Indicatorenset Maligne Lymfoom: Diffuus grootcellig B-cel lymfoom (DLBCL) Uitvraag 2012 over verslagjaar 2011 Definitieve versie – okt. 2011 Colofon Internet: www.zichtbarezorg.nl/ziekenhuizen E-mail: [email protected] Samengesteld door: Zorginhoudelijke indicatoren Scientific Institute for Quality of Healthcare (IQ healthcare), UMC St Radboud Significant Klantpreferentievragen Consumentenbond Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie (NPCF) Tot stand gekomen in opdracht en onder eindverantwoordelijkheid van de stuurgroep Zichtbare Zorg Ziekenhuizen Den Haag, oktober 2011 2 Inhoudsopgave Deel 1: Zorginhoudelijke indicatoren 1. Algemene informatie over zorginhoudelijke indicatoren 2. Factsheets zorginhoudelijke indicatoren DLBCL 3. Lijst te verzamelen variabelen Bijlage 1: Aanpassingen in zorginhoudelijke indicatoren n.a.v. gegevensuitvraag in 2011 over verslagjaar 2010 Bijlage 2: Autorisatie zorginhoudelijke indicatoren door wetenschappelijke verenigingen Bijlage 3: Verwerking commentaar consultatieronde indicatorenset DLBCL 23 Deel 2: Klantpreferentievragen 1. Klantpreferentievragen DLBCL Bijlage 1: Wijzigingstabel klantpreferentievragen 25 26 33 Afkortingenlijst 34 4 5 7 17 20 22 3 Deel 1: Zorginhoudelijke indicatoren 4 1. Algemene informatie over Zorginhoudelijke indicatoren Maligne Lymfoom: Diffuus grootcellig B-cel lymfoom (DLBCL) Indicatorwerkgroep De werkgroep voor de ontwikkeling van de indicatorenset Maligne Lymfoom 2010 bestond uit de volgende personen: NIV: Mw. Dr. J.M. Zijlstra-Baalbergen, hematoloog, VU Medisch Centrum (voorzitter) Dhr. Dr. M. Hoogendoorn, internist-hematoloog, Medisch Centrum Leeuwarden NVKNO: Dhr. Dr. B.E.Ch. Plaat, KNO-arts, hoofd-hals chirurg, Universitair Medisch Centrum Groningen NVNG: Mw. Dr. C.J. Hoekstra, nucleair geneeskundige, Jeroen Bosch Ziekenhuis NVRO: Dhr. Prof. Dr. E.M. Noordijk, radiotherapeut (n.p.) NVVP: Dhr. Dr. A. Noorduyn, patholoog, Albert Schweitzer Ziekenhuis ZN: Dhr. G. Salemink, arts, medisch adviseur, Zorgverzekeraars Nederland Lymfklierkanker Vereniging Nederland: Dhr. R. van Hal, vice-voorzitter Lymfklierkanker Vereniging Nederland De werkgroep voor de revisie van de indicatorenset Maligne Lymfoom: DLBCL in 2011 bestond uit de volgende personen: NIV: Mw. Dr. J.M. Zijlstra-Baalbergen, hematoloog, VU Medisch Centrum Dhr. Dr. M. Hoogendoorn, internist-hematoloog, Medisch Centrum Leeuwarden NVKNO: Dhr. Dr. B.E.Ch. Plaat, KNO-arts, hoofd-hals chirurg, Universitair Medisch Centrum Groningen NVVP: Dhr. Dr. A. Noorduyn, patholoog, Albert Schweitzer Ziekenhuis NVvR: Mw. Dr. H.M. E. Quarles van Ufford, radioloog, Medisch Centrum Haaglanden ZN: Dhr. G. Salemink, arts, medisch adviseur, Zorgverzekeraars Nederland Lymfklierkanker Vereniging Nederland: dhr. R. van Hal, voorzitter Lymfklierkanker Vereniging Nederland Populatiebepaling DLBCL De eerste stap in het bepalen van de indicatoren is het vaststellen van de populatie. Voor alle Zichtbare Zorg indicatorensets is als uitgangspunt gekozen om de populatie te bepalen aan de hand van de gesloten Diagnose Behandel Combinaties (DBC’s). De werkgroep heeft er in 2011 voor gekozen om de set toe te spitsen op Diffuus grootcellig B-cel lymfoom (DLBCL) omdat dit het meest voorkomende type lymfoom is en het is praktisch als de hele set zich richt op één subgroep. De werkgroep verwacht dat aan de hand van de gemeten subgroep de kwaliteit van zorg voor de totale groep maligne lymfoom patiënten goed kan worden gemeten. Het gevolg van het toespitsen van de set op DLBCL is dat deze patiënten handmatig uit de genoemde DBC moeten worden geselecteerd. Omdat het om kleine aantallen gaat wordt dit door de werkgroep niet als een groot probleem gezien. De indicatorenset voor het DLBCL richt zich op het zorgproces van patiënten met een DLBCL. De zorgprocessen worden als volgt afgebakend: • volwassen patiënten (ouder dan 18 jaar); • (sub)aandoening: DLBCL. DBC code voor non-Hodgkin, intermediair/hooggradig (hiervan is de DLBCL onderdeel) 0313.11.753 De patiënten met een DLBCL moeten handmatig hieruit worden geselecteerd. • Primair mediastinale lymfomen worden uitgesloten. Chemotherapie en radiotherapie maken geen deel uit van deze DBC’s. Het kan dus zijn dat de DBC is geopend voor de begindatum van het verslagjaar. Parallelle DBC’s worden meegenomen. De indicatoren worden meegenomen in het verslagjaar waarin de DBC’s worden gesloten (zie figuur). De lichtblauwe balk geeft de DBC weer en het zwarte puntje in de donkerblauwe balk de activiteit c.q. verrichting. Voor inclusie moet een DBC gesloten zijn voor het einde van het verslagjaar. De registratieperiode kan echter al wel voor het begin van het verslagjaar zijn begonnen. 5 Om dubbelregistratie te voorkomen, dient – indien de indicator gebaseerd is op tellingen op patiëntniveau – geselecteerd te worden op het unieke patiëntnummer. In alle andere gevallen wordt geteld op verrichtingenniveau en telt iedere verrichting apart mee. Voor codes en instructies, zie de variabelenlijst en rekenregels (tabellen 1 en 2). Peildatum De structuurindicatoren worden, in verband met de actualiteit, eenmaal per jaar op peildatum 1 maart geregistreerd. In- en exclusie Om een eerlijke vergelijking tussen zorgaanbieders te kunnen maken heeft de werkgroep in- en exclusiecriteria vastgesteld. Zo kunnen patiënten bijvoorbeeld op leeftijd of comorbiditeit worden uitgesloten. Ook kunnen extra eisen gesteld worden aan de DBC. Bijvoorbeeld het voorkomen van een specifieke verrichting. In- en exclusiecriteria hoeven niet per definitie voor alle indicatoren in de set hetzelfde te worden toegepast. Soms dienen er bijvoorbeeld extra gegevens te worden verzameld om later te kunnen corrigeren voor comorbiditeit die de waarde van de indicator beïnvloedt. Op basis van de populatie en de in- en exclusie criteria wordt de noemer van de indicator vastgesteld. 