over de toepassing van minder gebruikte en onderwezen talen 2 Dit document is ontwikkeld door het consortium van het 'Network for Social and Market Inclusion Through Language Education' (Netwerk voor Sociale en Marktintegratie door Taalonderwijs, ook wel 'SMILE' genoemd). Dit is een onafhankelijk rapport. Dit document is geen weergave van het beleid op Europees, noch op nationaal niveau. SMILE is een netwerk dat werkt op tijdelijke basis en onderzoekt werkwijzen om de economische en sociale problemen in de Europese Unie op te lossen door het promoten van succesvolle modellen voor het leren van talen. Gepubliceerd in 2015. 3 Inhoudsopgave: 1. Inleiding ……………………………………………………………………………………..…………………………………………4 2. Europese taalbeleid voor de arbeidsmarkt en sociale integratie ……………………………………………5 3. Minder gebruikte en onderwezen talen (afgekort LWUTL's)……………………………………………….….8 4. Nationaal taalbeleid in Nederland..............................................................................................9 5. Best-Practices ………………………………………………………………………………………………………………… …..11 6. Geïdentificeerde sectoren in Nederland ……………………………………………………………………………….15 6.1. De integratie van migranten ………………………………………………………………………………….16 6.2. Migrantenvrouwen / Kansarmen …………………………………………………………………………..17 6.3. Migranten / leerlingen met speciale behoeften …………………………………………………….18 6.4. Volwassenenonderwijs……………………………………………………………………………………………19 6.5. Arbeidsmarkt / Migranten / leerlingen met speciale behoeften...…………………….…….20 6.6. Schoolonderwijs (kleuteronderwijs)……………………………………………………….……………….21 7. Methodes voor het leren en de bevordering van LWUTL's ……………………………………………………22 7.1. Vertrouwelijke begeleiding ……………………………………………………………………………………22 7.2. Begeleiding van vrijwilligers ………………………………………………………………………………….23 7.3 Taalonderwijs door middel van visuele voorstellingen ……………………………………………23 8. Conclusies …………………………………………………………………………………………………………………………...25 9. Verwijzingen / Gebruikte bronnen..………………………………………………………………………………………27 4 1. Inleiding Het doel van dit document is om de actuele bevindingen van het SMILE-netwerk te presenteren met betrekking tot het leren en bevorderen van minder gebruikte en onderwezen talen ('Less Widely Used and Taught Languages' – LWUTL's) in Nederland. Het 'Network for Social and Market Inclusion Through Language Education' (Netwerk voor Sociale en Marktintegratie door Taalonderwijs kortweg 'SMILE' genoemd) heeft tot doel organisaties uit de onderwijs-, arbeids- en sociale sectoren te verbinden en de mogelijkheden te verkennen voor van het promoten van LWUTL's. Op die manier kunnen de competenties en taalvaardigheden van mensen ontwikkeld worden. Wordt hun concurrentievermogen vergroot, de inzetbaarheid verbeterd en sociale integratie versterkt. Het SMILE-netwerk heeft tot doel het Europese en nationale taalbeleid te ondersteunen door middel van onderzoek, het identificeren en het verspreiden van succesvolle resultaten van best-practices (goede praktijkvoorbeelden) voor de bevordering van taalkundige verscheidenheid met bijzondere aandacht voor het leren van LWUTL's. Dit landenrapport is gebaseerd op een selectie van best-practices en methodieken voor de bevordering van de taalkundige diversiteit en LWUTL's. De nadruk ligt op praktische toepassing in verschillende sectoren. Aan de ene kant is het primaire doel om de samenwerking op het gebied van taalonderwijs, training en werk te bevorderen en daarmee de concurrentiepositie en inzetbaarheid van mensen te vergroten. Aan de andere kant gaat het om het versterken van de sociale integratie van verschillende kansarme groepen (migranten, mensen met een handicap, senioren etc.). Dit document geeft een overzicht van het belangrijkste Europese beleid op het gebied van het leren van talen en de bevordering van taalkundige verscheidenheid. Daarnaast geeft het de hoofdlijnen weer van het Nederlandse taalbeleid in de praktijk, zowel in het formele als het niet-formele onderwijs. Verder behandelt dit landenrapport wat wordt verstaan onder de term 'minder gebruikte en onderwezen talen', zoals dit is gedefinieerd door het SMILE-netwerk. Vervolgens wordt besproken welke talen onder de 'best-practices' vallen en met welk doel deze gebruikt worden. In de volgende hoofdstukken wordt ingegaan op het verzamelen van gebruiksvriendelijke 'best-practices', de praktische toepassing daarvan in de zes geïdentificeerde sectoren in Nederland en de succesvolle methodieken en benaderingen voor het leren en de bevordering van LWUTL's. De selectie is gebaseerd op taalprojecten en vernieuwende initiatieven in het taalonderwijs die gebruikt kunnen worden om de motivatie te vergoten en als hulpmiddelen dienen bij de toegang tot de arbeidsmarkt en sociale integratie. Het laatste hoofdstuk van het document trekt conclusies over de kansen en uitdagingen voor het bevorderen van LWUTL's en hun belang voor het economische, sociale en culturele leven in Europa. Dit landenrapport voor Nederland is ontwikkeld door de Nederlandse partner in het SMILE-netwerk in samenwerking met verschillende educatieve en welzijnsorganisaties. Deze bieden verschillende groepen mensen mogelijkheden om een leven lang te leren. Aangezien in Europa het Nederlands wordt gezien als een van de LWUTL's zijn voor de uitvoering van dit project specifieke sectoren, doelgroepen en 'best-practices' geselecteerd ter bevordering van en het leren van de Nederlandse taal. De 'best-practices' geven inzicht in vernieuwende methodieken met betrekking tot het leren van taal. 5 2. Europees taalbeleid voor de arbeidsmarkt en sociale integratie Het SMILE partnerschap heeft een analyse uitgevoerd van een aantal belangrijke documenten die door de instellingen van de EU en wetgevende organen zijn opgesteld. Deze documenten behandelen de prioriteiten en doelstellingen voor de bevordering en het leren van talen op Europees niveau met een focus op het belang voor de arbeidsmarkt en de sociale integratie. In de Europa 2020-strategie worden doelstellingen geformuleerd om de EU tot 2020 om te vormen tot een 'slimme, duurzame en inclusieve economie'. De bedoeling is om lidstaten naar een hoog niveau van werkgelegenheid, productiviteit en sociale cohesie te helpen. Voor het bereiken van deze streefdoelen heeft de EU vijf doelstellingen geformuleerd. Deze zijn gericht op het nemen van concrete acties op Europees en nationaal niveau op het gebied van werkgelegenheid, onderzoek en ontwikkeling, onderwijs, klimaatverandering en duurzame energie en de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting. Gedetailleerde informatie over Europa 2020 kan men vinden gevonden op http://ec.europa.eu/europe2020/index_en.htm. Het strategisch kader voor Europese samenwerking in onderwijs en opleiding ('ET 2020'), gepubliceerd in 2009 door de Raad van de Europese Unie, richt zich op vier gemeenschappelijke doelstellingen om uitdagingen in onderwijs en opleiding aan te