Slide 21: Structuur van de module

advertisement
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Module 6 - Professionele zorgverlening:
een hele prestatie
1
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 1: AGID-opleidingsmodules
Slide 1 AGID-opleidingsmodules
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Auteurs: Auteurs: Virginie Laurent (Les Genêts d’Or) en Patrice Morel (Les
Genêts d’Or)
Ontwikkeld door: Steve Mackenzie (De Montfort Universiteit), Jonathan
Yaseen (Northumbria Universiteit)
25 februari 2014
AGID - PROJECTNUMMER - 518175-LLP-1-2011-1--LU-LEONARDOLMP
OVEREENKOMST 2011 – 4000/001-001
2
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 2: Copyright en disclaimer
Slide 2 Copyright en disclaimer
Auteursrechten: De AGID-opleidingsmodules van het AGID-Consortium
vallen onder een Creative Commons Naamsvermelding-NietCommercieelGeenAfgeleideWerken 3.0 Unported licentie. Gebaseerd op een project
van http://agid-project.eu. Voor bijkomende voorwaarden zie: http://agidproject.eu. De gebruikte Microsoft media-elementen (zoals foto’s en clip
art) vallen niet onder deze licentie. Ze werden gebruikt met de toestemming
van Microsoft en vallen onder hun licentievoorwaarden (zie voor meer
informatie www.microsoft.com/permission).
Dat betekent dat je deze bron mag delen (kopiëren, verspreiden, vertonen)
op voorwaarde dat je correct naar de module verwijst, de originele staat
ervan respecteert, en het niet voor commerciële doeleinden gebruikt. Je
mag deze modules dus niet aanpassen, bewerken of herwerken. Voor de
volledige licentiegegevens, zie: http://creativecommons.org/licenses/by-ncnd/3.0/deed.en_US.
Naamsvermelding: Gelieve als volgt naar ons te verwijzen:
AGID-Consortium, Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele
prestatie, AGID-modules, Luxemburg, 2014.
Disclaimer: Deze reeks modules moet mensen er bewust van maken dat
ook personen met een verstandelijke beperking ouder worden. Daarmee
hopen we de aangeboden dienstverlening te verbeteren. Om je
vaardigheden, kennis en kwaliteiten bij de zorg voor ouder wordende
personen met een verstandelijke beperking verder te ontwikkelen, raden
we je aan om na deze eerste inleiding verder te studeren.
3
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 3: Welkom
Slide 3 Welkom
Welkom bij deze module. Dit is de zesde en laatste van zes
opleidingsmodules over het thema Ouder worden met een verstandelijke
beperking.
Deze reeks modules werd ontwikkeld door het AGID-Consortium, een
Europese groep van universiteiten en dienstverleners uit de sociale
zorgsector. Verantwoordelijke coördinator is La Fondation A.P.E.M.H.
(Association de Parents d’Enfants Mentalement Handicapés) (LUX)
Andere partners:
ARFIE- (Association de Recherche et de Formation sur l’Insertion en
Europe) (BE)
CADIAI (Cooperativa Assistenza Domiciliare Infermi Anziani Infanzia) (IT)
De Montfort University (GB)
Les Genêts d’Or (Association Médico-sociale pour personnes handicapées
et/ou dépendentes) (FR)
University of Vienna (AUT)
Zonnelied vzw (Dienstverleningscentrum voor volwassen personen met
een handicap) (BE)
Wij hopen dat je deze modules in de praktijk goed zult kunnen gebruiken.
Heb je de module met succes doorlopen? Dan kun je een certificaat
behalen voor alle modules van de reeks. Als dit niet je eerste module is,
mag je rustig de inleidende hoofdstukken overslaan en direct naar het
onderdeel Over deze module gaan.
4
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 4: Belangrijke begrippen en afspraken - Deel 1
Slide 4 Belangrijke begrippen en afspraken - Deel 1
Voor je begint kan het nuttig zijn om de juiste terminologie te kennen. We
overlopen dan ook even de betekenis die bepaalde instanties aan
bepaalde termen geven.
Beperking: De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) definieert het
Engelse disabilities als een overkoepelende term voor (functie)stoornissen,
(activiteiten)beperkingen en participatieproblemen. De Nederlandse
overkoepelende term daarvoor is "functioneringsproblemen". Daarbij gaat
het bij een stoornis om verminderde lichaamsfuncties of anatomische
eigenschappen; bij een beperking heeft iemand het moeilijk om activiteiten
of acties uit te voeren; en participatie slaat op iemands deelname aan het
maatschappelijk leven. Een functioneringsprobleem is dus een complex
fenomeen, een wisselwerking tussen iemands lichaam en persoonlijke
kenmerken en zijn of haar leefomgeving.
Het VN-verdrag over de mensenrechten voor personen met een handicap
geeft daar volgende definitie van:
Personen met een handicap zijn personen met permanente, langdurige,
tijdelijke of kortstondige fysieke, mentale, verstandelijke of zintuiglijke
beperkingen die hen in wisselwerking met afzonderlijke fysieke,
economische, sociale, culturele en persoonlijke factoren, of een combinatie
daarvan, beletten om volledig, daadwerkelijk en op voet van gelijkheid met
anderen aan de samenleving deel te nemen.
5
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 5: Belangrijke begrippen en afspraken - Deel 2
Slide 5 Belangrijke begrippen en afspraken - Deel 2
In deze modules gebruiken we "verstandelijke beperking", gedefinieerd
zoals de AAIDD (American Association on Intellectual and Developmental
Disabilities) intellectual disability omschrijft:
Een verstandelijke beperking is een functioneringsprobleem dat zowel
belangrijke intellectuele beperkingen kan inhouden (redeneren, leren,
problemen oplossen) als een beperkt aanpassingsvermogen zoals dat tot
uitdrukking komt in alledaagse sociale en praktische vaardigheden. Deze
beperking ontstaat voor de leeftijd van 18 jaar.
