Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie 1 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 1: AGID-opleidingsmodules Slide 1 AGID-opleidingsmodules Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Auteurs: Auteurs: Virginie Laurent (Les Genêts d’Or) en Patrice Morel (Les Genêts d’Or) Ontwikkeld door: Steve Mackenzie (De Montfort Universiteit), Jonathan Yaseen (Northumbria Universiteit) 25 februari 2014 AGID - PROJECTNUMMER - 518175-LLP-1-2011-1--LU-LEONARDOLMP OVEREENKOMST 2011 – 4000/001-001 2 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 2: Copyright en disclaimer Slide 2 Copyright en disclaimer Auteursrechten: De AGID-opleidingsmodules van het AGID-Consortium vallen onder een Creative Commons Naamsvermelding-NietCommercieelGeenAfgeleideWerken 3.0 Unported licentie. Gebaseerd op een project van http://agid-project.eu. Voor bijkomende voorwaarden zie: http://agidproject.eu. De gebruikte Microsoft media-elementen (zoals foto’s en clip art) vallen niet onder deze licentie. Ze werden gebruikt met de toestemming van Microsoft en vallen onder hun licentievoorwaarden (zie voor meer informatie www.microsoft.com/permission). Dat betekent dat je deze bron mag delen (kopiëren, verspreiden, vertonen) op voorwaarde dat je correct naar de module verwijst, de originele staat ervan respecteert, en het niet voor commerciële doeleinden gebruikt. Je mag deze modules dus niet aanpassen, bewerken of herwerken. Voor de volledige licentiegegevens, zie: http://creativecommons.org/licenses/by-ncnd/3.0/deed.en_US. Naamsvermelding: Gelieve als volgt naar ons te verwijzen: AGID-Consortium, Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie, AGID-modules, Luxemburg, 2014. Disclaimer: Deze reeks modules moet mensen er bewust van maken dat ook personen met een verstandelijke beperking ouder worden. Daarmee hopen we de aangeboden dienstverlening te verbeteren. Om je vaardigheden, kennis en kwaliteiten bij de zorg voor ouder wordende personen met een verstandelijke beperking verder te ontwikkelen, raden we je aan om na deze eerste inleiding verder te studeren. 3 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 3: Welkom Slide 3 Welkom Welkom bij deze module. Dit is de zesde en laatste van zes opleidingsmodules over het thema Ouder worden met een verstandelijke beperking. Deze reeks modules werd ontwikkeld door het AGID-Consortium, een Europese groep van universiteiten en dienstverleners uit de sociale zorgsector. Verantwoordelijke coördinator is La Fondation A.P.E.M.H. (Association de Parents d’Enfants Mentalement Handicapés) (LUX) Andere partners: ARFIE- (Association de Recherche et de Formation sur l’Insertion en Europe) (BE) CADIAI (Cooperativa Assistenza Domiciliare Infermi Anziani Infanzia) (IT) De Montfort University (GB) Les Genêts d’Or (Association Médico-sociale pour personnes handicapées et/ou dépendentes) (FR) University of Vienna (AUT) Zonnelied vzw (Dienstverleningscentrum voor volwassen personen met een handicap) (BE) Wij hopen dat je deze modules in de praktijk goed zult kunnen gebruiken. Heb je de module met succes doorlopen? Dan kun je een certificaat behalen voor alle modules van de reeks. Als dit niet je eerste module is, mag je rustig de inleidende hoofdstukken overslaan en direct naar het onderdeel Over deze module gaan. 4 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 4: Belangrijke begrippen en afspraken - Deel 1 Slide 4 Belangrijke begrippen en afspraken - Deel 1 Voor je begint kan het nuttig zijn om de juiste terminologie te kennen. We overlopen dan ook even de betekenis die bepaalde instanties aan bepaalde termen geven. Beperking: De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) definieert het Engelse disabilities als een overkoepelende term voor (functie)stoornissen, (activiteiten)beperkingen en participatieproblemen. De Nederlandse overkoepelende term daarvoor is "functioneringsproblemen". Daarbij gaat het bij een stoornis om verminderde lichaamsfuncties of anatomische eigenschappen; bij een beperking heeft iemand het moeilijk om activiteiten of acties uit te voeren; en participatie slaat op iemands deelname aan het maatschappelijk leven. Een functioneringsprobleem is dus een complex fenomeen, een wisselwerking tussen iemands lichaam en persoonlijke kenmerken en zijn of haar leefomgeving. Het VN-verdrag over de mensenrechten voor personen met een handicap geeft daar volgende definitie van: Personen met een handicap zijn personen met permanente, langdurige, tijdelijke of kortstondige fysieke, mentale, verstandelijke of zintuiglijke beperkingen die hen in wisselwerking met afzonderlijke fysieke, economische, sociale, culturele en persoonlijke factoren, of een combinatie daarvan, beletten om volledig, daadwerkelijk en op voet van gelijkheid met anderen aan de samenleving deel te nemen. 5 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 5: Belangrijke begrippen en afspraken - Deel 2 Slide 5 Belangrijke begrippen en afspraken - Deel 2 In deze modules gebruiken we "verstandelijke beperking", gedefinieerd zoals de AAIDD (American Association on Intellectual and Developmental Disabilities) intellectual disability omschrijft: Een verstandelijke beperking is een functioneringsprobleem dat zowel belangrijke intellectuele beperkingen kan inhouden (redeneren, leren, problemen oplossen) als een beperkt aanpassingsvermogen zoals dat tot uitdrukking komt in alledaagse sociale en praktische vaardigheden. Deze beperking ontstaat voor de leeftijd van 18 jaar. Andere definities die we in deze leeromgeving gebruiken: Oudere persoon met een beperking: Een oudere persoon met een beperking is iemand die al met de gevolgen van een beperking leefde voor hij of zij met de gevolgen van veroudering werd geconfronteerd. Gezondheidswerkers: Betaalde, speciaal opgeleide deskundigen die in brede zin betrokken zijn bij het verstrekken van gezondheid, sociale zorg of opleiding, zoals dokters, psychiaters, psychologen, maatschappelijk werkers, fysiotherapeuten, ergotherapeuten, pedagogen en logopedisten. Begeleiders: Mensen die in hun rol van verzorgers en opvoeders ouder wordende personen met een verstandelijke beperking dagelijks en rechtstreeks bijstaan, ongeacht waar ze wonen. Mantelzorgers: Familieleden die de verstandelijk beperkte persoon rechtstreeks ondersteunen. 6 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 6: Belangrijke begrippen en afspraken - Deel 3 Slide 6 Belangrijke begrippen en afspraken - Deel 3 Opgelet dat je bepaalde pathologische symptomen niet verkeerd toeschrijft aan verstandelijke beperking of veroudering. Elke noemenswaardige verandering in iemands houding, smaak of gedrag moet gemeld worden zodat de arts een correcte diagnose kan stellen. Enkele voorbeelden van mogelijke indicaties die regelmatig aan een beperking worden toegeschreven, maar evengoed kunnen wijzen op een pathologische oorzaak (zie ook module 5, Pathologische veroudering): Afzondering, ongeïnteresseerdheid, snel moe = tekenen van depressie Ongeduld, onoplettendheid, vergeetachtigheid = tekenen van dementie Onsamenhangendheid, snel moe, verlies van eetlust = tekenen van uitdroging Verlies van eetlust, prikkelbaarheid, afzondering = tekenen van pijn Afzondering, onsamenhangendheid, agressiviteit = tekenen van doofheid 7 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 7: Structuur van deze module Slide 7 Structuur van deze module Hoe gebruik je deze module? Over deze module Inleidende Oefening Deel 1: Professionele zorgverlening Deel 2: Een gepaste methodologische benadering Deel 3: Levenslange ondersteuning Deel 4: 'Bientraitance': een positieve zorgverlening Samenvatting en eindtest 8 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 8: Hoe gebruik je deze module? Slide 8 Hoe gebruik je deze module? Is dit je eerste module uit deze reeks of je eerste contact met deze leeromgeving? Neem dan even de tijd om de informatie in dit deel "Hoe gebruik je deze module?" door te nemen. Je vindt hier informatie over volgende onderwerpen: Voor wie zijn de AGID-modules bestemd? Hoe werkt een AGID-module? Navigatie en Zoeken Nuttige Links Reflecteren, oefenen en testen Beoordeling en certificaat Toegankelijkheid en gebruik Softwarevereisten Systeemvereisten 9 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 9: Voor wie zijn de AGID-modules bestemd? Slide 9 Voor wie zijn de AGID-modules bestemd? De modules zijn vooral bestemd voor: Professionele begeleiders die werken met personen met een verstandelijke beperking. Ze kunnen ook zeer waardevol zijn voor: Andere mensen die werken met oudere personen met een verstandelijke beperking zoals artsen, verpleegsters, psychologen, ... en Mantelzorgers - vaders, moeders, zussen, broers, tantes, ... die voor een ouder familielid zorgen. Je kan deze module volledig zelfstandig afwerken, maar je zal er meer uithalen als je de onderwerpen en oefeningen ook met anderen bespreekt, vooral met collega's waar je nauw mee samenwerkt. Voor de denkoefeningen is het zelfs ten zeerste aan te bevelen die in groep te maken, samen met een collega of met de hulp van een mentor. Je kan deze module gebruiken: als een zuiver online hulpmiddel dat je alleen voor jezelf raadpleegt; als onderdeel van een inleidende workshop met doorlopende toegang tot de module; als onderdeel van een reeks doorlopende workshops. 10 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 10: Hoe werkt een AGID-module? Slide 10 Hoe werkt een AGID-module? Deze AGID-module bestaat uit een inleiding, een reeks inhoudelijke onderdelen en een samenvatting. Elk deel heeft een eigen kleur en bevat naast informatieve slides oefeningen om aan zelfreflectie te doen, en denkoefeningen en testen die je helpen bij je studie. We raden je aan om langzaam en systematisch te werken en vooral veel te reflecteren over de problemen die in de module aan bod komen. In het begin kun je best slide per slide gewoon in volgorde afwerken. Het menu links laat je toe om elk onderdeel van de module op elk moment opnieuw te bekijken. Alle afbeeldingen van personen zijn louter illustratief en dus niet bedoeld als reële voorstelling van de werkelijkheid. Voor bijkomende nuttige links en referenties kun je steeds terecht op de website van AGID (http://agid-project.eu/). Als je de module hebt afgewerkt, krijg je eenvoudig toegang tot alle links en media uit de module via de website van AGID (http://agid-project.eu/). 11 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 11: Navigatie en Zoeken Slide 11 Navigatie en Zoeken Navigatie Navigeren kun je met de muis in het navigatiemenu (aan de linkerkant van het scherm). Met de linkermuisknop klikken op de knoppen "Volgende" of "Vorige" rechts onderaan brengt je respectievelijk naar de volgende of de vorige slide. (Opmerking: Op oefenslides kun je enkel naar de volgende slide als je het navigatiemenu gebruikt of de knoppen "Einde", "Verder" of "Volgende"). Je kan ook door de module navigeren via volgende sneltoetsen: Pijl-links, Pijl-omhoog of Page Up: ga naar de vorige slide. Pijl-rechts, Pijl-omlaag of Page Down: ga naar volgende slide. O/T/S - Selecteer tabbladen: Outline (Overzicht), Thumbnails (Miniaturen), Search (Zoeken). Tab: met deze toets kun je van link naar link navigeren. Gebruik deze toets om naar de Bijlagen te gaan en E-mail te versturen. Enter: opent een link in een nieuw venster of tabblad. Home: ga naar de eerste slide en End: ga naar de laatste slide. Zoeken Het volledige navigatiemenu is te vinden onder het tabblad "Overzicht". Rechts daarvan vind je het tabblad "Zoeken". Hiermee kan je een woord of zin in deze module opzoeken. Je krijgt dan een lijst met links naar alle slides die dat woord of die zin bevatten. 12 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 12: Nuttige Links Slide 12 Nuttige Links Je kunt deze module helemaal afwerken zonder gebruik te maken van de aangeboden links naar websites en referenties. Die links helpen je echter wel om je veel grondiger in het onderwerp te verdiepen. Alle links in deze module die naar webpagina's verwijzen, zijn blauw. De verschillende links in deze module verwijzen naar: websites of pagina's zoals http://agid-project.eu/ of de website van het AGID-Project; documenten op externe websites en AGID-documenten; oefenbladen; andere slides in deze module; e-mailadressen. Als de module een verklarende woordenlijst bevat, dan zijn de overeenkomstige links pastelblauw. Alle links werkten op het moment van publicatie. Blijkt een link toch onbruikbaar, stuur dan een e-mail naar APEMH via [email protected] met vermelding van het slidenummer en de url. We trachten de module dan zo vlug mogelijk bij te werken. 13 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 13: Reflecteren, oefenen en testen Slide 13 Reflecteren, oefenen en testen Op verschillende plaatsen in de module zijn reflectie-oefeningen en testen ingebouwd. Je kunt je antwoorden op de testen afdrukken en bewaren. Als je de oefeningen 'opnieuw' maakt (zowel de denkoefeningen als de testen), worden je eerdere antwoorden overschreven. Bij de reflectie-oefeningen krijg je de optie een oefenblad af te drukken om op te werken. Het kan handig zijn om notities te nemen en enkele van je denkpistes neer te pennen. 14 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 14: Beoordeling en certificaat Slide 14 Beoordeling en certificaat De studie Terwijl je deze module doorneemt, zullen we je af en toe vragen even aan zelfreflectie te doen of een korte oefening te maken. Die zijn enkel bedoeld om te studeren. Ze tellen niet mee bij de definitieve beoordeling en de daaropvolgende certificatie. Je mag de inhoud van deze module tijdens je studie rustig met je collega's bespreken, we moedigen dat zelfs aan. Maar voor de definitieve beoordeling, de Eindtest, moet je wel verklaren dat jij en jij alleen die hebt ingevuld. De beoordeling Nadat je de module hebt ingestudeerd, kun je de Eindtest afleggen. Om voor die test te slagen heb je een score van 80% nodig. Ben je geslaagd? Dan kan je een certificaat afdrukken dat je de cursus met succes beëindigd hebt. Je mag de test zo vaak maken als je wil. De waarde Een certificaat is i) een verklaring van jezelf dat je tijd hebt geïnvesteerd om een inleidende basiskennis over het onderwerp te verwerven, iets wat je kan helpen in je taak als verzorger; en ii) het biedt een formele erkenning dat je die tijd inderdaad geïnvesteerd hebt. 15 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 15: Toegankelijkheid en gebruik Slide 15 Toegankelijkheid en gebruik Technische vereisten Om in deze online leeromgeving te werken heb je ADOBE Flash Player nodig. Je browser moet de nieuwste versie daarvan ondersteunen. Deze module is vooral een visuele presentatie die je met de muis of de toetsen kunt bedienen (zie: Navigeren en Zoeken). Ondersteunende programma's Je kunt eventueel ook met andere formaten werken. Ondersteunende programma's (waarvan er minstens een beschikbaar is op de AGIDwebsite): Microsoft PowerPoint: Om de inhoud van de tekstslides te bewaren gebruiken we PowerPointnotities. Veel softwarepakketten kunnen daarmee overweg zodat de toegankelijkheid verbetert. Adobe PDF: Adobe Reader beschikt over een aantal interessante functies om o.a. tekst te vergroten en kleuren aan te passen. Voor meer informatie kun je steeds terecht in het helpbestand van jouw Adobe Reader. 16 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 16: Softwarevereisten Slide 16 Softwarevereisten Het belangrijkste programma om het online leerplatform van de AGIDmodules te kunnen gebruiken is Adobe Flash. Dat moet geïnstalleerd zijn in de webbrowser die je gebruikt om naar de AGID-website te surfen en de AGID-modules te bekijken. Download Adobe Flash Populaire webbrowsers waarmee je de AGID-website en onze modules kan bezoeken: Microsoft Internet Explorer 7.x of hoger (bezoek de Internet Explorer downloadpagina) Mozilla Firefox 3.x of hoger (bezoek de FireFox Downloadpagina). Google Chrome (bezoek de Google Chrome Downloadpagina) Safari (bezoek de Safari Downloadpagina) Opera (bezoek de Opera Downloadpagina) Wil je de inhoud van de modules, de oefenbladen of ander referentiemateriaal op een andere manier bekijken, installeer dan een van volgende twee programma's: voor het Adobe PDF-format: Adobe reader (bezoek de Adobe Reader Downloadpagina) of Microsoft PowerPoint Viewer voor het Microsoft PowerPoint formaat (bezoek de Microsoft PowerPoint Viewer downloadpagina) Het AGID-Consortium is niet aansprakelijk voor eender welk verlies of eender welke beschadiging, rechtstreeks of onrechtstreeks het gevolg van het gebruik van deze online module of van de software van een derde partij. 17 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 17: Systeemvereisten Slide 17 Systeemvereisten Je hebt een internetverbinding nodig. Adobe heeft Adobe® Flash® Player 9 uitgebreid getest op de volgende configuraties: Windows®, Intel® Pentium® II 450 MHz of sneller (of een equivalent), 128 MB RAM Macintosh, PowerPC® G3 500 MHz of sneller of Intel Core™ Duo 1.33 GHz of sneller, 128 MB RAM Linux®, Modern processor (800 MHz of sneller), 512 MB RAM, 128 MB grafisch geheugen Bron: Systeemvereisten op de website van Adobe 18 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 18: Over deze module Slide 18 Over deze module Voor je deze module begint te studeren, kun je best even het deel "Over deze module" doornemen, samen met de leidraad op de AGID-website. Dit deel bevat: Een overzicht van de module Een overzicht van de structuur van de module De doelstellingen van de module De leerdoelen van de module Een verklarende woordenlijst In deze module maak je kennis met Simone Jaouen en Jean Lagadec. Samen met de ziektebeelden die we zullen bespreken, helpen hun verhalen je de begrippen die je leert beter te begrijpen. De geschatte tijdsduur om deze module af te werken: 6 uur. 19 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 19: Overzicht Slide 19 Overzicht Deze module over professionele zorgverlening belicht de aangepaste zorghouding en het algemene gedrag die elke zorgverlener zou moeten aannemen ten opzichte van kwetsbare personen, en dan vooral oudere mensen met een verstandelijke beperking. Ouder worden is geen ziekte, het is voor elk levend wezen een universeel, levenslang evoluerend proces. Dat neemt niet weg dat elk verouderingsproces uniek verloopt, ook bij personen met een beperking. Hoe ouder ze worden, hoe meer autonomie ze verliezen omdat hun verschillende vaardigheden en vermogens achteruitgaan. Het specifieke karakter van verstandelijke beperkingen vereist bepaalde voorzorgsmaatregelen met betrekking tot begrip en respect voor andermans wensen, het stellen van de juiste diagnose, ... In deze module reiken we je een globale benadering aan om met oudere personen met een verstandelijke beperking om te gaan en een medische en sociale zorgaanpak te hanteren met respect voor hun eigen identiteit, individualiteit, keuzevrijheid en intimiteit. We laten je eerst kennismaken met Simone en Jean. Aan de hand van hun verhalen krijg je meer inzicht in deze persoonsgerichte manier van denken. Alle casussen en illustraties in deze module zijn ontleend aan echte situaties. 20 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 20: Praktijkvoorbeelden Slide 20 Praktijkvoorbeelden Simone Jaouen is matig tot ernstig verstandelijk beperkt en heeft 32 jaar lang in een verzorgingstehuis in Bretagne gewoond. Ze is nu 60 en verblijft in een bejaardentehuis in het zuiden van Frankrijk. Haar ouders zijn overleden, en ze heeft één zus die afwisselend in Frankrijk en Duitsland woont. Simone heeft vaak medische verzorging nodig: ze lijdt aan chronische ademhalingsinsufficiëntie en heeft hemiplegie: haar linkerkant is verlamd. Ze is dan ook niet goed ter been en heeft het moeilijk om te praten. Jean Lagadec is 64 en werkte tot zijn pensioen in een beschutte werkplaats. In het dagelijks leven is hij vrij zelfstandig. Tot voor kort woonde hij zelfs nog thuis, waar hij werd opgevolgd door een maatschappelijk coördinator. Op dit moment woont hij bij een gastgezin*. Sinds zijn kindertijd verbleef Jean al in verschillende instellingen. Zijn ouders zijn overleden maar hij heeft wel nog een jongere broer die in de buurt woont en waar hij af en toe contact mee heeft. * Goedgekeurd en toegewezen door een van de plaatsingsdiensten in de pleegzorg (van kinderen, ouderen of gehandicapten). 21 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 21: Structuur van de module Slide 21 Structuur van de module In het eerste deel, Professionele zorgverlening, leer je subjectiviteitsvalkuilen herkennen en omzeilen. Deel 2, Een gepaste methodologische benadering, reikt je een gepaste methodologie aan die je kunt implementeren om je cliënten een kwalitatieve zorgverlening te bieden. In Deel 3, Levenslange ondersteuning, geven we je een theoretische voorstelling van iemands eigen behoeften tijdens het levensproject. Wat heeft iemand nodig om zijn levensproject zoveel mogelijk zelf te kunnen uitstippelen? In het laatste deel, Deel 4, over Bientraitance, bestudeer je een aanpak die gebaseerd is op de basisregels van welwillendheid en vertrekt vanuit goodwill. Belangrijk: Zorg dat je de informatie uit een bepaald onderdeel steeds onder de knie hebt voor je verder gaat met een volgend onderwerp. Indien nodig herhaal je eerst nog even. Bijkomende informatie over de thema's die je interesseren kun je altijd vinden via de links en de bibliografie. Voor je met de module start, kun je een inleidende kennismakingsoefening maken. Aan het einde van de module doorloop je best de leerstof nog even voor je aan de Eindtest begint. 