pakken in 2020. Dat zijn: - Het realiseren van een leven lang leren en mobiliteit; Het verbeteren van de kwaliteit en de efficiëntie van onderwijs en opleidingen; Het bevorderen van (kansen)gelijkheid, sociale cohesie en actief burgerschap; Het versterken van creativiteit en innovatie, inclusief ondernemerschap, op alle onderwijs- en opleidingniveaus. De volledige tekst van het document is beschikbaar in de officiële talen van de EU op http://eur-lex.europa.eu/legal-content/EN/ALL/?uri=CELEX:52009XG0528(01). Op het gebied van het leren van talen is het nieuwe Erasmus + programma (2014-2020) een upgrade van de 'Barcelona'-doelstelling: 'moedertaal plus twee vreemde talen'. Het legt een nadruk op het belang van de belangrijkste competenties en vaardigheden die aansluiten bij de wensen van de arbeidsmarkt. De Erasmus + taaldoelstellingen hebben betrekking op: - Het verbeteren van het niveau van de kerncompetenties en vaardigheden met betrekking tot hun relevantie voor de arbeidsmarkt, door uitbreiding van de mogelijkheden en leermobiliteit. Het verbeteren van onderwijs en het leren van talen en het bevorderen van taalkundige diversiteit en intercultureel bewustzijn. Het bevorderen van basis- en zogenoemde 'transversale' vaardigheden (vaardigheden die van belang zijn voor de banenmarkt), met inbegrip van meertaligheid. Hierbij wordt een innovatieve en leerlinggerichte pedagogische aanpak gebruikt en worden geschikte methodes voor de evaluatie en certificering daarvan ontwikkeld. Een overzicht van het Erasmus + programma is te vinden op: 6 https://eacea.ec.europa.eu/erasmus-plus_en. Het belang van talen voor de arbeidsmarkt wordt verder benadrukt in een mededeling van de Europese Commissie. Dit werkdocument van de Commissie 'Omgaan met taalvaardigheden voor inzetbaarheid, mobiliteit en groei' is in 2012 gepubliceerd. De conclusies van dit document benadrukken dat talenkennis de mobiliteit van werknemers en studenten moet bevorderen, de inzetbaarheid van de Europese beroepsbevolking moet verbeteren, van nut moet zijn in het dagelijks leven en moet aansluiten bij de behoeften van de arbeidsmarkt. In dit opzicht is het leren van talen gebaseerd op de specifieke behoeften van het land en zijn de best-practices gericht op het vergroten van de inzetbaarheid, mobiliteit en groei. Meer informatie op: http://eur-lex.europa.eu/legal-content/EN/TXT/PDF/?uri=CELEX:52012SC0372&from=EN. In een document, gepubliceerd in 2011, trekt de Raad van de Europese Unie conclusies over taalvaardigheden om de mobiliteit te verbeteren en doet onder andere de volgende aanbevelingen aan de Europese Commissie en de lidstaten: - Ondersteun mobiliteit voor het leren van talen. Wissel ervaringen en best-practices uit voor de bevordering van taal en het verwerven van nieuwe vaardigheden. Bevorder specifieke taalvaardigheden voor professionele doeleinden (met name in het beroepsonderwijs en hoger onderwijs). Verbeter de erkenning en geldigheid van taalvaardigheden verworven via niet-formeel en informeel onderwijs. Zorg voor een verband tussen kwalificaties voor het beroepsonderwijs, taalvaardigheden en het Gemeenschappelijk Europees Referentiekader ('ERK'). Zorg voor ondersteuning via EU-programma's. Ondersteun de ontwikkeling van het lesgeven en leermaterialen voor LWUTL's. De Raad erkent de volgende prioriteiten op het gebied van het leren en bevorderen van talen: - Leermobiliteit voor het verbeteren van de inzetbaarheid, intercultureel bewustzijn, creativiteit en persoonlijke ontwikkeling. Goede beheersing van vreemde talen als kerncompetentie voor de arbeidsmarkt en sociale cohesie. Innovatieve methodieken voor het verbeteren van de inzetbaarheid en mobiliteit van werknemers. Trainen van leraren (in het bijzonder in het beroepsonderwijs). Bredere keuze van talen, waaronder LWUTL's en de talen van buurlanden. Taalvaardigheden van achtergestelde groepen verbeteren voor een betere sociale integratie en toekomstige professionele ontwikkeling (vooral kinderen). Onderwijzen en leren van taal voor specifieke doeleinden. Het leren van talen gedurende het hele leven, waaronder senioren. De volledige tekst van het document is beschikbaar op http://www.consilium.europa.eu/uedocs/cms_data/docs/pressdata/en/educ/126373.pdf. 7 Uit de geanalyseerde documenten blijkt dat het belang van (taal)vaardigheden voor de arbeidsmarkt voortdurend toeneemt. Er moeten meer inspanningen verricht worden om aan de eisen van deze markt te voldoen. Taalonderwijs moet meer leerling- en praktijkgericht zijn en zo beter aansluiten en toepasbaar zijn in de professionele praktijk. De vraag en het aanbod van taalvaardigheden moet zich daarom richten op het werkgerelateerd leren van talen. Daarbij moet rekening gehouden worden met het feit dat werkgevers niet alleen behoefte hebben aan (vaardigheden in) de reguliere talen (zoals Engels, Duits, Spaans, enz.), maar ook in minder onderwezen talen voor nichemarkten. Op basis van de analyse van documenten heeft het SMILE-netwerk de volgende prioriteiten voor de bevordering van LWUTL's geïdentificeerd: - Taalkundige en culturele diversiteit; Buur(land)-talen / grensgebieden; Werk- / baanspecifieke talen; Talen van handelspartners; Mobiliteit (voor studie of werk). Hieruit voortvloeiend worden LWUTL's geconfronteerd met zowel de uitdagingen als kansen voor het vergroten van hun rol als belangrijke spelers in het Europese taalkundige, culturele en sociaaleconomische leven. Ze moeten in de context van het concurrentievermogen, de vraag van de markt en het sociale en culturele belang worden geplaatst. 8 3. Minder gebruikte en onderwezen talen in Europa (LWUTL's) (Volgens de definitie van het SMILE-netwerk) Voor de uitvoering van het project heeft het SMILE partnerschap de gemeenschappelijke interpretatie van de term 'minder gebruikte en onderwezen talen' (LWUTL's) besproken. Er is overeenstemming bereikt over welke talen in deze definitie kunnen worden opgenomen. Op basis daarvan zijn kansen en best-practices voor de bevordering van die talen geïdentificeerd. In de geanalyseerde officiële EU-documenten kon geen formele en concrete definitie van LWUTL's worden gevonden. De aangenomen definitie houdt rekening met de doelstellingen van het SMILE-netwerk en de praktische toepassing op de doelgroepen. Het is geen officiële verklaring over de betekenis van LWUTL's. Naar aanleiding van de onderlinge discussies over kansen en probleemgebieden voor de bevordering van LWUTL's wordt de volgende definitie van LWUTL's aangenomen: "nationale, strategische, regionale of minderheidstalen", die onder de volgende voorwaarden kunnen worden aangepakt: - - - Prioriteit wordt gegeven aan de officiële talen van de EU, dat wil zeggen het grootste deel van de geselecteerde best-practices zijn daarop gericht. o De Europese Unie heeft 24 officiële talen. Dat zijn het