6 2. Zorginhoudelijke indicatoren DLBCL 1. Kwaliteitseisen DLBCL Relatie tot kwaliteit Operationalisatie Definities Inclusiecriteria Bron Meetfrequentie Peildatum Rapportagefrequentie Type indicator Meetniveau Kwaliteitsdomein Voor een optimale en uniforme classificatie en stadiëring van een DLBCL is het noodzakelijk dat de stadiëring en prognosestelling gestandaardiseerd hebben plaatsgevonden. Wordt bij patiënten met een diffuus grootcellig B-cel lymfoom (DLBCL, classificatie volgens WHO 2008) het volgende gedaan: - Stadiëring volgens systeem van Ann Arbor Ja/Ja, Meestal/Nee - Vaststellen prognose volgens de Internationale Prognostische Index (IPI) Ja/Ja, Meestal/Nee WHO 2008 classificatie: vastgelegd in WHO boek 2008. Ann Arbor stadiering: zie NVvH: http://www.hematologienederland.nl/nonhodgkin-lymfomen IPI prognosticering: zie NVvH; http://www.hematologienederland.nl/nonhodgkin-lymfomen Inclusie: alleen nieuwe patiënten met DLBCL Ziekenhuisregistratie 1x per jaar 01-03-2012 1x per verslagjaar Structuur Ziekenhuisniveau Effectiviteit, veiligheid, patiëntgerichtheid Achtergrond en variatie in kwaliteit van zorg Voor een optimale en uniforme classificatie en stadiëring van een DLBCL is het noodzakelijk dat classificatie en stadiëring gestandaardiseerd plaatsvinden. Voor de classificatie wordt gebruik gemaakt van de WHO 2008, stadiëring geschiedt volgens het systeem van Ann Arbor (Lister, 1989). Bij de diffuus grootcellig B-cel lymfomen kan de prognose goed gesteld worden met behulp van de internationale prognostische index (IPI). Mogelijkheden tot verbetering De werkgroep verwacht dat de meeste patiënten worden gestadieerd volgens het systeem van Ann Arbor. De grootste mogelijkheid tot verbetering wordt verwacht in het gebruik van de prognosestelling volgens IPI. In eerder, nog niet gepubliceerd onderzoek uitgevoerd door IQ healthcare onder patiënten met een non-Hodgkin lymfoom in 22 ziekenhuizen bleek dat de IPI score in ongeveer 21% van de patiënten werd gescoord. Beperkingen bij gebruik en interpretatie De verwachte aantallen per ziekenhuis zijn klein bij deze selectie. Inhoudsvaliditeit De werkgroep is van mening dat het voor een optimale en uniforme classificatie en stadiëring van een DLBCL noodzakelijk is dat deze gestandaardiseerd worden uitgevoerd. De mate van bewijskracht hiervoor is D, dat wil zeggen dat de werkgroep hierover consensus heeft bereikt. Statistisch betrouwbaar onderscheiden De werkgroep verwacht dat er een onderscheid is tussen ziekenhuizen waar wordt gestadieerd volgens het systeem van Ann Arbor en de prognose wordt gesteld via IPI. Vergelijkbaarheid Er bestaat voor deze indicator geen case-mix discussie. 7 Registratiebetrouwbaarheid De werkgroep is van mening dat deze indicator goed en betrouwbaar te meten is als deze gegevens eenduidig in het ZIS zijn opgeslagen. Deze indicator is een structuurindicator en heeft daardoor een lage registratielast. Maar de verantwoordelijkheid voor de registratiebetrouwbaarheid ligt bij de aanleverende ziekenhuizen zelf. Referenties - http://www.hematologienederland.nl/non-hodgkin-lymfomen - http://www.who.int/classifications/icd/en - http://www.hovon.nl - Lister TA, Crowther D, Sutcliffe SB, Glatstein E, Canellos GP, Young RC, Rosenberg SA, Coltman CA, Tubiana M. Report of a committee convened to discuss the evaluation and staging of patients with Hodgkin's disease: Cotswolds meeting. J Clin Oncol 1989;7:1630–36. 8 2. Kwaliteitseisen initiële stadiëring Relatie tot kwaliteit Operationalisatie Definities Inclusiecriteria Bron Meetfrequentie Peildatum Rapportagefrequentie Type indicator Meetniveau Kwaliteitsdomein Voor een optimale initiële stadiëring van patiënten met een DLBCL is het noodzakelijk dat deze compleet is uitgevoerd, aangezien het stadium van de ziekte bepalend is voor de keuze van de behandeling. Wordt bij patiënten met een DLBCL het volgende gedaan: - CT-hals-thorax-abdomen na intraveneus en oraal contrast Ja/Ja, Meestal/Nee - Cristabiopt Ja/Ja, Meestal/Nee CT-hals-thorax-abdomen verricht na intraveneus en oraal contrast (met spiraal en/of multislice CT-scanner). Cristabiopt, beoordeeld na HE en immunohistochemische kleuringen Uitgaan van incidentiejaar en ziekenhuis van diagnose. Inclusie: alleen nieuwe patiënten Ziekenhuisregistratie 1x per jaar 01-03-2012 1x per verslagjaar Structuur Ziekenhuisniveau Effectiviteit, veiligheid, patiëntgerichtheid Achtergrond en variatie in kwaliteit van zorg De behandeling van patiënten met een DLBCL is afhankelijk van het stadium van de ziekte. Om een zo gericht mogelijke behandeling te kunnen geven is een betrouwbare stadiëring daarom van groot belang. Een betrouwbare stadiëring dient compleet te zijn en te bestaan uit de combinatie van een CT-hals-thorax-abdomen en een cristabiopt. Literatuur laat zien dat voor initiële stadiëring de volgende onderzoeken dienen plaatst te vinden: CT-hals, -thorax en -abdomen met intraveneus en oraal contrast en een cristabiopsie. Mogelijkheden tot verbetering De werkgroep verwacht dat er ruimte is tot verbetering in de compleetheid (en daarmee kwaliteit) van de stadiëring. Deze verwachting wordt ondersteund door de resultaten van een nog niet gepubliceerd onderzoek uitgevoerd door IQ healthcare onder patiënten met een non-Hodgkin lymfoom in 22 ziekenhuizen. Uit dit onderzoek blijkt dat bij 70-80% van de patiënten slechts één van de diagnostische onderzoeken wordt verricht. Het aantal en type diagnostische onderzoeken verschilt tussen de ziekenhuizen. Van belang is ook dat slechts bij 35% van de patiënten een CT-hals werd uitgevoerd. In een aanvullende studie bleek dat het al dan niet uitvoeren van een CT-hals een verband heeft met de overleving. Beperkingen bij gebruik en interpretatie De verwachte aantallen per ziekenhuis zijn klein bij deze selectie. Inhoudsvaliditeit De mate van bewijskracht hiervoor is C, dat wil zeggen dat er enkele niet-vergelijkende onderzoeken bekend zijn. Statisch betrouwbaar onderscheiden Gezien eerder onderzoek verwacht de werkgroep dat met de indicator een goed onderscheid kan worden gemaakt tussen ziekenhuizen in de mate waarin tijdens de diagnostische fase al dan geen complete stadiëring wordt uitgevoerd. Vergelijkbaarheid Er bestaat voor deze indicator geen case-mix discussie. 9 Registratiebetrouwbaarheid Deze indicator is een structuurindicator en heeft daardoor een lage registratielast. Maar de verantwoordelijkheid voor de registratiebetrouwbaarheid ligt bij de aanleverende ziekenhuizen zelf. Referenties - Cheson BD, Horning SJ, Coiffier B, Shipp MA, Fisher RI, Connors JM, Lister TA, Vose J, Grillolopez A, Hagenbeek A, Cabanillas F, Klippenstein D, Hiddemann W, Castellino R, Harris NL, Armitage JO, Carter W, Hoppe R, Canellos GP. Report of an international workshop to standardize response criteria for non-Hodgkin's lymphomas. NCI Sponsored International Working Group, J Clin Oncol 1999;17:1244-53. - Cheson BD, Pfistner B, Juweid ME, Gascoyone RD, Specht L, Horning SJ, Coiffier B, Fisher RI, Hagenbeek A, Zucca E, Rosen ST, Stroobants S, Lister TA, Hoppe RT, Dreyling M, Tobinai K, Vose JM, Connors JM, Federico M, Diehl V. Revised response criteria for malignant lymphoma. J Clin Oncol 2007;25:579-86. 