Andere definities die we in deze leeromgeving gebruiken:
Oudere persoon met een beperking: Een oudere persoon met een
beperking is iemand die al met de gevolgen van een beperking leefde voor
hij of zij met de gevolgen van veroudering werd geconfronteerd.
Gezondheidswerkers: Betaalde, speciaal opgeleide deskundigen die in
brede zin betrokken zijn bij het verstrekken van gezondheid, sociale zorg of
opleiding, zoals dokters, psychiaters, psychologen, maatschappelijk
werkers, fysiotherapeuten, ergotherapeuten, pedagogen en logopedisten.
Begeleiders: Mensen die in hun rol van verzorgers en opvoeders ouder
wordende personen met een verstandelijke beperking dagelijks en
rechtstreeks bijstaan, ongeacht waar ze wonen.
Mantelzorgers: Familieleden die de verstandelijk beperkte persoon
rechtstreeks ondersteunen.
6
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 6: Belangrijke begrippen en afspraken - Deel 3
Slide 6 Belangrijke begrippen en afspraken - Deel 3
Opgelet dat je bepaalde pathologische symptomen niet verkeerd toeschrijft
aan verstandelijke beperking of veroudering.
Elke noemenswaardige verandering in iemands houding, smaak of gedrag
moet gemeld worden zodat de arts een correcte diagnose kan stellen.
Enkele voorbeelden van mogelijke indicaties die regelmatig aan een
beperking worden toegeschreven, maar evengoed kunnen wijzen op een
pathologische oorzaak (zie ook module 5, Pathologische veroudering):
Afzondering, ongeïnteresseerdheid, snel moe = tekenen van depressie
Ongeduld, onoplettendheid, vergeetachtigheid = tekenen van dementie
Onsamenhangendheid, snel moe, verlies van eetlust = tekenen van
uitdroging
Verlies van eetlust, prikkelbaarheid, afzondering = tekenen van pijn
Afzondering, onsamenhangendheid, agressiviteit = tekenen van doofheid
7
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 7: Structuur van deze module
Slide 7 Structuur van deze module
Hoe gebruik je deze module?
Over deze module
Inleidende Oefening
Deel 1: Professionele zorgverlening
Deel 2: Een gepaste methodologische benadering
Deel 3: Levenslange ondersteuning
Deel 4: 'Bientraitance': een positieve zorgverlening
Samenvatting en eindtest
8
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 8: Hoe gebruik je deze module?
Slide 8 Hoe gebruik je deze module?
Is dit je eerste module uit deze reeks of je eerste contact met deze
leeromgeving? Neem dan even de tijd om de informatie in dit deel "Hoe
gebruik je deze module?" door te nemen. Je vindt hier informatie over
volgende onderwerpen:
Voor wie zijn de AGID-modules bestemd?
Hoe werkt een AGID-module?
Navigatie en Zoeken
Nuttige Links
Reflecteren, oefenen en testen
Beoordeling en certificaat
Toegankelijkheid en gebruik
Softwarevereisten
Systeemvereisten
9
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 9: Voor wie zijn de AGID-modules bestemd?
Slide 9 Voor wie zijn de AGID-modules bestemd?
De modules zijn vooral bestemd voor:
Professionele begeleiders die werken met personen met een verstandelijke
beperking.
Ze kunnen ook zeer waardevol zijn voor:
Andere mensen die werken met oudere personen met een verstandelijke
beperking zoals artsen, verpleegsters, psychologen, ... en
Mantelzorgers - vaders, moeders, zussen, broers, tantes, ... die voor een
ouder familielid zorgen.
Je kan deze module volledig zelfstandig afwerken, maar je zal er meer
uithalen als je de onderwerpen en oefeningen ook met anderen bespreekt,
vooral met collega's waar je nauw mee samenwerkt.
Voor de denkoefeningen is het zelfs ten zeerste aan te bevelen die in
groep te maken, samen met een collega of met de hulp van een mentor.
Je kan deze module gebruiken:
als een zuiver online hulpmiddel dat je alleen voor jezelf raadpleegt;
als onderdeel van een inleidende workshop met doorlopende toegang tot
de module;
als onderdeel van een reeks doorlopende workshops.
10
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 10: Hoe werkt een AGID-module?
Slide 10 Hoe werkt een AGID-module?
Deze AGID-module bestaat uit een inleiding, een reeks inhoudelijke
onderdelen en een samenvatting. Elk deel heeft een eigen kleur en bevat
naast informatieve slides oefeningen om aan zelfreflectie te doen, en
denkoefeningen en testen die je helpen bij je studie.
We raden je aan om langzaam en systematisch te werken en vooral veel te
reflecteren over de problemen die in de module aan bod komen.
In het begin kun je best slide per slide gewoon in volgorde afwerken. Het
menu links laat je toe om elk onderdeel van de module op elk moment
opnieuw te bekijken.
Alle afbeeldingen van personen zijn louter illustratief en dus niet bedoeld
als reële voorstelling van de werkelijkheid.
Voor bijkomende nuttige links en referenties kun je steeds terecht op de
website van AGID (http://agid-project.eu/).
Als je de module hebt afgewerkt, krijg je eenvoudig toegang tot alle links en
media uit de module via de website van AGID (http://agid-project.eu/).
11
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 11: Navigatie en Zoeken
Slide 11 Navigatie en Zoeken
Navigatie
Navigeren kun je met de muis in het navigatiemenu (aan de linkerkant van
het scherm). Met de linkermuisknop klikken op de knoppen "Volgende" of
"Vorige" rechts onderaan brengt je respectievelijk naar de volgende of de
vorige slide. (Opmerking: Op oefenslides kun je enkel naar de volgende
slide als je het navigatiemenu gebruikt of de knoppen "Einde", "Verder" of
"Volgende").
Je kan ook door de module navigeren via volgende sneltoetsen:
Pijl-links, Pijl-omhoog of Page Up: ga naar de vorige slide.
Pijl-rechts, Pijl-omlaag of Page Down: ga naar volgende slide.
O/T/S - Selecteer tabbladen: Outline (Overzicht), Thumbnails (Miniaturen),
Search (Zoeken).