22 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 22: Doelstellingen Slide 22 Doelstellingen Met deze module willen we zorgverleners de nodige hulpmiddelen verschaffen om over hun aanpak te reflecteren zodat ze een ethische, kwaliteitsvolle zorgbenadering kunnen implementeren die de juiste voorwaarden creëert om de wensen en rechten van hun cliënten te beschermen. De module omvat vier thema's en Enkele theoretische begrippen uit de klinische en cognitieve psychologie. Op het echte leven gebaseerde praktijkvoorbeelden. Illustraties ter ondersteuning van bepaalde begrippen. Foto's en karakterschetsen van mensen met een beperking die je met hun levensverhalen door het leerproces heen helpen. 23 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 23: Leerdoelen Slide 23 Leerdoelen Deze module leer je: Een permanente praktijkanalyse implementeren. Wensen en behoeften zoveel mogelijk objectiveren. Een multidisciplinair actieplan opstellen en coördineren. Acties implementeren om persoonlijke projecten te ondersteunen. De algemeen geldende deontologische regels naleven. De specifieke leerdoelen vind je op de titelpagina van elk onderdeel. Bekijk thema's en leerdoelen voor: Deel 1 Deel 2 Deel 3 Deel 4 24 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 24: Bijkomende begrippen en afspraken Slide 24 Bijkomende begrippen en afspraken - Deel 1 Binnen deze module houdt 'verstandelijke beperking' het volgende in: Moeilijk ideeën of gedachten kunnen uitdrukken en onder woorden brengen (abstract redeneren). Beperkte sociale vaardigheden. Zelfbepalingsproblemen (het lastig hebben met keuzes maken). Een beperkt besef van de omgeving (desoriëntatie in tijd en ruimte). Beperkte fysiologische kennis (vaak). Een overheersend loyaliteitsconflict (soms). Projecties van vrienden uit het sociale netwerk (inclusief gezondheidswerkers) die iemands eigen noden en verlangens verbergen. Specifieke intergenerationele relaties. Een gepaste ondersteuning moet er dan ook op gericht zijn om de persoon met een verstandelijke beperking in staat te stellen zijn of haar tekortkomingen te ondervangen. 25 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 25: Verklarende woordenlijst A-G Slide 25 Verklarende woordenlijst A-G Verklarende woordenlijst van enkele belangrijke termen in deze module Activisme: “uitgesproken neiging om actief met daden te reageren op een intern conflict of een stresserende externe situatie in plaats van over de gebeurtenissen na te denken of ze trachten te begrijpen”. Activisme een blijvende mentaliteitsinstelling en lijkt dus op een persoonlijkheidstrek. Het is een vaak voorkomend verdedigingsmechanisme (dat in excessieve of exclusieve vorm pathologisch kan worden). De actie fungeert als plaatsvervangende “uitlaatklep”, zo hoeft het verstand zich "geen zorgen te maken”. We zien dit vaak terug bij zorgverleners die met hun cliënten wel allerlei workshops of wandelingen organiseren, maar het moeilijk hebben om een persoonlijk gesprek met hen te voeren zonder daarbij ook daadwerkelijk iets 'te doen'. Deductieproces: een proces dat een aantal ware, onware en waarschijnlijke stellingen aan elkaar linkt, wat uiteindelijk leidt tot een gevolgtrekking, de conclusie. Stel bijvoorbeeld dat je een ziekenwagen voor een huis ziet stoppen. Uit die situatie maak je op dat er ‘iemand in dat huis ziek is’. Het is vrij onwaarschijnlijk dat je zonder meer zult stoppen bij de objectieve observatie zonder er allerlei zaken uit je referentiekader bij te halen. Geriatrische cachexie: na een acute infectie waarvan iemand goed lijkt te herstellen, gaat zijn of haar gezondheidstoestand opeens snel achteruit. De patiënt lijkt onbewust te weigeren om nog verder te leven. Klinische symptomen: anorexie, spijsverterings-, stofwisselings- of sluitspierproblemen, alsook clinofilie (de hele dag in bed liggen), apathie en agitatie. Gevoel van anders-zijn: dit ontstaat al van bij de eerste ontmoeting met de ander, tijdens de fase van volledige afhankelijkheid. Als de primaire binding ontbreekt door de afwezigheid van de ‘moeder’, leert het kleine kind dat ze geen eenheid vormen. Nadien geeft de ‘surrogaat’moeder haar kind het veilige gevoel dat nodig is om met de afwezigheid van de moeder te 26 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie kunnen omgaan, en leert het kind zijn of haar alteriteit aanvaarden. Zie Arcangioli A-M.,1994. 27 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 26: Verklarende woordenlijst H-Overd Slide 26 Verklarende woordenlijst H-Overd Loyaliteitsconflict: psychisch conflict dat ontstaat uit het onvermogen om tussen twee situaties te kiezen. Het gaat daarbij doorgaans over een gevoelsmatige keuze tussen goede vrienden en naaste familieleden, bv. “Als ik X kies, wijs ik Y af, en omgekeerd. Dat zou verschrikkelijk zijn, dus kan ik niet kiezen. Het enige wat ik nog kan doen, is iemand tevredenstellen!” Het begrip werd geïntroduceerd door Ivan BoszormenyiNagy. Zie Heireman M., 1998. Observatie: observeren doe je onpartijdig zonder vooroordelen of vooronderstellingen. De waarnemer observeert bovendien best zo passief, rustig en onopvallend mogelijk. Zie Ciccone, 1998. Overdracht en tegenoverdracht: Overdracht staat voor het verschijnsel dat er automatisch een intense gevoelsband ontstaat tussen een patiënt en een analist, vaak de therapeut. Deze band is niet te vermijden en staat los van enige reële context. Mensen projecteren hierbij hun gevoelens voor een andere persoon uit het verleden op de analist. Overdracht overstijgt echter het strikte kader van de analyse en komt ook vaak voor in onderwijssituaties of binnen de relatie tussen zorgverlener en zorgnemer. Het gevoel is constant, alomtegenwoordig en geldt evenzeer voor de patiënt als voor de zorgverlener. Het is belangrijk dat je je daar als begeleider bewust van bent en weet dat je cliënt naarmate hij of zij binnen deze nieuwe relatie vroegere gevoelens herbeleeft al die gevoelens en affectie (al dan niet bewust) op zijn of haar begeleider zal ‘overbrengen’ of ‘overdragen’. Als je dat als begeleider of gezondheidswerker beseft, dan kun je bepaalde (soms verrassende) reacties van je cliënt beter aanvaarden of verdragen. Bovendien kun je dan meer aandacht besteden aan jouw eigen woorden en reacties daarop, de tegenoverdracht. Dit concept omvat alle bewuste of onbewuste gevoelsreacties van de analist naar de patiënt toe. Als we 'analist' vervangen door 'begeleider' zie je hoe belangrijk het is dat je de gevoelens die je cliënt bij je oproept kunt onderscheiden en identificeren, en hoezeer je daar tijdens het zorgproces rekening mee dient te houden. Zie O. Huet, 2008. 28 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 27: Verklarende woordenlijst Overg-Pra Slide 27 Verklarende woordenlijst Overg-Pra Overgangsritueel: De term rite de passage (overgangsritueel) staat voor de symbolische weergave van een verandering in iemands status binnen een bepaalde referentiegroep. Dat de nieuwe status maatschappelijk wordt aanvaard, benadrukt vanuit sociologisch en antropologisch oogpunt de overgang van de ene levensfase naar de andere. Dat laat iemand niet alleen toe om tot een nieuwe groep toe te treden, het bijbehorende overgangsritueel normaliseert ook het fenomeen, in dit geval de toegang tot de derde leeftijd, en vermindert zo het risico op psychologische destabilisatie. Bovendien doet een overgangsritueel alleen al door de verandering onder de aandacht te brengen de angst voor het onbekende afnemen. Zie Van Gennep A., Blaise J-L. en Gomez J-F. Paradoxale opdrachten: Gregory Bateson (Palo Alto, VS) beschreef bevelen die je onmogelijk kunt opvolgen zonder ongehoorzaam te zijn. Er is geen bevredigende reactie op te geven, bv. "Wees spontaan!" Als iemand daar gevolg aan geeft, getuigt dat net van weinig spontaneïteit. Of nog: ‘Hou van mij!’. Dit type 'pragmatische paradox' stelt de ontvanger voor een dilemma: het veroorzaakt een psychologisch ongemak dat hij enkel kan wegwerken door de paradox te realiseren (zie ook ‘dubbele binding'). De zorgverlener kan dit probleem onderkennen, de val mentaal uit de weg gaan en zich van het ongemakkelijke gevoel bevrijden door de cognitieve dissonantie te verminderen (bv. door het verzoek om meer te doen met minder geld te relativeren). Een oudere persoon met een verstandelijke beperking is daar echter niet altijd even vaardig in en heeft het veel moeilijker om zijn of haar cognitieve evenwicht te bewaren. http://nl.wikipedia.org/wiki/Dubbele_binding_(communicatie) Praktijkanalyse: elke tussenkomst binnen het team die de groep bewuster maakt van de behoeften van de cliënt, en die op basis van observatie en begrip van specifieke door de begeleiders ervaren educatieve en/of pedagogische situaties de betrokken persoon en diens plannen op de voorgrond plaatst. Door alle partijen en standpunten aan bod te laten komen, zorgt praktijkanalyse voor een inhoudelijke en samenhangende gezondheidszorg. Bovendien bieden dergelijke werkgroepen de kans om over een gekozen werkwijze te reflecteren. Dat kan nuttig zijn om uit een 29 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie uitzichtloze, vaak door overdracht veroorzaakte situatie te raken. De zorgverlener moet dus niet alles alleen 'dragen‘ en ervaringen delen wapent hem of haar tegen burn-out. 30 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 28: Verklarende woordenlijst Pro-Z Slide 28 Verklarende woordenlijst Pro-Z Projectie: een zorgverlener of instelling kan een ouder wordende persoon met een verstandelijke beperking beïnvloeden door eigen eigenschappen of emoties op de cliënt te projecteren. Het gaat hier om een verdedigingsmechanisme waarbij iemand zijn eigen gevoelens ontkent, verdringt of verbergt door eigen ongewenste eigenschappen, emoties, wensen of gedachten aan iets of iemand anders toe te schrijven (te projecteren): "l'opération par laquelle le sujet expulse de soi et localise dans l'autre, personne ou chose, des qualités, des sentiments, des désirs, voire des objets, qu'il méconnaît ou refuse en lui." (J. Laplanche en J-B Pontalis, p.344) Dit cognitieve proces zie je ook aan het werk in bv. bijgeloof of overdreven gehechtheid. Zo kan het gebeuren dat een begeleider die liever niet met zijn of haar eigen grijze haren geconfronteerd wordt de cliënt onbewust zo beïnvloedt dat die van haarkleur verandert. Pygmalioneffect: illustreert de kracht van (positieve) verwachtingen zoals aangetoond door Rosenthal en Jacobson. Het gaat hier om een selffulfilling prophecy, een voorspelling die zichzelf waarmaakt omdat iemands ontwikkeling wordt beïnvloed door een (optimistische) kijk op zijn of haar toekomst. http://courses.umass.edu/psyc360/rosenthal.pdf Vrije wil: het wilsvermogen om vrije keuzes te maken. Als auteur van je eigen levensverhaal ben je verantwoordelijk voor je eigen daden. Je vrije wil uitoefenen vooronderstelt objectieve omstandigheden: dat de keuzemogelijkheden (tussen A en B) of de vrijheid om geen enkele te kiezen (mogelijkheid C) reëel zijn. Zelfbepaling: het principe waarbij iedere persoon vrij is om zijn eigen leven vorm te geven en zelf zijn eigen keuzes te maken en handelingen te bepalen, los van enige externe invloed. De zelfdeterminatietheorie (ZDT) werd ontwikkeld door Edward Deci en Richard Ryan, 1985 en 1991. Zie ook Deci en Ryan, Handbook of self-determination research, University of Rochester Press, New York, 2000b en 2002. http://www.selfdeterminationtheory.org/ 31 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 29: Inleidende oefening Slide 29 Inleidende oefening. Beantwoord onderstaande 10 vragen met Waar of Niet waar Inleiding In deze voorbereidende oefening maak je kennis met de thema's die in deze module aan bod komen. Je mag die nu maken. Je krijgt deze oefening slechts een keer. Werk ze volledig af voor je verder gaat. Je kan jouw antwoorden op de vragen en de correcte antwoorden steeds opnieuw bekijken. Je krijgt dezelfde of een gelijkaardige oefening opnieuw aan het einde van de module. Klik op "Volgende" om naar de vragen te gaan. Een loyaliteitsconflict impliceert A of B tevredenstellen. Stigmatisering en onverschilligheid zijn het gevolg van een natuurlijke neiging om op tijd en onderzoek te besparen. Een geschikte methodologie moet op voorhand wederzijds overeengekomen zijn. Een oudere persoon met een verstandelijke beperking heeft geen volledige keuzevrijheid omdat hij of zij niet met zijn of haar frustraties kan omgaan. Een professionele aanpak impliceert een subjectieve analyse van de situatie. 6. Het realiteitsprincipe impliceert rekening houden met de wensen van iemands familie en vrienden. 7. Als iemand ouder wordt, wil die persoon in een zelf gekozen omgeving wonen. 8. Iemand 'goed behandelen' (bientraitance) is een wederkerige benadering. 9. Iemand toelaten zich te ontplooien betekent dat je hem of haar stimuleert, niet dat je hem of haar zomaar laat doen zonder iets om handen. 10. Activisme is een signaal dat kan helpen om moeilijkheden op te sporen. 32 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Correcte antwoorden: 1 Niet waar, 2 Waar, 3 Waar, 4 Niet waar, 5 Niet waar, 6 Waar, 7 Waar, 8 Waar, 9 Niet waar, 10 Waar. Jouw score: punten Dit was een inleidende kennismakingsoefening over de thema's die in deze module aan bod komen. Aan het einde van deze module krijg je deze of een gelijkaardige oefening opnieuw. Je kan jouw antwoorden op de vragen altijd opnieuw bekijken. Om je antwoorden opnieuw te bekijken, klik op "Bekijk antwoorden". Om je resultaten af te drukken, klik op "Print antwoorden". 33 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 30: Deel 1: Professionele zorgverlening Slide 30 Deel 1: Professionele zorgverlening Thema's en leerdoelen Aan de hand van vignetstudies en oefeningen krijg je in dit deel meer inzicht in volgende thema's: Je eigen professionele zorghouding. Je eigen subjectieve waarnemingen. De cognitieve processen en de vooroordelen die een invloed kunnen hebben op je houding ten opzichte van oudere mensen met een verstandelijke beperking. Leerdoelen Als je de theorie en de oefeningen in dit deel hebt doorgenomen, ken je: Het belang van een professionele houding. De cognitieve processen en vooroordelen die kunnen leiden tot attributieen interpretatiefouten en tot subjectiviteit. 34 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 31: 1.1 Inleiding Slide 31 1.1 Inleiding Iedereen heeft al wel eens met succes voor iemand anders gezorgd. Je hebt vast al wel eens een familielid of vriend geholpen met behulp van je intuïtie en goede bedoelingen. Maar ook al kun je in dergelijke privésituaties misschien wel hetzelfde resultaat bereiken, toch is er een groot verschil tussen een persoonlijke aanpak en een professionele benadering. De zorg voor en ondersteuning van oudere mensen met een verstandelijke beperking vereisen een specifieke professionele aanpak. Naarmate iemand ouder wordt, neemt ook de zorgbehoefte toe. Voor elke afzonderlijke situatie moet je dan ook met meerdere factoren rekening houden. Als begeleider dien je dat goed te beseffen. Daarom krijg je hier enkele basistechnieken aangereikt die je ook kunnen helpen om je eigen subjectiviteit te overwinnen. Als je je namelijk bewust bent van je eigen zorgbenadering en die regelmatig in vraag stelt, wordt het gemakkelijker om de keuzes van je cliënten te respecteren en kun je hen beter helpen om hun bestaan zin te geven. 35 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 32: 1.2 Casus: Simone Jaouen Slide 32 1.2 Casus: Simone Jaouen Simone Jaouen Viviane is bijna even oud als Simone Jaouen, een cliënt die ze al meer dan 17 jaar verzorgt. Sinds het overlijden van Simones moeder is Viviane bij de zorg voor Simone echter ongeduldiger geworden. Als ze 'aan het werk' is, voelt ze zich een beetje beschaamd over dit gevoel. Zo vaak het maar kan, vraagt ze dan ook aan een collega om voor Simone te zorgen. Simone zelf is ook droevig en lijkt vooral angstig sinds haar moeders overlijden. Niemand besteedt er veel aandacht aan want iedereen denkt: "Simone is in de rouw, het zal wel overgaan." Simone lijdt echter al langer aan die angstgevoelens, al van toen haar moeder nog leefde, maar haar begeleiders hebben het pas nu opgemerkt. Op dit moment is ze wel heel erg depressief, want naast haar angst en verdriet voelt ze zich nu ook nog eens afgewezen door Viviane. 36 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 33: 1.3 Casus: Jean Lagadec Slide 33 1.3 Casus: Jean Lagadec Jean Lagadec Bruno zorgt al jaren voor Jean Lagadec en ‘kent hem door en door’. Jean heeft op het gebied van zelfstandigheid en eigenwaarde heel wat vooruitgang geboekt. Bruno is blij voor hem en ook wel trots op zichzelf dat hij hem daarbij heeft geholpen. Aangezien Jean op pensioenleeftijd het home zal verlaten, moet er nu echter over zijn verdere toekomst beslist worden. Bruno gelooft dat Jean "nooit buiten een instelling zal kunnen wonen; hij heeft nooit iets anders gekend!“ Waar zou Jean overigens naartoe kunnen? Tot voor kort waren er helemaal niet veel mensen die de pensioenleeftijd bereikten en het personeel heeft dan ook te weinig ervaring op dit gebied om te weten welke opties er zijn voor Jean. Hoe kunnen ze hem helpen kiezen? Jean is erg aan zijn begeleiders gehecht. Hij beschouwt hen als zijn enige familie en wil dus bij hen in de buurt blijven. Of wil hij misschien toch terug naar zijn roots? Eigenlijk weet Jean zelf niet echt goed wat hij wil. Hij is bang en begrijpt niet wat ze allemaal over hem zeggen. 37 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 34: Deel 1: Oefening 1, deel 1 Slide 34 Deel 1: Oefening 1, deel 1 Behandel je tijdens je werk een 20-jarige met een verstandelijke beperking op dezelfde manier als een 50-jarige met dezelfde beperking? Zo ja, waarom? Neen? Geef dan aan wat je anders doet. Wat zijn de verschillen? Noteer je ideeën in onderstaand tekstvak of maak notities op Oefenblad 1. Deze oefening bood je de mogelijkheid om over je professionele aanpak te reflecteren. In het volgende deel van de oefening laten we je even nadenken over een van de dingen die specifiek betrekking hebben op de zorg voor oudere mensen met een verstandelijke beperking. Om je antwoorden opnieuw te bekijken, klik op "Bekijk antwoorden". Om je resultaten af te drukken, klik op "Print antwoorden". Opmerking: Als je oefeningen 'opnieuw' maakt, worden je eerdere antwoorden overschreven. 38 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 35: Deel 1: Oefening 1, deel 2 Slide 35 Deel 1: Oefening 1, deel 2 Heb je het thema ouder worden ooit besproken met je cliënten of met hun vrienden of familieleden? Zo ja, wat waren de voor- en nadelen daarvan? Neen? Wat weet je over de verwachtingen van iemand die ouder wordt? Noteer je ideeën in onderstaand tekstvak of maak notities op Oefenblad 2. Je hebt nu de mogelijkheid gekregen om even over je professionele aanpak te reflecteren. De volgende slides gaan dieper in op de betekenis van een professionele zorghouding. Om je antwoorden opnieuw te bekijken, klik op "Bekijk antwoorden". Om je resultaten af te drukken, klik op "Print antwoorden". Opmerking: Als je oefeningen 'opnieuw' maakt, worden je eerdere antwoorden overschreven. 39 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 36: 1.4 Een professionele zorghouding Slide 36 1.4 Een professionele zorghouding Iemand verzorgen en ondersteunen vereist een objectieve waarneming van de ander en van alles wat hij of zij met je wil delen. Meestal zien we in de ander echter ‘een andere ik’ en denken of handelen we ‘in plaats van’ die persoon, vanuit ons eigen referentiekader. Het is niet zo dat je iemands anders-zijn daarbij bewust negeert, het is gewoon zo dat veralgemening van je eigen opvattingen je heel wat mentale energie bespaart. Daarom is de houding van een professionele zorgverlener ten opzichte van zijn cliënten geen natuurlijke houding, ook al is iedereen wel tot op zekere hoogte in staat om die rol te spelen. Om zich empathisch te kunnen blijven opstellen, moet de zorgverlener namelijk enorm veel energie investeren om ‘zichzelf in andermans schoenen te plaatsen’ en zijn cliënt steeds opnieuw in elke situatie beter trachten te begrijpen. Een dergelijke professionele zorghouding ten opzichte van andere mensen is een van de belangrijkste eigenschappen van opvoeders of zorgverleners. 