NL Joden in Jihlava – chronologie 13e eeuw 1262 25 augustus 1345 1425(24) 1454 18 mei 1709 1858 1862–1863 1918–1938 15 maart 1939 16 maart 1939 30 maart 1939 1940 19 september 1941 1942 na 1945 1947–1950 1950 1968–1969 9 april 1992 8 mei 1995 7 juli 2010 Vestiging van joden in Jihlava „Statuta Judaeorum“ van Přemysl Otakar II. – 32 artikels die de rechten en plichten van de joodse bevolking vaststellen Het besluit over de acceptatie van joden Verbanning van de joden uit Jihlava Verbanning uit Jihlava en andere koninklijke Moravische steden (Brno, Olomouc, Znojmo, Uničov) De joden krijgen een vergunning om aan de markten in de koninklijke steden van Moravië deel te nemen, in Jihlava moeten ze hiervoor eerst 15 en later 17 kreutzers betalen Oprichting van de joodse religieuze vereniging in Jihlava De bouw van de nieuwe synagoge in Jihlava Rijk verenigingsleven – „Chewra Kadiša“, „Chanuka“, „De Theodor Herzel vereniging“, „Joodse damesvereniging“, sportclub „Makabi“, het koor „Schir-Zion“ en andere. Bezetting van de Tsjechische Republiek door Duitse troepen Afkondiging van het Protectoraat Böhmen und Mähren De synagoge van Jihlava wordt door SA-leden geplunderd en uitgebrand De burgerrechten van de joodse bevolking in het Protectoraat worden beperkt. Er geldt een verbod om openbare plaatsen te bezoeken of culturele en sportieve evenementen bij te wonen. Alle joden ouder dan 6 jaar in het Duitse Rijk en in het Protectoraat worden verplicht de joodse ster te dragen Vanaf april werden joden uit Jihlava gedeporteerd naar het verzamelkamp in Třebíč, later naar Theresienstad. Begin van de massatransporten naar Auschwitz Tijdelijke hernieuwing van de joodse communiteit in Jihlava Emigratiegolf naar het Westen en naar Israël Restanten van de synagoge worden verwijderd Reconstructiewerkzaamheden van de joodse begraafplaats Onthulling van de gedenksteen op de plaats van de synagoge Het monument van de holocaustslachtoffers op de joodse begraafplaats in Jihlava wordt feestelijk onthuld Feestelijke opening van het park met het monument voor Gustav Mahler 150 jaar na de geboorte van de componist op de plaats van de verbrande synagoge in de Benešovastraat Duitsland Polen Joden in Jihlava Praag Tsjechische Republiek Jihlava Brno Oostenrijk Slowakije Dům Gustava Mahlera (Het huis van Gustav Mahler) Uitgegeven door de statutaire stad Jihlava in het jaar 2010 met een oplage van 2500 stuks. Foto’s: Fotoarchiv Muzea Vysočiny Jihlava. Vertaling: Ruben Pellar. Grafische vormgeving: Eva Bystrianská. Druk: Antonín Prchal, PROTISK – Velké Meziříčí. Znojemská-straat 4, 586 01 Jihlava tel.: +420 567 167 132, 133 E-mail: [email protected] openingstijden: oktober–maart: dinsdag–zaterdag 10–12, 13–18 april–september: dinsdag–zondag 10–12, 13–18 www.mahler.cz židé/NIZOZEMÍ/vnějšek 1 2 3 Geschiedenis De synagoge en de begraafplaats De eerste joodse nederzetters kwamen al in de loop van de 13e eeuw naar Jihlava. Uit deze tijd dateren ook de eerste schriftelijke vermeldingen over de plaatselijke joden, die in het beroemde wetsysteem van de mijnstad Jihlava werden opgenomen. Pas in de 14e eeuw is er sprake van een uitgesproken bevolkingsgroei en bloei van de ambachten onder de joden. Dit werd grotendeels beïnvloed door het besluit over de acceptatie van joden in Jihlava (25.8.1345), uitgegeven door de toenmalige Moravische markgraaf en latere keizer Karel IV. De joodse gemeenschap van Jihlava werd rijker en raakte gespecialiseerd in met name de handel en het bankwezen. De joden