10 3. Responsevaluatie Relatie tot kwaliteit Operationalisatie Definitie Inclusiecriteria Bron Meetfrequentie Peildatum Rapportagefrequentie Type indicator Meetniveau Kwaliteitsdomein Een optimale responsevaluatie na completering van de behandeling van patiënten met een DLBCL bestaat uit een CT- en een FDG-PET-scan. Wordt bij patiënten met een DLBCL een responsevaluatie uitgevoerd door middel van: - CT-hals-thorax-abdomen Ja/Ja, Meestal/Nee - FDG-PET Ja/Ja, Meestal/Nee Uitgaan van incidentiejaar en ziekenhuis van behandeling. Inclusie: alleen nieuwe patiënten. Exclusie: het gaat niet om een interim-PET scan, ter respons meting tijdens de behandeling. Ziekenhuisregistratie 1x per jaar 01-03-2012 1x per verslagjaar Structuur Ziekenhuisniveau Effectiviteit, patiëntgerichtheid Achtergrond en variatie in kwaliteit van zorg Tijdens de diagnostiek en behandeling van patiënten met een DLBCL dienen onderzoeken te worden uitgevoerd om het effect van de behandeling te kunnen evalueren. Voor de responsevaluatie wordt daartoe gebruik gemaakt van zowel een CT-hals-thorax-abdomen als een FDG-PET-scan. De beoordeling van de scans zou daarbij gestandaardiseerd moeten plaatsvinden volgens de internationale gereviseerde responscriteria om de CT- en FDG-PET scans optimaal en uniform te kunnen beoordelen (Cheson, 1999 en 2007). Mogelijkheden tot verbetering De werkgroep verwacht dat er ruimte is tot verbetering in het gebruik van de CT-hals-thoraxabdomen en FDG-PET-scans voor de responsevaluatie van patiënten met een DLBCL. Beperkingen bij gebruik en interpretatie De werkgroep verwacht geen grote beperkingen in het gebruik of de interpretatie van de indicator behoudens de verwachting dat de aantallen patiënten per ziekenhuis klein zullen zijn bij deze selectie. Inhoudsvaliditeit De mate van bewijskracht hiervoor is C, dat wil zeggen dat er enkele niet-vergelijkende onderzoeken bekend zijn. Statistisch betrouwbaar onderscheiden De werkgroep verwacht dat met de indicator een onderscheid kan worden gemaakt tussen ziekenhuizen in de mate waarin voor de responsevaluatie al dan geen gebruik wordt gemaakt van zowel een CT-hals-thorax-abdomen als een FDG-PET-scan. Vergelijkbaarheid Er bestaat voor deze indicator geen case-mix discussie. Registratiebetrouwbaarheid Deze indicator is een structuurindicator en heeft daardoor een lage registratielast. Maar de verantwoordelijkheid voor de registratiebetrouwbaarheid ligt bij de aanleverende ziekenhuizen zelf. 11 Referenties - Cheson BD, Horning SJ, Coiffier B, Shipp MA, Fisher RI, Connors JM, Lister TA, Vose J, Grillolopez A, Hagenbeek A, Cabanillas F, Klippenstein D, Hiddemann W, Castellino R, Harris NL, Armitage JO, Carter W, Hoppe R, Canellos GP. Report of an international workshop to standardize response criteria for non-Hodgkin's lymphomas. NCI Sponsored International Working Group, J Clin Oncol 1999;17:1244-53. - Cheson BD, Pfistner B, Juweid ME, Gascoyone RD, Specht L, Horning SJ, Coiffier B, Fisher RI, Hagenbeek A, Zucca E, Rosen ST, Stroobants S, Lister TA, Hoppe RT, Dreyling M, Tobinai K, Vose JM, Connors JM, Federico M, Diehl V. Revised response criteria for malignant lymphoma. J Clin Oncol 2007;25:579-86. 12 4. Doorlooptijd diagnostiek Relatie tot kwaliteit Operationalisatie Teller Noemer Definities In/exclusiecriteria Bron Meetfrequentie Verslagjaar Rapportagefrequentie Type indicator Meetniveau Kwaliteitsdomein In de huidige praktijk bestaan er vaak lange wachttijden bij de diverse diagnostische onderzoeken voor patiënten met een DLBCL. Deze zijn vanuit het patiëntenperspectief onaanvaardbaar. Ook artsen wensen minder wachttijd vanuit het streven naar optimale zorg voor patiënten met een DLBCL. Minimaal 80% van de patiënten dient binnen 28 kalenderdagen de diagnostiek te hebben afgerond. Percentage nieuwe patiënten met een DLBCL bij wie de periode tussen datum eerste bezoek hematoloog / internist / internist-oncoloog en datum definitieve diagnose en behandelplan besproken met de patiënt, 28 kalenderdagen (ofwel 4 weken) bedraagt of minder Aantal nieuwe patiënten met een DLBCL bij wie de diagnostiek binnen 28 kalenderdagen is afgerond vanaf het eerste bezoek aan de specialist Aantal nieuwe patiënten met een DLBCL Tijd afronden diagnostiek: periode tussen datum eerste bezoek hematoloog / internist / internist-oncoloog en datum definitieve diagnose en behandelplan besproken met de patiënt. Binnen 4 weken ofwel 28 kalenderdagen (≤ 28 dagen). Diagnostiek: biopt (extra) nodale lymfklier, CT-hals-thorax-abdomen, FDGPET, beenmergaspiratie, cristabiopt. Inclusie: alleen nieuwe patiënten Exclusie: patiënten met cutaan of CZS lymfoom Exclusie: patiënten verwezen uit andere ziekenhuizen Bron teller: ZIS/EPD Bron noemer: ZIS/EPD 1x per verslagjaar 01-01-2011 tot en met 31-12-2011 1x per verslagjaar Proces Patiëntniveau Effectiviteit, patiëntgerichtheid Rekenregels Indicator 4 Teller Noemer Doorlooptijd diagnostiek Voor de teller wordt uitgegaan van de populatie patiënten verzameld onder de noemer. Selecteer vervolgens alle patiënten bij wie de diagnostiek binnen 28 kalenderdagen na het eerste bezoek bij de hematoloog / internist / internistoncoloog is afgerond. Selecteer alle nieuwe patiënten ouder dan 18 jaar bij wie de diagnose DLBCL is gesteld. Formule # patiënten noemer waarvoor geldt DLBCL6 ≤28 kalenderdagen # patiënten waarvoor DLBCL2 geldt en waarvoor geldt DLBCL5 >18 jaar Achtergrond en variatie in kwaliteit van zorg In 2000 zijn de zogenaamde Treeknormen opgesteld (Treekoverleg, 2000). Deze geven voor nietacute aandoeningen de maximaal aanvaardbare wachttijd aan. Deze normen zijn opgesteld op basis van maatschappelijke aanvaardbaarheid en niet op grond van medische urgentie. De Signaleringscommissie Kanker van KWF Kankerbestrijding stelt in haar advies inzake wachttijdnormen in de kankerzorg dat wachttijden binnen de kankerzorg tot een minimum beperkt moeten worden en onder de Treeknormen moeten liggen (KWF, 2006). De kwantitatieve gevolgen van wachttijden voor de prognose van de patiënt met kanker zijn niet voorhanden. Uit de literatuur blijkt echter wel dat de negatieve psychosociale gevolgen van wachttijden groot zijn (Schag, 1993; Risberg, 1996). Vanwege het levensbedreigende karakter van de ziekte staan patiënten met (verdenking op) kanker onder grote psychosociale druk tijdens het wachten op (een uitslag van) 13 diagnostisch onderzoek, (aanvullend) diagnostisch onderzoek en een (aanvullende) behandeling. De Signaleringscommissie Kanker van KWF Kankerbestrijding stelt dat in het