40 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 37: 1.5 Een professionele zorghouding - Vervolg Slide 37 1.5 Een professionele zorghouding - Vervolg Een dergelijke professionele zorghouding vereist: Objectiviteit bij het analyseren van situaties. Een bepaalde emotionele afstand. Een empathische houding. Om dit te bereiken, is in de eerste plaats jouw persoonlijke zelfontplooiing essentieel zodat je je eigen verklaringen in vraag leert stellen, je projecties onder controle kunt houden en je je bewust bent van het feit dat je interpretaties over iets of iemand enkel en alleen maar net dat zijn: je eigen persoonlijke interpretaties. Je eigen professionele zorghouding analyseren zorgt ervoor dat je steeds de gepaste houding kunt aanhouden, ook al is die vrij onnatuurlijk. Het is een hulpmiddel dat je bovendien de kans geeft om overdracht en tegenoverdracht binnen je zorgrelaties op te merken. 41 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 38: 1.6 Stereotypen doorzien Slide 38 1.6 Stereotypen doorzien Wordt je oordeel beïnvloed door je eigen indrukken? Experiment beschreven door J.P. Leyens: Enkele journalisten veinsden zulke ernstige psychische problemen dat ze in een psychiatrisch ziekenhuis werden opgenomen. Gemiddeld verbleven ze daar 19 dagen. De psychiaters beseften namelijk pas na 7 tot 52 dagen dat het om doorgestoken kaart ging. Opmerkelijk: hun mede-‘patiënten’ hadden de journalisten al veel eerder door! Op de volgende slide kun je aan de hand van enkele vragen even uittesten hoe stereotiep jouw eigen opvattingen kunnen zijn. 42 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 39: Deel 1 Oefening 2 Slide 39 Deel 1 Oefening 2 Deze oefening bestaat uit drie slides. Om te beginnen krijg je een slide met foto's van 9 mensen van verschillende leeftijden. Wie is wie? Drie van deze ouderen hebben geen verstandelijke beperking. Wie zijn dat? Op de volgende slide kun je de vraag beantwoorden. Op de tweede slide kun je het antwoord kwijt op volgende vraag: Drie van deze ouderen hebben geen verstandelijke beperking. Wie zijn dat? Je kan eender welke foto's kiezen tussen 1 en 9. Je zal heel nauwkeurig te werk moeten gaan om een correct antwoord te geven. De juiste antwoorden: 3, 6 en 7. Op de derde slide kun je je antwoord kwijt op volgende vraag: Hoe oud is deze persoon? Bekijk de persoon op de foto en raad zijn leeftijd. Hoe oud denk je dat hij is? Je kan kiezen tussen: 21, 25, 30, 37, 46, 51, 56 en 65. Het juiste antwoord is 56. Met deze oefeningen willen we je attent maken op enkele ingebouwde aannames of vooronderstellingen die je zou kunnen hebben, vooral met betrekking tot ouderen met een verstandelijke beperking. Dat moet je helpen beseffen dat het soms beter is bepaalde situaties van op afstand te bekijken en te overwegen dan zomaar volledig op je eigen eerste indrukken te vertrouwen. Om je antwoorden opnieuw te bekijken, klik op "Bekijk antwoorden". Om je resultaten af te drukken, klik op "Print antwoorden". Opmerking: Als je oefeningen 'opnieuw' maakt, worden je eerdere antwoorden overschreven. 43 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 40: 1.7 Subjectieve waarneming Slide 40 1.7 Subjectieve waarneming In onze complexe en diverse wereld zoeken we als mens voortdurend naar houvast. Daarom proberen we aan de hand van schema's en vereenvoudigingen ons een vaste voorstelling te maken van de realiteit die we waarnemen. We zien de wereld echter door een gekleurde bril en subjectiviteit is moeilijk uit te sluiten. Als we onze waarnemingen verwerken, gaan we namelijk op zoek naar samenhangende verbanden binnen onze eigen innerlijke ‘wereld’ van subjectief gekleurde cognitieve voorstellingen. Om tijd te besparen, hebben we tijdens die zoektocht naar coherentie doorgaans ook niet meteen de neiging om te gaan analyseren. Omdat onze eerste indrukken via een deductieproces kunnen leiden tot een algemene interpretatie, kan dit resulteren in stigmatisering. Willen we anderen objectief tegemoet treden en de subjectieve manier waarop we hen waarnemen ‘bestrijden’, dan moet iedereen binnen de zorgsector deze mechanismen herkennen. 44 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 41: 1.7.1 Cognitieve processen Slide 41 1.7.1 Cognitieve processen Om tijd en energie te sparen, gebruiken we van nature verschillende cognitieve processen om de wereld rondom ons te begrijpen: Rationalisatie als verweer tegen cognitieve dissonantie (Festinger, 1957) Als we zaken waarnemen die in strijd zijn met onze eigen opvattingen, meningen, gedragingen, waarden en normen, voelen we de sterke drang om die dissonanties te verkleinen door onze opvattingen of gedragingen aan te passen of te rationaliseren. Omdat we onze houding en ons gedrag willen handhaven - Voegen we consonante elementen toe om het dissonante gedrag te rechtvaardigen: we laten twee tegenstrijdige waarnemingen onbewust kloppen door aan een van beide iets te veranderen. Of we minimaliseren het belang van de dissonante elementen. Bij het maken van keuzes bagatelliseren we onbewust de voordelen van het verworpene en de nadelen van het gekozene tot we overtuigd zijn dat we de juiste keuze gemaakt hebben. De vos en de druiven Een hongerige vos, uit Gascogne of Normandië gekomen, zag aan een latwerk druiven hangen uit zijn mooiste dromen, Ze hingen daar in de hoogte zoet naar hem te lonken, terwijl hun velletjes als fluweel in het zonlicht blonken. Bij het zien van deze vruchten liep hem het water in de mond, maar ze hingen veel te hoog voor een vosje op de grond. “Die eet ik niet," riep hij, “ze zijn nog veel te groen!" In plaats van luid te klagen kon hij dit toch beter doen? Jean de la Fontaine, 1668 Net als de vos in de fabel zullen sommige mensen die hun zaken door hun beperking niet goed kunnen behartigen de schuld bij de omstandigheden leggen. Zo behouden ze hun eigendunk en het idee de situatie onder 45 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie controle te hebben. Het gaat hier om een cognitief proces dat in professionele probleemsituaties wijdverbreid is. Denk maar aan verloren voetbalwedstrijden die opeens veel minder belangrijk blijken dan voor de match... De impliciete persoonlijkheidstheorie (Bruner en Tagiuri, 1958) Impliciete persoonlijkheidstheorieën zijn jammer genoeg vrij onwankelbaar en ongevoelig voor objectieve feiten die hen in andere richting zouden kunnen sturen. Het gaat hier om schema’s van persoonlijke eigenschappen, karaktertrekken die we iemand automatisch toedichten, ook al kennen we die persoon helemaal niet. Dergelijke stereotypes en vooroordelen leiden vaak tot misverstanden omdat we het 'van nature' doorgaans moeilijk hebben om van onze eerste indruk af te stappen en onze mening over iets of iemand te herzien’. http://en.wikipedia.org/wiki/Implicit_personality_theory 46 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 42: 1.7.2 Attributiefouten Slide 42 1.7.2 Attributiefouten Als we ons een mening over iemand vormen en situaties analyseren, krijgen we bovendien te maken met attributiefouten die ons oordeel kunnen beïnvloeden. Vijf voorbeelden: De neiging om de invloed van interne factoren (iemands persoonlijke rol of persoonlijkheid) systematisch te overschatten en die van externe omstandigheden te onderschatten. Je schrijft de oorzaak van iets vlugger toe aan de persoon zelf (persoonsattributie), terwijl die net zo goed buiten de persoon kan liggen. We noemen dat een fundamentele attributiefout. (Heider) Enkele bekende experimenten uit de sociale psychologie toonden aan dat attributiefouten kunnen leiden tot het afwimpelen van verantwoordelijkheid of tot gehoorzaamheid aan een anonieme autoriteit (Milgram, Zimbardo). Dit bagatelliseert de impact van de rol die we spelen in de sociale wereld. Voorbeeld: Jean Lagadec is niet tevreden in de zorginstelling “want hij is gehandicapt en hij weet niet wat hij wil” = een interne reden (gehandicapt), om een gebrek aan zorg te verklaren. De neiging om twee dingen met elkaar in verband te brengen op basis van hun zeldzaamheid, terwijl er (buiten hun zeldzaamheid) in werkelijkheid geen verband is. Je brein maakt hier een statistische fout tijdens de informatieverwerking. Veel en grondig analyseren is een uitstekend ‘tegengif’ voor deze neiging. Een dergelijke redeneerfout noemen we illusoire correlatie (Hamilton & Gifford, 1976). Een algemeen verbreid voorbeeld hiervan is het automatisch linken van ‘ongewenst’ gedrag aan een minderheidsgroep Voorbeeld: Viviane denkt dat ‘Simone niet graag wandelt omdat ze door haar medische problemen snel moe wordt’ want: Ademhalingsinsufficiëntie komt zelden voor. Het komt zelden voor dat mensen graag binnen blijven. 47 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 43: 1.7.3 Attributiefouten - Vervolg Slide 43 1.7.3 Attributiefouten - Vervolg De neiging iets te over- of onderschatten op basis van je eerste indrukken. Die primeren namelijk zo erg dat ze alle andere observaties kleuren: het Halo-effect. (Thorndike, 1920) Bovendien koppel je automatisch 'bijbehorende' eigenschappen aan de eerste indruk. Zo beschouw je een mooi kind onbewust als intelligenter dan een onaantrekkelijker kind, ook al is de intelligentie niet getest. Zie ook: http://www.youtube.com/watch?v=UEho_4ejkNw Hoe langer een waarneming geleden is, hoe vaker je bij het beoordelen van iemands persoonlijkheid een beroep doet op je ingebouwde stereotypen. Dit geeft aan hoe belangrijk het is om direct na een observatie notities te nemen, als alles nog ‘vers in het geheugen’ zit! (Systematische vervorming, Shweder, 1975). Voorbeeld: Koen heeft het voor Doris. 's Avonds gaat hij dan ook steevast naar haar toe om haar te knuffelen en te zoenen. Ze klaagt hierover bij haar verzorger Paul. Stereotype: Koen lijdt aan het Downsyndroom, dus moet hij wel bijzonder veel seksuele drang voelen! MAAR: Koen heeft nooit seksuele opvoeding gekregen en realiseert zich dan ook niet dat hij zich niet mag opdringen aan het voorwerp van zijn verlangen als de dame in kwestie niet hetzelfde voelt. De algemene neiging om de dingen eerder positief dan negatief te beoordelen, misschien omdat we ons daar zelf beter bij voelen... (Pollyanna-effect of Positivity Bias, Le Poultier, 1980). Een voorbeeld hiervan vinden we bij een experiment onder maatschappelijk werkers die hun ‘protegés’ na 2 tot 4 jaar met hen te hebben gewerkt positiever bekeken (maakt goede vooruitgang, neemt verantwoordelijkheid, heeft potentieel,…) dan later, toen hun beoordelingen meer steunden op een rechtvaardiging van hun praktijken! 48 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 44: 1.8 Het subjectieve objectiveren Slide 44 1.8 Het subjectieve objectiveren Voor iemand zorgen is een voorzichtige evenwichtsoefening tussen Behoeften (objectieve criteria) en verlangens (subjectieve criteria) Voordelen en risico’s Hoe maak je de perfecte cocktail? Welke basisingrediënten heb je nodig voor een evenwichtige cocktail? Wat hoort er in je 'gereedschapskist'? Illustratie over keuzes respecteren en betekenis aan iemands bestaan geven door te luisteren, te observeren, te informeren en te delen Voorbeeld: Dina heeft diabetes. De voorziening waar ze woont volgt het medisch voorgeschreven dieet maar het personeel merkt dat Dina haar levenslust verliest. Ze raadplegen de arts. Die komt poolshoogte nemen en vertelt hen dat ze Dina gerust wat snoepgoed mogen geven naargelang hun eigen professionele oordeel. Dina krijgt nu na iedere maaltijd een stukje chocola … en soms … 49 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 45: Deel 1: Oefening 3 Slide 45 Deel 1: Oefening 3 Deze oefening helpt je reflecteren over objectiviteit, cognitieve processen en de onafhankelijkheid van je cliënten. Op de volgende slides krijg je de gelegenheid om te reflecteren en onderstaande vragen te beantwoorden: 1. Denk even terug aan een situatie waarin jij dacht of beslissingen nam in de plaats van een cliënt die het moeilijk had om zijn of haar wensen te uiten. 2. Leg uit wat het verschil is tussen “een empathische houding aannemen” en “in iemands plaats denken”. 3. Een aantal cognitieve processen zijn vrij onwrikbaar. Als ze zo diepgeworteld zitten, hoe kun je dan je gezichtsveld verbreden en objectiever zijn? 4. Beschrijf drie van de vijf ‘attributiefouten’ die onze waarneming vertroebelen. 5. Geef drie belangrijke vragen die elke begeleider van mensen met een beperkte autonomie zich zou moeten stellen. Klik op 'VOLGENDE' om verder te gaan. 1. Denk even terug aan een situatie waarin jij dacht of beslissingen nam in de plaats van een cliënt die het moeilijk had om zijn of haar wensen te uiten. Noteer je ideeën in onderstaand tekstvak of maak notities op Oefenblad 3. 2. Leg uit wat het verschil is tussen “een empathische houding aannemen” en “in iemands plaats denken”. Noteer je ideeën in onderstaand tekstvak of maak notities op Oefenblad 3. 3. Een aantal cognitieve processen zijn vrij onwrikbaar. Als ze zo diepgeworteld zitten, hoe kun je dan je gezichtsveld verbreden en objectiever zijn? Noteer je ideeën in onderstaand tekstvak of maak notities op Oefenblad 4. 50 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie 4. Beschrijf drie van de vijf ‘attributiefouten’ die onze waarneming vertroebelen. Noteer je ideeën in onderstaand tekstvak of maak notities op Oefenblad 4. 5. Geef drie belangrijke vragen die elke begeleider van mensen met een beperkte autonomie zich zou moeten stellen. Noteer je ideeën in onderstaand tekstvak of maak notities op Oefenblad 5. Aan de hand van deze oefening heb je kunnen reflecteren over thema's in verband met empathie, cognitieve processen en interpretatie- en attributiefouten waar je dient rekening mee te houden bij de zorg voor ouderen met een verstandelijke beperking. We sluiten dit hoofdstuk af met een samenvatting van dit deel voor we verder gaan met Deel 2: Een gepaste methodologische benadering. Om je antwoorden opnieuw te bekijken, klik op "Bekijk antwoorden". Om je resultaten af te drukken, klik op "Print antwoorden". Opmerking: Als je oefeningen 'opnieuw' maakt, worden je eerdere antwoorden overschreven. 51 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 46: 1.9 Samenvatting deel 1 Slide 46 1.9 Samenvatting deel 1 Ouder worden is een universeel, levenslang evoluerend proces dat elk levend wezen doormaakt. Toch verloopt ieders verouderingsproces uniek, ook bij personen met een beperking. Hoe ouder ze worden, hoe meer autonomie ze verliezen omdat hun verschillende vaardigheden en vermogens achteruitgaan. Het specifieke karakter van verstandelijke beperkingen vereist bepaalde voorzorgsmaatregelen met betrekking tot begrip en respect voor andermans wensen, het stellen van de juiste diagnose, enz. Begeleiders bevinden zich ten opzichte van hun cliënten dan ook niet in een natuurlijke, noch voor de hand liggende positie. De mens wordt van nature voortdurend onbewust beïnvloed door vooronderstellingen. Dat bespaart tijd en energie en zorgt voor een samenhangende interpretatie van wat we waarnemen. Daarom is het van essentieel belang om persoonsgericht te werken en te leren hoe we de gevolgen van overdracht en tegenoverdracht kunnen doorzien en stereotypes, vooroordelen en eerste indrukken kunnen ondervangen door objectiever te observeren. Zorgverleners moeten dus bijzonder waakzaam zijn en de wereld en zichzelf nauwlettend in de gaten houden zodat ze de personen voor wie ze zorgen geen schade berokkenen. Ze moeten hun vaardigheden gebruiken om ervoor te zorgen dat hun cliënten zoveel mogelijk hun eigen leven kunnen leiden en een actieve rol in de samenleving kunnen spelen. 52 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 47: Deel 2: Een gepaste methodologische benadering Slide 47 Deel 2: Een gepaste methodologische benadering Thema's en leerdoelen Aan de hand van vignetstudies en oefeningen krijg je in dit deel meer inzicht in volgende thema's: Een vertrouwelijke relatie opbouwen en onderhouden. Het begrip persoonsgerichte zorg. Ritualisering van tijd. Gepaste hulpmiddelen en technieken om ouderen met een verstandelijke beperking te ondersteunen in hun levensproject. Leerdoelen Als je de theorie en de oefeningen in dit deel hebt doorgenomen, ken je: Het specifieke karakter van zorg voor ouderen met een verstandelijke beperking. De voordelen van goed anticiperen als preventietechniek. Het belang van tijdmarkering en ritualisatie tijdens het verouderingsproces. Technieken en hulpmiddelen die het leven van ouderen met een verstandelijke beperking aangenamer maken en die gebruikt kunnen worden door i) de persoon in kwestie, ii) vrienden en familieleden, en iii) professionele zorgverleners. 53 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 48: 2.1 Inleiding deel 2 Slide 48 2.1 Inleiding deel 2 Er bestaan verschillende methodes, technieken en hulpmiddelen om 'voor iemand te zorgen' maar bij gebrek aan een echte 'handleiding', lijkt het aangewezen om een zorghouding te promoten die gebaseerd is op enkele basisregels. De belangrijkste taak van een zorgverlener is het compenseren van de moeilijkheden die het ouderen met een beperking kunnen verhinderen een 'normaal' leven te lijden. In dit deel helpen we je om bij het gebruik van gepaste technieken en hulpmiddelen in concrete situaties rekening te houden met de specifieke problemen die verstandelijke beperkingen met zich meebrengen. De keuze en het belang van een gepaste methodologie bepaalt namelijk in grote mate steeds opnieuw, cliënt per cliënt, de kwaliteit van de zorg. Daarom leggen we in dit deel enkele methodologische elementen onder de loep en bespreken we een aantal van de vele hulpmiddelen gericht op oudere personen met een beperking; gericht op hun famielieleden en vrienden; gericht op de zorgverleners. We willen er ook nog even aan herinneren hoe belangrijk tijd, leeftijd en overgangsfases zijn in iemands leven. 54 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 49: 2.2 Casus: Simone Jaouen Slide 49 2.2 Casus: Simone Jaouen Simone Jaouen Simone heeft het moeilijk met communiceren en is niet goed ter been. Hoe kun je haar wensen en behoeften dan interpreteren? Met de hulp van de logopedist en de psycholoog bedachten haar begeleiders twintig jaar geleden een set fotokaarten waarmee Simone haar emoties kon uitdrukken via de illustraties. Vandaag zijn er echter nog maar weinig begeleiders die Simones kaarten kennen. Nieuwkomers zijn niet op de hoogte gebracht van het werk van hun voorgangers en de fotokaarten zijn verouderd en in onbruik geraakt. Simone is verdrietig: er is niemand meer die haar nog fatsoenlijk begrijpt. 55 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 50: 2.3 Casus: Jean Lagadec Slide 50 2.3 Casus: Jean Lagadec Jean Lagadec Jean is al jaren gelukkig in het zorgcentrum waar hij woont. De voorziening is echter niet meer bevoegd om nog langer voor hem te zorgen en hij moet het home verlaten. Met behulp van zijn steungroep bezoekt Jean verschillende instellingen en ontmoet hij andere mensen in dezelfde situatie. Na enkele maanden heeft Jean het al veel minder benauwd. Hij is niet bang meer en praat openlijk over zijn leven na het home. Jean weet heel goed wat hij wil. Het is misschien wel de eerste keer in zijn leven dat hij het gevoel heeft dat hij zelf een vrije keuze kon maken. Tot voor kort is alles namelijk altijd voor hem beslist geweest zonder dat hij er zelfs maar over moest nadenken: hij werd automatisch leerjongen bij de instelling voor gehandicapte kinderen, daarna werd hem een job aangeboden in een aangepast bedrijf, begeleiding inbegrepen, ... 56 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 51: Deel 2: Oefening 1 Slide 51 Deel 2: Oefening 1 De eerste oefening van dit onderdeel helpt je reflecteren over 'methodes' en 'hulpmiddelen'. Op de volgende slides krijg je de gelegenheid om te reflecteren en onderstaande vragen te beantwoorden: 1. Wat is volgens jou het verschil tussen 'methodes' en 'hulpmiddelen'? 2. Geef alle methodes en hulpmiddelen op die je: i) kent ii) gebruikt 3. Ben je tevreden met je eigen 'gereedschapskist'? Ben je voldoende uitgerust om de wensen en behoeften van de persoon voor wie je zorgt te identificeren? Noteer je ideeën in de daarvoor bestemde tekstvakken of maak notities op Oefenblad 6. Klik op 'VOLGENDE' om verder te gaan. Nu je even hebt kunnen reflecteren over 'methodes' en 'hulpmiddelen' gaan we daar in de rest van dit deel verder op in en helpen we je om een gepaste gereedschapskist samen te stellen. Om te beginnen krijg je op de volgende slides een kort overzicht van het specifieke karakter van zorgverlening voor ouderen met een verstandelijke beperking. Om je antwoorden opnieuw te bekijken, klik op "Bekijk antwoorden". Om je resultaten af te drukken, klik op "Print antwoorden". Opmerking: Als je oefeningen 'opnieuw' maakt, worden je eerdere antwoorden overschreven. 