Bulgaars, Frans, Maltees, Kroatisch, Duits, Pools, Tsjechisch, Grieks, Portugees, Deens, Hongaars, Roemeens, Nederlands, Iers, Slowaaks, Engels, Italiaans, Sloveens, Ests, Lets, Spaans, Fins, Litouws en Zweeds. o De algemene talen (Engels, Duits, Frans, Italiaans en Spaans) worden uitgesloten, tenzij ze een toegevoegde waarde hebben op de overdraagbaarheid van best-practices en methodes die van toepassing zijn op LWUTL's. Alle andere officiële talen worden beschouwd als LWUTL's (binnen Europa). Regionale en minderheidstalen (met inbegrip van grensoverschrijdende talen), zoals bijvoorbeeld het Catalaans in Spanje en in zeer specifieke gevallen Italiaans in Zwitserland, kunnen worden opgenomen als zij bijdragen aan de doelstellingen van het project (de arbeidsmarkt en sociale integratie) en aansluiten bij de behoeftes van de doelgroepen. Talen van strategische partners van de EU of met een strategisch belang voor de sociale en economische ontwikkeling van de Unie, zoals bijvoorbeeld Chinees, Russisch, Arabisch, etc. Op basis van deze definitie hebben de SMILE-partners onderzoek gedaan naar best-practices voor de bevordering en het leren van LWUTL's en de toepasbaarheid daarvan in verschillende taalvriendelijke sectoren in elk van de partnerlanden. 9 4. Nationaal taalbeleid in Nederland Het Nederlandse nationale beleid en de praktijk op het gebied van taalonderwijs en buitenlandse talen wordt bepaald door een aantal politieke, economische, sociale, culturele en geografische factoren en bestaat uit zowel formeel als niet-formele onderwijs. Aan de ene kant wordt het taalbeleid beïnvloed door het algemene onderwijsbeleid en haar prioriteiten. Aan de andere kant wordt het beïnvloed door sociale doelstellingen zoals cohesie, integratie, tolerantie en solidariteit. De Nederlandse overheid legt de nadruk op het leren van de Nederlandse taal. Het taalbeleid van de EU 'moedertaal + 2' heeft als doelstelling dat elke Europese burger twee andere talen naast zijn moedertaal moet beheersen. Hoewel niet volledig aan dit beleid wordt voldaan, is Engels verplicht op de middelbare school. Dat betekent dat de meeste leerlingen ten minste één vreemde taal leren. Toch zijn er verschillende initiatieven die de waarde van meertaligheid en de voordelen daarvan herkennen. Er zijn veel scholen en initiatieven die extra onderwijs bieden in LWUTL's, maar deze zijn vaak privé en worden in de meeste gevallen niet gesubsidieerd door de overheid. Nederland heeft veel immigranten en er zijn een heleboel mensen die Nederlands moeten leren of die nog steeds moeite hebben met de (Nederlandse) taal. Voor deze groep mensen is er een speciale aanpak van Nederlands leren ontwikkeld: 'Nederlands als Tweede Taal'. In lerarenopleidingen volgen leraren in het Nederlands cursussen over de multiculturele samenleving en welke kenmerken de verschillende etnische achtergronden hebben. Leerkrachten houden rekening met de achtergrond (etnische, leerproblemen, gedragsproblemen) van leerlingen en studenten, maar maken geen onderscheid tussen studenten (tenzij dat noodzakelijk is voor het leerproces). De meeste docenten in Nederland weten nu dan ook hoe om te gaan met mensen met een andere etnische achtergrond. Het leren van taal in Nederland maakt gebruik van verschillende soorten beschrijvingen van taalniveaus. In het basis- en voortgezet onderwijs worden doelen beschreven, bijv. 'Student kan een eenvoudig weerbericht begrijpen' of 'Student kan een ansichtkaartje over zijn / haar vakantie schrijven'. In het hoger onderwijs (lager beroepsonderwijs, hogeschool en universiteit) wordt het Gemeenschappelijk Europees Referentiekader (CEFlevels) gebruikt. Buiten het reguliere onderwijs worden verschillende beschrijvingen van niveaus gehanteerd zoals beginners, geavanceerd, enz. Het aanbod aan vreemde talen in zowel het formeel als niet-formeel taalonderwijs legt de nadruk op populaire EU-talen zoals Engels, Duits en Frans. Daarnaast omvat het aanbod Grieks, Latijn, Spaans en Mandarijn als talen met een strategisch en / of historisch belang voor Nederland. Hoewel sommige zeldzame talen ook worden aangeboden in het onderwijs, is hun vertegenwoordiging laag en vooral afhankelijk van de persoonlijke en professionele motivatie en voorkeur van leerlingen. Formeel onderwijs - - Basisonderwijs (van 4 tot 12 jaar oud) Kinderen leren Nederlands lezen en schrijven vanaf groep 3 en vanaf groep 7 is Engels een verplicht vak. Tegenwoordig beginnen sommige scholen al eerder met Engels taalonderwijs. Voortgezet onderwijs (3 niveaus) VMBO - Nederlands, Engels, Duits of Frans HAVO - Nederlands, Engels, Duits en / of Frans VWO - Nederlands, Engels, Duits en / of Frans 10 - - + Latijn (optioneel) + Grieks (optioneel) Sommige scholen bieden Spaans of Mandarijn. Beroepsonderwijs Nederlands en Engels zijn verplicht, voor sommige beroepen wordt een derde taal geleerd. Meestal is dat Duits, Frans of Spaans. Niet-formeel onderwijs Het leren van talen wordt aangeboden door Open Universiteiten (de zogenaamde 'volksuniversiteiten') of projecten gefinancierd door lokale overheden (gemeenten). Het merendeel van de lokale initiatieven biedt inburgeringscursussen voor migranten – 'Nederlands als tweede taal'. 11 5. Best-practices Het SMILE partnerschap voerde onderzoek uit naar succesvolle taalprojecten en initiatieven die innovatieve methodes bieden voor de bevordering van en het leren van LWUTL's. Naar aanleiding van dat onderzoek is er een databank opgezet met best-practices (goede praktijkvoorbeelden) uit 34 landen. De selectie van bestpractices is gebaseerd op een reeks implementatiegerelateerde criteria, de inhoudelijke invulling van behoeften van de geïdentificeerde sectoren voor de opname van LWUTL's en het huidige Europese en nationale beleid op het gebied van het leren van talen, met name: - Sociale integratie door middel van taalonderwijs; Arbeidsmarktparticipatie door taalonderwijs; Meertaligheid; Minder gebruikte en onderwezen talen; Niet-traditionele methodes voor het taalonderwijs en het leren van talen; Methodieken voor het leren van talen in communicatieve (zgn. situationele) context; Het leren van talen voor specifieke doeleinden; Nieuwe benaderingen in het onderwijs voor niet-traditionele taalleerlingen; Taalproducten en materialen voor zelfstudiedoeleinden; Op ICT gebaseerde studiematerialen voor het leren van taal; Aanpassingsvermogen en overdraagbaarheid van methodes voor verschillende doelgroepen; Innovatieve methodes voor de lerarenopleiding; Mobiliteit voor het leren van talen; Erkenning van taalvaardigheid verworven via onofficieel en informeel onderwijs; Toepassing van het Gemeenschappelijk Europees Referentiekader (ERK); Taalkundige diversiteit en interculturele dialoog; Best-practices voor het gebruik van talen op de werkplek. Het uitgevoerde onderzoek heeft als doel om verbanden te leggen op het gebied van onderwijs, opleiding en werk om zo kansen te creëren en te identificeren voor het opnemen LWUTL's in toegankelijke (taal) leeromgevingen. De