Tab: met deze toets kun je van link naar link navigeren. Gebruik deze toets
om naar de Bijlagen te gaan en E-mail te versturen.
Enter: opent een link in een nieuw venster of tabblad.
Home: ga naar de eerste slide en End: ga naar de laatste slide.
Zoeken
Het volledige navigatiemenu is te vinden onder het tabblad "Overzicht".
Rechts daarvan vind je het tabblad "Zoeken". Hiermee kan je een woord of
zin in deze module opzoeken. Je krijgt dan een lijst met links naar alle
slides die dat woord of die zin bevatten.
12
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 12: Nuttige Links
Slide 12 Nuttige Links
Je kunt deze module helemaal afwerken zonder gebruik te maken van de
aangeboden links naar websites en referenties. Die links helpen je echter
wel om je veel grondiger in het onderwerp te verdiepen.
Alle links in deze module die naar webpagina's verwijzen, zijn blauw. De
verschillende links in deze module verwijzen naar:
websites of pagina's zoals http://agid-project.eu/ of de website van het
AGID-Project;
documenten op externe websites en AGID-documenten;
oefenbladen;
andere slides in deze module;
e-mailadressen.
Als de module een verklarende woordenlijst bevat, dan zijn de
overeenkomstige links pastelblauw.
Alle links werkten op het moment van publicatie. Blijkt een link toch
onbruikbaar, stuur dan een e-mail naar APEMH via [email protected]
met vermelding van het slidenummer en de url. We trachten de module dan
zo vlug mogelijk bij te werken.
13
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 13: Reflecteren, oefenen en testen
Slide 13 Reflecteren, oefenen en testen
Op verschillende plaatsen in de module zijn reflectie-oefeningen en testen
ingebouwd.
Je kunt je antwoorden op de testen afdrukken en bewaren. Als je de
oefeningen 'opnieuw' maakt (zowel de denkoefeningen als de testen),
worden je eerdere antwoorden overschreven.
Bij de reflectie-oefeningen krijg je de optie een oefenblad af te drukken om
op te werken.
Het kan handig zijn om notities te nemen en enkele van je denkpistes neer
te pennen.
14
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 14: Beoordeling en certificaat
Slide 14 Beoordeling en certificaat
De studie
Terwijl je deze module doorneemt, zullen we je af en toe vragen even aan
zelfreflectie te doen of een korte oefening te maken. Die zijn enkel bedoeld
om te studeren. Ze tellen niet mee bij de definitieve beoordeling en de
daaropvolgende certificatie.
Je mag de inhoud van deze module tijdens je studie rustig met je collega's
bespreken, we moedigen dat zelfs aan. Maar voor de definitieve
beoordeling, de Eindtest, moet je wel verklaren dat jij en jij alleen die hebt
ingevuld.
De beoordeling
Nadat je de module hebt ingestudeerd, kun je de Eindtest afleggen. Om
voor die test te slagen heb je een score van 80% nodig. Ben je geslaagd?
Dan kan je een certificaat afdrukken dat je de cursus met succes beëindigd
hebt. Je mag de test zo vaak maken als je wil.
De waarde
Een certificaat is i) een verklaring van jezelf dat je tijd hebt geïnvesteerd
om een inleidende basiskennis over het onderwerp te verwerven, iets wat
je kan helpen in je taak als verzorger; en ii) het biedt een formele erkenning
dat je die tijd inderdaad geïnvesteerd hebt.
15
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 15: Toegankelijkheid en gebruik
Slide 15 Toegankelijkheid en gebruik
Technische vereisten
Om in deze online leeromgeving te werken heb je ADOBE Flash Player
nodig. Je browser moet de nieuwste versie daarvan ondersteunen. Deze
module is vooral een visuele presentatie die je met de muis of de toetsen
kunt bedienen (zie: Navigeren en Zoeken).
Ondersteunende programma's
Je kunt eventueel ook met andere formaten werken. Ondersteunende
programma's (waarvan er minstens een beschikbaar is op de AGIDwebsite):
Microsoft PowerPoint: Om de inhoud van de tekstslides te bewaren
gebruiken we PowerPointnotities. Veel softwarepakketten kunnen daarmee
overweg zodat de toegankelijkheid verbetert.
Adobe PDF: Adobe Reader beschikt over een aantal interessante functies
om o.a. tekst te vergroten en kleuren aan te passen. Voor meer informatie
kun je steeds terecht in het helpbestand van jouw Adobe Reader.
16
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 16: Softwarevereisten
Slide 16 Softwarevereisten
Het belangrijkste programma om het online leerplatform van de AGIDmodules te kunnen gebruiken is Adobe Flash. Dat moet geïnstalleerd zijn
in de webbrowser die je gebruikt om naar de AGID-website te surfen en de
AGID-modules te bekijken.
Download Adobe Flash
Populaire webbrowsers waarmee je de AGID-website en onze modules
kan bezoeken:
Microsoft Internet Explorer 7.x of hoger (bezoek de Internet Explorer
downloadpagina)
Mozilla Firefox 3.x of hoger (bezoek de FireFox Downloadpagina).
Google Chrome (bezoek de Google Chrome Downloadpagina)
Safari (bezoek de Safari Downloadpagina)
Opera (bezoek de Opera Downloadpagina)
Wil je de inhoud van de modules, de oefenbladen of ander
referentiemateriaal op een andere manier bekijken, installeer dan een van
volgende twee programma's:
voor het Adobe PDF-format: Adobe reader (bezoek de Adobe Reader
Downloadpagina) of
Microsoft PowerPoint Viewer voor het Microsoft PowerPoint formaat
(bezoek de Microsoft PowerPoint Viewer downloadpagina)
Het AGID-Consortium is niet aansprakelijk voor eender welk verlies of
eender welke beschadiging, rechtstreeks of onrechtstreeks het gevolg van
het gebruik van deze online module of van de software van een derde
partij.
17
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 17: Systeemvereisten
Slide 17 Systeemvereisten
Je hebt een internetverbinding nodig.