57 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 52: 2.4 Het specifieke karakter van zorgverlening Slide 52 2.4 Het specifieke karakter van zorgverlening Hun verstandelijke beperking zorgt bij oudere personen met een verstandelijke beperking voor een aantal specifieke problemen: Ze worden vaak beïnvloed door anderen. Ze zijn niet echt vrij om zelf keuzes te maken. Ze zijn zelden de auteur van hun eigen levensverhaal. Toch moet de zorgverlening zorgen dat ze hun eigen wensen kenbaar maken, gebaseerd op hun eigen, vrije wil. Dit impliceert: Controle over eigen acties, gedachten en emoties (de basis van onze beslissingen). Het vermogen om frustraties te beheersen en niet te handelen. De daadwerkelijke mogelijkheid om zelf te kiezen: Om te kunnen kiezen tussen A en B (of de keuze te hebben net niet te kiezen (mogelijkheid C)), moeten A, B en C allemaal mogelijk zijn. Om de problemen die inherent zijn aan hun handicap het hoofd te kunnen bieden, moeten personen met een verstandelijke beperking zich bewust zijn van de vele manieren waarop ze nu en in de toekomst ondersteund kunnen worden. 58 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 53: 2.5 Het specifieke karakter van zorgverlening - Vervolg Slide 53 2.5 Het specifieke karakter van zorgverlening - Vervolg Mensen met een verstandelijke beperking worden ouder zoals iedereen. Hun wensen vormen de kern van het zorgplan. Hen ondersteunen en verzorgen betekent dan ook: Hen de mogelijkheid bieden zich te uiten en, ondanks hun beperking, aan hun toekomst te werken. Voorbeeld: Youssef vraagt hulp om zijn moeder te vertellen dat hij na zijn pensioen bij een gastgezin wil gaan wonen. Hij hoopt dat de 90-jarige dame hem daar toestemming voor zal geven. Een professionele zorgverlener moet steeds nieuwsgierig blijven en levenslang willen bijleren en onderzoeken zodat hij of zij in zijn zorgfunctie steeds over up-to-date informatie beschikt, en de nieuwste technologieën en ontdekkingen met zijn cliënten kan delen. Dat biedt hen meer keuzemogelijkheden en een betere grip op hun toekomst. Het concept van empowerment (voor zichzelf leren opkomen en het lot in eigen handen nemen) benadrukt gebruik en stimulering van iemands eigen vermogens door de persoon zelf te betrekken bij beslissingen die hem of haar aangaan: http://1libertaire.free.fr/PuissancedeSoi.html Veel zaken worden vaak alleen al mogelijk ‘door naar mensen te luisteren … je loopt dan namelijk het risico effectief te horen wat ze zeggen!’ (Friedrich Nietzsche) 59 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 54: 2.6 Anticipatie als preventietechniek Slide 54 2.6 Anticipatie als preventietechniek Begin van deel 2: De tijd staat niet stil !!! Foto ter illustratie dat we op tijd moeten anticiperen. 60 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 55: 2.6.1 Steun en informatie Slide 55 2.6.1 Steun en informatie Mensen met een verstandelijke beperking ondersteunen en hen over de verschillende mogelijkheden informeren, geeft hen de kans om zelf hun toekomst mee te bepalen en: plotselinge veranderingen te vermijden; Voorbeeld: Hannah woont in een home dat verbonden is aan een beschutte werkplaats. Ze is al 20 jaar samen met David. In een poging om haar professionele problemen op te lossen, is Hannah nu echter overgeplaatst naar een andere werkplek in een andere stad. Na twintig jaar worden David en Hannah dus opeens van elkaar gescheiden! traumatische situaties onder controle te houden; op noodsituaties te anticiperen, en Voorbeeld: Nora lijdt aan cerebrale parese of hersenverlamming. De ontwikkeling van haar ziekte is gemakkelijk te voorspellen, maar niemand heeft de nodige stappen ondernomen om haar toekomst voor te bereiden. Nora is iemand met heel veel levenslust die haar pijn vaak verbergt. Op 55jarige leeftijd komt ze echter lelijk ten val en moet ze haar woning, die eigenlijk al jaren ongeschikt was, verlaten. Het is de laatste keer dat Nora haar huis zal zien want ze gaat nu naar een instelling voor zorgbehoevende bejaarden. overgangsperiodes rustig tegemoet te zien. Voorbeeld: Koen heeft geen familie meer en heeft altijd in instellingen gewoond, zowel tijdens zijn kindertijd als in zijn latere leven. De voorziening waar hij woont, huisvest echter geen bejaarden en nu hij ouder wordt, moet hij daar weg. Koen denkt dat dit betekent dat hij gaat sterven! 61 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 56: 2.6.2 Steun en informatie - Vervolg Slide 56 2.6.2 Steun en informatie - Vervolg Voldoende informatie over alle mogelijkheden biedt een oudere persoon met een verstandelijke beperking en zijn omgeving eveneens de kans om: zichzelf voor te bereiden; op veranderingen te anticiperen; en hen te ondersteunen tijdens: - grote veranderingen (pensionering, verhuis, generatiekwesties) Voorbeeld: Jan heeft altijd zelfstandig in zijn eigen appartement gewoond. Op 58-jarige leeftijd wil hij niet langer zelf gaan winkelen en eten maken (vooral het plannen op zich vindt hij lastig), en hij verhuist naar een voorziening met gedeelde huisvesting. Nu hij ouder wordt, denkt hij dat hij zich in een bejaardentehuis veiliger zal voelen. Hij weet echter niet zeker of hij het daar wel leuk zal vinden, dus plant hij een kort verblijf om te zien of dat voor hem de juiste keuze is. - levensfases (menopauze, ziekte, overlijden) Voorbeeld: Gert ziet dat zijn vader ‘achteruitgaat’ en begrijpt niet waarom hij zich niet meer voor politiek interesseert. Zijn vader lijdt aan dementie en er zullen dan ook heel wat zaken veranderen. Gert praat met de psycholoog over zijn angsten en bezoekt (samen met zijn mentor) ook regelmatig zijn vaders arts om uit te zoeken wat er precies allemaal gebeurt en hoe hij kan helpen. 62 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 57: 2.6.3 Ouder worden kan angst veroorzaken Slide 57 2.6.3 Ouder worden kan angst veroorzaken Ouder worden kan angst veroorzaken. Dat blijkt uit: de behoefte om iets achter te laten als je er zelf niet meer bent (verwijst naar psychologische concepten zoals onsterfelijkheid, almacht en controle voortvloeiend uit de kindertijd, en de orale en anale fasen waar Freud het over had). Voorbeeld: Barbara sponsort een kind in Thailand. Ze heeft geen familie meer en wil dat iemand zich haar ook na haar dood nog herinnert. de behoefte om materiële zaken te regelen (testament, begrafeniskosten, aangepaste huisvesting voor later, ...) Voorbeeld: Xing heeft een testament opgesteld ten gunste van de Dierenbescherming. Op die manier valt niemand haar lastig in de hoop iets van haar te krijgen. ... En als de tijd gekomen is: de behoefte om over het eigen heengaan na te denken: iemands angst wegnemen door de persoon in kwestie te helpen die angst uit te drukken en hem of haar in contact te brengen met psychische hulpverlening... geeft de oudere persoon niet alleen nieuwe levenskracht, het helpt hem of haar ook zich een zinvolle toekomst in te beelden. Dat vermindert het verlangen om te sterven en vermijdt geriatrische cachexie. 63 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 58: 2.6.4 Geriatrische cachexie Slide 58 2.6.4 Geriatrische cachexie Geriatrische cachexie is een ernstige en vaak fatale aandoening die veelvuldig voorkomt bij oudere mensen. Bij geriatrische cachexie zien we een 'zware depressie' in combinatie met een bijzonder snelle aftakeling van iemands algemene toestand. Tijdens dit lichamelijk verval, lijkt het wel of de oudere persoon nog weigert te leven. De decompensatie treedt meestal op na een ziekte, een ongeluk, een verlies, een overplaatsing naar een bejaardentehuis, een familiaal conflict (bv. verkoop van een huis), ... Te weinig en slechte verbale communicatie (bv. omdat de patiënt niet of moeilijk praat) kunnen het ziektebeeld nog verergeren. Een goede preventie is dan ook onmisbaar. Een kwaliteitsvolle zorgverlening bestaat op zich al uit preventieve acties. De behandeling van geriatrische cachexie omvat o.a.: de patiënt aanmoedigen zich te uiten, naar hem luisteren, en met zijn familie en vrienden praten. Maar het is vooral zaak om chantage, dreigementen, woede en infantilisering te voorkomen. Soms blijkt ook psychologische ondersteuning nodig. 64 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 59: 2.7 Tijd ritualiseren Slide 59 2.7 Tijd ritualiseren Anticipeer op veranderingen en bereid een toekomstige pensionering goed voor! De rituelen die gepaard gaan met pensionering zijn psychologisch van groot belang. We gaan er op de volgende slides dan ook dieper op in. Foto van een gepensioneerd stel met een verstandelijke beperking 65 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 60: 2.7.1 Veranderingen op til! Slide 60 2.7.1 Veranderingen op til! Op veranderingen anticiperen en ze voorbereiden is voor iedereen noodzakelijk, maar nog meer voor mensen die het moeilijk hebben om de tijdelijkheid van het bestaan en de tijdsgebonden aspecten van het leven te bevatten. Daarom gaan veranderingen best gepaard met wat antropologen een overgangsritueel noemen. Overgangsrituelen bestaan in alle culturen en hebben ook altijd bestaan. In onze geïndustrialiseerde wereld zijn ze misschien niet echt meer zo uitgesproken, maar ook hier bestaan ze nog en zijn ze vaak noodzakelijk om iets te verwerken of je ergens op voor te bereiden. De fases die voor ons van belang zijn, hebben vaak te maken met veroudering: Generatiewissel: je wordt senior, je gaat tot de oudste generatie behoren, tot de laatste die … Pensioen: pensionering brengt verandering in je levensritme, sociale status, inkomen, ... Levenseinde en overlijden: je moet opeens voor je ouders gaan zorgen terwijl het altijd omgekeerd was, je blikt terug, je rouwt om andermans dood... en sterft uiteindelijk ook zelf Die zijn belangrijk voor iemands plaats binnen de maatschappij, familie, instelling, ... Het zijn mijlpalen, merktekens op onze levensweg die het verouderingsproces normaliseren door de angst voor het onbekende te verminderen. De overgangsrituelen die deze periodes begeleiden mogen dan ook niemand ontzegd worden want ze kunnen een waardevolle steun betekenen bij het ouder worden. 66 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 61: 2.7.2 Met pensioen! Slide 61 2.7.2 Met pensioen! Met pensioen! De ritualisatie van pensionering is psychologisch van groot belang. In onze hedendaagse maatschappij wordt deze mijlpaal gewoonlijk ondersteund door rituelen: Een afscheidsfeestje, al een rite op zich. Een speech over iemands hele loopbaan = het verleden, het levensverhaal. Bijeenkomsten met gepensioneerde collega's = het leven gaat verder, het leven na de job. De aanwezigheid van familie binnen de werkomgeving = verandering van maatschappelijke status. Cadeautjes = blijken van vriendelijkheid, dankbetuigingen voor bewezen diensten. Zich voorbereiden op het gepensioneerde leven is al even belangrijk als de rituelen die ermee gepaard gaan. In het algemeen geldt dat men zich best 2 tot 5 jaar op voorhand mentaal begint voor te bereiden op de verandering(en) die bij een pensionering de kop opsteken. Om de overgang vlot te laten verlopen, zijn vaak gesprekken (in praatgroepen, individueel, ...) en opleidingen noodzakelijk (zoals pensioencursussen, zie bv. www.solidel.fr). Je kan je ook op de nakende veranderingen voorbereiden door ondertussen deeltijds aan de slag te gaan en meer tijd te spenderen aan hobby's en andere sociale of culturele activiteiten, die je ook na je pensionering kunt blijven uitoefenen. 67 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 62: 2.7.3 Praktijkvoorbeeld van ritualisatie Slide 62 2.7.3 Praktijkvoorbeeld van ritualisatie Hulpgroep voor mensen die de pensioenleeftijd naderen: Laurent V., psycholoog, Les Genêts d’Or, E.S.A.T. in Morlaix, Frankrijk: "We bieden ouder wordende personen met een beperking tijd en ruimte om elkaar te ontmoeten en informatie uit te wisselen. Ze kunnen vrijuit met elkaar praten en luisteren naar de levensverhalen van andere ouderen of advies inwinnen bij deskundigen. Deze mensen komen vijf keer per jaar samen. Soms bezoeken ze een instelling, een verpleegkundige of een curator (of een andere expert, afhankelijk van het thema). Ze ontmoeten ook voormalige collega’s die over hun huidige leven vertellen. Kortom: heel wat gesprekken die hen kunnen helpen om zich minder zorgen te maken. Aangezien de deskundigen hun informatie niet altijd op een eenvoudige manier overbrengen, overlopen de begeleiders de informatie opnieuw als dat nodig is. Cliënt en begeleider leren dus tegelijkertijd. De thema’s worden steeds bepaald aan de hand van de vragen die we tijdens de bijeenkomsten verzamelen. De groepen liggen niet vast maar we beperken ze wel tot acht personen met een verstandelijke beperking. Groepsleden blijven vaak twee jaar, de tijd die nodig is om aan een nieuwe levensstijl te wennen. Dit initiatief creëert onderlinge relaties en solidariteit en je gaat deel uitmaken van een referentiegroep. De criteria om zich bij deze groep aan te sluiten: zich zorgen maken over ouder worden of het naderen van de pensioengerechtigde leeftijd, geen aandoening hebben die ‘onverenigbaar’ is met de de ‘hulpgroep’. De organisatoren streven ernaar iedereen binnen de groep de kans te geven om tijdens de bijeenkomsten vragen te stellen en antwoorden te vinden. Ze werken met aangepast materiaal en spelen in op de groepsdynamiek. 68 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 63: 2.8 Aangepaste hulpmiddelen en methodes Slide 63 2.8 Aangepaste hulpmiddelen en methodes Begin van dit deel: Foto ter illustratie van hulpmiddelen en methodes 69 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 64: 2.8.1 Methodes en hulpmiddelen kiezen Slide 64 2.8.1 Methodes en hulpmiddelen kiezen Aangepaste methodes en hulpmiddelen moeten: - op maat gemaakt zijn, aangepast aan de specifieke problemen van de oudere persoon met de verstandelijke beperking of de betrokken groep personen. Vermijd bijvoorbeeld al te veel schriftelijk materiaal voor mensen die niet lezen; - een voor een toegelicht worden voor je ze implementeert; - zo persoonlijk mogelijk zijn. Door bijvoorbeeld zelfs op een kleine bijeenkomst iemands naam te vermelden, vergroot je iemands persoonlijke impact; - gekozen worden volgens objectieve, door deskundigen opgestelde criteria, bv.: groepssessies voor iemand die lijdt aan hysterie. 70 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 65: 2.8.2 Methodes en hulpmiddelen kiezen Vervolg Slide 65 2.8.2 Methodes en hulpmiddelen kiezen – Vervolg Goede methodes en hulpmiddelen: laten zien welke mogelijkheden er bestaan; houden rekening met iemands wensen en behoeften; zorgen dat iemand zijn wensen kan uitdrukken; nemen angst weg; helpen veranderingen in omgeving, fysiologie en psyche aanvaarden; brengen iemand in contact met lotgenoten; stellen iemand in staat zichzelf rationeel in een feitelijke situatie te herkennen. 71 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 66: 2.8.3 Enkele methodes en hulpmiddelen voorgesteld Slide 66 2.8.3 Enkele methodes en hulpmiddelen voorgesteld Elke methode van informatie- en gegevensvergaring die iemands verwachtingen kan helpen uitdrukken is nuttig, maar om een maximale nauwkeurigheid te verkrijgen combineer je best verschillende methodes. Onderstaande lijst is zeker niet volledig, het is eerder een beknopt overzicht van enkele gangbare of originele methodes en hulpmiddelen die we hier aanbevelen omdat ze hun nut bewezen hebben. Meer informatie vind je op de volgende slides. Methodes Steungroepen Themabijeenkomsten Interviews …. Observaties Empathisch luisteren Hulpmiddelen Foto's Instellingen bezoeken Gesprekken met lotgenoten Gesprekken met deskundigen Algemene evaluatieschema's Gebaren, lichaamstaal Esther Bick Observatiemethode Pijlen duiden aan dat thematische methodes verschillende hulpmiddelen kunnen bevatten zoals het bezoeken van instellingen, gesprekken met lotgenoten en deskundigen, gebaren, lichaamstaal, ... Opmerking: De pijlen geven aan welke bij een bepaalde methode gekozen kunnen worden. Een methode kan verschillende hulpmiddelen bevatten. 72 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 67: 2.8.4 Wat is een interview? Slide 67 2.8.4 Wat is een interview? Wat is een interview? Hoe neem je een interview af? (Chiland C., red., 2008) Halfgestructureerd interview: De interviewer legt op voorhand een bepaald aantal thema's of vragen vast. Tijdens het gesprek zorgt hij of zij dat alle punten aan bod komen in de volgorde die de geïnterviewde verkiest. Dat is niet noodzakelijk dezelfde volgorde als op het lijstje van de interviewer. Als bepaalde punten niet ter sprake komen, dan kan de interviewer een open vraag stellen. De interviewer dient zo 'ongestructureerd' mogelijk te blijven (empathisch luisteren, herformuleren, eventueel een open vraag, zonder de antwoorden in een bepaalde richting te sturen of enig oordeel uit te spreken). Ongestructureerd of persoonsgericht interview: De interviewer laat zijn gesprekspartner vrij de thema’s kiezen en neemt een empathische houding aan (je probeert de ander te begrijpen alsof je in zijn of haar schoenen staat, zonder te vergeten dat dit niet het geval is). Dat betekent niet dat je het met alles wat er gezegd wordt eens moet zijn, maar je moet je gesprekspartner wel willen begrijpen (niet alleen rationeel, maar ook gevoelsmatig of emotioneel). Je streeft er steeds naar de persoon tegenover je te helpen zich volledig te uiten door alles wat hij of zij tijdens of over het interview zegt en voelt te respecteren. Bij de ‘ongestructureerde’ aanpak ga je uit van diep respect voor wat de ander vertelt, zonder blijk te geven van zelfs maar de minste vorm van beoordeling, autoriteit, invloed of interpretatie. 73 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 68: 2.8.5 Andere methodes en hulpmiddelen Slide 68 2.8.5 Andere methodes en hulpmiddelen Ook de andere methodes en hulpmiddelen hebben hun nut al bewezen: Hulpgroep: bijeenkomst van mensen met gelijkaardige problemen. Geeft de leden het gevoel tot een bepaalde groep of gemeenschap te behoren. Groepsleden kunnen elkaar bijstaan, hun ervaringen delen en wederzijdse hulp bieden. Deskundigen ontmoeten: ook ontmoetingen regelen tussen ouderen met een verstandelijke beperking en 'experts' buiten de directe zorgsfeer kan nuttig zijn. Op die manier kunnen ze verschillende deskundigen raadplegen over uiteenlopende onderwerpen (bv. een chemicus, een advocaat, de directeur van een bejaardentehuis enz.). Veel ouderen met een verstandelijke beperking zijn slechts beperkt mobiel en hebben moeite om logisch te redeneren of zich uit te drukken. Ze ontmoeten dergelijke deskundigen doorgaans dan ook niet op eigen houtje. Observatiemethode van Esther Bick: een methode die baby's observeert om zowel hun concrete als hun gevoelswereld te begrijpen. Hoewel zeer tijdrovend, is deze methode bijzonder geschikt om de behoeften, het welzijn en de ergernissen te leren begrijpen van iemand met beperkte motorische vaardigheden die zich niet verbaal kan uiten. Photolangage: deze methode helpt gevoelens te uiten aan de hand van geselecteerde foto’s. Evaluatieschema's: er bestaan een aantal Europese evaluatieschema’s voor ouderen. Naast het Franse GEVA lijkt S.M.A.F. van professor Réjean Hebert (universiteit van Montréal) tegenwoordig de beste evaluatiemethode voor ouderen met een verstandelijke beperking. 74 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 69: 2.8.6 Methodes en hulpmiddelen voor familie en vrienden Slide 69 2.8.6 Methodes en hulpmiddelen voor familie en vrienden Familiebanden Oudere personen met een verstandelijke beperking hebben veelal enkel bloedverwanten in de tweede graad. Hun ouders zijn vaak al overleden. Bij gebrek aan familie investeren ze emotioneel gezien dan ook meestal in een sociale vriendenkring. Professionele knowhow is erop gericht: Iemand de nodige informatie te verschaffen om hem of haar op dat gebied gerust te stellen (door bijvoorbeeld te suggereren andere bejaarden te ontmoeten). Rekening te houden met iemands waarnemingen en wensen. Als er beslissingen genomen moeten worden of er moet een ander zorgsysteem gekozen worden, hunkeren ouderen met een verstandelijke beperking vaak naar de goedkeuring van familie en vrienden. Het is dan ook essentieel om de familie bij het zorgprogramma te betrekken en het over de invulling daarvan eens te raken. Op die manier vermijd je bovendien dat er een loyaliteitsconflict ontstaat. 75 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 70: 2.8.7 Methodes en hulpmiddelen voor zorgverleners Slide 70 2.8.7 Methodes en hulpmiddelen voor zorgverleners De ‘zorgverlener’ kan een werknemer van een instelling zijn, een begeleider, een deskundige, een partner van een aangesloten instelling …. Voorbeeld: Ludo luncht iedere zondag in een restaurant aan de haven. De eigenaar is als een vriend voor hem. Als Ludo een zondag overslaat, neemt de restaurantuitbater dan ook contact op met de familie om zich ervan te vergewissen dat alles oké is. De methodes en hulpmiddelen streven naar een: Coherente Relevante zorgverlening Aangepaste Het vermijden van projecties als gevolg van ouder wordende zorgverleners en instellingen. Gezondheidswerkers moeten tijdens onderlinge informatie-uitwisselingen steeds iemands privacy respecteren. Zorgbehoevend zijn betekent niet dat je openbaar bezit bent. Iedereen heeft recht op privacy en waardigheid. Vooral bij mensen die heel afhankelijk zijn, is op dit vlak extra waakzaamheid geboden. 