algemeen de normatieve wachttijd voor het traject tussen besluit tot en de aanvang van de (geplande) behandeling(en) maximaal vijftien werkdagen mag bedragen. Mogelijkheden tot verbetering De werkgroep verwacht op basis van praktijkervaring dat er ruimte is tot verbetering. Beperkingen bij gebruik en interpretatie Deze indicator zegt iets over snelheid van de diagnostiek, niets over kwaliteit daarvan. De datum waarop de definitieve diagnose en het behandelplan zijn besproken met de patiënt zijn niet altijd eenduidig geregistreerd tussen de verschillende ziekenhuizen, dit leidt mogelijk tot interpretatieverschillen. Indien een patiënt wordt verwezen naar een ander ziekenhuis voor (een deel van) de diagnostiek, dient de patiënt ter bepaling van de indicator te worden meegerekend onder het ziekenhuis waar de definitieve diagnose en het behandelplan met de patiënt worden besproken. De verwachte aantallen per ziekenhuis zijn klein bij deze selectie. Inhoudsvaliditeit De mate van bewijskracht hiervoor is D, dat wil zeggen dat de werkgroep consensus heeft bereikt. Statistisch betrouwbaar onderscheiden Uit de betrouwbaarheidsintervallen blijkt dat de statistische betrouwbaarheid niet goed is. De werkgroep beseft zich dat door het versmallen van de populatie tot DLBCL de patiëntaantallen nog lager worden. De werkgroep heeft gekeken of de vraag omgezet kan worden naar een kwalitatieve indicator, maar heeft hier uiteindelijk niet voor gekozen gezien de grote kans op sociaal wenselijke antwoorden (er wordt makkelijk ‘ja’ geantwoord op structuurvragen). De werkgroep is wel van mening dat de indicator waardevolle informatie oplevert. Vergelijkbaarheid De werkgroep vermoedt dat er geen case-mix factoren een rol spelen. Er bestaat echter onderzoek waarin is aangetoond dat ‘’slechtere patiënten’’, dat wil zeggen met een hoger stadium, sneller door de diagnostiekfase gaan (Ouwens, 2007). Registratiebetrouwbaarheid Binnen het ZIS kan geen (geautomatiseerd) overzicht worden gegenereerd van de teller. De werkgroep is van mening dat de indicator van dusdanig belang is voor de kwaliteit van de zorg dat het inzicht in deze indicator opweegt tegen de registratielast, mede gezien de kleine aantallen patiënten per ziekenhuis die het betreft. Referenties - College voor zorgverzekeringen (CVZ): Radiotherapie van meten naar weten. Wachttijdmeting 2002. Den Haag, 2004: Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Den Haag. - KWF. Advies inzake wachttijdnormen in de kankerzorg. Signalement Signaleringscommissie Kanker van KWF Kankerbestrijding. Oisterwijk, 2006: Drukkerij van den Boogaard. www.kwfkankerbestrijding.nl - Ouwens MM, Hermens RR, Termeer RA, Vonk-Okhuijsen SY, Tjan-Heijnen VC, Verhagen AF, Hulscher MM, Marres HA, Wollersheim HC, Grol RP. Quality of integrated care for patients with nonsmall cell lung cancer: variations and determinants of care. Cancer 2007;110:1782-90. - Risberg T, Sorbey SW, Norum J, Wist EA. Diagnostic delay causes more psychological distress in female than in male cancer patients. Anticancer Res 1996;16:995-99. - Schag CA, Ganz PA, Polinsky ML, Fred C, Hirji K, Petersen L. Characteristics of women at risk for psychosocial distress in the years after breast cancer. J Clin Oncol 1993;11:783-93. - TreekoverlegTR-039. Notitie ‘Streefnormstelling wachttijden curatieve zorg’. Zeist, 2000: Zorgverzekeraars Nederland. 14 5. Gestructureerd overleg Relatie tot kwaliteit Operationalisatie 5a Operationalisatie 5b Operationalisatie 5c Definitie(s) Inclusiecriteria Bron Meetfrequentie Peildatum Rapportagefrequentie Type indicator Meetniveau Kwaliteitsdomein De behandeling van patiënten met kanker vereist op elkaar afgestemde deskundigheid vanuit verscheidene disciplines. Door het beschikbaar komen van verbeterde behandelingen die gebruik maken van zowel chirurgische, radiotherapeutische als medicinale interventies, is overleg al direct na de diagnostische fase in steeds meer situaties gewenst. Een bespreking in multidisciplinair verband kan daarbij bijdragen aan optimale behandeling van oncologische patiënten volgens de landelijke richtlijnen. De uitkomst moet worden vastgelegd in een behandelplan en aan alle betrokkenen worden gecommuniceerd. Is er binnen uw ziekenhuis een gestructureerd overleg waar patiënten met DLBCL worden besproken met een vaste frequentie? Ja/Nee Indien ja, hoe vaak vindt dit plaats: 1x per week/1x per maand/1x per kwartaal/Anders, namelijk… Indien ja, zijn hierbij de volgende disciplines betrokken: - hematoloog/internist Ja/nee/Op afroep - klinisch patholoog Ja/nee/Op afroep - radioloog/nucleair geneeskundige Ja/Nee/Op afroep - consulent IKNL Ja/Nee/Op afroep n.v.t. Inclusie: alleen nieuwe patiënten Ziekenhuisregistratie 1x per jaar 01-03-2012 1x per verslagjaar Structuur Ziekenhuisniveau Effectiviteit, veiligheid, patiëntgerichtheid, doelmatigheid Achtergrond en variatie in kwaliteit van zorg De behandeling van patiënten met kanker vereist op elkaar afgestemde deskundigheid vanuit verscheidene disciplines. Door het beschikbaar komen van verbeterde behandelingen die gebruik maken van zowel chirurgische, radiotherapeutische als medicinale interventies, is overleg al direct na de diagnostische fase in steeds meer situaties gewenst. Een bespreking in multidisciplinair verband kan daarbij bijdragen aan optimale behandeling van oncologische patiënten volgens de landelijke richtlijnen. De uitkomst moet worden vastgelegd in een behandelplan en aan alle betrokkenen worden gecommuniceerd (Ouwens, 2007; IGZ 2009; IGZ, 2009). Patiënten dienen besproken te worden met de verschillende disciplines, indien mogelijk voordat de behandeling begint, zodat een optimale definitieve stadiëring en bij het stadium passende optimale behandeling kunnen worden gekozen. Mogelijkheden tot verbetering De werkgroep verwacht dat er ruimte is tot verbetering in de mate waarin ziekenhuizen een gestructureerd overleg met een vaste frequentie hebben om patiënten met een DLBCL te bespreken. Beperkingen bij gebruik en interpretatie Afhankelijk van de verslaglegging in het ziekenhuis is mogelijk moeilijk terug te vinden of een patiënt in een gestructureerd overleg met een vaste frequentie is besproken. Bovendien moet rekening worden gehouden in interpretatieverschillen in de (structurele) samenstelling van het overleg. Niet altijd wordt genoteerd of alle vereiste disciplines (structureel) aanwezig zijn. De werkgroep geeft ook aan dat het voor DLBCL niet noodzakelijk is dat de bespreking met de verschillende disciplines gelijktijdig plaatsvindt. De verwachte aantallen per ziekenhuis zijn klein bij deze selectie. 