Adobe heeft Adobe® Flash® Player 9 uitgebreid getest op de volgende
configuraties:
Windows®, Intel® Pentium® II 450 MHz of sneller (of een equivalent), 128
MB RAM
Macintosh, PowerPC® G3 500 MHz of sneller of Intel Core™ Duo 1.33
GHz of sneller, 128 MB RAM
Linux®, Modern processor (800 MHz of sneller), 512 MB RAM, 128 MB
grafisch geheugen
Bron: Systeemvereisten op de website van Adobe
18
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 18: Over deze module
Slide 18 Over deze module
Voor je deze module begint te studeren, kun je best even het deel "Over
deze module" doornemen, samen met de leidraad op de AGID-website.
Dit deel bevat:
Een overzicht van de module
Een overzicht van de structuur van de module
De doelstellingen van de module
De leerdoelen van de module
Een verklarende woordenlijst
In deze module maak je kennis met Simone Jaouen en Jean Lagadec.
Samen met de ziektebeelden die we zullen bespreken, helpen hun
verhalen je de begrippen die je leert beter te begrijpen.
De geschatte tijdsduur om deze module af te werken: 6 uur.
19
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 19: Overzicht
Slide 19 Overzicht
Deze module over professionele zorgverlening belicht de aangepaste
zorghouding en het algemene gedrag die elke zorgverlener zou moeten
aannemen ten opzichte van kwetsbare personen, en dan vooral oudere
mensen met een verstandelijke beperking.
Ouder worden is geen ziekte, het is voor elk levend wezen een universeel,
levenslang evoluerend proces. Dat neemt niet weg dat elk
verouderingsproces uniek verloopt, ook bij personen met een beperking.
Hoe ouder ze worden, hoe meer autonomie ze verliezen omdat hun
verschillende vaardigheden en vermogens achteruitgaan.
Het specifieke karakter van verstandelijke beperkingen vereist bepaalde
voorzorgsmaatregelen met betrekking tot begrip en respect voor
andermans wensen, het stellen van de juiste diagnose, ...
In deze module reiken we je een globale benadering aan om met oudere
personen met een verstandelijke beperking om te gaan en een medische
en sociale zorgaanpak te hanteren met respect voor hun eigen identiteit,
individualiteit, keuzevrijheid en intimiteit. We laten je eerst kennismaken
met Simone en Jean. Aan de hand van hun verhalen krijg je meer inzicht in
deze persoonsgerichte manier van denken.
Alle casussen en illustraties in deze module zijn ontleend aan echte
situaties.
20
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 20: Praktijkvoorbeelden
Slide 20 Praktijkvoorbeelden
Simone Jaouen is matig tot ernstig verstandelijk beperkt en heeft 32 jaar
lang in een verzorgingstehuis in Bretagne gewoond.
Ze is nu 60 en verblijft in een bejaardentehuis in het zuiden van Frankrijk.
Haar ouders zijn overleden, en ze heeft één zus die afwisselend in
Frankrijk en Duitsland woont.
Simone heeft vaak medische verzorging nodig: ze lijdt aan chronische
ademhalingsinsufficiëntie en heeft hemiplegie: haar linkerkant is verlamd.
Ze is dan ook niet goed ter been en heeft het moeilijk om te praten.
Jean Lagadec is 64 en werkte tot zijn pensioen in een beschutte
werkplaats.
In het dagelijks leven is hij vrij zelfstandig. Tot voor kort woonde hij zelfs
nog thuis, waar hij werd opgevolgd door een maatschappelijk coördinator.
Op dit moment woont hij bij een gastgezin*.
Sinds zijn kindertijd verbleef Jean al in verschillende instellingen. Zijn
ouders zijn overleden maar hij heeft wel nog een jongere broer die in de
buurt woont en waar hij af en toe contact mee heeft.
* Goedgekeurd en toegewezen door een van de plaatsingsdiensten in de
pleegzorg (van kinderen, ouderen of gehandicapten).
21
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 21: Structuur van de module
Slide 21 Structuur van de module
In het eerste deel, Professionele zorgverlening, leer je
subjectiviteitsvalkuilen herkennen en omzeilen. Deel 2, Een gepaste
methodologische benadering, reikt je een gepaste methodologie aan die je
kunt implementeren om je cliënten een kwalitatieve zorgverlening te
bieden.
In Deel 3, Levenslange ondersteuning, geven we je een theoretische
voorstelling van iemands eigen behoeften tijdens het levensproject. Wat
heeft iemand nodig om zijn levensproject zoveel mogelijk zelf te kunnen
uitstippelen?
In het laatste deel, Deel 4, over Bientraitance, bestudeer je een aanpak die
gebaseerd is op de basisregels van welwillendheid en vertrekt vanuit
goodwill.
Belangrijk:
Zorg dat je de informatie uit een bepaald onderdeel steeds onder de knie
hebt voor je verder gaat met een volgend onderwerp. Indien nodig herhaal
je eerst nog even.
Bijkomende informatie over de thema's die je interesseren kun je altijd
vinden via de links en de bibliografie.
Voor je met de module start, kun je een inleidende kennismakingsoefening
maken. Aan het einde van de module doorloop je best de leerstof nog even
voor je aan de Eindtest begint.
22
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 22: Doelstellingen
Slide 22 Doelstellingen
Met deze module willen we zorgverleners de nodige hulpmiddelen
verschaffen om over hun aanpak te reflecteren zodat ze een ethische,
kwaliteitsvolle zorgbenadering kunnen implementeren die de juiste
voorwaarden creëert om de wensen en rechten van hun cliënten te
beschermen.
De module omvat vier thema's en
Enkele theoretische begrippen uit de klinische en cognitieve psychologie.
Op het echte leven gebaseerde praktijkvoorbeelden.
Illustraties ter ondersteuning van bepaalde begrippen.
Foto's en karakterschetsen van mensen met een beperking die je met hun
levensverhalen door het leerproces heen helpen.