verzameling best-practices omvat een breed scala van economische, educatieve en sociale sectoren en biedt werkende modellen voor de toepassing van methodieken en producten in de praktijk. De best-practices kunnen direct impact hebben op (een aantal) groepen van belanghebbenden: - - - Organisaties actief op het gebied van de arbeidsmarkt (vakbonden, werkgeversorganisaties, beroepsopleiding en onderwijsaanbieders, assessment- en screeningsbureaus, etc.) – Organisaties die vertrouwd zijn met alternatieve taalleermethodes en meertalige producten bedoeld om vaardigheden, concurrentievermogen en werkgelegenheid in verschillende sectoren te verhogen. Zij kunnen zo hun expertise en diensten beter aan laten sluiten bij de wensen van mensen op zoek naar betere kansen op de arbeidsmarkt. Organisaties van specifieke economische sectoren (bouw, toerisme, hernieuwbare energie, milieu, enz.) – Zij kunnen profiteren van de niet-traditionele methodes en producten voor het situationeel leren van taal en bevordering daarvan in de specifieke context van hun vak- en interessegebied. Dit zal de kwaliteit van de aangeboden diensten en de vaardigheden van de aanbieders verbeteren. Organisaties die leermogelijkheden bieden aan mensen die risico lopen op sociale uitsluiting (migranten, mensen met een handicap, senioren, etc.) – Kansarmen worden ondersteund om beter te 12 integreren in de maatschappij en krijgen motivatie om hun kwaliteiten te ontwikkelen die aansluiten bij de vraag op en van de arbeidsmarkt. Organisaties die formele en niet-formele taalopleidingsmogelijkheden bieden (scholen, universiteiten, taalcentra, volwasseneneducatie, taaleducatie in het beroepsonderwijs, taalcursussen en -opleidingen, breder publiek, etc.) – Deze organisaties worden aangemoedigd om de geïdentificeerde methodes toe te passen voor het situationeel aanleren van LWUTL's van hun leerlingen. Best-practices van dergelijke methodieken zijn beschikbaar voor alle 4 onderwijssectoren – basisonderwijs, voortgezet onderwijs, het volwassenenonderwijs en beroepsonderwijs. - Momenteel bevat de database meer dan 300 best-practices uit 34 landen en is doorzoekbaar via een gebruiksvriendelijke zoekmachine op de website van het project www.smile-network.eu. Gebruikers kunnen zoeken en de resultaten sorteren op criteria, doeltalen, sectoren, land, sleutelwoorden, enz. Elke best-practice geeft informatie over: - aanleiding, doelgroepen, betrokken sectoren, de doelstellingen, gebruikte methodologie, resultaten, voordelen voor de doelgroepen, of het praktijkvoorbeeld in de prijzen is gevallen en wat de potentiële mogelijkheden van de overdraagbaarheid zijn. De collectie van best-practices beslaat 46 talen die kunnen worden geclusterd in de volgende categorieën: Voorkomende talen in de SMILE best-practices 5 1 Official LWUTLs Popular languages 11 24 Regional/Minority languages Strategic languages Other (Latin) 5 Legenda taartdiagram: - Officiële LWUTL's 13 - Populaire talen Regionale / minderhedentalen Strategische talen Andere (Latijn) De grafieken hieronder geven de afzonderlijke talen (per talencategorie) weer die opgenomen zijn in de databank van best-practices en het aantal voorbeelden dat per taal beschikbaar is: Minder gebruikte en onderwezen talen (LWUTL's): Het grootste deel van de databank behandelt LWUTL's die ook als officiële (voer)taal in landen binnen Europa gehanteerd worden. De vijf grote mainstream talen - Engels, Duits, Frans, Spaans en Italiaans – zijn uitgezonderd. Officiële LWUTLs in de SMILE best-practices 90 80 70 60 50 40 30 20 10 Turkish Swedish Slovene Slovak Serbian Romanian Portuguese Polish Norwegian Maltese Lithuanian Latvian Irish Hungarian Greek Finnish Estonian Dutch Danish Czech Croatian Bulgarian Bosnian Albanian 0 Populaire talen: De 'populaire' talen zijn opgenomen als onderdeel van best-practices die LWUTL's bevorderen of die potentieel overdraagbaar zijn en zo van voordeel kunnen zijn voor de geïdentificeerde sectoren en doelgroepen. 14 Populaire talen in de SMILE best-practices 120 100 80 60 40 20 0 English French German Italian Spanish Regionale en minderheidstalen: Regionale en minderheidstalen (inclusief grensoverschrijdende talen), zoals bijvoorbeeld het Catalaans in Spanje, worden opgenomen wanneer deze voor de doelstellingen van het project (de arbeidsmarkt en sociale integratie) en de behoeften van de doelgroepen relevant zijn. Regionale/minderheidstalen in de SMILE best-practices 25 20 15 10 5 0 Basque Catalan Galician Saami Lower Sorbian Scottish Gaelic Welsh 15 Strategische talen: De strategische talen hebben betrekking op de talen van strategische partners van de Europese Unie of die van strategisch belang zijn voor de sociale en economische ontwikkeling van de Unie, zoals bijvoorbeeld Chinees, Russisch, Arabisch, etc. Strategische talen 35 30 25 20 15 10 5 0 Arabic Chinese Hindi Japanese Russian 6. Geïdentificeerde sectoren in Nederland Het SMILE netwerk heeft sectoren geïdentificeerd die kunnen profiteren van niet-traditioneel taalonderwijs voor LWUTL's en heeft kanalen in kaart gebracht voor het betrekken van belanghebbenden. Er wordt nadruk gelegd op het creëren van mogelijkheden voor het leren en de promotie van talen als middel om het concurrentievermogen, de inzetbaarheid en sociale integratie op verschillende vlakken te vergroten. Daarbij wordt rekening gehouden met de specifieke taalkundige behoeften die er zijn. De belangrijkste sectoren in Nederland waar LWUTL's een toegevoegde waarde kunnen hebben, zijn: - Integratie (van migranten), Kansarmen, Leerlingen met speciale behoeften, Arbeidsmarkt, Volwasseneneducatie, Niet-formeel taalonderwijs (alle onderwijssectoren – basis- en middelbare scholen, universitair onderwijs, volwassenenonderwijs, beroepsonderwijs en trainingen). De Nederlandse partner van het SMILE-netwerk heeft zich bij het onderzoek gericht de belangrijkste werkterreinen en analyseerde per sector de behoefte(s) aan LWUTL's. Daarnaast zijn effectieve strategieën geïdentificeerd voor het onderbrengen van het Nederlands als een vertegenwoordiger van LWUTL's op het gebied van formele en niet-formele taaleducatie in die sectoren. De volgende stappen in het project zijn 16 gericht op het verspreiden van innovatieve methodes van de geselecteerde best-practices onder vertegenwoordigers van de doelgroepen in Nederland. Dit moet bereikt worden door nauwe samenwerking met belanghebbenden uit de betrokken sectoren, door nationale en transnationale manifestaties om de bevindingen van het netwerk te delen, door workshops, koppelingen met andere nationale en Europese netwerken, projecten en initiatieven, promotionele activiteiten, etc. De gekozen sectoren in Nederland zijn belangrijk voor het bevorderen van de mogelijkheden en het verhogen van de motivatie voor het leren van talen. Zij sluiten aan bij de prioriteiten van het land zoals het bevorderen van sociale integratie (van migranten), het