15 Inhoudsvaliditeit De mate van bewijskracht hiervoor is D, dat wil zeggen dat de werkgroep consensus heeft bereikt. Statistisch betrouwbaar onderscheiden De werkgroep verwacht dat met deze indicator onderscheid kan worden gemaakt tussen ziekenhuizen die een gestructureerd overleg met een vaste frequentie hebben om patiënten met een DLBCL te bespreken. Vergelijkbaarheid Er bestaat voor deze indicator geen case-mix discussie. Registratiebetrouwbaarheid Deze indicator is een structuurindicator en heeft daardoor een lage registratielast. Referenties - IGZ. Prestatie-indicatoren ziekenhuizen. Basisset 2010: Indicator Multidiscipliniar overleg. Utrecht, 2009: Inspectie voor de Gezondheidszorg, Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. - IGZ. Zorgketen voor kankerpatienten moet verbeteren. Den Haag, 2009: Inspectie voor de Gezondheidszorg, Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. - Ouwens MM, Hermens RR, Termeer RA, Vonk-Okhuijsen SY, Tjan-Heijnen VC, Verhagen AF, Hulscher MM, Marres HA, Wollersheim HC, Grol RP. Quality of integrated care for patients with nonsmall cell lung cancer: variations and determinants of care. Cancer 2007;110:1782-90. 16 3. Lijst te verzamelen variabelen In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe de gegevens voor het bepalen van de indicatoren verzameld worden. Dit gebeurt aan de hand van een variabelenlijst. Een variabele is een te verzamelen dataelement. Variabelenlijst Structuurindicatoren worden op ziekenhuisniveau verzameld. Het is voor deze indicatoren voldoende om één keer per jaar een vraag met ja of nee te beantwoorden. Om de proces- en uitkomstindicatoren te kunnen bepalen, worden gegevens op patiëntniveau verzameld en worden verschillende bronnen geraadpleegd. Op de volgende pagina’s worden alle variabelen beschreven die nodig zijn om de indicatoren te kunnen bepalen van de set DLBCL. Van de variabelen worden de volgende gegevens vastgelegd: • Variabele nummer: • • Naam: Vast te leggen waarde: • Bron: • Instructie: • Nodig voor indicator: Het nummer van de variabele wordt later gebruikt om uit te kunnen leggen welke variabelen gebruikt moeten worden voor de berekening van een indicator. Naam/beschrijving van de variabele. De vast te leggen waarde is een omschrijving om aan te geven wat een ziekenhuis moet vastleggen. Dit kan bijvoorbeeld een behandelas van een DBC zijn, ja/nee of een datum. De bron is bedoeld om het zoeken naar de variabele (het dataelement) te vereenvoudigen Dit is gebaseerd op de bevindingen van de ziekenhuizen uit de praktijktest. Het kan zijn dat dit in andere ziekenhuizen onder een andere naam of op een andere plaats/systeem wordt vastgelegd. Deze beschrijft met welke zoekwaarden gezocht moet worden. Ook worden praktijktips gegeven. Als laatste staat aangegeven voor welke indicatoren de variabele gebruikt wordt. Voor sommige variabelen is het niet mogelijk om direct uit de data de waarde van de variabele te bepalen. Leeftijd is hierbij het meest duidelijke voorbeeld. Om de leeftijd te kunnen bepalen is een peildatum en een geboortedatum nodig. Deze eerste twee gegevens zijn opgenomen bij de variabelen. Bij de indicatoren zijn rekenregels gedefinieerd die de uiteindelijke variabele berekenen. Een voorbeeld is: peildatum – geboortedatum = leeftijd. 17 Tabel 1: Variabelen uit verschillende bronnen in het ziekenhuis Variabele Naam DLBCL0 Patiëntnummer DLBCL1 Geboortedatum dd/mm/jjjj ZIS DLBCL2 Primaire diagnose DLBCL DBC codes voor DLBCL 0313.11.753 (non-hodgkin, intermediair/hooggradig) DBCregistratie DLBCL3 Datum 1 polikliniekbezoek hematologie Datum definitieve diagnose en behandelplan besproken met de patiënt dd/mm/jjjj EPD/ zorgdossier dd/mm/jjjj EPD/ zorgdossier DLBCL4 Vast te leggen waarde e Bron Instructie Benodigd voor indicator ZIS Het patiëntnummer is het unieke element dat de basis vormt om koppelingen tussen registratiesystemen mogelijk te maken De geboortedatum van de betreffende persoon 4: Doorlooptijd diagnostiek Datum waarop de patiënt met een DLBCL voor het eerst op de polikliniek hematologie komt Datum waarop met de patiënt met een DLBCL zijn definitieve diagnose en definitieve behandelplan wordt besproken 4: Doorlooptijd diagnostiek 4: Doorlooptijd diagnostiek 4: Doorlooptijd diagnostiek 4: Doorlooptijd diagnostiek 18 Tabel 2: Rekenregels voor te berekenen variabelen Variabele Te berekenen gegevens Berekening Formule Validatieregels Nodig voor indicator DLBCL5 Leeftijd Datum diagnose - geboortedatum >18 jaar DLBCL6 Doorlooptijd diagnose Datum diagnose definitief en behandelplan besproken met patiënt (dit is 1 datum) - datum van het 1e polikliniek bezoek DLBCL4 DLBCL1 DLBCL4 DLBCL3 4: Doorlooptijd diagnostiek 4: Doorlooptijd diagnostiek ≤ 28 kalenderdagen 19 Bijlage 1: Aanpassingen in zorginhoudelijke indicatoren n.a.v. gegevensuitvraag in 2011 over verslagjaar 2010 Indicator* Populatiebepaling 1a en 1b. Kwaliteitseisen DLBCL Aanpassingen De werkgroep heeft besloten deze set van toepassing te laten zijn op een subpopulatie. Daarom is de naam van de set veranderd van Maligne Lymfoom in Maligne Lymfoom: DLBCL. 1a. ‘Classificatie volgens WHO 2008’ is als vraag verwijderd bij deze indicator. 1b. meting op patiëntenniveau is verwijderd 2a en 2b. Kwaliteitseisen initiële stadiering 2a. Beenmergaspiratie is verwijderd uit de indicator. 2b. Meting op patiëntenniveau is verwijderd 3a en 3b. Responsevaluatie 3a. Het eerste deel van de indicator ‘Wordt bij patiënten met een DLBCL of een Hodgkin lymfoom standaard een responsevaluatie uitgevoerd na initiële behandeling?’ wordt verwijderd en de indicator wordt geherformuleerd. Hodgkin Lymfoom wordt uit de indicator verwijderd. 3b. Meting op patiëntenniveau is verwijderd Het aantal werkdagen waarbinnen de diagnostiek afgerond dient te zijn, is aangepast van 15 naar 20 werkdagen ofwel 28 kalenderdagen. 4. Doorlooptijd diagnostiek Opmerkingen De werkgroep heeft gekozen om de set toe te spitsen op DLBCL omdat dit het meest voorkomende type lymfoom is en het is praktisch als de hele set zich richt op 1 subgroep. De werkgroep verwacht dat aan de hand van de gemeten subgroep de kwaliteit van zorg voor de totale groep maligne lymfoom patiënten goed kan worden gemeten. 