23
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 23: Leerdoelen
Slide 23 Leerdoelen
Deze module leer je:
Een permanente praktijkanalyse implementeren.
Wensen en behoeften zoveel mogelijk objectiveren.
Een multidisciplinair actieplan opstellen en coördineren.
Acties implementeren om persoonlijke projecten te ondersteunen.
De algemeen geldende deontologische regels naleven.
De specifieke leerdoelen vind je op de titelpagina van elk onderdeel.
Bekijk thema's en leerdoelen voor:
Deel 1
Deel 2
Deel 3
Deel 4
24
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 24: Bijkomende begrippen en afspraken
Slide 24 Bijkomende begrippen en afspraken - Deel 1
Binnen deze module houdt 'verstandelijke beperking' het volgende in:
Moeilijk ideeën of gedachten kunnen uitdrukken en onder woorden brengen
(abstract redeneren).
Beperkte sociale vaardigheden.
Zelfbepalingsproblemen (het lastig hebben met keuzes maken).
Een beperkt besef van de omgeving (desoriëntatie in tijd en ruimte).
Beperkte fysiologische kennis (vaak).
Een overheersend loyaliteitsconflict (soms).
Projecties van vrienden uit het sociale netwerk (inclusief
gezondheidswerkers) die iemands eigen noden en verlangens verbergen.
Specifieke intergenerationele relaties.
Een gepaste ondersteuning moet er dan ook op gericht zijn om de persoon
met een verstandelijke beperking in staat te stellen zijn of haar
tekortkomingen te ondervangen.
25
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 25: Verklarende woordenlijst A-G
Slide 25 Verklarende woordenlijst A-G
Verklarende woordenlijst van enkele belangrijke termen in deze module
Activisme: “uitgesproken neiging om actief met daden te reageren op een
intern conflict of een stresserende externe situatie in plaats van over de
gebeurtenissen na te denken of ze trachten te begrijpen”. Activisme een
blijvende mentaliteitsinstelling en lijkt dus op een persoonlijkheidstrek. Het
is een vaak voorkomend verdedigingsmechanisme (dat in excessieve of
exclusieve vorm pathologisch kan worden). De actie fungeert als
plaatsvervangende “uitlaatklep”, zo hoeft het verstand zich "geen zorgen te
maken”. We zien dit vaak terug bij zorgverleners die met hun cliënten wel
allerlei workshops of wandelingen organiseren, maar het moeilijk hebben
om een persoonlijk gesprek met hen te voeren zonder daarbij ook
daadwerkelijk iets 'te doen'.
Deductieproces: een proces dat een aantal ware, onware en
waarschijnlijke stellingen aan elkaar linkt, wat uiteindelijk leidt tot een
gevolgtrekking, de conclusie. Stel bijvoorbeeld dat je een ziekenwagen
voor een huis ziet stoppen. Uit die situatie maak je op dat er ‘iemand in dat
huis ziek is’. Het is vrij onwaarschijnlijk dat je zonder meer zult stoppen bij
de objectieve observatie zonder er allerlei zaken uit je referentiekader bij te
halen.
Geriatrische cachexie: na een acute infectie waarvan iemand goed lijkt te
herstellen, gaat zijn of haar gezondheidstoestand opeens snel achteruit. De
patiënt lijkt onbewust te weigeren om nog verder te leven. Klinische
symptomen: anorexie, spijsverterings-, stofwisselings- of
sluitspierproblemen, alsook clinofilie (de hele dag in bed liggen), apathie en
agitatie.
Gevoel van anders-zijn: dit ontstaat al van bij de eerste ontmoeting met de
ander, tijdens de fase van volledige afhankelijkheid. Als de primaire binding
ontbreekt door de afwezigheid van de ‘moeder’, leert het kleine kind dat ze
geen eenheid vormen. Nadien geeft de ‘surrogaat’moeder haar kind het
veilige gevoel dat nodig is om met de afwezigheid van de moeder te
26
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
kunnen omgaan, en leert het kind zijn of haar alteriteit aanvaarden. Zie
Arcangioli A-M.,1994.
27
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 26: Verklarende woordenlijst H-Overd
Slide 26 Verklarende woordenlijst H-Overd
Loyaliteitsconflict: psychisch conflict dat ontstaat uit het onvermogen om
tussen twee situaties te kiezen. Het gaat daarbij doorgaans over een
gevoelsmatige keuze tussen goede vrienden en naaste familieleden, bv.
“Als ik X kies, wijs ik Y af, en omgekeerd. Dat zou verschrikkelijk zijn, dus
kan ik niet kiezen. Het enige wat ik nog kan doen, is iemand
tevredenstellen!” Het begrip werd geïntroduceerd door Ivan BoszormenyiNagy. Zie Heireman M., 1998.
Observatie: observeren doe je onpartijdig zonder vooroordelen of
vooronderstellingen. De waarnemer observeert bovendien best zo passief,
rustig en onopvallend mogelijk. Zie Ciccone, 1998.
Overdracht en tegenoverdracht: Overdracht staat voor het verschijnsel dat
er automatisch een intense gevoelsband ontstaat tussen een patiënt en
een analist, vaak de therapeut. Deze band is niet te vermijden en staat los
van enige reële context. Mensen projecteren hierbij hun gevoelens voor
een andere persoon uit het verleden op de analist.
Overdracht overstijgt echter het strikte kader van de analyse en komt ook
vaak voor in onderwijssituaties of binnen de relatie tussen zorgverlener en
zorgnemer. Het gevoel is constant, alomtegenwoordig en geldt evenzeer
voor de patiënt als voor de zorgverlener. Het is belangrijk dat je je daar als
begeleider bewust van bent en weet dat je cliënt naarmate hij of zij binnen
deze nieuwe relatie vroegere gevoelens herbeleeft al die gevoelens en
affectie (al dan niet bewust) op zijn of haar begeleider zal ‘overbrengen’ of
‘overdragen’.
Als je dat als begeleider of gezondheidswerker beseft, dan kun je bepaalde
(soms verrassende) reacties van je cliënt beter aanvaarden of verdragen.