vergroten van actieve deelname aan de samenleving, het verminderen van werkloosheid en het versterken van de concurrentiekracht van haar burgers. Het merendeel van de geselecteerde best-practices behandelt tegelijkertijd meer dan één van deze prioriteiten en kan als voorbeeld dienen voor een efficiënte cross-sectorale samenwerking om zo een verband te leggen tussen het taalonderwijs, de arbeidsmarkt en sociale integratie. De geselecteerde modellen en benaderingen voor het leren van talen kunnen vaak worden toegepast in verschillende sectoren. Deze methodieken kunnen dienen als frisse ideeën voor het vergroten van de kwaliteit en het verbeteren van het leren van talen in de praktijk en weerspiegelen de (specifieke) behoeften van de verschillende sectoren. De database van best-practices bevat voorbeelden afkomstig uit zowel Nederland als uit andere Europese landen. Dit biedt de mogelijkheid om succesvolle modellen uit andere landen te selecteren maar leidt ook tot het uitwisselen van ervaringen tussen de belanghebbenden in de betrokken sectoren. Hieronder volgt een beschrijving van de belangrijkste sectoren in Nederland voor de toepassing van LWUTL's en de doelgroepen die kunnen profiteren van de best-practices: 6.1. De integratie van migranten Migratie en mobiliteit binnen de EU blijven belangrijke thema's in de publieke en politieke discussies in Europa en leggen de nadruk op economische immigratie, illegale migranten en de integratie van nieuwkomers. Migratie wordt beïnvloed door een combinatie van economische, politieke en sociale factoren, die 'diversiteit' in 'superdiversiteit' veranderen. Veel migranten zijn niet volledig geïntegreerd, sommigen zelfs helemaal niet. Zij worden vaak geconfronteerd met armoede, sociaal-culturele uitsluiting en verschillende vormen van discriminatie. Bovendien zorgen de bestaande taal- en culturele barrières er voor dat migranten vaak niet de noodzakelijke kwaliteit van dienstverlening en gelijke kansen krijgen in vergelijking met de ontvangende (autochtone) bevolking. Daardoor neigen zij meer en meer ingekapseld te worden binnen hun lokale gemeenschappen. Deze sector is belangrijk voor het verspreiden van taalproducten en methodieken gericht op het ontwikkelen en verbeteren van elementaire taalvaardigheden van migranten. Daarnaast draagt het bij aan het verbeteren van de capaciteiten van organisaties die zich inzetten voor het welzijn en de integratie van migranten. Veel migrantenorganisaties hebben moeilijkheden in het omgaan met gemengde migratiestromen en hebben gebrek aan specifieke capaciteiten en middelen om om te gaan met migranten. De door het SMILE-netwerk geselecteerde best-practices van succesvolle methodieken voor het leren van talen en een betere sociale integratie van migranten kunnen van voordeel zijn voor: 17 - Organisaties die werken aan en voor de integratie van migranten; Migranten en migrantengemeenschappen; Aanbieders van talen; Informatie- en integratiecentra; Vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties die werken met migranten; Aanbieders van volwasseneneducatie. Voorbeeld: best-practice voor de integratie van migranten Het project "Take Care" heeft als doel om migranten te helpen bij het opdoen van nieuwe taalvaardigheden met betrekking tot de gezondheidszorg. Zo kan de communicatie tussen zorgverleners en patiënten verbeterd worden. Het project geeft informatie over de gezondheidszorgsystemen in 8 EU-landen. Er zijn verschillende hulpmiddelen ontwikkeld zoals een taalgids voor migranten met uitleg van termen die betrekking hebben op de gezondheidszorg, een woord-waaier, een medische routekaart, EHBO-doos voor noodgevallen waarin in eenvoudige bewoordingen uitleg wordt gegeven en een interactief leerboek voor taal. www.takecareproject.eu 6.2 Migrantenvrouwen / kansarmen mensen Taal en participatiecursussen kunnen ingezet worden als middel om mensen in moeilijke situaties te helpen, denk hierbij aan huiselijk geweld, kindermishandeling en isolement. Mensen in dergelijke situaties - vaak migranten - zijn kwetsbaar en praten niet gemakkelijk over hun problemen. Gecombineerd met een taalachterstand word die situatie vaak nog erger. Geweld in huiselijke kring is ondanks alle campagnes van de overheid nog steeds een taboe. De campagnes hebben zeker de bekendheid van huiselijk geweld vergroot. Ook is duidelijk geworden dat de overheid geweld in huiselijke kring niet tolereert. Toch zijn geweld in huiselijke kring en kindermishandeling nog steeds onderwerpen waar op grote schaal over wordt gezwegen. Door cursussen Nederlands voor migranten die onder zulke omstandigheden leven te organiseren, kunnen taboes doorbroken worden en leren mensen te laten praten over de situatie. Zo kunnen ze geholpen worden om uit hun isolement te komen. Tegelijkertijd worden trainingen georganiseerd voor docenten en vrijwilligers. Zij leren hoe ze vrouwen in dergelijke situaties kunnen helpen. De volgende doelen worden bereikt: ➢Verbeteren van talenkennis van de deelnemers ➢Vergroten van de zelfredzaamheid en het zelfvertrouwen van de deelnemers ➢Versterken van de sociale cohesie ➢Ondersteuning bij integratie en participatie ➢Betrokkenheid van een grote groep van vrijwilligers bij integratie en participatie ➢Wederzijds begrip tussen verschillende culturen 18 ➢Delen van kennis onder vrijwilligers, deelnemers en medewerkers De voor SMILE geselecteerde goede praktijkvoorbeelden (good practices) hebben betrekking op zowel leerlingen die in kwetsbare posities verkeren, als op taalaanbieders die met dergelijke situaties moeten leren omgaan. Doelgroepen die van de praktijkvoorbeelden in de sector 'migranten / kansarmen' kunnen profiteren zijn o.a.: ➢Migranten (vrouwen) die thuis in een onaangename situatie leven ➢Taaldocenten / vrijwilligers die bereid zijn om nieuwe vaardigheden te verwerven om psychische problemen van hun leerlingen te herkennen en onderdrukte vrouwen te helpen Voorbeeld: best-practice migrantenvrouwen / kansarme mensen Vertrouwenscoaching De cursus Vertrouwenscoaching van Stichting LOV (Rotterdam) helpt mensen die lijden onder huiselijk geweld met het doorbreken van taboes, schaamte, geheimhouding en isolement. Het project draagt ook bij aan de verbetering van vrouwenrechten en re-integratie in de samenleving door middel van coaching en het volgen van lessen Nederlands. Meer over het project: www.stichtinglov.nl 6.3 Migranten / leerlingen met speciale behoeften Taaldocenten / vrijwilligers worden regelmatig geconfronteerd met de psychische problemen van allochtone leerlingen. Het gaat dan om stress, lusteloosheid en (lichte) depressie. Dit belemmert de voortgang en impact van de lessen en leidt tot mislukking. Taal professionals missen vaak de vaardigheden om psychische problemen van hun leerlingen aan te pakken. Ze moeten leren hoe ze om kunnen gaan met dergelijke problemen. Het SMILE-netwerk heeft enkele goede praktijkvoorbeelden