1a. Er kan alleen worden gesteld dat het om een DLBCL gaat als er geclassificeerd is. Het item voegt daarom niets aan de indicator toe. 1b. Door de kleine patiëntaantallen zijn de data niet betrouwbaar. De werkgroep ziet geen verbetermogelijkheden voor wat betreft de statistische betrouwbaarheid. DLBCL is het meest voorkomende type lymfoom. Het is niet te verwachten dat de aantallen groter worden, want centralisatie is de komende jaren nog niet aan de orde. 2a. Als er een cristabiopsie wordt uitgevoerd, dan voegt een beenmergaspiratie niet veel meer toe. 2b. Zie opmerkingen bij 1b. 3a. Het eerste deel van de indicator discrimineerde niet. De patiëntenpopulatie beperkt zich tot DLBCL. 3b. Zie opmerkingen bij 1b. De gestelde termijn van 15 werkdagen vindt de werkgroep bij nader inzien niet haalbaar. 20 5. Gestructureerd overleg De naam van de indicator is aangepast. De term MDO is door de herformulering niet meer van toepassing. De indicator is geherformuleerd Door de kleine patiëntaantallen tot een structuurvraag. zijn de data niet betrouwbaar. * Indien een indicator niet in deze lijst voorkomt, is deze ongewijzigd gebleven 21 Bijlage 2: Autorisatie zorginhoudelijke indicatoren door wetenschappelijke vereniging De zorginhoudelijke indicatoren uit deze set zijn in 2010 geautoriseerd door: - Nederlandse Internisten Vereniging Nederlandse Vereniging voor Keel-, Neus- & Oorheelkunde en Heelkunde van het HoofdHalsgebied Nederlandse Vereniging voor Nucleaire Geneeskunde Nederlandse Vereniging voor Radiotherapie en Oncologie Nederlandse Vereniging voor Pathologie 22 Bijlage 3: Verwerking commentaar consultatieronde indicatorenset Maligne Lymfoom Commentaar* Vereniging/organisatie Verwerkt/Niet verwerkt Toelichting Algemene opmerkingen Geen inhoudelijke opmerkingen. Geautoriseerd Geautoriseerd Geautoriseerd Geautoriseerd Het gevolg van het toespitsen van de set op DLBCL is dat deze patiënten handmatig uit de genoemde DBC moeten worden geselecteerd. Voorstel voor een nieuwe indicator: Beschikt uw instelling over het keurmerk bloedlymfeklierkanker? Lymfklierkanker vereniging Nederland ZN NVVP NVvR NVKNO NFU Ter kennisneming NVZ Niet verwerkt Ter kennisneming Ter kennisneming Ter kennisneming Ter kennisneming Ter kennisneming Geautoriseerd Indicator 1 Kwaliteitseisen DLBCL NIV (HOVON/NVvH) Geautoriseerd Indicator 2 Kwaliteitseisen initiële stadiëring NIV (HOVON/NVvH) Zie hiervoor de reactie van HOVON aan de NIV. Het betreft belangrijke kritiek. De NIV heeft een aanvulling met betrekking tot indicator 4, waarbij nu de PALGA registratie als bron niet staat vernoemd. De NIV vraagt zich af of deze als bron van toegevoegde waarde zou kunnen zijn bij indicator 4. NFU NIV Omdat het om kleine aantallen gaat wordt dit door de werkgroep niet als een probleem gezien. In dit stadium kunnen geen nieuwe indicatoren meer toegevoegd worden. Dit voorstel kan worden meegenomen in de doorontwikkeling van deze set. Indicator 3 Responsevaluatie Is verwerkt Indicator 4 Doorlooptijd diagnostiek Ter kennisneming Voorstel van het IKNL is: datum 1e contact=datum lymfeklierextirpatie en datum afronding diagnostiek=datum pathologische bevestiging tumor. Dit kan worden meegenomen in de doorontwikkeling van deze set. 23 Commentaar* Vereniging/organisatie Verwerkt/Niet verwerkt Toelichting Zoals ook al aangegeven in het commentaar van de HOVON lymfoomwerkgroep in 2010 blijft de huidige definitie van de doorlooptijd een multi interpretabel gegeven en daarom een valkuil voor betrouwbare meting. Voor operalisatie van deze indicator dient de definitie beter verwoord te worden. Een ‘’verdenking op DLBCL’’ – er moet immers nog een biopsie worden genomen – is daarbij geen zinvol uitgangspunt. Wij stellen voor dit als volgt aan te passen voor patiënten behandeld in het desbetreffende ziekenhuis: start tijd voor de diagnostiek doorlooptijd is de datum van het definitieve PA verslag met daarin de diagnose DLBCL. Stoptijd is de datum dat het behandelplan is besproken met de patiënt. NIV (HOVON/NVvH) Niet verwerkt Het gaat bij deze indicator om de doorlooptijd van de diagnostiek, niet om de doorlooptijd tot behandeling. De doorlooptijd diagnostiek is nu aangegeven als: periode tussen datum eerste bezoek hematoloog / internist / internist-oncoloog en datum definitieve diagnose en behandelplan besproken met de patiënt. Zie hiervoor de reactie van HOVON aan de NIV. Het betreft belangrijke kritiek. Onduidelijkheid over deze indicator. NFU Ter kennisneming NVZ Niet verwerkt NVZ Indicator 5 Gestructureerd overleg Niet verwerkt Bij de verschillende disciplines toevoegen: - radiotherapeut, - regieverpleegkundige of oncologieverpleegkundige, - psycho sociaal? Betrouwbare doorlooptijden zijn een terugkerend discussiepunt in meerdere oncologieset; in overweging kan genomen worden om over te gaan voor een aantal generieke indicatoren voor de oncologie. Dit zal moeten worden meegenomen in de doorontwikkeling. Om dit punt te verhelderen is het tijdspad opgenomen in de operationalisatie: Het percentage nieuwe patiënten met een DLBCL bij wie de periode tussen datum eerste bezoek hematoloog / internist / internist-oncoloog en datum definitieve diagnose en behandelplan besproken met de patiënt, 28 kalenderdagen bedraagt of minder. Deze opmerking kan worden meegenomen bij de doorontwikkeling van deze indicatorset. * Indien nodig is commentaar samengevat 24 Deel 2: Klantpreferentievragen 25 1. Klantpreferentievragen Maligne Lymfoom-DLBCL De volgende vragen gaan in op het aanbod van de zorg rondom maligne lymfoom. Let op: de klantpreferentievragen kunnen op het gebied van patiëntpopulatie een bredere scope hebben dan de Zorginhoudelijke Indicatoren. De informatie van de vragenlijst Klantpreferenties maligne lymfoom kan bijdragen aan de beeldvorming van de patiënt/consument om een keuze te maken voor een zorgaanbieder. De klantpreferentievragen zijn opgesteld door de Consumentenbond en de Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie, in samenwerking met LymfklierkankerVereniging Nederland. Om te achterhalen welke informatie de patiënt wil gebruiken om een ziekenhuis op te kiezen, zijn er focusgroepen en/of telefonische interviews gehouden. Door middel van een vragenlijst aan een grotere groep patiënten is onderzocht welke aspecten voor deze groep patiënten het meest van belang zijn. Bij elke vraag worden, waar nodig, definities beschreven en de technische haalbaarheid toegelicht. Daar waar ‘ziekenhuis’ of ‘ziekenhuislocatie’ staat, kan ook ‘zelfstandig behandelcentrum’ gelezen worden. Volume Vraag 1 A. Hoeveel internist-oncologen en internist-hematologen behandelen patiënten met maligne lymfoom op de peildatum?1* (invullen) ____ internist-oncologen niet van toepassing ____ internist-hematologen niet van toepassing B. Hoeveel patiënten met maligne lymfoom zijn op uw ziekenhuislocatie 2 behandeld in het verslagjaar? ** (invullen) ____ patiënten C. Wat is de spreiding (gemiddelde, minimum, maximum) van het aantal 1 3 behandelde patiënten met maligne lymfoom op uw ziekenhuislocatie? ** (invullen) Minimum: ____ patiënten per internist-oncoloog4 5 Maximum: ____ patiënten per internist-oncoloog Gemiddelde: ____ patiënten per internist-oncoloog Minimum: ____ patiënten per internist-hematoloog4 5 Maximum: ____ patiënten per internist-hematoloog Gemiddelde: ____ patiënten per internist-hematoloog 26 Definities 1 Exclusief coassistenten, ANIOS en AIOS. Inclusief behandelingen door coassistenten, ANIOS en AIOS. Selecteer alle patiënten met de DBC’s: 2 0313.11.751.