttimers vaak een rendement realiseren dat lager ligt dan het marktgemiddelde. De toekomst laat zich nu eenmaal niet voorspellen. Bovendien nemen bij veel beleggers emoties uiteindelijk de bovenhand. Als de aandelenmarkten fors dalen, aarzelen ze toch om aandelen te kopen en wachten ze tot de koersen weer stijgen. De beste strategie is om gespreid in de tijd in een beleggingsfonds te investeren, bijvoorbeeld door elke maand een vast bedrag te investeren. Zo investeert u consequent hetzelfde bedrag bij zowel stijgende als bij dalende beurskoersen. Dat beperkt niet alleen het risico, het gemiddelde rendement is ook hoger dan bij een verkeerde eennmalige belegging. Bij dalende beurskoersen koopt u voor hetzelfde bedrag meer deelbewijzen van het beleggingsfonds, waardoor u meer van het koersherstel profiteert. En bij stijgende beurskoersen blijft u inspelen op het positieve beursklimaat. Rabo Beleggingsbijlage EEN PRAKTISCHE GIDS VOOR IEDEREEN DIE WIL BEGINNEN BELEGGEN IN FONDSEN HOE VOLG IK MIJN FONDSEN­PORTEFEUILLE OP? Dat u een portefeuille met individuele aandelen en obligaties goed dient op te volgen, spreekt voor zich. Wie enkel of hoofdzakelijk in fondsen belegt heeft daarentegen veel minder werk aan de opvolging van zijn portefeuille. Maar vergis u niet: fondsen kopen en er dan nooit naar omkijken is geen optie. Financieel analist Pascal Paepen geeft enkele tips voor de fondsenbelegger. 1 Evalueer uw portefeuille met regelmaat Wie in fondsen belegt, geeft professionele beheerders de opdracht om zijn geld te beleggen. Een dagelijkse opvolging van uw portefeuille is dan ook niet nodig. Toch dient u uw portefeuille met regelmaat te evalueren, bij voorkeur eenmaal om de drie of vier maanden. 2 Hou rekening met uw beleggingsprofiel Bij een evaluatie gaat u na of uw totale (fondsen)portefeuille overeenkomt met uw risicoprofiel. Vindt u zichzelf een defensief, neutraal of dynamisch belegger? Dan kunt u respectievelijk tot 30%, 50% of zelfs 70% in aandelen(fondsen) beleggen. De rest van de portefeuille bestaat dan uit obligaties of obligatiefondsen. Een defensief belegger die 40% van zijn vermogen in aandelenfondsen heeft belegd, zal bijgevolg wat aandelenfondsen van de hand moeten doen om obligatiefondsen bij te kopen. Deze oefening is het (her)balanceren – of Asset Allocatie – van uw persoonlijke portefeuille. 3 Beleg met regelmaat Met nieuw spaargeld koopt u telkens fondsen bij, in lijn met uw risicoprofiel. Een gespreide en regelmatige aankoop levert u een goede gemiddelde aankoopprijs op van de fondsen in uw portefeuille. 4 Panikeer niet in moeilijke tijden Nogal wat beleggers liquideren hun hele portefeuille na een zware daling op de beurs. Dat is de beste strategie om… veel geld te verliezen! Fondsen zijn er om op lange termijn goed te presteren. Ik raad dan ook aan om niet te panikeren na een kleine of grote koersdaling en op regelmatige tijdstippen te blijven beleggen. Aankopen na een correctie, op een moment waarop weinigen durven te kopen, zijn net de beleggingen die op termijn het hoogste rendement opleveren. 5 Wees streng voor de fondsbeheerder 6 Vergelijk het rendement van het fonds met de index of ‘benchmark’ waaraan de fondsheerder zich meet. Op de website van Rabobank.be vindt u steeds de rangschikking van het fonds binnen zijn categorie en soms ook het rendement van het fonds t.o.v. de benchmark. Is het rendement in lijn met die benchmark en behoort de fondsbeheerder tot de besten in zijn categorie, dan is er geen enkele reden om het fonds te verkopen. Is de prestatie van de fondsbeheerder daarentegen ondermaats en levert het fonds op lange termijn rendementen die steeds opmerkelijk lager zijn dan die van andere vergelijkbare fondsen, dan overweegt u beter de verkoop van het fonds, zelfs al levert het u verlies op. Verzorg uw administratie Nogal wat beleggers volgen hun portefeuille nauwelijks op. Ze kopen zomaar wat, lukraak, en hebben er geen idee van wat hun beleggingen opbrengen. Maak er een goede gewoonte van om uw aankoopprijzen te noteren. Dat kan op een blad papier, maar beter is uiteraard een rekenblad zoals Excel. Hebt u een fonds dat winsten uitkeert, noteer dan steeds ieder dividend dat u ontvangt. Die methode zorgt voor een goed overzicht en helpt u bovendien om een onderscheid te maken tussen goede en minder goede fondsbeheerders.