voor geïntegreerde aanpak van dergelijke problemen geselecteerd, in twee richtingen. De eerste richting gaat over het vergroten van de deskundigheid van docenten / vrijwilligers in het herkennen van en omgaan met psychosociale problemen en, indien nodig, het motiveren van de deelnemers om te zoeken naar de juiste (psychologische) hulp. De tweede richting is gericht op het aanbieden van een programma aan individuen of groepen, waar de taallessen worden gecombineerd met lessen over hoe om te gaan met stress- en depressiesymptomen. De doelgroepen zijn: ➢Migranten met depressiesymptomen en beperkte taalvaardigheid ➢Leerkrachten / vrijwilligers die zich bezighouden met studenten / migranten met psychische problemen Doelen bereikt: ➢De deelnemers zijn zich bewust geworden van hun situatie 19 ➢Deelnemers leren hoe gevoelens te uiten ➢Deelnemers krijgen meer controle over hun emoties ➢Leraren / vrijwilligers worden opgeleid door professionals in hoe om te gaan met psychische problemen van hun leerlingen Voorbeeld: goed praktijkvoorbeeld voor migranten / leerlingen met speciale behoeften Goed gevoel en Nederlands In het project Goed gevoel en Nederlands worden de krachten van twee organisaties gebundeld, namelijk Stichting LOV en Context (onderdeel van de Parnassia Groep). Het doel van het project is om mensen met (lichte) somberheidsklachten én een taalachterstand begeleiding te bieden. De training biedt begeleiding in groepen of individueel voor het ontwikkelen van concrete vaardigheden om het psychisch welzijn te verbeteren én de taalvaardigheid te bevorderen. : www.stichtinglov.nl 6.4. Volwassenenonderwijs Volwassenenonderwijs heeft als sector tot op zekere hoogte betrekking op de tot dusver vermelde onderwerpen. We spreken van volwassenonderwijs bij personen boven de 16 jaar die niet deelnemen aan een formeel onderwijssysteem. Dit betreft een zeer brede groep, die alle beroepsgroepen omvat. Het gaat dan ook om mensen die betrokken zijn bij leeractiviteiten, hetzij voor persoonlijke ontwikkeling of voor andere doeleinden, zoals huwelijk, migratie, reizen, enz. Aangezien de motivatie voor het leren van een taal heel verschillend kan zijn, is binnen het volwassenonderwijs een zeer breed scala aan toegepaste opleidingen. Dit varieert van zeer korte cursussen - waar deelnemers een voorproefje van een taal krijgen - tot zeer uitgebreide en langdurige groeps- of privécursussen voor het bereiken van een hoog taalniveau. De toepassing en het ontwikkelen van lesmateriaal voor het onderwijzen en leren van LWUTLs is erg populair in projectmatige activiteiten, waar volwassenen het materiaal kunnen testen, of gratis een vreemde taal kunnen leren. De meest populaire aanbieders van taalcursussen voor volwassenen blijven de taalcentra, culturele centra, bibliotheken, VET, NGO's, enz. De SMILE goede praktijkvoorbeelden hebben betrekking op leerlingen, de uiteindelijke begunstigden en op taalaanbieders. De voorbeelden zijn bedoeld voor volwassenen met speciale behoeften, allochtonen, ouderen, inburgering, voor plezier, reizen, enz. Doelgroepen die kunnen profiteren van de voorbeelden zijn: ➢Volwassenen ➢Migranten 20 ➢Vrijwilligers ➢Taalaanbieders ➢Volwasseneneducatie aanbieders ➢VET centers ➢Niet-traditionele taalstudenten Voorbeeld: goed praktijkvoorbeeld voor Volwassenenonderwijs Taal Dichtbij Taal Dichtbij wordt gefinancierd door de Gemeente Rotterdam als onderdeel van het Taaloffensief. Het Taaloffensief is in Rotterdam opgezet om de beheersing van de Nederlandse taal van Rotterdammers te bevorderen en helpt bovendien laaggeletterdheid te bestrijden. Website: http://bijcorrie.org/activiteiten/activiteit/taal-dichtbij/ 6.5 Arbeidsmarkt / Migranten / Leerlingen met speciale behoeften In Nederland hebben 1,3 miljoen mensen onder de volwassen bevolking problemen met lezen en schrijven, waardoor ze niet goed functioneren in de maatschappij. Meer dan vijftig procent van hen heeft een baan en kan veiligheidsvoorschriften, bestelformulieren of personeelsbladen niet lezen. Deze groep is niet in staat veiligheidsinstructies te begrijpen en ondervindt miscommunicatie op het werk. Als gevolg vinden er duizenden ongelukken op de werkplek plaats, in sommige gevallen fataal. In de bouwsector vallen vaak dodelijke slachtoffers simpelweg omdat mensen elkaar niet begrijpen. Taal en veiligheid zijn van levensbelang in scheepswerven, fabrieken en de agrarische sector, waar veel buitenlanders werken op basis van kortlopende contracten. Deze mensen blijven te kort in Nederland en willen niet de taal leren. Dit is logisch. Maar zonder kennis van basiswoorden als 'pas op' kan het echt mis gaan. Het SMILE netwerk heeft goede praktijkvoorbeelden verzameld met methodes voor het omgaan met taalachterstanden op de werkplek. De volgende doelgroepen zijn opgenomen: ➢analfabeten en laag opgeleide mensen van Nederlandse afkomst die niet kunnen lezen, schrijven of rekenen ➢migranten ➢uitzendkrachten ➢werkgevers van analfabeten of laagopgeleide mensen ➢derden, die vrienden of familieleden willen helpen Voorbeeld: goed praktijkvoorbeeld voor Arbeidsmarkt / Migranten / Leerlingen met speciale behoeften 21 Taalwerkt! is een website waar informatie te vinden is over cursussen voor mensen die niet kunnen lezen en schrijven en methoden en trainingen voor werkgevers die te maken hebben met ongeletterde medewerkers. Er zijn nuttige tips voor werkgevers over hoe die groepen benaderd kunnen worden om te leren lezen en schrijven. Werkgevers die zich bezighouden met ongeletterde medewerkers kunnen beschrijvingen vinden van verschillende opleidingen en ervaringen. Er is ook informatie over financieringsmogelijkheden beschikbaar via de site. Website: www.taalwerkt.nl 6.6 Schoolonderwijs (kleuteronderwijs) Ongeveer 10% van de Nederlandse bevolking is laaggeletterd. Dit terwijl geletterdheid erg belangrijk is voor de economie en de volksgezondheid. Voor laaggeletterde mensen is schriftelijke informatie niet toegankelijk waardoor ze thuis, op het werk en in de samenleving niet goed kunnen functioneren. In 2008 was 10% van de 16-65-jarigen laaggeletterd. Twee derde van hen is van Nederlandse afkomst, een derde van buitenlandse afkomst. De komende jaren zal analfabetisme in Nederland niet afnemen. Volgens prognoses zal in 2020 het percentage analfabetisme nauwelijks veranderd zijn. Een van de oorzaken is dat de leesprestaties van Nederlandse basisschoolleerlingen onder het vereiste niveais. Slechts 60% van de leerlingen vindt lezen plezierig. Analfabetisme is een groot maatschappelijk probleem, omdat geletterdheid een directe impact heeft op onderwijs, werk, inkomen en gezondheid. Goede leesvaardigheid is zeer belangrijk voor een groeiende economie, de nationale gezondheid en een bloeiend cultureel en sociaal leven. Het SMILE-netwerk heeft goede praktijkvoorbeelden verzameld van methodieken die een positieve houding bewerkstelligen ten opzichte van lezen, voor