Bovendien kun je dan meer aandacht besteden aan jouw eigen woorden
en reacties daarop, de tegenoverdracht. Dit concept omvat alle bewuste of
onbewuste gevoelsreacties van de analist naar de patiënt toe. Als we
'analist' vervangen door 'begeleider' zie je hoe belangrijk het is dat je de
gevoelens die je cliënt bij je oproept kunt onderscheiden en identificeren,
en hoezeer je daar tijdens het zorgproces rekening mee dient te houden.
Zie O. Huet, 2008.
28
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 27: Verklarende woordenlijst Overg-Pra
Slide 27 Verklarende woordenlijst Overg-Pra
Overgangsritueel: De term rite de passage (overgangsritueel) staat voor de
symbolische weergave van een verandering in iemands status binnen een
bepaalde referentiegroep. Dat de nieuwe status maatschappelijk wordt
aanvaard, benadrukt vanuit sociologisch en antropologisch oogpunt de
overgang van de ene levensfase naar de andere. Dat laat iemand niet
alleen toe om tot een nieuwe groep toe te treden, het bijbehorende
overgangsritueel normaliseert ook het fenomeen, in dit geval de toegang
tot de derde leeftijd, en vermindert zo het risico op psychologische
destabilisatie. Bovendien doet een overgangsritueel alleen al door de
verandering onder de aandacht te brengen de angst voor het onbekende
afnemen. Zie Van Gennep A., Blaise J-L. en Gomez J-F.
Paradoxale opdrachten: Gregory Bateson (Palo Alto, VS) beschreef
bevelen die je onmogelijk kunt opvolgen zonder ongehoorzaam te zijn. Er
is geen bevredigende reactie op te geven, bv. "Wees spontaan!" Als
iemand daar gevolg aan geeft, getuigt dat net van weinig spontaneïteit. Of
nog: ‘Hou van mij!’. Dit type 'pragmatische paradox' stelt de ontvanger voor
een dilemma: het veroorzaakt een psychologisch ongemak dat hij enkel
kan wegwerken door de paradox te realiseren (zie ook ‘dubbele binding').
De zorgverlener kan dit probleem onderkennen, de val mentaal uit de weg
gaan en zich van het ongemakkelijke gevoel bevrijden door de cognitieve
dissonantie te verminderen (bv. door het verzoek om meer te doen met
minder geld te relativeren). Een oudere persoon met een verstandelijke
beperking is daar echter niet altijd even vaardig in en heeft het veel
moeilijker om zijn of haar cognitieve evenwicht te bewaren.
http://nl.wikipedia.org/wiki/Dubbele_binding_(communicatie)
Praktijkanalyse: elke tussenkomst binnen het team die de groep bewuster
maakt van de behoeften van de cliënt, en die op basis van observatie en
begrip van specifieke door de begeleiders ervaren educatieve en/of
pedagogische situaties de betrokken persoon en diens plannen op de
voorgrond plaatst. Door alle partijen en standpunten aan bod te laten
komen, zorgt praktijkanalyse voor een inhoudelijke en samenhangende
gezondheidszorg. Bovendien bieden dergelijke werkgroepen de kans om
over een gekozen werkwijze te reflecteren. Dat kan nuttig zijn om uit een
29
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
uitzichtloze, vaak door overdracht veroorzaakte situatie te raken. De
zorgverlener moet dus niet alles alleen 'dragen‘ en ervaringen delen
wapent hem of haar tegen burn-out.
30
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 28: Verklarende woordenlijst Pro-Z
Slide 28 Verklarende woordenlijst Pro-Z
Projectie: een zorgverlener of instelling kan een ouder wordende persoon
met een verstandelijke beperking beïnvloeden door eigen eigenschappen
of emoties op de cliënt te projecteren. Het gaat hier om een
verdedigingsmechanisme waarbij iemand zijn eigen gevoelens ontkent,
verdringt of verbergt door eigen ongewenste eigenschappen, emoties,
wensen of gedachten aan iets of iemand anders toe te schrijven (te
projecteren): "l'opération par laquelle le sujet expulse de soi et localise
dans l'autre, personne ou chose, des qualités, des sentiments, des désirs,
voire des objets, qu'il méconnaît ou refuse en lui." (J. Laplanche en J-B
Pontalis, p.344) Dit cognitieve proces zie je ook aan het werk in bv.
bijgeloof of overdreven gehechtheid. Zo kan het gebeuren dat een
begeleider die liever niet met zijn of haar eigen grijze haren geconfronteerd
wordt de cliënt onbewust zo beïnvloedt dat die van haarkleur verandert.
Pygmalioneffect: illustreert de kracht van (positieve) verwachtingen zoals
aangetoond door Rosenthal en Jacobson. Het gaat hier om een selffulfilling prophecy, een voorspelling die zichzelf waarmaakt omdat iemands
ontwikkeling wordt beïnvloed door een (optimistische) kijk op zijn of haar
toekomst. http://courses.umass.edu/psyc360/rosenthal.pdf
Vrije wil: het wilsvermogen om vrije keuzes te maken. Als auteur van je
eigen levensverhaal ben je verantwoordelijk voor je eigen daden. Je vrije
wil uitoefenen vooronderstelt objectieve omstandigheden: dat de
keuzemogelijkheden (tussen A en B) of de vrijheid om geen enkele te
kiezen (mogelijkheid C) reëel zijn.
Zelfbepaling: het principe waarbij iedere persoon vrij is om zijn eigen leven
vorm te geven en zelf zijn eigen keuzes te maken en handelingen te
bepalen, los van enige externe invloed. De zelfdeterminatietheorie (ZDT)
werd ontwikkeld door Edward Deci en Richard Ryan, 1985 en 1991. Zie
ook Deci en Ryan, Handbook of self-determination research, University of
Rochester Press, New York, 2000b en 2002.
http://www.selfdeterminationtheory.org/
31
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 29: Inleidende oefening
Slide 29 Inleidende oefening. Beantwoord onderstaande 10 vragen met
Waar of Niet waar
Inleiding
In deze voorbereidende oefening maak je kennis met de thema's die in
deze module aan bod komen. Je mag die nu maken.