76 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 71: 2.8.8 Methodes en hulpmiddelen voor zorgverleners - Vervolg Slide 71 2.8.8 Methodes en hulpmiddelen voor zorgverleners - Vervolg Zorgverleners moeten o.a. op de hoogte zijn van: Regionale, nationale of internationale aanbevelingen. Epidemiologisch wetenschappelijk onderzoek. Zorgoplossingen in de buurt (informatie- of oriëntatiecentra, zorgdiensten en thuishulp, verschillende vormen van gedeelde huisvesting, instellingen voor bejaarden, gemeentelijke sociale voorzieningen enz.). Vertrouwenspersonen, vertrouwelijkheid. Participatie van de omgeving buiten de instelling: buren, winkeliers, ... Een goede kennis van de administratie, de wetgeving en het beleid inzake bejaarden en gehandicapten, en functioneel contact met de sociale netwerken van je cliënten leiden doorgaans tot geschikte, relevante oplossingen. Verder is het ook steeds nuttig om vernieuwende ideeën onder de aandacht van overheidsinstanties te brengen en de hiërarchie van het zorgsysteem op de hoogte te stellen van observaties en behoeften binnen de sector. 77 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 72: Deel 2: Oefening 2 Slide 72 Deel 2: Oefening 2 We sluiten dit hoofdstuk af met een oefening die nog even een aantal dingen samenvat die je in dit deel hebt gezien. Op de volgende slides krijg je de gelegenheid om te reflecteren en onderstaande vragen te beantwoorden: 1. Waarom is het belangrijk om te antipiceren op het feit dat oudere mensen met een verstandelijke beperking ouder worden? 2. Maak een zorgprotocol op aan de hand van wat je in dit deel hebt geleerd (keuzes en doelstellingen van een methode en de daarbij behorende hulpmiddelen). 3. Tijdens het verouderingsproces kan het verlies van autonomie en het feit dat je minder actief wordt een ander sluipend fenomeen verdoezelen. Welk? 4. De dood is onvermijdelijk. Hoe kan symbolische ritualisatie ervan oudere mensen met een verstandelijke beperking helpen? 5. Leg uit waarom samenwerken met familie en vrienden van je cliënt zo belangrijk is. Noteer je ideeën in de daarvoor bestemde tekstvakken of maak notities op Oefenblad 7. Klik op 'VOLGENDE' om verder te gaan. Bij deze oefening heb je nagedacht over een aantal methodes en hulpmiddelen die je kan gebruiken om het leven van een oudere persoon met een verstandelijke beperking aangenamer te maken. Op de volgende slide sluiten we dit deel af met een overzicht van de belangrijkste aandachtspunten. Om je antwoorden opnieuw te bekijken, klik op "Bekijk antwoorden". Om je resultaten af te drukken, klik op "Print antwoorden". Opmerking: Als je oefeningen 'opnieuw' maakt, worden je eerdere antwoorden overschreven. 78 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 73: 2.9 Samenvatting Slide 73 2.9 Samenvatting Voor je je cliënt een actieve rol in zijn of haar eigen levensverhaal kan helpen spelen, moet je objectief over je eigen waarnemingen kunnen nadenken. Als er keuzes gemaakt moeten worden, is het jouw taak daarbij te helpen, niet enkel in samenspraak met de omgeving en op basis van hun verwachtingen, maar vooral in functie van je cliënt zelf. Terwijl je hem of haar de verschillende mogelijkheden voorlegt, wakker je hoop, wensen en verlangens aan. Daarom is het essentieel dat elke actie vertrekt vanuit het realiteitsprincipe. (wat is zinvol, haalbaar, aanvaardbaar?) Zo wordt de ondernomen actie duurzaam en is het makkelijker om tijdig op bepaalde veranderingen en mijlpalen in iemands leven te anticiperen. Oudere mensen met een verstandelijke beperking zijn vaak bijzonder vatbaar voor invloeden van buitenaf en kunnen bepaalde situaties niet altijd even goed inschatten. Dat maakt hen kwetsbaar, waardoor ze in (soms gevaarlijke) probleemsituaties kunnen belanden. Toch moeten ze voor zichzelf opkomen. Dat kan via Empowerment, een van de pijlers van een goede zorgverlening: toon respect voor hun vrije wil en de manier waarop ze die uiten, ongeacht hun beperking of de mate daarvan. Het is bovendien zaak om ervoor te zorgen dat iemand die met veranderingen geconfronteerd wordt zijn of haar psychische stabiliteit niet verliest. Preventief op de nakende veranderingen anticiperen is een must: je op voorhand aan je nieuwe situatie aanpassen is een pak beter dan achteraf de brokken te moeten lijmen. (zie Être handicapé et vieillir van de Fondation Nationale de Gérontologie, 2012, dvd). De voorgestelde aangepaste methodes en hulpmiddelen kunnen je daarbij helpen, uiteraard vooropgesteld dat ze voortdurend verbeterd worden. 79 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 74: Deel 3: Levenslange ondersteuning Slide 74 Deel 3: Levenslange ondersteuning Thema's en leerdoelen Aan de hand van vignetstudies en oefeningen krijg je in dit deel meer inzicht in volgende thema's: Persoonlijke projecten opbouwen en opvolgen. Informatievergaring over leven, wensen en verwachtingen van oudere personen met een verstandelijke beperking: een participatieve aanpak. Het belang van respect voor de toekomstplannen van ouderen met een verstandelijke beperking. Leerdoelen Als je de theorie en de oefeningen in dit deel hebt doorgenomen, ken je: Verschillende manieren om informatie te vergaren over het leven, de wensen en de verwachtingen van oudere personen met een verstandelijke beperking. De belangrijkste factoren en principes i.v.m. respect voor ouderen met een verstandelijke beperking tijdens het gezamenlijk opmaken en uitvoeren van een persoonlijk zorgplan. 80 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 75: 3.1 Inleiding Slide 75 Deel 3.1 Inleiding Net als bij ieder ander, nemen ook bij ouderen met een verstandelijke beperking de fysieke en intellectuele vermogens af naarmate ze ouder worden. En ook zij krijgen te maken met veranderingen in hun sociale status en omgeving. Zij moeten zich dan ook aanpassen aan een totaal nieuwe manier van leven. Bij het zoeken naar oplossingen en hulpmiddelen voor ouderen met een verstandelijke beperking worden vaak algemene institutionele keuzes gemaakt omdat bepaalde voorzieningen nu eenmaal steeds met elkaar samenwerken of omdat net dat ene centrum over die bepaalde apparatuur beschikt. Gezondheidswerkers uit de medisch-sociale sector zijn dan ook vaak geneigd in de eerste plaats op zoek te gaan naar de ideale (veilige) voorziening in plaats van te kijken naar iemands unieke levensverhaal en persoonlijke omstandigheden. Wil je vandaag de dag met lokale middelen kunnen tegemoetkomen aan specifieke situaties, dan kun je best op zoek naar teams en methodes die openstaan voor een leven buiten de instelling, en zorgbehoeften voorrang geven op huisvesting. ‘Hoe meer oplossingen met elkaar verbonden raken, hoe makkelijker iemand die ene oplossing zal vinden die het best bij hem of haar past.’ (Zribi G., 2009) 81 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 76: 3.2 Casus: Simone Jaouen Slide 76 3.2 Casus: Simone Jaouen Foto van Simone Jaouen met een rollator Simone Jaouen Simone droomt ervan op een zonnige plek te wonen. Ze herinnert zich haar voorliefde voor de geuren en de warmte aan de Middellandse Zee nog goed. Ze had toen helemaal geen last van die ‘pijn in haar lijf’. Vandaag is Simone erg ziek en het lijkt wel of ze al een tijdje haar levenslust kwijt is. Ze zegt niet veel meer en drukt haar ongenoegen meestal uit via haar lichaam. Haar onlangs overleden moeder kon deze signalen goed interpreteren maar Simone heeft geen andere familieleden in de buurt. Ze heeft wel nog een gepensioneerde zus die over en weer reist tussen Duitsland, waar ze haar kleinkinderen bezoekt, en de Provence, waar ze haar hart verloren heeft. Hun vader reisde veel als soldaat en de familie volgde hem altijd overal. Simone groeide dus op zonder een echte 'thuis'. Na de dood van haar vader woonde ze haar verdere volwassen leven wel met haar moeder op een en dezelfde plek. De zorgverleners beschouwden haar moeders aanwezigheid altijd als primaire indicator voor Simones gevoel van welzijn en dus heeft niemand zich ooit afgevraagd of Simone zelf wel zo blij was met haar moeders honkvastheid. Na een gesprek met haar zus is pas nu voor iedereen duidelijk wat Simone zelf het belangrijkste vind: ‘familie in de buurt hebben!’ Misschien kan Simone dichter bij haar familie gaan wonen, in de buurt van de Middellandse Zee? 82 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 77: 3.3 Casus: Jean Lagadec Slide 77 3.3 Casus: Jean Lagadec Andere foto van Jean Lagadec Jean Lagadec Jean Lagadec droomt ervan aan zee te wonen met een vrouw die voor hem kookt en zijn leven deelt. André, die hem al 30 jaar kent, moest altijd lachen om de absurde wensdroom van zijn vriend, maar op een dag komt de droom toch uit. Jean beslist om bij een gastgezin1 in te trekken en gaat inwonen bij mevrouw Guichaoua, een weduwe die alleen aan de kust woont en gemachtigd is om voor iemand met een beperking te 'zorgen'. Jean werd al op heel jonge leeftijd achtergelaten en heeft geen familie meer. Hij verblijft dan ook al zijn hele leven in instellingen. Deze nieuwe levenswijze is een belangrijk ‘keerpunt’ in zijn leven. Uiteraard is het gevaar dat er spanningen kunnen ontstaan reëel. Om eventuele problemen te voorkomen, lijkt het dan ook aangewezen om de situatie ‘van op afstand’ te monitoren. 1 Goedgekeurd en toegewezen door een van de plaatsingsdiensten in de pleegzorg (van kinderen, ouderen of gehandicapten). 83 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 78: Deel 3: Oefening 1 Slide 78 Deel 3: Oefening 1 Dit deel gaat dieper in op de levensloop van oudere mensen met een verstandelijke beperking. De vragen in deze oefening zijn ontworpen om je over dat onderwerp te doen nadenken. Op de volgende slides krijg je de gelegenheid om te reflecteren en onderstaande vragen te beantwoorden: 1. Kun je de methode beschrijven waarmee je de gedachten van iemand met een verstandelijke beperking kunt interpreteren? 2. Hoe en waarom moet je je interpretatie toetsen? 3. Met welke beperkingen word je geconfronteerd en waarom? 4. Wat zou je aanraden ingeval van onvervulde wensen en behoeften? 5. Hoe kun je je cliënt zoveel mogelijk betrekken bij beslissingen die hem of haar aangaan? Noteer je ideeën in de daarvoor bestemde tekstvakken of maak notities op Oefenblad 8. Klik op 'VOLGENDE' om verder te gaan. Voor we verdergaan, enkele vragen die elke zorgverlener zich zou moeten stellen. 1. Naast de gevolgen van het verouderingsproces bij iemand met een verstandelijke beperking moeten we ook rekening houden met zijn of haar biologische, psychische en sociaal-culturele omstandigheden. 2. Op persoonlijk vlak is het ook belangrijk niet voorbij te gaan aan het soms vage, maar reële gevoel van ouder wordende mensen dat ze ‘geen bevredigende rol spelen in het dagelijkse leven’ of 'niet meer van nut zijn voor de maatschappij'. Dit gevoel kan bijdragen tot een vorm van psychische depressie die vaak moeilijk waar te nemen is. Deze oefening heeft je geleerd dat je bij de zorg voor iemand met een verstandelijke beperking zijn of haar volledige levensloop in overweging moet nemen. Op de volgende slides gaan we daar dieper op in. Om je antwoorden opnieuw te bekijken, klik op "Bekijk antwoorden". Om je resultaten af te drukken, klik op "Print antwoorden". 84 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Opmerking: Als je oefeningen 'opnieuw' maakt, worden je eerdere antwoorden overschreven. 85 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 79: 3.4 Informatie verzamelen over iemands levensweg Slide 79 3.4 Informatie verzamelen over iemands levensweg Afbeelding van een wegwijzer 'Levensweg' die naar links (verleden) en rechts (toekomst) wijst. Onder 'Verleden' staat een afbeelding van informatiebladen. Rechts van de wijzer naar de 'Toekomst' staat een afbeelding van 'Behoeften en verwachtingen' 86 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 80: 3.4.1 Auto-anamnese Slide 80 3.4.1 Auto-anamnese Iemand helpen doe je niet door de touwtjes in handen te nemen, maar door een participatieve aanpak: de persoon in kwestie zoveel mogelijk actief betrekken. Dat kan bijvoorbeeld door hem of haar tijdens een gesprek zelf aan het woord te laten. Specifieke details over iemands leven zijn essentieel omdat ze je veel kunnen vertellen over hoe en waarom iemand zich op een bepaalde manier gedraagt of bepaalde acties uitvoert. Informatie verzamelen over iemands leven, wensen, behoeften en verwachtingen, kan op veel verschillende manieren. Een combinatie daarvan werkt het best. Auto-anamnese: Je cliënt vertelt zelf zijn of haar eigen levensverhaal zoals hij of zij dat wil: Wat wil je cliënt over zijn leven vertellen? Welke feiten zijn het belangrijkst? Kenmerken Auto-anamnese laat je toe te zien ‘wie’ de persoon vandaag is. Bij auto-anamnese toon je respect voor de persoon in kwestie omdat je hem of haar zelf laat kiezen wat hij of zij vertelt. Er zijn geen directe vragen (per definitie psychologisch agressief) die de aandacht kunnen afleiden van wat voor die persoon belangrijk is. Auto-anamnese evolueert mee met de leeftijd en de levenservaring. 87 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 81: 3.4.2 Hetero-anamnese Slide 81 3.4.2 Hetero-anamnese Hetero-anamnese: anderen vertellen iemands levensverhaal Hoe verliep zijn of haar leven in het verleden? Hoe verloopt het vandaag? Hoe ziet je cliënt de toekomst? Wat zijn zijn of haar gewoonten? In welke omgeving groeide de persoon op? Welk gevoelsleven heeft hij of zij gekend of uitgebouwd? Kenmerken Bij hetero-anamnese is er sprake van meerdere personen. De geïnterviewde personen moeten tijdens verschillende levensfasen met je cliënt samengeleefd hebben of hem of haar bezocht hebben. Ze moeten op verschillende manieren met de oudere persoon met de verstandelijke beperking verbonden zijn. Om echt persoonsgericht te kunnen plannen (zie Module 2: Persoonsgerichte planning) is het noodzakelijk bepaalde belangrijke elementen uit iemands leven te kennen. 88 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 82: 3.4.3 De holistische benadering Slide 82 3.4.3 De holistische benadering Een holistische zorgvisie1 levert gewoonlijk een betere kennis van de zorgnemer op. Bovendien verdient een specifieke, persoonsgerichte zorgwijze de voorkeur boven een (zuiver mechanisch) actieplan dat voorbijgaat aan iemands mens-zijn.2 Voor mensen zorgen betekent niet alleen ‘jaren aan hun leven toevoegen’, maar ook ‘leven aan hun jaren’! Levenskwaliteit is bepalend voor een lang leven. Om te weten welke behoeften prioritair zijn en hoe je best in die behoeften kunt voorzien, kan het nuttig zijn hun hiërarchie te bekijken. Het mag dan al een oud hulpmiddel zijn, de piramide van Abraham Maslow is in dit opzicht nog steeds erg efficiënt. 1 Theorie of concept waarbij iets wordt beschouwd als meer dan de som der delen, als een geheel. De globale of holistische psychologie is in strijd met de atomistische visie op persoonlijkheid (Delay, Etudes de psychologie médicale, 1953, p.128). De moderne antropologie beschouwt alle aspecten van het leven als de creatie van een geheel, waarbij de elementen alleen via het geheel begrepen kunnen worden en betekenis krijgen. 2 "Telkens de omgeving iemand verhindert een beweging of handeling uit te voeren waartoe hij wel in staat is, telkens iemand anders de handeling in naam van die persoon stelt, wordt die persoon verzwakt. Telkens een capaciteit niet wordt gebruikt, gaat ze achteruit, en des te sneller wanneer de persoon in kwestie fysiek en mentaal kwetsbaar is." (Y. Gineste en J. Pélissier, Humanitude, Bibliophane - Daniel Radford, 2005, p.127). 89 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 83: 3.4.4 De piramide van Maslow Slide 83 3.4.4 De piramide van Maslow De piramide van Maslow: oud, maar nog steeds relevant A Theory of Human Motivation, 1943 Foto van de behoeftepiramide van Maslow. Er zijn vijf niveaus van de voet van de piramide naar de top: Fysiologische behoeften: primaire lichamelijke behoeften zoals ademen, eten, drinken, seks, slaap, homeostase, excretie Behoefte aan veiligheid en zekerheid: bestaanszekerheden zoals veiligheid, huisvesting, werkzekerheid, inkomen, moraal, relaties, familie, gezondheid Behoefte aan sociaal contact: liefde, vriendschap, familie, seksuele intimiteit Behoefte aan waardering en erkenning: eigenwaarde, zelfrespect, vertrouwen, succes, respect hebben en gerespecteerd worden Behoefte aan zelfactualisatie: zelfontplooiing, deugdzaamheid, creativiteit, spontaneïteit, objectiviteit, tolerantie, acceptatie Hiërarchie van de behoeften volgens A. Maslow 90 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 84: 3.4.5 Informatievergaring: een doorlopend proces Slide 84 3.4.5 Informatievergaring: een doorlopend proces Naast anamnese kan je ook contacten en communicatie met gezondheidswerkers als informatiebron gebruiken. Deze hulpbronnen en de informatie die daaruit voortvloeit moeten voor het voltallige zorgteam van de oudere persoon met de verstandelijke beperking beschikbaar zijn. Op voorwaarde dat de vertrouwelijkheid in dezelfde mate wordt gerespecteerd als binnen iemands sociale netwerk, kun je daar ook nog directe observaties aan toevoegen. Op de volgende slide vind je een aantal voorbeelden van informatievergaring. 91 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 85: 3.4.6 Voorbeelden van informatievergaring Slide 85 3.4.6 Voorbeelden van informatievergaring Vorige slide Youssef zit gevangen in een loyaliteitsconflict. Zijn sociale netwerk bestaat enkel uit begeleiders en familie. Als zijn ouders hem vragen wat hij wil, dan praat hij hen naar de mond en vertelt hen wat ze willen horen. Dat doet hij ook bij zijn begeleider. Youssef wil hetzelfde wat anderen willen! Nu is er echter een bijeenkomst gepland met alle partijen over zijn toekomstplannen en projecten. Daarbij is het natuurlijk van groot belang dat zijn familie en begeleiders op een zo objectief mogelijke manier Youssefs eigen persoonlijke mening kunnen achterhalen. Xander houdt van timmerwerk en van honden. Hij wil zich na zijn pensionering nuttig maken door kennels te bouwen als hobby. Zijn zorgteam is van zijn plannen op de hoogte en heeft hem geholpen in zijn garage een kleine werkplaats in te richten. De overgang naar zijn gepensioneerde leven zou zonder al te grote moeilijkheden moeten verlopen. Xander draagt immers via zijn hobby nog steeds bij tot de maatschappij. 92 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 86: 3.4.7 Compensatie en educatie in evenwicht Slide 86 3.4.7 Compensatie en educatie in evenwicht Goede zorgverlening vereist een evenwicht tussen compensatie (afhankelijkheid) en kennis (autonomie). Een goede leidraad om dat evenwicht te vinden is het realiteitsprincipe waarbij je rekening houdt met de omgevingsfactoren, op de gevolgen van je eigen daden anticipeert en er ook de verantwoordelijkheid voor opneemt. Maak jezelf los van een onbereikbaar ‘Utopia’ en erken dat er een realiteit bestaat die niet altijd even bevredigend is. Op die manier vermijd je ontgoocheling. Zorgverlening heeft enkel zin als ze op dit principe gebaseerd is. Als begeleider moet je dan ook altijd onderstaand schema in gedachten houden: Grafische voorstelling met in het midden de oudere persoon met de verstandelijke beperking en van daaruit pijltjes naar behoeften, wensen en verwachtingen die naar een andere voorstelling van realiteit en mogelijkheid leiden. * Oudere persoon met een verstandelijke beperking 93 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 87: 3.4.8 Compensatie en educatie in evenwicht: Enkele voorbeelden Slide 87 3.4.8 Compensatie en educatie in evenwicht: Enkele voorbeelden Grafische voorstelling met in het midden de oudere persoon met de verstandelijke beperking en van daaruit pijltjes naar behoeften, wensen en verwachtingen die naar een andere voorstelling van realiteit en mogelijkheid leiden. Voorbeelden van behoeften in het schema: 'Simone heeft dagelijks verzorging en monitoring nodig', 'Jean heeft dagelijks ondersteuning en een veilige omgeving nodig'. Voorbeelden van wensen in het schema: 'Simone Jaouen wil ergens wonen waar de zon schijnt', 'Jean Lagadec wil een 'normaal' leven leiden in een huis met een gezin.' Voorbeelden van verwachtingen in het schema: 'Simone wil niet meer leven - ze is depressief', 'Jean wil op zijn zestigste de instelling verlaten.' Bij de afbeelding voor 'Realiteit en mogelijkheid' hoort volgend voorbeeld: Er is maar een dienst voor huisvesting van hulpbehoevende bejaarden in Frankrijk (EHPAD) en een organisatie voor 'gastgezinnen'. 94 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 88: 3.5 Iemands plannen respecteren Slide 88 3.5 Iemands plannen respecteren Begin van dit deel: Foto ter illustratie dat je ouderen personen met een verstandelijke beperking ernstig moet nemen en dat ze respect verdienen. 