**** 0313.13.751.**** 0313.21.751.**** 0313.11.752.**** 0313.13.752.**** 0313.21.752.**** 0313.11.753.**** 0313.13.753.**** 0313.21.753.**** 3 Het betreft hier alleen de medisch specialisten die op de peildatum nog in dienst zijn. Bij het aantal patiënten moeten ook de patiënten worden opgeteld die elders door de medisch specialist zijn behandeld in het verslagjaar. Exclusief coassistenten, ANIOS en AIOS. Het gaat dus alleen om de patiënten van de medisch specialisten in dienst van ziekenhuis of maatschap. 4 Vul het totaal aantal patiënten in die geopereerd zijn door de internistoncoloog/internist-hematoloog die het minste aantal operaties heeft uitgevoerd in het verslagjaar. 5 Vul het totaal aantal patiënten in die geopereerd zijn door de internistoncoloog/internist-hematoloog die het meeste aantal operaties heeft uitgevoerd in het verslagjaar. Technische haalbaarheid * Peildatum: 1 maart 2012 ** Verslagjaar: 1 januari 2011 t/m 31 december 2011 Deelname onderzoeken Neemt uw ziekenhuislocatie deel aan onderzoeken op het gebied van maligne Vraag 2 lymfoom?1* (aanvinken, één antwoord mogelijk) Ja Nee Definities Technische haalbaarheid Toelichting 1 Bijvoorbeeld de HOVON-studies, EORTC Lymphoma Groep studies, Lunenburg consortium, studies gecoördineerd door de farmaceutische industrie of de GHSG. * Peildatum: 1 maart 2012 Patiënten hebben aangegeven te willen weten of het ziekenhuis deelneemt aan onderzoeken op het gebied van maligne lymfoom. 27 Voorkeur behandelaar A. Indien een patiënt telefonisch een afspraak wil maken met de internist voor de Vraag 3 behandeling van maligne lymfoom, wordt dan altijd aan de patiënt gevraagd of 1 hij/zij voorkeur heeft voor een bepaalde internist? * (aanvinken, één antwoord mogelijk) Ja, dit is beleid2 Nee B. Wordt bij een afspraak via de website altijd gevraagd of de patiënt voorkeur heeft voor een bepaalde internist?1* (aanvinken, één antwoord mogelijk) Ja Nee Nee, bij ons kan geen online afspraak worden gemaakt Definities 1 Technische haalbaarheid * Peildatum: 1 maart 2012 Met uitzondering van een doorverwijzing naar een specifieke arts door een andere (huis)arts. 2 Onder beleid wordt verstaan: iedereen van de afdeling handelt op een gelijke manier. Dit kan bijvoorbeeld door dit tijdens het inwerkproces mee te nemen of doordat collega’s elkaar er op wijzen. Informatievoorziening Vraag 4 Over welke onderwerpen en op welke manier informeert uw ziekenhuislocatie de patiënt met maligne lymfoom?* (aanvinken, meerdere antwoorden mogelijk) Onderzoeken die plaats moeten vinden, worden mondeling toegelicht aan de patiënt De diagnose van de patiënt wordt schriftelijk aan de patiënt aangeboden Schriftelijke informatie over chemotherapie Schriftelijke informatie over bestraling Schriftelijke informatie over antibioticagebruik Schriftelijke informatie over ‘wait and see’ beleid Schriftelijke informatie over onderhoudsbehandelingen Uitslag van onderzoek wordt op papier aan de patiënt meegegeven 1 Uitslag van onderzoek is digitaal in te zien door de patiënt De website van het ziekenhuis verwijst door naar de website van de patiëntenvereniging LVN Informatie over het herstel en balans programma wordt schriftelijk meegegeven Informatie over begeleiding van een maatschappelijk werker bij maligne lymfoom Al het bovengenoemde 28 Definities Technische haalbaarheid 1 Een patiëntenportaal biedt de patiënt (en de zorgverlener) een betrouwbare en beveiligde toegang tot het krijgen (en voor de zorgverlener het leveren) van digitale zorgdiensten. De diensten kunnen bestaan uit een combinatie van de volgende toepassingen: toegang voor de patiënt tot zijn of haar medische informatie en uitslagen, e-consult of digitaal spreekuur, het maken van een afspraak, verkrijgen van informatie, toegang tot (online) cursussen of training, informatie over de zorgverleners, etc. * Peildatum: 1 maart 2012 Behandelde vormen Welke vormen van maligne lymfoom worden er op uw ziekenhuislocatie Vraag 5 behandeld?1* (aanvinken, per vorm één antwoord mogelijk) Behandeling Vorm van maligne lymfoom a. Diffuus grootcellig B-cellymfoom (DLBCL) b. Primair mediastinaal B-cellymfoom c. Perifeer T-cellymfoom d. Overige T-celllymfoom e. Burkitt-lymfoom f. Folliculair non Hodgkin lymfoom g. MALT-lymfoom h. Mantelcellymfoom i. Lymfo-plasmocytair lymfoom/ziekte van Waldenström j. Lymfocytair lymfoom/CLL k. Lymfoblastair/ precursor B en T l. Lymfoom bij afweerstoornissen/ posttransplantatielymfoom m. Lymfomen van de huid n. CZS lymfoom o. Testislymfoom p. Anders, namelijk Definities Technische haalbaarheid Ja Nee 1 Behandelingen kunnen onder andere zijn: chemotherapie, bestraling, antibiotica, rituximab, stamceltherapie en/of onderhoudsbehandelingen. * Peildatum: 1 maart 2012 29 Aangeboden behandelingen A. Welke behandelingen voor maligne lymfoom worden op uw ziekenhuislocatie Vraag 6 uitgevoerd?* (aanvinken, meerdere antwoorden mogelijk) Chemotherapie Bestraling Autologe stamceltransplantatie Allogene stamceltransplantatie Antibiotica ‘Wait and see’ beleid Rituximab Onderhoudsbehandelingen B. Naar welk(e) ziekenhuis(locatie) wordt verwezen indien uw ziekenhuislocatie zelf bepaalde behandelingen niet uitvoert?* (invullen, opgeven van meerdere ziekenhuislocaties is mogelijk) ________ Definities Technische haalbaarheid Geen bijzonderheden. * Peildatum: 1 maart 2012 Organisatie PET-scan Hoe organiseert uw ziekenhuislocatie het maken van een PET-scan voor de Vraag 7 patiënt met maligne lymfoom?