Bijlage 1 Opvolging aanbevelingen van het rapport Rekeningcommissie POP/D2 gelden 1. Er moet een grotere inspanning worden gedaan om de Europese POP/D2-subsidies alsnog te verwerven. a. De programma’s POP en D-2 liggen op schema b. In 2003 is een D2 projectaanjager aangesteld ter stimulering van reconstructie projecten 2. Bij belangrijke beleidsdocumenten/complexe processen dient de afdeling Financiën vanaf de start van het proces te worden betrokken, dat wil zeggen vanaf het opstellen van het projectdocument a. In het kader van de zelfcontrolerende organisatie is per directie een bedrijfsbureau ingesteld en een auditfunctie per directie. Doelstelling hiervan is om financiële en andere expertise te verankeren in de primaire werkprocessen. Deze verankering strekt verder dan de verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de afdeling Financiën. b. De directies zijn verantwoordelijk voor een integrale transparante dossiervorming van GS stukken. Hiertoe zijn per directie toetsclubs ingesteld die GS-dossiers checken op integrale afstemming, waaronder de afstemming met Financiën. c. Eén van de acties uit de doorontwikkeling is de deconcentratie van middelenadviseurs (daarmee ook vanuit Financiën) op armlengte van de directeur. Hierdoor is het mogelijk dat directeuren hun middelenadviseurs vroegtijdig betrekken bij belangrijke beleidsdocumenten/complexe processen. 3. Dossiervorming en –beheer vormt een essentieel onderdeel van de projectorganisatie. Dit dient verbeterd te worden a. Daar waar het gaat om projecten gecofinancierd met Europese subsidies is dossiervorming en beheer een essentieel onderdeel van het project. De beleidsdirectie is hiervoor verantwoordelijk (zie ook 2b). Bureau Europa kan hierin een ondersteunende rol bieden door het beschikbaar hebben van een databank met diverse producten. b. Uiteraard gelden voor projecten de reguliere regels ten aanzien van archivering. Bovendoen heeft DIV de afgelopen tijd veel geïnvesteerd in opleiding, in de documentenkaart, relatiemanagement en in een pilot m.b.t. het digitaliseren van documenten 4. Bij nieuw beleid dienen vooraf helder geformuleerde beleidsdoelstellingen te worden opgesteld die vervolgens worden geconcretiseerd in afrekenbare doelstellingen, inclusief een goede onderbouwing van de benodigde financiële middelen en een uiteindelijke prioritering. Dit dient periodiek te worden geëvalueerd en te worden gerapporteerd. a. Herinrichting van de (duale) begroting. De concernstaf bij de beleidsdirectie is verantwoordelijk voor de planning en control-cyclus, waar beantwoording van de www-vragen en het evalueren daarvan onderdeel uitmaken. 5. Bij nieuwe en/of complexe processen (met andere woorden: bij alles wat buiten de dagelijkse routine valt), dient extra alertheid te zijn bij het college, de Directieraad en het ambtelijk apparaat. Tevens moet worden gezorgd voor een goede en eenduidige regie van het proces a. Bij de doorontwikkeling is gekozen voor het instellen van een kleine concernstaf. De concernstaf is verantwoordelijk voor de regie bij de planning- en controlprocessen. b. Daarnaast wordt gewerkt met opdrachtgever- en opdrachtnemerschap op basis van heldere opdrachten vooraf. 6. Er moet worden gezorgd voor meer continuïteit in de bezetting op strategische functies. Ook dient te worden gezorgd voor een adequate overdracht van dossiers bij functiewisselingen, expliciet onder controle van de verantwoordelijk (inhoudelijk) manager. a. De verantwoordelijkheid hiervoor ligt bij de directies en specifiek bij het betreffende bureauhoofd. Voor wat betreft de Europese programma’s: b. Binnen het concern is het bureau Europa ingesteld waarin de taken op het gebied van de Europese programma’s zijn gebundeld. Hierdoor is onderlinge vervanging beter mogelijk. c. Vanuit het bedrijfsbureau E&M wordt financiële expertise o.a. op het gebied van Europese subsidies ingezet bij het bureau Europa. 