95 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 89: 3.5.1 Aandachtspunten Slide 89 3.5.1 Aandachtspunten Als je gezamenlijk iemands persoonlijke zorgproject opstelt, zijn er twee zaken van uitzonderlijk belang: Wees creatief! Sta open voor alle mogelijkheden, probeer in je planning iemands ideaal om tot een beter persoonlijk evenwicht te komen zo dicht mogelijk te benaderen. Bv. Ludo heeft een zwak voor paarden. Hij lijdt echter aan verlatingsangst en kan niet voor zichzelf zorgen, laat staan voor anderen. Toch blijft hij een paardenliefhebber. Zijn begeleider organiseert een levensproject in samenwerking met de manege: op momenten dat Ludo daartoe in staat is, mag hij er de paarden verzorgen. Zo kan hij toch nog zijn droom waarmaken. Niets ligt vast, niets is onomkeerbaar! Laat ruimte om op je stappen terug te keren als iets niet lukt. Iedereen heeft het recht om fouten te maken! Naarmate iemands behoeften evolueren, kunnen en moeten er in het belang van zijn of haar fysieke en mentale gezondheid nieuwe projecten een kans krijgen. Bv. Omdat Rina te kampen heeft met ouderdomsinvolutie verhuisde ze vorig jaar na een bijzonder positief verlopen proefperiode naar een nieuwe accommodatie die daar beter voor uitgerust is. Een jaar later vindt ze het er nog steeds niet leuk en wil ze haar plannen dan ook graag herzien. 96 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 90: 3.5.2 Samenwerking Slide 90 3.5.2 Samenwerking De kortste weg naar succes ligt in het synchroniseren van instantieoverkoepelende acties. Samenwerkingsverbanden binnen een specifieke zorgsituatie Tekening ter illustratie van samenwerkingsverbanden tussen verschillende instanties in een specifieke zorgsituatie: Van 'Professionele en vrijwillige zorgverlening' wijzen pijlen naar 'Bijstand', 'Gezondheid', 'Hobby's en expressie' en 'Levensstijl'. 'Hobby's en expressie' en 'Levensstijl' zijn via een verzameling verbonden met het individu, net zoals 'Maatschappelijk nut (betekenis)'. 97 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 91: 3.5.3 Aanpassing Slide 91 3.5.3 Aanpassing Bij een nieuwe levensfase komen heel wat veranderingen kijken: Een trager tempo. Oudere mensen slapen bijvoorbeeld minder lang, maar doen wel vaker een dutje. Nieuwe behoeften m.b.t. gezondheid, lichaamsverzorging, uiterlijk zoals incontinentiemateriaal, pedicure, epilatie van de kin voor vrouwen met nieuwe haargroei, ... Een ander gevoelsleven, een ander sociaal leven: Yvonne woont samen met een werkende man. Omdat ze niet graag alleen is, brengt ze haar weekdagen door in een home met andere gepensioneerden. Nieuwe organisatorische behoeften (o.a. inzake huishoudelijk werk, etenstijden, winkelen, uitgaan, hobby’s, ...). Bv.: Xavier is vrijgezel. Hij brengt zijn dagen door in een home voor bejaarden met een verstandelijke beperking en woont in een flat in de stad. Eenmaal per week komt er een huishoudhulp langs. Andere fysieke omstandigheden: ergonomische overwegingen (aangepaste douches, verdiepingen, trappen, bedden, meubels enz.). Bv.: Zoë heeft via haar adviseur contact opgenomen met haar huisbaas om de badkamer te laten aanpassen zodat ze zonder probleem in bad kan stappen. 98 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 92: 3.6 Europa in actie Slide 92 3.6 Europa in actie Foto van vlaggen van Europese landen Malaga (2003) ‘De levenskwaliteit van personen met een beperking verbeteren: een coherenter beleid voor en door volwaardige participatie’ - Autonomie vergroten. - Keuzevrijheid garanderen. - Levenskwaliteit ondersteunen. - Mensen doen inzien dat beperkingen onderdeel zijn van de menselijke diversiteit. - Bijdragen tot democratie en sociale cohesie. Sint-Petersburg (2006) Lancering van een Europees actieplan voor personen met een handicap voor de periode 2006-2015: Levenskwaliteit verbeteren. Maatschappelijke integratie en actieve participatie (langzaam maar zeker naar minder institutionalisering, naar een geïntegreerd school- en beroepsleven). Gelijke kansen en non-discriminatie aanmoedigen. Aangepaste zorgverlening is ook een aandachtspunt voor de Europese instellingen. Op de volgende slide vind je enkele Europese aanbevelingen en verklaringen. 99 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 93: 3.7 Europese aanbevelingen en verklaringen Slide 93 3.7 Europese aanbevelingen en verklaringen Aanbeveling R (92) 6, Comité van Ministers (1992), betreffende een coherent beleid voor personen met een beperking. Conferentie van Helsinki over zelfstandig leven voor ouderen en personen met een beperking (6-7 okt. 1999). Europees ngo-forum over veroudering: Van woorden naar daden (Madrid, 8 april 2003). Mededeling van de Commissie inzake gelijke kansen voor personen met een handicap - Een nieuwe strategie van de Europese Unie ten behoeve van personen met een handicap (COM(96) 406 definitief). Ministeriële verklaring, Malaga (7 en 8 mei 2003). Verklaring van Graz: Europese conferentie over veroudering en beperking, consortium van ngo’s en Europese verenigingen (9 juni 2006). Verklaring van Sint-Petersburg (22 sept. 2006) Aanbeveling R (2006) 5: Actieplan 2006-2015. 100 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 94: 3.8 Extrapolatie en preventie: enkele stelregels Slide 94 3.8 Extrapolatie en preventie: enkele stelregels De volgende principes dragen bij tot een duurzaam proces: Progressiviteit: Respecteer overgangsrituelen. Verandering moet voortvloeien uit een progressieve en flexibele ontwikkeling. Pluralisme: Kies verschillende uiteenlopende oplossingen, geen uniforme schema's in een strak keurslijf. Omkeerbaarheid: De vele verschillende zorgformules voor ouderen met een verstandelijke beperking moeten soepel aangepast kunnen worden aan nieuwe ontwikkelingen. Complementariteit: Kruisbestuiving en interdisciplinair werken met technische gezondheidsvoorzieningen bieden doorgaans een mogelijke oplossing in noodsituaties. 101 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 95: Deel 3: Oefening 2 Slide 95 Deel 3: Oefening 2 In dit deel heb je een beter inzicht gekregen in de behoeften en wensen van oudere mensen met een verstandelijke beperking en hoe je hen kan helpen hun eigen levensweg te bepalen. Als uitsmijter krijg je enkele vragen over de thema's die we behandelden. Op de volgende slides krijg je de gelegenheid om te reflecteren en onderstaande vragen te beantwoorden: 1. Geef een voorbeeld waarbij ‘zorgverlening’ onverenigbaar wordt met de persoonlijke veiligheid van de cliënt/begeleider? Welke professionele houding moet je in dat geval aannemen? 2. Geef drie manieren om informatie te vergaren over de noden en wensen van ouderen met een verstandelijke beperking. 3. Welke aanbevelingen bevat de piramide van Abraham Maslow? 4. Geef een voorbeeld van ‘Omkeerbaarheid’ in een zorgplan voor een oudere persoon met een verstandelijke beperking. Noteer je ideeën in de daarvoor bestemde tekstvakken of maak notities op Oefenblad 9. Klik op 'VOLGENDE' om verder te gaan. Op de volgende slide vatten we dit hoofdstuk nog even samen voor we aan het laatste deel van deze module beginnen. Daarin gaan we dieper in op een positieve zorghouding aan de hand van het begrip Bientraitance. Om je antwoorden opnieuw te bekijken, klik op "Bekijk antwoorden". Om je resultaten af te drukken, klik op "Print antwoorden". Opmerking: Als je oefeningen 'opnieuw' maakt, worden je eerdere antwoorden overschreven. 102 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 96: 3.9 Samenvatting Slide 96 3.9 Samenvatting Ook oudere personen met een verstandelijke beperking genieten fundamentele mensenrechten. ‘Ouder wordende personen en ouderen met een beperking willen hun leven zo vrij en zelfstandig mogelijk leiden, in menselijke en natuurlijke omstandigheden, en met behulp van ondersteunende diensten die een dergelijke levensstijl eerder bevorderen dan beperken’. [CM/REC (2009)6 van 10 juli 2009] Informatievergaringstechnieken moeten zich richten op de levensstijl en vooral de levensdoelen van de persoon in kwestie. Zo kan men via persoonlijke gesprekken (anamnese) iemands recht respecteren om ook onuitgesproken verwachtingen zoveel mogelijk te realiseren. Leven is een voortdurende evenwichtsoefening tussen realiteit en verlangen. Om je goed voor te bereiden op eventuele frustraties of vergissingen onderweg, is het dan ook van belang dat je je op het reële concentreert (Wat is er mogelijk?). Voorts is het essentieel om je bij het ontwerp van iemands levensproject in de eerste plaats te laten leiden door zijn of haar zelfbepaling. Begeleiders moeten er steeds voor zorgen dat de behoeften en persoonlijke wensen van de persoon in kwestie gerespecteerd worden, zonder alles in diens plaats te doen. Dat helpt het leven zin geven … en meer ‘leven’. 103 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 97: Deel 4: Bientraitance Leidraad voor een positieve zorgverlening Slide 97 Deel 4: Bientraitance - Leidraad voor een positieve zorgverlening Thema's en leerdoelen Aan de hand van vignetstudies en oefeningen krijg je in dit deel meer inzicht in volgende thema's: Bientraitance: iemand goed behandelen. Bientraitance versus Maltraitance of mishandeling. Respect voor de toekomstplannen van ouderen met een verstandelijke beperking. Kruisbestuiving: vakoverschrijdende communicatie binnen een multidisciplinair team. Coördinatie van je eigen acties binnen een samenwerkingsverband. Een voortdurende positieve zorghouding handhaven. Leerdoelen Als je de theorie en de oefeningen in dit deel hebt doorgenomen, ken je: Het belang en de gevaren van Bientraitance. Het verschil tussen bientraitance en maltraitance. Samenwerking als hulpmiddel. Goede zorgverleningsstrategieën. 104 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 98: 4.1 Bientraitance: inleiding Slide 98 4.1 Bientraitance: inleiding Bientraitance in het kort De Franse term Bientraitance (goed behandelen) draait om werken met de (resterende, ongebruikte) talenten van de zorgnemer.1 Het concept komt voort uit het humanistische waardesysteem en is ‘niet beperkt tot het tegenovergestelde van 'slecht behandelen' of mishandeling’. Het omvat een dynamisch proces van voortdurende verbetering, geïntegreerd in de eigenlijke structuur van een project, een project dat we creëren, beoordelen, voortdurend in vraag stellen, en dat net daardoor nooit 'af' kan zijn. Bientraitance helpt je iemand in zijn of haar levensproject te begeleiden door constant waakzaam te zijn en naar de persoon in kwestie en diens familie en vrienden te blijven luisteren. Daarbij houd je voortdurend rekening met iemands verwachtingen, wensen en behoeften, maar tegelijkertijd toon je ook veel respect voor ieders waardigheid en autonomie.2 1 Raguénès R., 2011, p.42. 2 A.R.F.I.E., Cahier n°7, BENE-rapport, 2012, p.17. 105 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 99: 4.2 Praktijkvoorbeelden: Jean en Simone Slide 99 4.2 Praktijkvoorbeelden: Jean en Simone Simone Jaouen Simone drinkt bij elke maaltijd een glaasje cider en 's zondags een pastis. Ze heeft een lichte, weinig comfortabele rolstoel om naar buiten te gaan. De rest van de tijd staat ze niet zo heel erg veel op en kijkt ze vaak televisieseries. Jean Lagadec Jean heeft enkele rituelen waar zijn gastgezin zich in schikt. Zo dekt hij meteen na het eten de tafel (om zeker te zijn dat hij later opnieuw kan eten). Sinds zowat een jaar gaat hij ook lang en uitgebreid in bad, terwijl hij vroeger alleen van douchen hield! 106 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 100: 4.3 Een professionele zorghouding Correct gedrag Slide 100 4.3 Een professionele zorghouding: Correct gedrag Begin van deel: Foto ter illustratie van correct gedrag 107 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 101: 4.3.1 Mishandeling en verwaarlozing herkennen Slide 101 4.3.1 Mishandeling en verwaarlozing herkennen Onder de titel Sensibilisation sur des abus par négligence ou omission pouvant être exercés à l'encontre des personnes âgées toont de website http://papidoc.chic-cm.fr/400bd.html 38 scènes uit het dagelijks leven. Hiermee willen ze mensen bewust maken van de mishandeling en de verwaarlozing die ouderen soms dag in dag uit moeten ondergaan. De scènes zijn origineel in het Frans maar in de volgende oefening hebben we er vijf voor je vertaald. Gelieve bij zorgsituaties Steeds aan te duiden welke uitlatingen ongepast zijn. Gepastere opmerkingen voor te stellen. Ga verder naar de volgende oefening. 108 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 102: Deel 4: Oefening 1 Slide 102 Deel 4: Oefening 1 Zoek de fout!* Op de volgende slides krijg je vijf scènes voorgeschoteld. Gelieve bij elke zorgsituatie 1. De ongepaste uitlatingen aan te duiden. 2. Gepastere opmerkingen voor te stellen. Noteer je ideeën in de daarvoor bestemde tekstvakken of maak notities op Oefenblad 10. Klik op 'VOLGENDE' om verder te gaan. Scène 1: Een cliënt zit in bad. Een verzorger opent het raam omdat ze denkt dat het te warm is. De cliënt denkt: "Brrr, als ik maar niet verkouden raak." Scène 1. Denk even over de situatie na en geef dan in onderstaand tekstvak i) de ongepaste uitlatingen en ii) gepaste alternatieven . Klik daarna op 'VOLGENDE' om te weten te komen welke zaken je in overweging moet nemen: Scène 1 Overwegingen 04. Het recht op respect en waardigheid veiligheid hygiëne Zorg dat je cliënt zich goed voelt door samen met haar 1. de kamertemperatuur, 2. de watertemperatuur, 3. en eventuele tocht te controleren. Scène 2: De cliënt ligt in bed en 'kan geen voet verzetten'. Ze wil niet naar de fysiotherapeut maar de begeleider is vastberaden haar te laten gaan. 109 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Scène 2. Denk even over de situatie na en geef dan in onderstaand tekstvak i) de ongepaste uitlatingen en ii) gepaste alternatieven . Klik daarna op 'VOLGENDE' om te weten te komen welke zaken je in overweging moet nemen: Scène 2 Overwegingen 14. Het recht op informatie en vrije meningsuiting veiligheid hygiëne controle 1. Luister goed naar je cliënt. 2. Probeer te achterhalen waarom ze zich niet kan bewegen. 3. Geef alle informatie over de behandeling. 4. Bedenk een overtuigend argument. 5. Respecteer het uiteindelijke besluit van je cliënt. Scène 3: De cliënt heeft gemorst tijdens het eten. Ze is duidelijk in de war en weet niet wat er met haar gebeurt. De verzorger bijt haar toe dat ze voorzichtiger moet zijn en zich niet zo vuil mag maken. Scène 3. Denk even over de situatie na en geef dan in onderstaand tekstvak i) de ongepaste uitlatingen en ii) gepaste alternatieven. Klik daarna op 'VOLGENDE' om te weten te komen welke zaken je in overweging moet nemen: Scène 3 Overwegingen 30. Het recht op respect en waardigheid eigenwaarde Kleineer je cliënt niet: 1. Gebruik bescherming die je cliënt aanvaardbaar vindt (bv. een schort). 110 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie 2. Als er bescherming moet worden gebruikt, zorg dan dat die zich steeds in de buurt bevindt. 3. Stel aangepast eetgerei voor. Scène 4: De begeleider wenst zijn cliënt een gelukkige Moederdag. Ze heeft echter geen kinderen én het herinnert haar aan het feit dat ze wel een kind had kunnen hebben als ze na 4 weken geen miskraam had gekregen. Scène 4. Denk even over de situatie na en geef dan in onderstaand tekstvak i) de ongepaste uitlatingen en ii) gepaste alternatieven. Klik daarna op 'VOLGENDE' om te weten te komen welke zaken je in overweging moet nemen: Scène 4 Overwegingen 25. Het recht op respect en waardigheid eigenwaarde respect van anderen 1. Open geen oude wonden met ogenschijnlijk onschuldige uitlatingen die bij je cliënt slecht kunnen vallen. 2. Wees op de hoogte van familie- en culturele tradities: een verjaardag vieren zou je cliënt bijvoorbeeld wel eens aan zijn of haar nakende dood kunnen doen denken. Scène 5: De baas laat de begeleiders een nieuwe kamer klaarmaken voor Isabelle. De kamer is echter niet op tijd klaar en een van de begeleiders klaagt dat dat wel het geval was geweest als ze op voorhand had geweten dat Isabelle naar een nieuwe kamer zou verhuizen. De andere begeleider antwoordt dat Isabelle toch niet direct een nieuwe kamer verwacht want ze weet nog van niets. Scène 5. Denk even over de situatie na en geef dan in onderstaand tekstvak i) de ongepaste uitlatingen en ii) gepaste alternatieven. Klik daarna op 'VOLGENDE' om te weten te komen welke zaken je in overweging moet nemen: Scène 5 Overwegingen 38. Het recht op respect en informatie hygiëne 111 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie het gevoel ergens bij te horen 1. Alle betrokkenen horen het te weten als er iemand komt. 2. Bespreek de mogelijkheid om eventueel iemand te verhuizen. 3. Bereid je voor op iemands komst en zijn of haar onthaal. 4. Als er geen andere oplossing is, bereid dan de persoon in kwestie voor op wat er staat te gebeuren met een eerlijke uitleg; en geef hem of haar de kans de nieuwe kamer te kiezen. Nu je over enkele mogelijke scenario's hebt kunnen nadenken, gaan we op de volgende slides dieper in op het begrip Bientraitance. Om je antwoorden opnieuw te bekijken, klik op "Bekijk antwoorden". Om je resultaten af te drukken, klik op "Print antwoorden". Opmerking: Als je oefeningen 'opnieuw' maakt, worden je eerdere antwoorden overschreven. 112 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 103: 4.4 Definities Slide 103 Deel 4.4 Definities Begin van deel: Foto van een woordenboek met definities 113 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 104: 4.4.1 Bientraitance: definitie en toelichting Slide 104 4.4.1 Bientraitance: definitie en toelichting 'Bientraitance' (goede behandeling) staat voor: Een algemene zorgbenadering1 die rekening houdt met de risico’s en beperkingen waarmee de cliënt of zijn of haar omgeving geconfronteerd kunnen worden. ‘Rekening met iets houden’ heeft daarbij voorrang op ‘de leiding overnemen’. Onder bientraitance verstaan we: iemands vrijheid en rechten respecteren; zijn of haar individuele wensen in het project integreren; opletten voor slechte behandeling of mishandeling; volwaardig burgerschap voor de cliënt cultiveren; Een doorlopende inspanning om een persoonlijke dienstverlening te bieden: Het is een wederkerige, actieve en dynamische professionele houding, zowel individueel als in teamverband. 1 Chalon P., De la bienveillance à la bientraitance, Marabout, 2007. 114 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 105: 4.4.2 Goede behandeling versus mishandeling Slide 105 4.4.2 Goede behandeling versus mishandeling Goede behandeling versus mishandeling (naar analogie met bientraitance versus maltraitance) “De gelijkenis tussen deze (Franse) begrippen […] geeft aan dat er een diepgaande resonantie tussen de twee bestaat. Het gebruik van de term bientraitance dwingt zorgverleners er eigenlijk toe rekening te houden met het idee van maltraitance. Het bestaan van het ene begrip doet automatisch het andere veronderstellen. [nvdr: We geven dan ook de Franse benaming mee zodat je een beter zicht hebt op het ontstaan van het idee.] Een ‘goede behandeling’ plaatst als het ware de intenties en acties van het zorgpersoneel, voortdurend gericht op verbetering, tegen een achtergrond van constante waakzaamheid waar je niet omheen kunt omdat er altijd en overal mishandeling kan optreden. Bientraitance slaat dus zowel voor een positieve aanpak als voor de gedachte aan het risico op maltraitance. Bientraitance zet zowel aan tot individuele actie als tot samenwerking binnen een instelling, onder collega's of tussen verschillende diensten, waarbij iemands welzijn prioritair is en je steeds dient op te letten dat je hem of haar geen schade berokkent of 'mishandelt'.” A.N.E.S.M, La bientraitance: définition et repères pour la mise en œuvre, 2008. p.15. 115 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 106: 4.4.3 Mishandeling, verbetering, bientraitance Slide 106 4.4.3 Mishandeling, verbetering, bientraitance Een complex concept Het is niet omdat je anderen niet slecht behandelt of mishandelt, dat je automatisch het concept van bientraitance implementeert! We zetten de drie even voor je op een rij: Mishandeling: Elke daad van geweld, misbruik of nalatigheid door zorgverleners of familieleden Verbetering: Elk gedrag dat zich richt op meer respect voor kwetsbare personen Bientraitance: De cliënt voelt dat zowel zijn lichamelijke als zijn geestelijke vermogens gerespecteerd worden. Onder de noemer 'voor verbetering vatbaar' vallen zaken zoals overdreven ijver of onbedoelde tactloosheid die iemand onopzettelijk psychisch kunnen raken. Dat gaat dan vaak over infantilisering waarbij je de oudere als een kind behandelt of over zaken die het gevolg zijn van te weinig kennis over iemands achtergrond, zonder dat er slechte bijbedoelingen mee gemoeid zijn. Raguénès R., 2011, p.66. 