Je krijgt deze oefening slechts een keer. Werk ze volledig af voor je verder
gaat. Je kan jouw antwoorden op de vragen en de correcte antwoorden
steeds opnieuw bekijken.
Je krijgt dezelfde of een gelijkaardige oefening opnieuw aan het einde van
de module.
Klik op "Volgende" om naar de vragen te gaan.
Een loyaliteitsconflict impliceert A of B tevredenstellen.
Stigmatisering en onverschilligheid zijn het gevolg van een natuurlijke
neiging om op tijd en onderzoek te besparen.
Een geschikte methodologie moet op voorhand wederzijds
overeengekomen zijn.
Een oudere persoon met een verstandelijke beperking heeft geen volledige
keuzevrijheid omdat hij of zij niet met zijn of haar frustraties kan omgaan.
Een professionele aanpak impliceert een subjectieve analyse van de
situatie.
6. Het realiteitsprincipe impliceert rekening houden met de wensen van
iemands familie en vrienden.
7. Als iemand ouder wordt, wil die persoon in een zelf gekozen omgeving
wonen.
8. Iemand 'goed behandelen' (bientraitance) is een wederkerige
benadering.
9. Iemand toelaten zich te ontplooien betekent dat je hem of haar
stimuleert, niet dat je hem of haar zomaar laat doen zonder iets om
handen.
10. Activisme is een signaal dat kan helpen om moeilijkheden op te sporen.
32
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Correcte antwoorden: 1 Niet waar, 2 Waar, 3 Waar, 4 Niet waar, 5 Niet
waar, 6 Waar, 7 Waar, 8 Waar, 9 Niet waar, 10 Waar.
Jouw score: punten
Dit was een inleidende kennismakingsoefening over de thema's die in deze
module aan bod komen. Aan het einde van deze module krijg je deze of
een gelijkaardige oefening opnieuw. Je kan jouw antwoorden op de vragen
altijd opnieuw bekijken.
Om je antwoorden opnieuw te bekijken, klik op "Bekijk antwoorden". Om je
resultaten af te drukken, klik op "Print antwoorden".
33
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 30: Deel 1: Professionele zorgverlening
Slide 30 Deel 1: Professionele zorgverlening
Thema's en leerdoelen
Aan de hand van vignetstudies en oefeningen krijg je in dit deel meer
inzicht in volgende thema's:
Je eigen professionele zorghouding.
Je eigen subjectieve waarnemingen.
De cognitieve processen en de vooroordelen die een invloed kunnen
hebben op je houding ten opzichte van oudere mensen met een
verstandelijke beperking.
Leerdoelen
Als je de theorie en de oefeningen in dit deel hebt doorgenomen, ken je:
Het belang van een professionele houding.
De cognitieve processen en vooroordelen die kunnen leiden tot attributieen interpretatiefouten en tot subjectiviteit.
34
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 31: 1.1 Inleiding
Slide 31 1.1 Inleiding
Iedereen heeft al wel eens met succes voor iemand anders gezorgd. Je
hebt vast al wel eens een familielid of vriend geholpen met behulp van je
intuïtie en goede bedoelingen. Maar ook al kun je in dergelijke
privésituaties misschien wel hetzelfde resultaat bereiken, toch is er een
groot verschil tussen een persoonlijke aanpak en een professionele
benadering.
De zorg voor en ondersteuning van oudere mensen met een verstandelijke
beperking vereisen een specifieke professionele aanpak. Naarmate iemand
ouder wordt, neemt ook de zorgbehoefte toe. Voor elke afzonderlijke
situatie moet je dan ook met meerdere factoren rekening houden.
Als begeleider dien je dat goed te beseffen. Daarom krijg je hier enkele
basistechnieken aangereikt die je ook kunnen helpen om je eigen
subjectiviteit te overwinnen. Als je je namelijk bewust bent van je eigen
zorgbenadering en die regelmatig in vraag stelt, wordt het gemakkelijker
om de keuzes van je cliënten te respecteren en kun je hen beter helpen om
hun bestaan zin te geven.
35
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 32: 1.2 Casus: Simone Jaouen
Slide 32 1.2 Casus: Simone Jaouen
Simone Jaouen
Viviane is bijna even oud als Simone Jaouen, een cliënt die ze al meer dan
17 jaar verzorgt. Sinds het overlijden van Simones moeder is Viviane bij de
zorg voor Simone echter ongeduldiger geworden. Als ze 'aan het werk' is,
voelt ze zich een beetje beschaamd over dit gevoel.
Zo vaak het maar kan, vraagt ze dan ook aan een collega om voor Simone
te zorgen.
Simone zelf is ook droevig en lijkt vooral angstig sinds haar moeders
overlijden. Niemand besteedt er veel aandacht aan want iedereen denkt:
"Simone is in de rouw, het zal wel overgaan."
Simone lijdt echter al langer aan die angstgevoelens, al van toen haar
moeder nog leefde, maar haar begeleiders hebben het pas nu opgemerkt.
Op dit moment is ze wel heel erg depressief, want naast haar angst en
verdriet voelt ze zich nu ook nog eens afgewezen door Viviane.
36
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 33: 1.3 Casus: Jean Lagadec
Slide 33 1.3 Casus: Jean Lagadec
Jean Lagadec
Bruno zorgt al jaren voor Jean Lagadec en ‘kent hem door en door’. Jean
heeft op het gebied van zelfstandigheid en eigenwaarde heel wat
vooruitgang geboekt. Bruno is blij voor hem en ook wel trots op zichzelf dat
hij hem daarbij heeft geholpen.