kinderen en ouders. Dit is een belangrijke voorwaarde voor het stimuleren van taal. De doelgroepen zijn: ➢kinderen (2-8 jaar) met taalachterstand ➢migrantenkinderen ➢(allochtone) ouders Voorbeeld: goed praktijkvoorbeeld voor het kleuteronderwijs 22 Voorleesexpress De VoorleesExpress is een initiatief van SodaProducties, bureau voor maatschappelijk innovatie. Het project richt zich op gezinnen waarbij kinderen van 2-8 jaar een taalachterstand hebben. Of waar het risico bestaat dat de kinderen een taalachterstand zullen ontwikkelen. Een positieve houding ten opzichte van lezen bij kinderen en ouders - dat is een belangrijke voorwaarde voor het stimuleren van taal. Website: www.voorleesexpress.nl 7. Methoden voor het leren en bevorderen van LWUTLs Het SMILE-netwerk heeft goede praktijkvoorbeelden verzameld die innovatieve, niet-traditionele methoden voor promotie en educatie van LWUTLs koppelt aan de arbeidsmarkt en sociale integratie. In de database staan ook andere nuttige methodieken met betrekking tot de promotie van LWUTLs voor andere sectoren Bij de methodieken voor LWUTLs ligt de focus op de motivatie van de leerlingen, ontstaan uit persoonlijke voorkeuren en behoeften. Uit onderzoek blijkt dat de motivatie voor het leren van een taal van grotere invloed is dan taalbekwaamheid. In dit verband worden LWUTLs in relatie gebracht met de persoonlijke behoeften van de leerlingen. Het is duidelijk dat voor het effectief leren van LWUTLs een minder formele, vriendschappelijke leeromgeving nodig is. Nadruk ligt hierbij op het creëren van een leervriendelijke omgeving, duidelijk lesmateriaal, zintuiglijke activiteiten en directe toepasbaarheid van het geleerde materiaal. Los van een aantal traditionele middelen die ontwikkeld zijn voor LWUTLs - gesprekskaarten, themaboeken, woordenboeken, survival kits, enz., - heeft het SMILE netwerk ook veel goede praktijkvoorbeelden die niet volgens traditionele methodieken voor het leren van talen zijn ontwikkeld. Ze kunnen als volgt worden ingedeeld: 7.1 Vertrouwelijke coaching De geselecteerde SMILE goede praktijkvoorbeelden bestaat onder meer uit een methode die is ontwikkeld voor de opleiding van vrijwilligers / leraren. Het gaat over hoe ze om kunnen gaan met allochtone deelnemers aan taalcursussen, die vanwege psychische problemen en situaties van huiselijk geweld leerproblemen hebben. Het betreft de succesvolle methodiek vertrouwelijke coaching. Het succes ligt in de combinatie van het leren van een taal en de hulp bij huiselijk geweld onder kwetsbare en moeilijk te benaderen migrantenvrouwen. De leraar / vrijwilliger wordt getraind hoe een betrouwbare relatie met zulke vrouwen op te bouwen en hen te helpen hun situatie te verbeteren. De volgende doelen worden bereikt: Het duurzaam versterken van de mogelijkheid om te communiceren in het Nederlands; Het duurzaam versterken van de mogelijkheden om te participeren in de Nederlandse maatschappij; Het stimuleren van de participatie van Rotterdamse vrijwilligers door zich in te zetten voor een medeRotterdammer; Het vergroten van wederzijds inzicht en begrip tussen migranten van diverse culturen. 23 Methodiek Vertrouwelijke Coaching De doelstelling van het project is dat de deelnemers na een half jaar krachtiger en weerbaarder zijn, hun taalvaardigheid is toegenomen én ook weer sociaal geactiveerd zijn. Daarnaast zijn de deelnemers op de hoogte gebracht van het bestaan van diverse instanties, waar zij eventueel kunnen aankloppen voor verdere hulp en ondersteuning. Meer informatie op http://www.stichtinglov.nl/nieuws/244/Methodiekbeschrijvingen+projecten+LOV 7.2 Coaching van vrijwilligers Veel migranten in Nederland wonen geïsoleerd en nemen geen deel aan het gemeenschapsleven. Dit omdat ze taal niet voldoende spreken en als gevolg daarvan niet kunnen communiceren. Omdat veel kinderen van etnische minderheden opgroeien in huishoudens waar alleen de moedertaal gebezigd wordt, beginnen ze hun schoolperiode vaak met een taalachterstand. Het SMILE-netwerk richt zich op de selectie van goede en relevante praktijkvoorbeelden van Nederlandse taalcursussen die tevens participatie en zelfredzaamheid bevorderen. Recente ontwikkelingen tonen aan dat de opleiding en begeleiding van vrijwilligers (Nederlandse moedertaalspreker) die migranten Nederlands leren spreken, zeer effectief blijkt voor beide kanten. De vrijwilliger is sociaal bewegen, en kan vanuit gepaste trots helpen bij het leren van Nederlands. Bovendien geeft het hen de mogelijkheid om migranten kennis te laten maken met enkele Nederlandse gewoontes en tradities. Voor de migrant gaan de lessen veel verder dan het leren van woorden alleen. Ze maken kennis met autochtonen en participeren lerende wijs. Voorbeeld: goed praktijkvoorbeeld voor coaching van vrijwilligers Taalontmoetingen De 'Oranje Fonds' financiert initiatieven in het kader van het programma Taalontmoetingen. Tijdens deze projecten worden vrijwilligers eerst getraind hoe lessen in het Nederlands te geven aan migranten, vooral aan vrouwen die in isolement leven. Diverse sociale activiteiten worden ook aangeboden. De lessen gebeuren individueel, bij de migranten thuis of in kleine groepen buiten hun huizen. Voor meer informatie: www.oranjefonds.nl/taalontmoetingen 7.3 Het verbeteren van de communicatie door middel van taal visualisatie Een niet-traditionele benadering voor het leren van een taal, Nederlands als LWUTL in het bijzonder, is het gebruik van beeldmateriaal. Denk aan tekeningen, fotografie, multimedia, films, videoclips, tentoonstellingen, kunst en design, etc. Deze methoden is speciaal geschikt voor analfabeten, of migranten die niet kunnen lezen en schrijven in het Nederlands. Zulke mensen durven vaak geen vragen te stellen en vinden het vervelend aan te geven dat ze iets niet begrijpen. Dit kan leiden tot irritatie en onderlinge misverstanden. 24 Efficiënte en duurzame taalpromotie middels visualisatie kan ingezet worden in verschillende sectoren: overheden, culturele instellingen, media, scholen, KMO's en belanghebbenden. Het SMILE-netwerk heeft het volgende goede praktijkvoorbeeld voor de verbetering van communicatie door middel van visualisatie geselecteerd. Begrijp je lichaam Begrijp je Lichaam is een boek, geïllustreerd met foto's van het menselijk lichaam, lichaamsdelen en algemene symptomen. De werking van de organen wordt op een toegankelijke manier uitgelegd, zodat analfabeten of migranten die geen Nederlands kunnen lezen het makkelijk kunnen begrijpen. Het helpt zowel een laaggeletterde patiënt als een arts om dezelfde taal te spreken. Dit leidt niet alleen tot wederzijds begrip, maar kan ook bijdragen aan het verminderen van de kosten van de zorg. Voor meer informatie: www.cbo.nl 25 8. Conclusies Uit de analyse van relevante documenten met betrekking tot het huidige Europese beleid en de strategieën op het gebied van het leren en de promotie van taal, blijkt dat de prioriteiten van