* (aanvinken, meerdere antwoorden mogelijk) Onze ziekenhuislocatie heeft een eigen PET-scan in huis Onze ziekenhuislocatie huurt een mobiele PET-scan De patiënt wordt naar een ander(e) ziekenhuis(locatie) doorverwezen voor het maken van een PET-scan Anders, namelijk ___ Definities Technische haalbaarheid Geen bijzonderheden. * Peildatum: 1 maart 2012 30 Bereikbaarheid Vraag 8 A. Krijgt de patiënt met maligne lymfoom een telefoonnummer mee op papier1 dat 2 hij ‘s avonds, ‘s nachts en in het weekend kan bellen voor dringende vragen? * (aanvinken, één antwoord mogelijk) Ja, en de patiënt krijgt meteen iemand aan de lijn Ja, en de patiënt krijgt in principe iemand aan de lijn, en heeft anders de mogelijkheid om een voicemailbericht achter te laten Ja, en de patiënt kan uitsluitend een voicemailbericht achterlaten Nee, de patiënt krijgt op papier geen telefoonnummer mee dat ’s avonds, ‘s nachts en in het weekend bereikbaar is B. Hanteert uw ziekenhuislocatie een antwoordtermijn voor telefoontjes, als bedoeld onder vraag 8A, van de patiënt met maligne lymfoom, waarbinnen hij 3 antwoord op zijn vraag krijgt? * (aanvinken en/of invullen, één antwoord mogelijk) Ja, de patiënt krijgt direct telefonisch antwoord Ja , telefoontjes van de patiënt moeten binnen ___ uur worden beantwoord Ja, telefoontjes van de patiënt moeten binnen ___ dag(en) worden beantwoord Nee, hierover zijn geen afspraken vastgelegd C. Krijgt de patiënt met maligne lymfoom een e-mailadres mee op papier1 waar hij vragen naartoe kan mailen?* (aanvinken, één antwoord mogelijk) Ja Nee, maar de patiënt kan wel een vraag stellen via de website van de ziekenhuislocatie middels een e-mail of een contactformulier Nee D. Hanteert uw ziekenhuislocatie een antwoordtermijn voor e-mails van de patiënt met maligne lymfoom, waarbinnen hij antwoord op zijn vraag krijgt?3* (aanvinken en/of invullen, één antwoord mogelijk) Ja, e-mails van de patiënt moeten binnen ___ uur worden beantwoord Ja, e-mails van de patiënt moeten binnen ___ dag(en) worden beantwoord Nee, hierover zijn geen afspraken vastgelegd Definities Technische haalbaarheid 1 Dit kan bijvoorbeeld middels de afsprakenkaart, een brief of een visitekaartje. Met dringende vragen worden vragen bedoeld die, naar inzicht van de patiënt, niet kunnen wachten tot aanvang van de reguliere kantoortijden. Het gaat hier niet om spoedvragen waarvoor men naar de SEH moet of waarvoor men 112 moet bellen. 3 Het gaat om een inhoudelijk antwoord en dus niet om een ontvangstbevestiging. * Peildatum: 1 maart 2012 2 31 Onderscheid t.o.v. andere ziekenhuizen Vraag 9 Graag horen wij van u waarin uw ziekenhuis(locatie) excelleert. U kunt dit hieronder aangeven en daarna uw antwoord toelichten. De vraag gaat specifiek over de zorg voor patiënten met maligne lymfoom. Wij vragen u de voorbeelden te geven waarmee uw ziekenhuis zich onderscheidt1 in termen van excelleren en aan te geven wat dit voor de patiënt betekent.* (invullen) Onderscheidend op het gebied: Concreet voorbeeld Voordelen voor de patiënt? Niet van toepassing Definities Technische haalbaarheid Toelichting 1 Bijvoorbeeld op de volgende gebieden: innovatieve diagnostiek en/of innovatieve behandelmethoden, (para)medische expertise, handelen vanuit patiëntenperspectief, de (praktische) organisatie van de zorg, ondersteunen patiënten op het gebied van zelfregie en zelfmanagement, etc. * Peildatum: 1 maart 2012. Deze vraag is bedoeld om belangrijke innovaties en projecten gericht op verbetering rond de zorg voor patiënten met maligne lymfoom te achterhalen. Het gaat dan om projecten die voor zover bekend uniek zijn voor uw ziekenhuislocatie. Deze vraag is niet bedoeld voor het maken van vergelijkingen. 32 Bijlage 1: wijzigingstabel Vragenlijst klantpreferenties Klantpreferentievraag* 1 2 3 Maligne Lymfoom Aanpassingen Vraag 1 wordt aangepast. De definitie van vraag 2 wordt aangepast. Vraag 3 wordt aangepast. 4 Vraag 4 met betrekking tot informatieverstrekking wordt op een andere manier uitgevraagd. 5 De definitie van vraag 5 wordt aangepast. De antwoordcategorieën van vraag 6 worden uitgebreid met een aantal behandelingen. Er wordt een B vraag toegevoegd. 6 7 Vraag 7 wordt vraag 8. Deze vraag wordt aangepast en uitgebreid met een C en D vraag. Nieuw ingevoegde vraag. Een vraag met betrekking tot PETscan. Dit wordt vraag 7. Opmerkingen Uit de data van afgelopen jaar bleek dat de verkregen informatie niet eenduidig te interpreteren is. De vraag is aangepast, er wordt gevraagd naar het praktische beleid dat wordt gevoerd. Uit de data van afgelopen jaar bleek dat de tabel soms verwarring opriep. De methoden hadden overlap en de informatieaspecten konden op meerdere manieren geïnterpreteerd worden. Verder is gebleken dat ziekenhuizen de losse vragen fijner vinden met invullen, in vergelijking met de grote tabel. Naar aanleiding van gesprek met de LymfklierkankerVereniging Nederland zijn de onderwerpen van informatievoorziening aangescherpt. Naar aanleiding van gesprek met LymfklierkankerVereniging Nederland is de lijst met behandelingen uitgebreid en vraag B opgesteld. Naar aanleiding van feedback van een inhoudelijk deskundige is deze vraag geformuleerd. Het is een aanvulling op vraag 6. Niet ieder ziekenhuis heeft deze faciliteit. Nieuw ingevoegde vraag. Ziekenhuizen kunnen aangeven waarin ze excelleren. Dit wordt vraag 9. Met deze vraag kunnen ziekenhuizen zich positief onderscheiden t.o.v. elkaar op het gebied van maligne lymfoom. *Indien een vraag niet in deze lijst voorkomt, is deze ongewijzigd gebleven 33 Afkortingenlijst indicatorengids DLBCL CT-(scan) CZS DBC DLBCL EPD FDG-PET HE HOVON IGZ IKNL IPI KWF LVN MDO NFU NHL NIV NKR NPCF NVKNO NVNG NVRO NVvH NVVP NVvR NVZ WHO ZIS ZN Computer tomografie (scan) Centraal Zenuwstelsel Diagnose Behandel Combinatie Diffuus grootcellig B-cel lymfoom Elektronisch Patiëntendossier Fluoro-2-deoxyglucose positron emission tomografie Hematoxyline Eosine Stichting Hemato-Oncologie voor Volwassenen Nederland Inspectie voor de Gezondheidzorg Integraal Kankercentrum Nederland Internationale prognostische index Koningin Wilhelmina Fonds voor de Nederlandse Kankerbestrijding Lymfklierkanker Vereniging Nederland Multidisciplinair overleg Nederlandse Federatie van Universitair medische centra Non-Hodgkin lymfoom Nederlandse Internisten Vereniging Nederlandse Kankerregistratie Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie Nederlandse Vereniging voor Keel- Neus- en Oorheelkunde en Heelkunde van het Hoofd Halsgebied Nederlandse Vereniging voor Nucleaire Geneeskunde Nederlandse Vereniging Radiotherapie en Oncologie Nederlandse Vereniging voor Hematologie Nederlandse Vereniging voor Pathologie Nederlandse Vereniging voor Radiologie Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen World Health Organization Ziekenhuis Informatiesysteem Zorgverzekeraars Nederland 34