Reclame en redactionele inhoud op tv Context Zowel de Europese als de Vlaamse regelgever wensen dat reclame op lineaire televisie duidelijk herkenbaar is en onderscheiden kan worden van de redactionele inhoud. De adverteerders, verenigd in de Unie van Belgische Adverteerders (UBA), hebben dit principe eveneens steeds onderschreven. De methode die internationaal gekozen werd om deze herkenbaarheid te ondersteunen op lineaire tv was een afscheiding van reclame 'met visuele en/of akoestische en/of ruimtelijke middelen'. Vandaag moeten we echter vaststellen dat deze methode totaal achterhaald is en discriminerend werkt voor lineaire tv tov andere media. Terecht heeft de minister daarom in zijn beleidsnota de intentie geuit om de regels voor lineaire tv in het Mediadecreet eventueel aan te passen om een level playing field te creëren voor de verschillende media en om terug te gaan naar de absolute essentie van 'een helder onderscheid tussen redactionele inhoud en commerciële boodschap'. Op 23 februari 2015 besloot de algemene kamer van de Vlaamse Regulator voor de Media (VRM), zonder enig overleg met de adverteerders, en haaks op de beleidsnota van de minister, om de interpretatie van het Vlaams Mediadecreet voor lineaire tv verder te verstrengen met specifieke en sterk beperkende regels voor een begin- en eindbumpers voor de afbakening van reclame. De Unie van Belgische Adverteerders betreurt dat deze beslissing genomen werd zonder enig overleg met UBA. Tegelijkertijd vraagt UBA aan de Minister om verduidelijking, eventueel door een wijziging van het Vlaams Mediadecreet, waarbij uiteraard de Europese richtlijn Audiovisuele Media gerespecteerd blijft. De beleidsnota Media 2014-2019 In de beleidsnota Media 2014-2019 schrijft Vlaams Minister van Cultuur, Media, Jeugd en Brussel Sven Gatz: "Ik zal ervoor zorgen dat het decretale kader rond reclame en commerciële communicatie inspeelt op, en mee evolueert met nieuwe reclametechnieken aan de ene kant en met het veranderend mediagebruik van de consument aan de andere kant. De regels rond reclame en sponsoring die nu gelden voor lineaire televisie zijn erg gedetailleerd. Gegeven de convergentie is het onhoudbaar om televisie zo streng te blijven reguleren, zeker nu digitale kijkers de lineaire uitzendingen kunnen stopzetten, doorspoelen en hervatten en zo reclame kunnen vermijden, terwijl anderzijds het opvraagbaar aanbod soms begint met onvermijdbare reclame. Bovendien bestaan er steeds meer hybride diensten en bijbehorende reclamevormen waarvan nog moeilijk kan worden vastgesteld tot welke categorie ze behoren. De regels moeten terug naar de kern: een helder onderscheid tussen redactionele inhoud en commerciële boodschap." De voornaamste bezorgdheid van de minister in deze is duidelijk dat er een helder onderscheid is tussen redactionele inhoud en commerciële boodschap. De richtlijn 2010/13/EU Audiovisuele Mediadiensten Het Vlaams Mediadecreet is grotendeels gebaseerd op deze richtlijn. Wat betreft het onderscheid tussen reclame en redactionele inhoud staat in Hoofdstuk VII, artikel 19 paragraaf 1 volgende bepaling: "Televisiereclame en telewinkelprogramma’s dienen duidelijk herkenbaar te zijn en te kunnen worden onderscheiden van redactionele inhoud. Zonder afbreuk te doen aan het gebruik van nieuwe reclametechnieken dienen televisiereclame en telewinkelprogramma’s met visuele en/ of akoestische en/of ruimtelijke middelen van andere onderdelen van het programma te worden gescheiden." De voornaamste bekommernis van de Europese regelgever is dat reclame duidelijk aldus herkenbaar is voor de Europese consument en door hem kan onderscheiden worden van redactionele inhoud. De scheiding van beide met visuele, akoestische en/of ruimtelijke middelen (toegevoegd voor splitscreen) is de methode die gekozen werd om het onderscheid