Icoon van Pinksteren - Zusters van Don Bosco

advertisement
Op weg naar het
Algemeen Kapittel XXII
«In de stad
aangekomen,
betraden ze de
bovenverdieping
waar ze
woonden.
Zij allen bleven
eensgezind
volharden in het
gebed samen
met de vrouwen,
met Maria, de
moeder van
Jezus, en met
zijn broeders
[...].
Toen de dag van
Pinksteren
aanbrak, waren
allen bijeen op
dezelfde plaats.
Plotseling kwam
uit de hemel een
gedruis alsof er
een hevige wind
opstak en heel
het huis waar zij
gezeten waren,
was er vol van.
Er verscheen hun
iets dat op vuur
geleek en dat zich,
in tongen verdeeld,
op ieder van hen
neerzette...
...zij werden
allen vervuld van
de heilige Geest
en begonnen in
vreemde talen te
spreken,
naargelang de
Geest hun te
vertolken gaf
[...].
“Joden zowel
als proselieten,
Kretenzen en
Arabieren, wij
horen hen in
onze eigen taal
spreken van
Gods grote
daden».
(Akten 1,13.14; 2,1-4.11)
DE ICOON
De mozaiek van Mark Ivan Rupnik wil in één enkele icoon
de Hemelmaart en Pinksteren uitbeelden.
De scène bestaat uit drie zones:
1
2
3
Het bovenste gedeelte:
een waterval van
licht,
De hand van God
die zich richt
naar de Zoon
In het centrale gedeelte
De Heer wordt
afgebeeld als het
Centrum van het
universum. Het
Woord van God dat
mens werd.
Daarom: Jezus’
hand die de boekrol
– het Woord stevig vasthoudt ,
terwijl de andere
hand zegent...
Het onderste gedeelte wil
het Pinkstergebeuren
uitbeelden
De H. Geest daalt
neer over Maria en
de Apostelen
in de vorm van
“tongen van vuur” .
De kracht van de
H. Geest doet de Kerk
ontstaan als een
gemeenschap die zich
wereldwijd verspreidt
en de mensheid in
communio
bijeenbrengt:
mannen en vrouwen
van alle rassen en
culturen
Maria in biddende
houding is de figuur
bij uitstek van een
Kerk waarrond de
Apostelen zich
verzamelen.
Gedurende haar
aards bestaan heeft
ze in haar armen de
mens Jezus omarmt.
Nu vergezelt ze
de Kerk
en nu leidt ze tot
Christus allen die
willen deel hebben
aan de
Drievuldigheid
Het blauwe kleed
zinspeelt op haar
menselijkheid en de
rode mantel de
Teothokos, haar
Moeder van God zijn.
Op haar schouders
en voorhoofd
schitteren drie
sterren die haar
maagdelijkheid
uitdrukken.
De H. Clemens
vanAlessandria
beklemtoont: «Er is
maar één Maagd die
Moeder is geworden
en ik noem haar
graag de Kerk”
Zoals
Olivier Clément het
uitdrukt: «de H.
Geest bewerkt een
unieke
overeenkomst
tussen het
vaderschap van
God en het
moederschap van
de Maagd. Op
aarde is het
moederschap de
directe uitdrukking
van Gods Liefde en
tederheid.»
Elke apostel draagt een
kleed met een
verschillende kleur,
volgens het charisma dat
aan elkeen is gegeven.
Maar allen dragen ze een
mantel met dezelfde kleur
als de mantel van Christus,
de bron van hun
verbondenheid. De
apostelen, die
“Geestdragers” zijn
geworden, mogen Christus
aanschouwen en Hem
verkondigen. De eerste
vier, twee per twee, richten
hun blik op Christus.
De vier volgende,
die in Gods
Geest zijn
ondergedompeld,
kunnen elkaar,
in diepe
wederkerigheid,
van aangezicht
tot aangezicht
aanschouwen
Twee anderen kijken
naar Maria – de Kerk -,
en Moeder van Christus.
Naast Haar,
Petrus en Paulus,
zij richten hun blik
weg van het mozaiek,
naar diegenen die dit mysterie
aanschouwen.
Het is alsof ze ons leven willen
binnentreden,
en ons willen oproepen
om Gods Geest in ons te ontvangen.
Deze mozaiek is een beweging van op- en neergaan,
van afscheid en weerzien. De H. Geest daalt af naar de Zoon om
terug te keren naar de Vader. Het is de liefde die de mens omvormt
tot het beeld van God, want God is Liefde.
De H. Geest die deze Liefde in ons uitstort,
maakt ons één met God,
in een eeuwig toebehoren aan zijn Heer,
ontdaan van alle duisternis, overweldigd door het licht.
Sr. Alba Vernazza fma
Download