de EU voor de komende jaren liggen bij de wettelijke en praktische maatregelen voor meer werkgelegenheid, productiviteit en sociale cohesie in alle lidstaten. In dat opzicht moeten projecten voldoen aan de eisen van de arbeidsmarkt door het leren van talen meer leerling- en praktijkgericht te maken. De vraag en het aanbod van taallessen moet zich daarom richten op werk gerelateerd leren, rekening houdend met het feit dat werkgevers taalvaardigheden niet alleen in reguliere talen (zoals Engels, Duits, Frans, Spaans, enz.) nodig hebben. Voor nichemarkten is er ook kennis van minder onderwezen talen nodig. Nadruk wordt gelegd op het leren van talen voor diverse achtergestelde groepen - zoals migranten – voor betere sociale integratie en om de toekomstige professionele ontwikkeling te kunnen ondersteunen. Het SMILE-netwerk heeft een definitie van de term "minder gebruikte en onderwezen talen" (LWUTLs) vastgesteld en haar werkzaamheden gericht op het identificeren van succesvolle modellen en benaderingen voor de bevordering en het leren van deze talen in de praktijk. De definitie onderscheidt drie groepen van talen die relevant zijn voor het bereiken van de doelstellingen van het netwerk: officiële LWUTLs, regionale en minderheidstalen en de talen van de strategische partners van de EU. De mainstream talen (Engels, Duits, Frans, Spaans en Italiaans) zijn ook opgenomen, aangezien zij voor een toegevoegde waarde zorgen. Uit het besproken Nederlandse nationale beleid en wat er in de praktijk gebeurt op het gebied van talen leren, valt op te maken dat het taalbeleid in Nederland zich richt op algemene educatieve doelstellingen, maar daarnaast ook gericht is op integratie, participatie, tolerantie en solidariteit. Het taalaanbod in zowel formele als niet-formele taal instellingen in Nederland focust op de populaire EU-talen Engels, Duits en Frans. Hoewel sommige zeldzame talen ook worden gegeven, is dat aantal laag en erg afhankelijk van de persoonlijke en professionele motivatie van leerlingen. De uitgebreide analyse van het Europese en nationale taalbeleid is gebruikt als basis voor de selectie van goede praktijkvoorbeelden die zich richten op het leren van LWUTLs in een vriendschappelijke taalleeromgeving, en de arbeidsmarktbenadering en de sociale integratie ondersteunt. De verzameling goede praktijkvoorbeelden bevat succesvolle en innovatieve methoden voor het promoten en het leren van LWUTLs door niet-traditionele taal studenten (migranten, kansarmen, werklozen of mensen die op zoek zijn naar pre kwalificatie, sectorale organisaties, aanbieders van VET, etc.). Tot dusver bevat de database meer dan 300 goede praktijkvoorbeelden uit 34 landen, gericht op 46 talen. De Nederlandse partner in het SMILE-netwerk heeft zes belangrijke sectoren geïdentificeerd die kunnen profiteren van de toepassing van LWUTLs in Nederland. Deze worden beschouwd als belangrijke omgeving voor het bevorderen van kansen en het verhogen van de motivatie voor het leren van een taal, teneinde sociale cohesie en participatie te bevorderen. De goede praktijkvoorbeelden uit deze sectororen zijn derhalve 26 handig voor migranten, voor organisaties die werken voor de integratie van migranten, voor taalaanbieders, vrijwilligers, enz. Het leren van een taal en de effecten hiervan zijn ook relevant voor de positie van allochtone vrouwen, met name diegene die lijden onder huiselijk geweld. Verbeterde taalvaardigheid van deze vrouwen wordt gezien als belangrijk uitgangspunt voor de verbetering van hun algemene situatie, en helpt hen om uit de spiraal van geweld te komen. Volwasseneneducatie is een goede omgeving voor de promotie van LWUTLs omdat het kan profiteren van de persoonlijke motivatie van de doelgroep. Het leren van talen wordt aangeboden aan leerlingen met specifieke behoeften. Taalmaterialen worden met succes toegepast aan een breed scala van begunstigden die persoonlijke of professionele ontwikkeling nastreven. De SMILE goede praktijkvoorbeelden kunnen nuttig zijn voor werkgevers, analfabeten, migranten, tijdelijke werknemers of derden die vrienden of familieleden willen helpen. De verzameling goede praktijkvoorbeelden van het SMILE project biedt een aantal out-of-the-box methoden voor het leren van een taal. Succesvolle methoden zijn gericht op van het leren LWUTLs door middel van vrijwilligersbegeleiding, vertrouwelijke coaching, taalspelletjes en activiteiten en visulaisatie. Ze zijn van toepassing op diverse sectoren en taalscholen (zowel formele als niet-formele) en kunnen worden aangepast aan de behoefte van de doelgroep. De verzamelde goede praktijkvoorbeelden bevatten ten slotte niet alleen kant-en-klare taalproducten, maar ook creatieve modellen, ideeën en benaderingen die ook kunnen worden toegepast bij het leren van LWUTLs Met het oog op de uitdagingen in de toekomst bij het leren LWUTLs, moet de focus liggen op de motivatie van leerlingen om een nieuwe taal te leren en het belang hiervan voor de ontwikkeling van het taalkundige, culturele en sociaaleconomische leven in Europa. 27 9. Verwijzingen / Gebruikte bronnen EUROPE 2020, http://ec.europa.eu/europe2020/index_en.htm COUNCIL OF EUROPE, Council conclusions of 12 May 2009 on a strategic framework for European cooperation in education and training (‘ET 2020’) [2009/C 119/02], http://eur-lex.europa.eu/legal-content/EN/ALL/?uri=CELEX:52009XG0528(01) ERASMUS+ Programme, https://eacea.ec.europa.eu/erasmus-plus_en COMMISSION STAFF WORKING DOCUMENT, Language competences for employability, mobility and growth; Rethinking Education: Investing in skills for better socio-economic outcomes (20.11.2012, SWD(2012) 372 final), http://eur-lex.europa.eu/legal-content/EN/TXT/PDF/?uri=CELEX:52012SC0372&from=EN COUNCIL OF EUROPE, Council conclusions on language competences to enhance mobility (2011), http://www.consilium.europa.eu/uedocs/cms_data/docs/pressdata/en/educ/126373.pdf Providing multilingual communication skills for the labour market, Report from the thematic working group “Languages for Jobs”, ‘ET 2020’, http://ec.europa.eu/languages/policy/strategic-framework/documents/languages-for-jobs-report_en.pdf European Commission Language Policy, http://ec.europa.eu/languages/policy/language-policy/index_bg.htm European Bureau for Lesser-Used Languages (EBLUL), http://eblul.eurolang.net/ Mercator Centre, http://www.mercator-research.eu/home/ European Charter for Regional or Minority Languages, http://conventions.coe.int/Treaty/en/Treaties/Html/148.htm A New Framework Strategy for Multilingualism, http://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=COM:2005:0596:FIN:EN:PDF Language Rich Europe, Multilingualism for stable and prosperous societies, http://www.language-rich.eu/home/welcome.html YELL project, Young Europeans Love Languages, http://www.yellproject.eu/uploads/documents/DEVELOPMENT%20WP/WP2/End%20products/Bulgaria%20_Identification%20o f%20best%20practices.pdf