116 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 107: 4.4.4 Mishandeling, verbetering, bientraitance Goed bedoeld…MAAR…! Slide 107 4.4.4 Mishandeling, verbetering, bientraitance: ... Goed bedoeld…MAAR…! ... goed bedoeld ... MAAR ...! Scène linksboven: Begeleider: “Ik schmink u wel even. U zult er schitterend uitzien!” De cliënt denkt: “Schminken? Ik ben toch geen clown. Als ze mij maar niet schminken als ik dood ben!” Scène linksonder: Begeleider: "Wauw, Isabelle, je hebt je yoghurt helemaal alleen opgegeten? Flink zo! Bravo!" De cliënt kijk stoïcijns voor zich uit. Scène rechtsboven: De dokter vraagt aan de cliënte of zij goed slaapt. Begeleider: "Ja, dokter, ze slaapt goed". De cliënt denkt: "Zo goed nu ook weer niet, hé. Ze maakt me gek door steeds in mijn plaats te antwoorden." Scène rechtsonder: De begeleider zet de tv op een andere zender en zegt: "Ik zet hem even op kanaal 6 voor je - Er is een leuk programma bezig." De cliënt denkt: "Wat doet ze nu? Dat is mijn favoriete soap!" 117 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 108: 4.5 Bientraitance: Aandachtspunten Slide 108 4.5 Bientraitance: Aandachtspunten Begin van deel: Foto ter illustratie van een goede aanpak 118 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 109: 4.5.1 Bientraitance in de praktijk Slide 109 4.5.1 Bientraitance in de praktijk Een zorgaanpak die gebaseerd is op het principe van bientraitance betekent: Het gedrag van de zorgverleners regelmatig in vraag stellen. Tegenspraak dulden en aanvaarden dat iedereen in de omgeving van je cliënt je methodes voortdurend in twijfel trekt. Acties en afspraken centreren in de gebruikelijke leefomgeving van je cliënt. In het dagelijkse leven kunnen we op verschillende gebieden 'goed handelen' - door gebruikers: een leven lang burgers te laten blijven; in hun waardigheid te laten en hun rechten te (laten) respecteren; hun behoeften en verwachtingen te (laten) erkennen. - door te zorgen dat begeleiders: voortdurend kunnen evolueren en zich ontwikkelen in overeenstemming met hun eigen referentiekader; hun professioneel engagement ervaren als een bron van erkenning en eigenwaarde; indien nodig de hulp van andere zorgverleners inroepen. A.R.F.I.E, BENE-Rapport, pp.16-19 (http://projet-bene.jimdo.com/). 119 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 110: 4.5.2 Bientraitance in de praktijk - Vervolg Slide 110 4.5.2 Bientraitance in de praktijk - Vervolg "Pas als je vindt dat je werk zinvol is, ben je in staat een goede zorgaanpak te hanteren. Zorgacties en zorgverlening moeten dan ook regelmatig getoetst worden aan de algemene taakomschrijving van de zorgverleners en de onderliggende waarden daarvan. Begeleiders die vinden dat hun werk iets te betekenen heeft, hebben namelijk het gevoel dat ze ergens deel van uitmaken en zijn meer gericht op gedeelde waarden. Zo ontstaat er een gemeenschappelijke drang om 'goed te behandelen'." A.N.E.S.M, La bientraitance: définition et repères pour la mise en œuvre, 2008, p.33. 120 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 111: 4.5.3 Het enige gevaar van bientraitance Slide 111 4.5.3 Het enige gevaar van bientraitance Bestaan er naast mishandeling bij maltraitance ook risico's i.v.m. bientraitance? Natuurlijk zijn de risico's die te maken hebben met een goede zorghandeling niet te vergelijken met de gevaren van een slechte zorgaanpak of mishandeling! Toch moeten we er rekening mee houden dat er op lange termijn problemen kunnen ontstaan bij begeleiders die veel tegenstrijdige instructies (paradoxale opdrachten) krijgen. Het verlangen om ondanks administratieve regeltjes en organisatorische restricties toch hoogstaande kwaliteitszorg te leveren, kan wel eens tot spanningen leiden en diep ongenoegen teweegbrengen over de gang van zaken, of zelfs psychisch lijden veroorzaken, zowel bij professionele zorgverleners als bij vrijwilligers. 121 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 112: 4.5.4 Het enige gevaar van bientraitance Vervolg Slide 112 4.5.4 Het enige gevaar van bientraitance - Vervolg Hoe kun je dergelijke risico’s voorkomen? Om dergelijke gevoelens van teleurstelling te voorkomen kan het nuttig zijn je te baseren op een ethisch standpunt dat gericht is op gepast handelen, en dat ook rekening houdt met de verplichtingen en beperkingen die er soms voor kunnen zorgen dat er in moeilijke omstandigheden gewerkt moet worden. Dergelijke zaken in overweging nemen, staat nog niet gelijk aan een goede zorghouding maar biedt je wel de mogelijkheid om je onpartijdig op te stellen en een dienovereenkomstige professionele houding aan te nemen. Praktische basisopleidingen moeten toekomstige begeleiders een goede 'start' bieden en hen leren reflecteren over de asymmetrische relatie tussen zorgverlener en zorgnemer, over persoonlijke en professionele verantwoordelijkheden en hen helpen situaties te analyseren. Praktijkgerichte scholing moet hen de mogelijkheid bieden een verdienstelijke zorgaanpak uit te bouwen en werkmethodes te ontwikkelen waarbij actief luisteren, communicatie en empathie centraal staan en ze meer inzicht krijgen in de onderlinge wisselwerking tussen mensen. 122 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 113: 4.5.5 Het enige gevaar van bientraitance Vervolg Slide 113 4.5.5 Het enige gevaar van bientraitance - Vervolg “Ongeacht welke opleiding je genoot, soms heeft een cliënt te kampen met zo'n complexe, langdurige en wrange ervaringen dat die hun weerklank hebben op de zorgverlener. Je kan dan als begeleider in een positie terechtkomen waarbij je niet onmiddellijk een antwoord hebt op de vragen van je cliënt. Daar kan geen enkel vooraf bepaald standpunt of werkplan je bij helpen. Om ervoor te zorgen dat de begeleider bij zo'n impasse de moed niet verliest of minder creatief wordt door de onzekerheid of het ongemak, is het raadzaam de kans te bieden om met collega's over de ethische kwesties te praten. Er samen op die manier over nadenken lost natuurlijk niet alle problemen op, maar stimuleert wel een manier van denken die onontbeerlijk is als je de wens om voor en met anderen te werken levend wil houden.” A.N.E.S.M, La bientraitance: définition et repères pour la mise en œuvre, 2008, p.35. 123 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 114: 4.6 BENE Slide 114 4.6 BENE De ontwerpers van het Europese BENE’-programma een onderdeel van het Leonardo da Vinci-project voor levenslang leren, stellen enkele manieren voor om de zorgpraktijk te verbeteren met het oog op de promotie en consolidatie van bientraitance. We vestigen hier even de aandacht op twee van hun adviezen voor zorgverleners: Veel van de voor het project ondervraagde zorgnemers hebben een zeer duidelijk beeld van wat zij zelf onder 'goede behandeling' of mishandeling' verstaan en kunnen dus zelf over hun zorg waken. Door hen meer mogelijkheden, ruimte, en formele en informele manieren te bieden om hun wensen en waarnemingen uit te drukken, wordt het mogelijk om de zorg geleidelijk aan steeds persoonlijker te maken en algemene richtlijnen aan de hand van die individuele aanpak op te maken. Maak van het levensproject een prioriteit voor alle partijen: ‘… een dagelijkse begeleiding die er op gericht is het individuele levensproject van de zorgnemer te realiseren. Hierbij engageren de drie partijen (de cliënt, de familie en de zorgverleners) zich erop toe te zien dat het levensproject gestaag vordert. Op de volgende slide gaan we dieper op dit advies in. 124 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 115: 4.7 BENE - Vervolg Slide 115 4.7 BENE ­ Vervolg Maak van het levensproject een prioriteit voor alle partijen: "… een dagelijkse begeleiding die er op gericht is het individuele levensproject van de zorgnemer te realiseren. Hierbij engageren de drie partijen (de cliënt, de familie en de zorgverleners) zich erop toe te zien dat het levensproject gestaag vordert.” Schema dat illustreert hoe alle partijen samenwerken aan een dagelijks zorgprogramma dat iemands persoonlijke levensproject kan realiseren. Schema dat toont dat de cliënt, de familie, de begeleiders en de gezondheidswerkers allemaal bijdragen aan het levensproject. Zoals je kan zien op de afbeelding, plaatst deze benadering dus niet de cliënt in het centrum van de belangstelling, maar eerder zijn of haar levensproject.” A.R.F.I.E, BENE-Rapport, p.89. 125 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 116: 4.8 Wetgeving als leidraad Slide 116 4.8 Wetgeving als leidraad Een goede zorghouding volgens de wet Om elke onduidelijkheid binnen de (machts)relatie tussen zorgnemer en zorgverlener te vermijden, moet je de cliënt in de eerste plaats in zijn of haar wettelijke context kunnen plaatsen. We verwijzen hierbij naar: Het VN-Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap De nationale grondwet Wetteksten en reglementen die in elk land van kracht zijn Verschillende handvesten en aanbevelingen Net als ieder ander heeft de zorgnemer rechten en plichten. De zorgverlener moet zorgen voor naleving en implementatie van deze rechten (op vrijheid, non-discriminatie enz.) terwijl hij ondertussen fungeert als gids in het land der plichten. De wetteksten bieden de professionele zorgverlener een ruim kader en laten hem of haar toe na te gaan of een actie in een bepaalde situatie geoorloofd en legitiem is. Het wettelijke kader gaat echter niet op voor acties die betrekking hebben op de tevredenheid van de cliënt. 126 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 117: 4.9 Wetgeving als leidraad - Vervolg Slide 117 4.9 Wetgeving als leidraad - Vervolg Laten we een voorbeeld nemen waarbij het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie helpt om een antwoord te vinden op de vraag van Jeans gastgezin. Voorbeeld: Mevrouw Guichaoua heeft maar een telefoon in huis, in de woonkamer. Ze ziet dat als een goede manier om Jeans telefoongebruik in de gaten te houden (want als Jean zich opwindt, kan hij grof worden aan de telefoon). Bovendien denkt ze dat deze opstelling voor een groter ‘familiegevoel’ zorgt. Hoofdstuk II: Vrijheden, Artikel 7: “Eenieder heeft recht op eerbiediging van zijn privéleven, zijn familie- en gezinsleven, zijn woning en zijn communicatie.” Voorbeeld: Mevrouw Guichaoua is akkoord om het vaste toestel te vervangen door een draagbaar exemplaar. Op die manier kan ze Jeans telefoongebruik blijven volgen zonder zijn privacy in het gedrang te brengen als hij telefoneert. 127 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 118: 4.10 Samenwerking als hulpmiddel Slide 118 4.10 Gezamenlijke actie als hulpmiddel Samenwerking Foto ter illustratie van samenwerking tussen alle betrokkenen 128 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 119: 4.10.1 Samenwerking: een fundamenteel hulpmiddel Slide 119 4.10.1 Samenwerking: een fundamenteel hulpmiddel Waarom is samenwerken essentieel om alle acties rond een persoon te bundelen? Het individu is ondeelbaar. Een evenwichtig en coherent zorgprogramma vereist dan ook een holistische aanpak. Er moet voortdurend naar betekenis worden gezocht, maar die zoektocht naar een bestaansreden mag niet te zwaar wegen. Het coördineren van acties tussen de verschillende dienstverleners kan: Informatieverlies beperken. Inconsistenties in zorg en behandeling vermijden. Voorbeeld: Sofie heeft haar sleutels in de koelkast gelegd. Ze naait niet meer en klaagt over gewrichtspijn. Ze klaagt eigenlijk vaak de laatste tijd. Haar begeleiders hebben de arts echter niet van al deze ongemakken op de hoogte gebracht omdat ze denken dat Sofie zich gewoon neerslachtig voelt na het recente overlijden van haar vader. Tien maanden later. Sofie wordt als dement gediagnosticeerd: ze lijdt aan de ziekte van Alzheimer. 129 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 120: 4.10.2 Iedereen rond de tafel brengen Slide 120 4.10.2 Iedereen rond de tafel brengen De verschillende personen uit de omgeving van de zorgnemer samenbrengen: Stelt de persoon in kwestie op zijn gemak. Stelt zijn of haar familieleden en vrienden op hun gemak. Brengt structuur in de dag. Definieert de zorgactiviteiten. Biedt stabiliteit. Laat de verschillende partijen van gedachten wisselen over observaties en symptomen. Voorbeeld: Belinda wil een aantal zaken in haar leven veranderen maar is er nog niet in geslaagd om dat bij haar familie aan te kaarten. Ze is bang dat ze het niet zullen begrijpen. Haar ouders zijn tevreden dat ze in een voorziening voor gedeelde huisvesting verblijft omdat ze daar de rest van haar leven kan blijven. Dus als zij er niet meer zijn, zal Belinda veilig zijn. Belinda's begeleider zal (met de hulp van de instelling) als tussenpersoon moeten fungeren zodat ze toch met haar familie kan praten en de ouders de mogelijkheden leren kennen van een flexibeler zorgprogramma dat beter bij Belinda's onafhankelijkheid past. Daarom moet er een vertrouwensrelatie opgebouwd worden. 130 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 121: 4.10.3 Concrete voorbeelden Slide 121 4.10.3 Concrete voorbeelden Een goede manier om ouderen met een verstandelijke beperking zich een toekomst te helpen voorstellen, is concrete voorbeelden geven. Zo kun je er bijvoorbeeld voor zorgen dat ze praktijkervaring opdoen, bezoeken afleggen of lotgenoten ontmoeten: Praktijk - Voorbeeld: Zjuul heeft een maand bij een gastgezin gewoond voor hij moest beslissen of hij zich ook effectief kon vinden in dat soort accommodatie. Bezoek - Voorbeeld: Hugo zit in een groep die verschillende soorten accommodaties bezoekt. Hij ontmoet ook gezondheidswerkers en zorgverleners die hem vertellen over hun activiteiten en wat ze eventueel voor hem zouden kunnen doen. Lotgenoten ontmoeten - Voorbeeld: Youssef is gaan eten bij een voormalige medebewoonster die nu in een leefgemeenschap* woont. Ze heeft hem rondgeleid en uitgelegd hoe haar dagen tegenwoordig verlopen. * Leefgemeenschap staat in dit geval voor een groep binnen een bejaardentehuis: een kleine groep ouderen met een verstandelijke beperking krijgt daar in de reguliere dagopvang een pedagogische hulpverlener toegewezen. 131 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 122: 4.11 Bientraitance in de zorgverlening Slide 122 4.11 Bientraitance in de zorgverlening Begin van deel: Foto ter illustratie van Bientraitance in de zorgverlening. 132 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 123: 4.11.1 Leeftijdsgebonden veranderingen respecteren Slide 123 4.11.1 Leeftijdsgebonden veranderingen respecteren Net als ieder ander, kunnen ook ouderen met een verstandelijke beperking probleemloos ouder worden. Het is daarbij essentieel dat je als begeleider de leeftijdsgebonden veranderingen respecteert… 1. Fysiologisch (spierspanning, traagheid, verminderde zintuigen) Voorbeeld: Zaki, een gepensioneerde die in een zorgcentrum voor oudere personen met een verstandelijke beperking woont, zegt dat hij wil blijven sporten, maar niet meer in competitie. 2. Psychologisch (aanpassingsvermogen, autonomie, eigenwaarde) Voorbeeld: Gunther teelt graag groenten maar deelt zijn stukje grond met een buur die er iets op wil bouwen. 3. Sociaal (eenzaamheid, verandering van status, andere generatie) Voorbeeld: Connie zit veel in haar stoel. Op het eerste gezicht lijkt ze niets te doen. Maar als je met haar praat, zegt ze dat ze het erg druk heeft: ze heeft namelijk “75 jaar herinneringen om haar bezig te houden!” … en het tempo naar beneden haalt! 133 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 124: 4.11.2 Pas je tempo aan en vermijd activisme Slide 124 4.11.2 Pas je tempo aan en vermijd activisme Voorbeeld: Sarah, een 65-jarige Franse vrouw die lijdt aan het downsyndroom, heeft het vaak over Belle et Sébastien. Arthur, een jonge zorgverlener, geeft haar voor haar verjaardag de reeks op dvd. Sarah wordt echter heel boos en gaat weg om even alleen te zijn. Arthur dacht dat hij Belle et Sébastien kende. Hij keek zelf ook graag naar de serie toen hij nog klein was. Hij wist echter niet dat er ook een gelijknamige film uit 1957 bestond! Pas je tempo aan en vermijd activisme MAAR: Blijf nieuwe dingen voorstellen… Let op dat je de generatieverschillen respecteert (begeleider en cliënt behoren niet tot dezelfde generatie). Introduceer iets nieuws. Stimuleer het Pygmalioneffect. … en levenslust aanwakkeren. Voorbeeld: Gerard eet al pasta met boter sinds hij een kind was, maar tegenwoordig vindt hij dat niet lekker meer. De kok maakt hem een curryschotel. De kruiden brengen zijn afgestompte smaakpapillen opnieuw tot leven. Afbeelding van het Pymalioneffect - Onze acties hebben een invloed op wat anderen van ons verwachten. Die verwachtingen lokken acties van anderen uit die dan weer onze eigen verwachtingen over onszelf versterken. Op hun beurt beïnvloeden die onze acties… 134 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 125: 4.11.3 Bientraitance: een overzicht Slide 125 4.11.3 Bientraitance : een overzicht Een goede zorghouding start bij jezelf: houd er om te beginnen rekening mee dat je brein voortdurend attributiefouten maakt en wees waakzaam voor projecties en interpretatiefouten. Daarnaast moet je een (voortdurend geactualiseerd) evenwicht tussen voor- en nadelen voor je cliënt zien te behouden, en hem of haar het gevoel kunnen geven dat het leven zin en betekenis heeft. Bovendien kan het feit dat je als begeleider soms eenvoudigweg te weinig persoonlijke ervaring hebt met ouderdom een betere ouderenzorg in de weg staan. Voor ouderen met een verstandelijke beperking zorgen, betekent dubbel zoveel nadeel. Je moet steeds blijven beseffen dat je alles bekijkt vanuit het standpunt van een veel jonger iemand. Al je goede bedoelingen ten spijt kunnen je eigen tempo en reflexen dus een obstakel vormen bij het respecteren van iemands echte behoeften of van wat iemand werkelijk wil. 135 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 126: 4.12 Welzijn en preventie Slide 126 4.12 Welzijn en preventie Welzijn en preventie Comfort, respect voor andermans smaken - Voorbeeld: Zoë heeft altijd een rok gedragen, een broek vindt ze vulgair. Nu haar een bekkengordel werd voorgeschreven, moet haar garderobe aangepast worden … een wikkelrok die achteraan opent, is de ideale oplossing! Een ander voorbeeld: Yoessef draagt praktisch, ‘verantwoord' schoeisel, maar droomt eigenlijk van modieuze sportschoenen. Het gevoel iets bij te dragen aan de maatschappij - Voorbeeld: Wendy houdt van breien, maar ze heeft geen specifiek doel voor ogen. Waarom geen sprei voor een liefdadigheidsinstelling maken? Schoonheid - Voorbeeld: Kleur, make-up, scheren enz. Actief monitoren van mentale en fysiologische veranderingen – Voorbeeld: Xander laat zich op vraag van zijn zorgverleners regelmatig medisch onderzoeken. Yolande, daarentegen, klaagt vaak over pijn in haar heup, maar dat wordt zonder meer toegeschreven aan depressie! Ander voorbeeld: Bij Zoë werd Alzheimer vastgesteld maar uiteindelijk bleken haar problemen te maken te hebben met epilepsie en met het feit dat ze het gemeenschapsleven beu was. 136 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 127: 4.13 Ethiek als reddingsboei Slide 127 4.13 Ethiek als reddingsboei Cartoon: Een begeleider helpt een oude man een koelkamer in: "Goed zo, opaatje! Zoek met die hittegolf maar de koelte op! Ga hier maar naar binnen. Tot in september!" De weg naar de hel is geplaveid met goede voornemens Het verlangen om goed voor iemand te zorgen kan een averechtse uitwerking hebben als we daaronder verstaan dat we ‘goed willen doen’. Een goede zorgaanpak vloeit voort uit ethische overwegingen, of de kunst om de juiste vraag te stellen … (wat tot het juiste antwoord kan leiden), terwijl 'goed willen doen' meer te maken heeft met een moraal die zogezegd ‘de enige echte waarheid' verkondigt … Ook al willen we daadwerkelijk echt goed voor iemand doen, als we daarbij niet nagaan of die persoon het ook echt eens is met ons voorstel, kunnen we een totaal verkeerde weg inslaan en iemand via wat we zelf bientraitance zouden noemen net mishandelen: “De weg naar de hel is geplaveid met goede voornemens!” stelde Sint-Barnardus als in de 12de eeuw. 137 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 128: 4.14 Ethiek als reddingsboei - Vervolg Slide 128 4.14 Ethiek als reddingsboei - Vervolg Hoe ethische overwegingen bepaalde problemen kunnen overwinnen Vooraleer je acties onderneemt, kan een zekere mate van creativiteit je in sommige gevallen helpen om naar een bepaald conceptueel kader te verwijzen. Een al te bureaucratische of medisch moralistische oplossing kan echter rampzalige gevolgen hebben voor de dynamiek binnen een zorgrelatie. Voor zover de omstandigheden dat toelaten, moet je als begeleider dus je werk zoveel mogelijk trachten uit te voeren in overeenstemming met de wensen van je cliënt. In een uitzichtloze situatie die je professionele verantwoordelijkheid ondermijnt en waarbij overtuigings- en beïnvloedingstechnieken (zie Freedman en Frazer, Joule en Beauvois) hebben gefaald, is een list (‘attitude par ruse’, Naquet-Vidal) soms de enige manier om uit de impasse te raken, uiteraard vooropgesteld dat je niet de bedoeling hebt je cliënt schade toe te brengen. Voorbeeld: Yacinta moet op doktersadvies oefeningen doen om fysieke achteruitgang te voorkomen. Begeleidster Jeanne vraagt haar hulp om de vuilnisbak naar beneden te brengen. Dat kan ze natuurlijk niet weigeren! Zodra ze de beneden zijn, stelt Jeanne voor een eindje te wandelen. Toen ze 10 minuten voordien nog comfortabel in haar zetel zat, zou Yacinta dat zeker geweigerd hebben. 138 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 129: Deel 4: Oefening 2 Slide 129 Deel 4: Oefening 2 We hebben in dit deel verschillende onderwerpen aangeroerd die te maken hadden met een essentieel onderdeel van een goede zorgbenadering, namelijk bientraitance. Deze oefening gaat daar dieper op in. Op de volgende slides krijg je de gelegenheid om te reflecteren en onderstaande vragen te beantwoorden: 1. Geef drie alledaagse handelingen die een goede zorgbehandeling of bientraitance illustreren. 