7. Na vaststelling van belangrijke beleidsdocumenten zoals de Voorjaarsnota dient een nauwkeurige vertaling plaats te vinden van activiteiten naar concrete taakstellingen voor het werkveld. a. Zie resultaat onder 5a. 8. Provinciale Staten dienen over het opvolgen van deze aanbevelingen in het najaar van 2003 te worden geïnformeerd. a. De commissie B&M is geïnformeerd over de voortgang van de uitwerking van de POP-D2 acties. Aanbevelingen Managementletter 2004 t.a.v. Europese subsidies 25 EM 26 EM SCO ECL EM SCO ECL 27 28 29 EM ROH Ondersteuningsfunctie Procesbeschrijvingen Interreg III: co-financiering Interreg III: projectuitvoerder/ verantwoordelijke Plattelandsontwikkelingsprogramma (POP) - Opstellen plan van aanpak organisatorische inrichting en taken van de ondersteuningsfunctie Europese subsidies. (p 18) Voor de nog niet beschreven processen (waar onder Interreg en Equal) procesbeschrijvingen opstellen met aandacht voor maatregelen van interne controle (AO/IC). (p 18) Uitvoeren van interne controle op de rechtmatige besteding van de cofinanciering voordat ingestemd wordt met de afrekening bij projecten waar de provincie optreedt als cofinancierder en hierbij waarborgen dat voldoende functiescheiding aanwezig is tussen functionarissen belast met de beleidsmatige aspecten en financiële aspecten in het proces. (p 19) Inrichten van de interne beheersorganisatie voor Europese subsidieprojecten waarbij de provincie optreedt als projectverantwoordelijke door een algemeen kader op te stellen (met voorbeelden van procesbeschrijvingen, controleprotocollen, overeenkomsten etc) dat kan dienen als afsprakenkader voor Europese subsidieprojecten van alle directies (Taak beoogde ondersteuningsfunctie Europese subsidies). (p 19,20) - Controle laten uitvoeren op juistheid en rechtmatigheid van subsidieverstrekkingen door Laser/DLG door met Laser/DLG af te spreken dat elk verzoek tot uitbetaling van de provinciale cofinancieringsbijdrage vergezeld wordt van een financiële verantwoording van de projectuitvoerder (inclusief acc. verklaring bij eindafrekening). (p 20) - Audits uitvoeren bij Laser/DLG om de rechtmatigheid van de toekenning en/of vaststelling van POP subsidies te toetsen. (p 20) Bureau Europa s opgericht met taken o.a. op het gebied van de Europese programma’s en ondersteuning van beleidsdirecties bij de aanvraag en uitvoering van Europese subsidieprojecten. Waar het gaat om provinciale cofinanciering van Europese projecten van derden wordt verwezen naar 27. Het voorstel is om bij provinciale cofinanciering bij Europese subsidieprojecten onze beschikking aan te laten sluiten bij de – strengere – administratie- en rapportageverplichtingen vanuit de Europese subsidie. Dit voorstel is geformaliseerd in een Directiebesluit. Deze aanbeveling wordt betrokken bij het herontwerp subsidieproces. De beleidsdirecties zijn verantwoordelijk voor het inrichten van een adequate interne beheersorganisatie. Daartoe voorzien zij in projectmanagement, financieel management en draagt het betreffende bedrijfsbureau zorg voor de auditing. Het bureau Europa ondersteunt beleidsdirecties met: - databank bestaande uit best practices voor de interne beheersorganisatie (handboeken, overeenkomsten, checklists) en binnen de organisatie aanwezige expertise; - Financieel advies - in de procedure-afspraken tussen de provincie en DLG (betaalorgaan van het POP )is neergelegd dat DLG verantwoordelijk is voor de financiële verantwoording naar het Ministerie van LNV, de provincie, het Comité van Toezicht en de Europese Commissie. - Aan de accountant is aangegeven dat geen gevolg zal worden gegeven aan deze aanbeveling, aangezien de provincie geen formele beheers- of betaalautoriteit is bij het POP-programma. 30 EM 31 SCO Innovatieve Acties Brabant (IAB) In overleg met de BOM nagaan in hoeverre voldoende maatregelen zijn getroffen om de rechtmatige besteding van de gelden te kunnen waarborgen en zodoende de financiële risico’s voor de provincie te beperken. (p 20,21) Equal - In de toekomst expliciet een controleprotocol opstellen om misverstanden bij de subsidieontvanger te voorkomen. (p 21) - Vóór de uitbetaling van voorschotten en de eindafrekening een onafhankelijke toets uit laten voeren door een tweede onafhankelijke functionaris en deze vastleggen in het subsidiedossier. (p 21) IAB-1 is afgerond en de einddeclaratie is momenteel ter beoordeling in Brussel. Inmiddels is er een nieuw project IAB-3 ingediend. Zodra de Europese Commissie positief heeft beschikt zullen de werkafspraken tussen de provincie en de BOM nader worden geformaliseerd in een AO. Binnen de Directie E&M is het Bureau SEB hiervoor verantwoordelijk - Zie 27 - De functiescheiding wordt meeenomen in het herontwerp subsidieproces