begonnen zich geleidelijk te vestigen in de omgeving van de huidige Moeder Godsstraat (ulice Matky Boží), op de plek die later Joodse Voor- en Achterstraat is gaan heten. Een synagoge, een school en een joodse begraafplaats maakten deel uit van deze middeleeuwse wijk. Een relatief rustige periode, slechts onderbroken door incidentele aanvallen tegen de steeds meer welvarende gemeenschap, eindigde met de veelbewogen Hussietenoorlogen. In 1425 werd de verordening over het uitbannen van joden uit Jihlava uitgegeven. Ondanks deze radicale maatregel en ondanks een nieuwe uitbanning in 1454, bleven er ook de volgende decennia joden in Jihlava wonen. De situatie wijzigde gedurende de 18e eeuw. De joden werden weer officieel in de stad toegelaten en ze mochten tegen vergoeding deelnemen aan markten. Om de stad binnen te kunnen, mochten ze slechts van één poort gebruik maken – De Moeder Godspoort. In 1858 werd in Jihlava een joodse religieuze vereniging gesticht. Deze vereniging werd later tot een joodse gemeente verheven. De gebedsruimte bevond zich aanvankelijk in een particulier huis in de Moeder Godsvoorstad en verhuisde vervolgens naar nr. 18 in de Žižkovastraat. Vanwege het grote aantal gelovigen en de ontoereikende capaciteit van de genoemde gebedsruimtes werd in de jaren 1862–1863 een geheel nieuwe synagoge gebouwd. Deze stond in de huidige Benešovastraat. Zij werd gebouwd in de romaans-moorse stijl en feestelijk ingewijd op 9 september 1863. De nog steeds bestaande joodse begraafplaats ontstond in 1869. Vele belangrijke persoonlijkheden, die deel uitmaakten van de toenmalige joodse gemeenschap, liggen daar begraven, bijv. rabbi Unger of de ouders en broers en zussen van de componist Gustav Mahler. židé/NIZOZEMÍ/vnitřek 4 5 De joodse gemeenschap herleefde na de oorlog slechts voor korte tijd. Er volgden een aantal emigratiegolven naar het Westen en naar Israël. De lange geschiedenis van de joodse gemeenschap in Jihlava wordt tegenwoordig herdacht met een gedenksteen (in 1992 onthuld), die is geplaatst in de stadsmuur ter hoogte van de voormalige synagoge. Vooraanstaande persoonlijkheden De noodlottige 20e eeuw Er zijn een aantal belangrijke persoonlijkheden van joodse afkomst in Jihlava geboren, bijv. de dichter en politicus Louis Fürnberg (1909–1957), de regisseur Karel Meinhard (1875–1949), de zanger Jára Pospíšil (1905–1979), de schrijver Ernst Sommer (1888–1955), de bankier Karel von Morawitz (1846–1914), de anatoom en politicus dr. Julius Tandler (1869–1939). Dr. Jakob Joachim Unger was rabbi in Jihlava van 1860 tot 1912. De bekende componist en dirigent Gustav Mahler heeft in de stad zijn kinderjaren doorgebracht (1860–1875). De Tweede Wereldoorlog heeft het leven van de joodse gemeenschap van Jihlava ingrijpend geraakt. Terwijl er in 1941 nog 1700 joden woonden, bleven er na de oorlog van de oorspronkelijke joodse bevolking maar enkele tientallen mensen over. De synagoge werd op 30 maart 1939 door de nazi’s uitgebrand en geruïneerd. Hetzelfde lot trof de bijeenkomstzaal op de joodse begraafplaats en de meeste grafstenen. De burgerrechten van de joden werden geleidelijk zo beperkt, dat zij geheel van het sociale en openbare leven werden uitgesloten en uiteindelijk zelfs getransporteerd werden. 1 Gezicht op de ingang van de joodse begraafplaats 2 De grafsteen van Mahlers ouders op de begraafplaats 3 Gustav Mahler in 1871 4 Interieur van de synagoge 5 Exterieur van de synagoge 6 Een joodse bruiloft Op de voorpagina: de joodse Thora 6