te kunnen vergemakkelijken. De Europese regelgever geeft echter duidelijk aan dat hij geen afbreuk wil doen aan het gebruik van nieuwe reclametechnieken. Versie 27 april 2015 10:01 - CVR Reclame en redactionele inhoud op tv pagina 1/2 Het Vlaams Mediadecreet van 27 maart 2009 Wat betreft het onderscheid tussen reclame en redactionele inhoud staat in het Vlaams Mediadecreet het volgende: "Art. 53. Commerciële communicatie en boodschappen van algemeen nut moeten gemakkelijk als zodanig herkenbaar zijn. Art. 79. § 1. Televisiereclame, zelfpromotie uitgezonderd, en telewinkelen moeten duidelijk herkenbaar zijn en moeten kunnen worden onderscheiden van redactionele inhoud. Zonder afbreuk te doen aan het gebruik van nieuwe reclametechnieken, moeten reclame en telewinkelen met visuele en/of akoestische en/of ruimtelijke middelen van andere onderdelen van het programma worden gescheiden." Ook hier is de basisintentie van de overheid duidelijk: herkenbaarheid. En in navolging van de Europese richtlijn werd als middel het scheidingsprincipe overgenomen. De beslissing van de algemene kamer van de VRM van 23 februari 2015 Een aantal sterk beperkende regels worden ingevoerd: "DE BEGINBUMPER: - Men kan van een duidelijk herkenbare afbakening van reclame en redactionele inhoud spreken wanneer de beginbumper minstens 5 seconden beeldvullend wordt getoond. - Afwijkend hiervan is ook sprake van een duidelijk herkenbare afbakening van reclame en redactionele inhoud wanneer de beginbumper minstens 2 seconden beeldvullend wordt getoond en op de beginbumper het woord ‘RECLAME’ vermeld wordt in een grootte die voor de doorsnee kijker gemakkelijk leesbaar is. - Beeldvullend tonen houdt in dat het gehele scherm wordt gevuld, zonder in deze 5 of 2 seconden gebruik te maken van ‘wipes’. - Er is geen duidelijk herkenbare afbakening van reclame en redactionele inhoud wanneer de beginbumper is verwerkt in de redactionele inhoud of in een reclamespot of wanneer de beginbumper een sponsoringboodschap bevat. DE EINDBUMPER - Men kan van een duidelijk herkenbare afbakening van reclame en redactionele inhoud spreken wanneer de eindbumper minstens 2 seconden beeldvullend wordt getoond. - Beeldvullend tonen houdt in dat het gehele scherm wordt gevuld, zonder in deze 2 seconden gebruik te maken van ‘wipes’. - Het is niet noodzakelijk dat het woord ‘RECLAME’ op de eindbumper wordt vermeld. - Er is geen duidelijk herkenbare afbakening van reclame en redactionele inhoud wanneer de eindbumper is verwerkt in een reclamespot of in de redactionele inhoud of wanneer de eindbumper een sponsoringboodschap bevat." Deze nieuwe regels zijn plots een duidelijke strengere interpretatie van de Europese richtlijn en van het Vlaams Mediadecreet. Daarenboven staan zij haaks op de recente beleidsnota Media van de Minister. Tot slot merken we op dat deze beslissing eenzijdig door de VRM werd genomen zonder enig voorafgaand overleg met adverteerders of hun vertegenwoordigers. UBA vraagt verduidelijking, eventueel door aanpassing van het Mediadecreet UBA herhaalt dat zij het principe van "een helder onderscheid tussen redactionele inhoud en commerciële boodschap" onderschrijft. Daarnaast vraagt UBA om het scheidingsprincipe (art 79 van het Mediadecreet) te verduidelijken in de geest van de beleidsnota van de Minister. Daarbij dienen volgende principes als uitgangspunt: "Televisiereclame moet op lineaire televisie duidelijk herkenbaar zijn, en worden onderscheiden van redactionele inhoud. Dergelijk onderscheid is aanwezig als er een beginbumper van 2 seconden wordt getoond. Deze bumper kan louter visueel zijn en er is geen tekst vereist. Indien de beginbumper eerst 2 seconden wordt getoond, mag deze bumper daarna overgaan in de reclamespot." Versie 27 april 2015 10:01 - CVR Reclame en redactionele inhoud op tv pagina 2/2