2. Je zorgverlening voortdurend verbeteren kan leiden tot paradoxale opdrachten of tegenstrijdige instructies. Hoe kun je dat voorkomen? 3. Hoe kan een op het eerste zicht bijzonder complexe wetgeving een concreet toepasbaar hulpmiddel zijn in je dagelijkse zorgsituatie? 4. Voor een succesvolle samenwerking is het essentieel om samenwerkingsverbanden te creëren en acties te coördineren. Welke impact heeft dat op je cliënt, een oudere persoon met een verstandelijke beperking? 5. Ouder worden veroorzaakt fysiologische, psychologische en sociale veranderingen die we moeten leren detecteren en respecteren. Sommige zaken veranderen echter niet. Wat moet je vooral blijven doen? Wat moet je iemand blijven bieden, ongeacht alle veranderende omstandigheden? Noteer je ideeën in de daarvoor bestemde tekstvakken of maak notities op Oefenblad 11. Klik op 'VOLGENDE' om verder te gaan. Ter afronding van deze module, vind je op de volgende slide een samenvatting over Bientraitance. Je kan het lesmateriaal altijd opnieuw bekijken, herhalen en de oefeningen nog eens maken. Als je daarmee klaar bent, kun je de samenvatting van de volledige module doornemen en de Eindtest maken. Om je antwoorden opnieuw te bekijken, klik op "Bekijk antwoorden". Om je resultaten af te drukken, klik op "Print antwoorden". Opmerking: Als je oefeningen 'opnieuw' maakt, worden je eerdere antwoorden overschreven. 139 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 130: 4.15 Samenvatting Slide 130 4.14 Samenvatting Bientraitance: een ‘goede zorghouding’ impliceert samenwerking. Dat maakt integraal deel uit van een professionele houding waarbij je voortdurend reflecteert, zowel over afgelopen als over toekomstige acties. Een zorgbenadering dient dan ook doorlopend geanalyseerd te worden, in overeenstemming met de wensen van de cliënt en met de gecoördineerde feedback van alle begeleiders. In het kader van een ruimere samenhang binnen de zorg fungeert dit als een leidraad voor goede praktijken. “Om aan de behoeften en wensen van een zorgnemer te kunnen voldoen, moeten de verschillende partijen in vertrouwen met elkaar interageren: Begeleiders/therapeuten verlenen ‘goede’ zorg op het juiste moment en op de juiste plaats. Pedagogisch personeel stimuleert de persoonlijke ontwikkeling. Receptionisten, administratief en leidinggevend personeel, mensen van de catering, logistieke medewerkers,... zorgen samen voor een hoogwaardige leefomgeving voor alle betrokkenen. De instelling neemt Bientraitance op in zijn beleids-, piloot- en ‘ondersteunende’ projecten en stemt zowel zijn huisregels als zijn organisatie op een goede zorgaanpak af. Personen met een verstandelijke beperking en hun familieleden staan centraal in het zorgproces. Zij zijn het belangrijkst.” De tevredenheid van de gebruiker over de geleverde diensten is dan ook het doorslaggevende criterium bij de evaluatie van Bientraitance . (A.R.F.I.E, BENE-Rapport, p.21.) 140 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 131: Samenvatting van de module Slide 131 Samenvatting van de module Samenvatting van module 6 Illustratie om aan te tonen dat de belangrijkste aandachtspunten van deze module volgen 141 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 132: Aandachtspunten uit deze module Slide 132 Aandachtspunten uit deze module Aandachtspunten uit deze module: Net als iedereen leven ook ouderen met een verstandelijke beperking vandaag langer dan vroeger. De voorbije decennia hebben we de zorgaanpak dan ook grondig moeten herzien. In deze module heb je geleerd dat de bekommernissen van oudere mensen vergelijkbaar zijn, ongeacht of ze al dan niet beperkt zijn. Ouder worden is namelijk een universeel proces. Dat neemt niet weg dat het zich bij elke persoon op een andere manier uit, maar de verschillen tussen ouderen met een verstandelijke beperking en andere ouderen hebben doorgaans eerder te maken met het soort beperking en de graad daarvan dan met leeftijd. Bijgevolg moeten we onze opvattingen en acties aanpassen aan hun waarnemingen en aan wat zij van een goede zorgverlening verwachten. Eenmaal de wettelijke basis en de burgerrechten en -plichten in acht genomen, is het zaak om samen met de oudere persoon in kwestie en alle andere betrokken partijen een gezamenlijk actieplan op te stellen op basis van het levensproject. De rol van de begeleider is geen ‘natuurlijke’ rol. Zorgverleners moeten zich bewust zijn van het belang van hun eigen persoonlijke ontwikkeling zodat ze bij het analyseren van situaties objectiever kunnen oordelen. De vrije wil van de cliënt moet altijd bovenaan het prioriteitenlijstje staan. 142 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 133: Aandachtspunten uit deze module - Vervolg Slide 133 Aandachtspunten uit deze module – Vervolg Iemand met een verstandelijke beperking heeft het vooral moeilijk om zich een voorstelling van de realiteit te maken of bepaalde waarnemingen te begrijpen. Om ongelukkige misverstanden, tegenslagen en onbegrip te voorkomen, kan je de communicatiekloof overbruggen en de drempel verlagen door jezelf aan het begripsniveau en de autonomie van je cliënt aan te passen. Je kan dat doen met behulp van verschillende vectoren, waaronder het levensverhaal en de omstandigheden van de persoon in kwestie. Anticiperen, onderhandelen, aanpassen, organiseren en samenwerken zijn de trefwoorden voor een zorgaanpak die van het concept bientraitance een prioriteit maakt en verder gaat dan een algemene professionele benadering op grond van welwillendheid. Het is daarbij cruciaal dat er coherentie bestaat tussen de medische/sociale wereld en de menselijke interactie. De complexiteit van relaties en de diversiteit van multi-professionele rollen vereisen dan ook een geïntegreerde harmonisatie. Bovendien moeten de boodschappen aan de zorgnemer aangepast worden. Deze taak ten opzichte van oudere personen met een verstandelijke beperking moet gebaseerd zijn op de gezamenlijke waarden van een ethisch professioneel kader. De relevantie van ‘zorgverlening’ haalt haar legitimiteit uit het respect voor iedere persoon en uit de betekenis die hij of zij aan het leven wil geven. Het belang van deze taak inzien en ze correct kunnen invullen zijn fundamentele elementen voor een professionele zorgaanpak. 143 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 134: Bibliografie: Boeken en artikels (A-F) Slide 134 Bibliografie: Boeken en artikels (A-F) A.R.F.I.E (Sept. 2012) Cahier n°7. BENE rapport, La bientraitance: approche et recommandations, Éditions Les ateliers du Tricentenaire, Bissen, p. 164 AZEMA, B. & MARTINEZ, N. (juin 2005) Les personnes handicapées vieillissantes: espérances de vie et de santé, qualité de vie, Revue Française d’Action Sociale n°2, La documentation Française ; Paris BRUNER, J.S. & TAGIURI, R. (1954) The perception of people. In G. Lindzey (Ed.) Handbook of psychology vol. 2. Cambridge, Mass.: AddisonWesley. CHILAND, C. (2008), L’entretien clinique, Paris, PUF, Quadrige Manuels CICCONE, A. (1998) L’observation clinique, Paris, Les topos de Dunod, Paris GINESTE, Y. & PELISSIER. J. (2005) Humanitudes, Bibliophlane ; Daniel Radford GOMEZ, J.F. Le temps des rites / La maladie contemporaine de la fonction symbolique, pp. 11-20 ; 67-69 FESTINGER, L. (1957). A Theory of Cognitive Dissonance. Stanford: Calif. Stanford University Press. FREEDMAN, J.L. & FRASER,S.C (1966) Compliance without pressure: the foot-in-the-door technique. Journal of Personality and Social Psychology, 4, 195-202. 144 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 135: Bibliografie: Boeken en artikels (H-Rog) Slide 135 Bibliografie: Boeken en artikels (H-Rog) HAMILTON, D.L. & GIFFORD, R.K. (1976). Illusory correlation in interpersonal perception: a cognitive basis of stereotype judgments. Journal of Experimental Social Psychology, 12, 392-407. HUET, O. (2008) Je prépare le DEAMP: Diplôme d’état d’aide médicopsychologique,Paris, Dunod. KELLEY, H.H. (1967) Attribution theory in social psychology in D.Levine (Ed.), Nebraska Symposium on Motivation (vol 15). Lincoln: University of Nebraska Press. LUQUET, V. & Al. Cleirppa. (sept. 2012) Anticiper les départs à la retraite des travailleurs handicapés en ESAT par des stages de préparation, Paris, Livrets pédagogiques et techniques, coopération Chorum ; Agrica ; Malakoff-Médéric ; MSA. Disponibilité gratuite sur www.solidel.fr. MASLOW, A. (1943) A Theory of Human Motivation. MILLER, G.A. & CANTOR, N. (1982) Book revue. Nisbett, R. & Ross, L. Human inference: strategies and shortcomings of social judgment. Social Cognition, 1, 83-93. RAGUENES, R. (septembre 2011) Guide pratique pour les encadrants en aide à domicile, Revigny /Ornain, DOC éditions. ROGERS, C. (1995) On Becoming a Person, Mariner Books. 145 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 136: Bibliografie: Boeken en artikels (Ros-Z) Slide 136 Bibliografie: Boeken en artikels (Ros-Z) Rosenthal R. en Jacobson L-F., "Teacher Expectation for the Disadvantaged" in Scientific American, vol. 218, nr.4, 1968. Ross L., "The intuitive psychologist and his shortcomings: distortions in the attribution process" in Berkowitz L. (red.), Advances in Experimental Social Psychology, vol.10, Academic Press, New York, 1977, pp.173-220. Shweder R-A., 1975, "How relevant is an individual difference theory of personality" in Journal of Personality, nr.43, p.465. Van Gennep A., Les rites de passage, A.J. Picard, Parijs, 1981. Watzlawick P., Weakland J-H. en Fisch R., Change; principles of problem formation and problem resolution, Norton, New York, 1974. Zribi G., Sarfaty J. e.a., Le vieillissement des personnes handicapées mentales, EHESP, Rennes, 2012. 146 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 137: Websites Slide 137 Bibliografie ? - Z Websites http://echr.coe.int/NR/rdonlyres/697D579F-D3EE-4CC5-91FA4FF91F9D6A37/0/DG2FRHRHAND012003.pdf ) http://www.anesm.sante.gouv.fr/spip.php?page=article&id_article=375 http://www.anesm.sante.gouv.fr/IMG/pdf/reco projet.pdf http://www.erudit.org/revue/nps/2003/v16/n2/009841ar.html http://www.sante.gouv.fr/drees/rfas/rfas200502/200502-art15.pdf http://www.adapei21.com/docs/bientraitance%20-%20maltraitance.pdf http://courses.umass.edu/psyc360/rosenthal.pdf http://www.europarl.europa.eu/charter/pdf/text_nl.pdf http://www.legifrance.gouv.fr/affichTexte.do?cidTexte=JORFTEXT0000008 09647&dateTexte=&categorieLien=id http://www.madmoizelle.com/effet-halo-94641 147 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 138: Verder lezen (A-J) Slide 138 Verder lezen (A-J) BLANC, P. (2006) Une longévité accrue pour les personnes handicapées vieillissantes: un nouveau défi pour leur prise en charge. Paris, Rapport sénatorial , p.99 BOUTINET, J.P. (1990) Anthropologie du projet, PUF - Psychologie d’aujourd’hui ; Paris, p. 446 BREITENBACH, N., ROUSSEL, P. (02/1991) Les personnes handicapées vieillissantes, situations actuelles et perspectives ; CTNERHI n°185 BREITENBACH, N., GABBAI, P., GUYOT, P., LAROQUE, G., ZRIBI,G./SARFATI, J. & Al. - CTNERHI (mars 2006) La personne handicapée vieillissante ou âgée, Dossier professionnel n° 10, 4ème édition, p.102 CNSA (Oct. 2010) Aide à l’adaptation et à la planification de l’offre médicosociale en faveur des personnes handicapées vieillissantes, Dossier technique de la Caisse Nationale de Solidarité pour l’Autonomie Fondation de France (collectif), Les accompagner jusqu’au bout du chemin. Rennes: EHESP 2000. 180 p. IONESCU, S. (1997) La déficience intellectuelle T.2, Pratique de l’intégration, Vieillir handicapé, FAC psycho, pp. 205-223, Paris, Nathan JOULE, R.V., BEAUVOIS, J.L. (1987) Petit traité de manipulation à l’usage des honnêtes gens, PUG Grenoble. p. 224. 148 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 139: Verder lezen (K-Z) Slide 139 Verder lezen (K-Z) Leroux. P., Age, santé et travail en CAT, Étude épidémiologique sur le vieillissement des travailleurs handicapés mentaux des CAT des pays de Loire entre 1991 et 1997. Edition GRADIUM, St Nazaire, 1997, 231 p. Liberman R., Handicap et maladie mentale, Collectie Que sais-je ?, PUF, Parijs, 1998. Lionnet M., Cheveux gris et cheveux blancs, afstudeerscriptie UBO Brest, oktober 2006. Morel P., "Accompagner le passage à la retraite de travailleurs d’ESAT” in Du sujet au projet et réciproquement, Vie Sociale nr.4, 2010, CEDIAS musée social, pp.61-85. Weber G., "Vieillissement et handicap intellectuel: perspectives pour la décennie à venir" in Zribi en Sarfaty (red.), Construction de soi et handicap mental, édition EHESP, Rennes, 2000, pp.207-220. 149 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 140: Aanvullend bronmateriaal: nuttige links Slide 140 Aanvullend bronmateriaal: nuttige links http://www.univrouen.fr/servlet/com.univ.utils.LectureFichierJoint?CODE=1274191259911 &LANGUE=0 http://www.photolangage.com/presentation.php http://www.cleirppa.asso.fr/SPIP-v18/IMG/pdf/VRTH_Rapport_DT_avril_2006_avec_couv.pdf http://papidoc.chic-cm.fr/400bd.html http://www.anesm.sante.gouv.fr/IMG/pdf/reco_bientraitance.pdf http://projet-bene.jimdo.com/ 150 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 141: Aanvullend bronmateriaal Lesmateriaal en bijkomende studiebronnen Slide 141 Aanvullend bronmateriaal: Lesmateriaal en bijkomende studiebronnen Lesmateriaal en bijkomende studiebronnen Chauvin K. en Lefeuvre-Darjanou K., cd: Handicaps et Vieillissements, Dossier documentaire, EHESP, 2009. Dvd: Être handicapé et vieillir, Fondation Nationale de Gérontologie, 2012. Dvd: Citoyens en institutions, Institutions citoyennes, ESAT van Mézin, 47170, 2012. Chauvin K. (Sociologe), Handicap et vieillissement: enjeux et défis pour les structures et services, EHESP, 2011, powerpointpresentatie. Dr. Leroux P. (geriater), Santé et Vieillissement des travailleurs en ESAT, Centre Hospitalier Saint-Nazaire, 2009, powerpointpresentatie. Dr. Remoue L. (Geriater), La Personne Handicapée Vieillissante, E.H.P.A.D - L.G.O Brest, 2011, powerpointpresentatie. 151 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 142: Aanvullend bronmateriaal: Overtuigingstechnieken Slide 142 Aanvullend bronmateriaal: Overtuigingstechnieken Manipulatie kan een situatie of iemands voorstelling daarvan veranderen: Erving Goffman (socioloog) beschrijft protective practices, wat neerkomt op iemand 'beschermen' door tactvol te handelen. Pierre Naquet-Vidal (socioloog bij CERPE) verwijst naar deceptive conduct waarbij je misleidende trucs toepast. R-V. Joule en J-L. Beauvois (psychosociologen) hebben het over enkele van de bekendste verkoopstactieken om consumenten te manipuleren: de voet-tussen-de-deur-, de deur-in-het-gezicht- en de lage-bal-techniek. 152 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 143: Eindtest Slide 143 Eindtest Waar of niet waar? Beantwoord onderstaande 10 vragen met Waar of Niet waar De Eindtest voor deze module kun je afleggen via de AGID-website: http://agid-project.eu/ Op de pagina van deze module vind je daar een link naar de test. Informatie over de test vind je hieronder. Inleiding Dit is je eindopdracht. Beantwoord deze vragenreeks met een klik op de juiste knop(pen). Door deze eindtest af te leggen, verklaar je dat jij en jij alleen deze vragen hebt beantwoord. Als bekend wordt dat je deze test niet alleen hebt afgelegd, staan je eer en integriteit op het spel. Maak deze test dus helemaal alleen zonder hulp. Voor alle andere oefeningen is het uiteraard toegelaten om het materiaal en de oefeningen met anderen te bespreken, dat is net onderdeel van het leerproces. Maar deze eindtest moet kunnen uitmaken welke kennis je hebt opgedaan en hoeveel je begrepen hebt. Wees dus eerlijk! Om een certificaat te bekomen dat je geslaagd bent, heb je een score van 80% nodig. Je krijgt 30 minuten voor de test. Ben je niet geslaagd? Je kunt de eindtest opnieuw maken nadat je de leerstof in deze module herhaald hebt. Klik op "Volgende" om naar de vragen te gaan. Het is van groot belang dat je het lesmateriaal voldoende herhaalt. Als je niet geslaagd bent, is het dan ook onmogelijk om de antwoorden van deze taak te bekijken. Veel succes Een loyaliteitsconflict impliceert A of B tevredenstellen. Stigmatisering en onverschilligheid zijn het gevolg van een natuurlijke neiging om op tijd en onderzoek te besparen. 153 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Een geschikte methodologie moet op voorhand wederzijds overeengekomen zijn. Een oudere persoon met een verstandelijke beperking heeft geen volledige keuzevrijheid omdat hij of zij niet met zijn of haar frustraties kan omgaan. Een professionele aanpak impliceert een subjectieve analyse van de situatie. 6. Het realiteitsprincipe impliceert rekening houden met de wensen van iemands familie en vrienden. 7. Als iemand ouder wordt, wil die persoon in een zelf gekozen omgeving wonen. 8. Iemand 'goed behandelen' (bientraitance) is een wederkerige benadering. 9. Iemand toelaten zich te ontplooien betekent dat je hem of haar stimuleert, niet dat je hem of haar zomaar laat doen zonder iets om handen. 10. Activisme is een signaal dat kan helpen om moeilijkheden op te sporen. AGID-Module 6: Professionele zorgverlening Geslaagd Niet geslaagd Jouw score: punten Aanal punten nodig om te slagen: punten Gefeliciteerd! Je hebt deze module met succes afgerond. Je kan jouw antwoorden op de vragen altijd opnieuw bekijken. Je bent helaas niet geslaagd voor deze test. Herhaal de leerstof en probeer daarna de test opnieuw te maken. 154 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 144: Wat nu? Slide 144 Wat nu? Dankjewel dat je deze module hebt gebruikt om iets bij te leren over professionele zorgverlening. We zouden het erg op prijs stellen als je even de tijd wil nemen ons jouw feedback over deze module te bezorgen. Je kan dat doen door de vragenlijst op de feedbackpagina van onze website in te vullen: http://agid-project.eu/feedback. Alvast ongelooflijk bedankt! Was dit je eerste module? Aarzel dan niet om ook de andere modules uit de reeks te proberen: Module 1: Ouder worden en het verouderingsproces Module 2: Persoonsgerichte planning Module 3: Sociale netwerken en communicatie Module 4: Emotionele zelfregulatie voor begeleiders Module 5: Pathologische veroudering Module 6: Professionele zorgverlening: een hele prestatie Je kan al deze modules en andere leerhulpmiddelen over Ouder worden met een verstandelijke beperking vinden op onze website (http://agidproject.eu). Neem zeker een kijkje en aarzel niet om hulp en advies te vragen via het contactformulier op onze site. 155 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 145: Bijlagen: Oefenbladen Slide 145 Bijlagen: Oefenbladen In deze module worden volgende oefenbladen gebruikt: Oefenblad 1: Professionele aanpak Oefenblad 2: Veroudering Oefenblad 3: ‘Denken in andermans plaats’ en empathie Oefenblad 4: Objectiviteit Oefenblad 5: Zorgen voor mensen met een beperkte autonomie Oefenblad 6: Technieken en hulpmiddelen Oefenblad 7: Methodologische benaderingen Oefenblad 8: Levenslange ondersteuning Oefenblad 9: Behoeften en wensen van ouderen met een verstandelijke beperking Oefenblad 10: Zoek de fout! Oefenblad 11: Bientraitance 156 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 146: Oefenblad 1: Professionele aanpak Slide 146 Oefenblad 1: Professionele aanpak 157 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 147: Oefenblad 2: Veroudering Slide 147 Oefenblad 2: Veroudering 158 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 148: Oefenblad 3: 'Denken in andermans plaats' en empathie Slide 148 Oefenblad 3: 'Denken in andermans plaats' en empathie 159 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 149: Oefenblad 4: Objectiviteit Slide 149 Oefenblad 4: Objectiviteit 160 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 150: Oefenblad 5: Zorgen voor mensen met een beperkte autonomie Slide 150 Oefenblad 5: Zorgen voor mensen met een beperkte autonomie 161 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 151: Oefenblad 6: Technieken en hulpmiddelen Slide 151 Oefenblad 6: Technieken en hulpmiddelen 162 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 152: Oefenblad 7: Methodologische benaderingen Slide 152 Oefenblad 7: Methodologische benaderingen 163 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 153: Oefenblad 8: Levenslange ondersteuning Slide 153 Oefenblad 8: Levenslange ondersteuning 164 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 154: Oefenblad 9: Behoeften en wensen van ouderen met een verstandelijke beperking Slide 154 Oefenblad 9: Behoeften en wensen van ouderen met een verstandelijke beperking 165 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 155: Oefenblad 10: Zoek de fout!* Slide 155 Oefenblad 10: Zoek de fout!* 166 Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie Slide 156: Oefenblad 11: Bientraitance Slide 156 Oefenblad 11: Bientraitance 167