Aangezien Jean op pensioenleeftijd het home zal verlaten, moet er nu
echter over zijn verdere toekomst beslist worden. Bruno gelooft dat Jean
"nooit buiten een instelling zal kunnen wonen; hij heeft nooit iets anders
gekend!“
Waar zou Jean overigens naartoe kunnen? Tot voor kort waren er
helemaal niet veel mensen die de pensioenleeftijd bereikten en het
personeel heeft dan ook te weinig ervaring op dit gebied om te weten welke
opties er zijn voor Jean. Hoe kunnen ze hem helpen kiezen?
Jean is erg aan zijn begeleiders gehecht. Hij beschouwt hen als zijn enige
familie en wil dus bij hen in de buurt blijven. Of wil hij misschien toch terug
naar zijn roots? Eigenlijk weet Jean zelf niet echt goed wat hij wil. Hij is
bang en begrijpt niet wat ze allemaal over hem zeggen.
37
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 34: Deel 1: Oefening 1, deel 1
Slide 34 Deel 1: Oefening 1, deel 1
Behandel je tijdens je werk een 20-jarige met een verstandelijke beperking
op dezelfde manier als een 50-jarige met dezelfde beperking?
Zo ja, waarom?
Neen? Geef dan aan wat je anders doet. Wat zijn de verschillen?
Noteer je ideeën in onderstaand tekstvak of maak notities op Oefenblad 1.
Deze oefening bood je de mogelijkheid om over je professionele aanpak te
reflecteren. In het volgende deel van de oefening laten we je even
nadenken over een van de dingen die specifiek betrekking hebben op de
zorg voor oudere mensen met een verstandelijke beperking.
Om je antwoorden opnieuw te bekijken, klik op "Bekijk antwoorden". Om je
resultaten af te drukken, klik op "Print antwoorden".
Opmerking: Als je oefeningen 'opnieuw' maakt, worden je eerdere
antwoorden overschreven.
38
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 35: Deel 1: Oefening 1, deel 2
Slide 35 Deel 1: Oefening 1, deel 2
Heb je het thema ouder worden ooit besproken met je cliënten of met hun
vrienden of familieleden?
Zo ja, wat waren de voor- en nadelen daarvan?
Neen? Wat weet je over de verwachtingen van iemand die ouder wordt?
Noteer je ideeën in onderstaand tekstvak of maak notities op Oefenblad 2.
Je hebt nu de mogelijkheid gekregen om even over je professionele
aanpak te reflecteren. De volgende slides gaan dieper in op de betekenis
van een professionele zorghouding.
Om je antwoorden opnieuw te bekijken, klik op "Bekijk antwoorden". Om je
resultaten af te drukken, klik op "Print antwoorden".
Opmerking: Als je oefeningen 'opnieuw' maakt, worden je eerdere
antwoorden overschreven.
39
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 36: 1.4 Een professionele zorghouding
Slide 36 1.4 Een professionele zorghouding
Iemand verzorgen en ondersteunen vereist een objectieve waarneming van
de ander en van alles wat hij of zij met je wil delen.
Meestal zien we in de ander echter ‘een andere ik’ en denken of handelen
we ‘in plaats van’ die persoon, vanuit ons eigen referentiekader. Het is niet
zo dat je iemands anders-zijn daarbij bewust negeert, het is gewoon zo dat
veralgemening van je eigen opvattingen je heel wat mentale energie
bespaart.
Daarom is de houding van een professionele zorgverlener ten opzichte van
zijn cliënten geen natuurlijke houding, ook al is iedereen wel tot op zekere
hoogte in staat om die rol te spelen.
Om zich empathisch te kunnen blijven opstellen, moet de zorgverlener
namelijk enorm veel energie investeren om ‘zichzelf in andermans
schoenen te plaatsen’ en zijn cliënt steeds opnieuw in elke situatie beter
trachten te begrijpen.
Een dergelijke professionele zorghouding ten opzichte van andere mensen
is een van de belangrijkste eigenschappen van opvoeders of
zorgverleners.
40
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 37: 1.5 Een professionele zorghouding - Vervolg
Slide 37 1.5 Een professionele zorghouding - Vervolg
Een dergelijke professionele zorghouding vereist:
Objectiviteit bij het analyseren van situaties.
Een bepaalde emotionele afstand.
Een empathische houding.
Om dit te bereiken, is in de eerste plaats jouw persoonlijke zelfontplooiing
essentieel zodat je je eigen verklaringen in vraag leert stellen, je projecties
onder controle kunt houden en je je bewust bent van het feit dat je
interpretaties over iets of iemand enkel en alleen maar net dat zijn: je eigen
persoonlijke interpretaties.
Je eigen professionele zorghouding analyseren zorgt ervoor dat je steeds
de gepaste houding kunt aanhouden, ook al is die vrij onnatuurlijk.
Het is een hulpmiddel dat je bovendien de kans geeft om overdracht en
tegenoverdracht binnen je zorgrelaties op te merken.
41
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 38: 1.6 Stereotypen doorzien
Slide 38 1.6 Stereotypen doorzien
Wordt je oordeel beïnvloed door je eigen indrukken?
Experiment beschreven door J.P. Leyens:
Enkele journalisten veinsden zulke ernstige psychische problemen dat ze
in een psychiatrisch ziekenhuis werden opgenomen. Gemiddeld verbleven
ze daar 19 dagen. De psychiaters beseften namelijk pas na 7 tot 52 dagen
dat het om doorgestoken kaart ging. Opmerkelijk: hun mede-‘patiënten’
hadden de journalisten al veel eerder door!
Op de volgende slide kun je aan de hand van enkele vragen even uittesten
hoe stereotiep jouw eigen opvattingen kunnen zijn.
42
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 39: Deel 1 Oefening 2
Slide 39 Deel 1 Oefening 2
Deze oefening bestaat uit drie slides. Om te beginnen krijg je een slide met
foto's van 9 mensen van verschillende leeftijden.
Wie is wie? Drie van deze ouderen hebben geen verstandelijke beperking.
Wie zijn dat? Op de volgende slide kun je de vraag beantwoorden.
Op de tweede slide kun je het antwoord kwijt op volgende vraag:
Drie van deze ouderen hebben geen verstandelijke beperking. Wie zijn
dat?
Je kan eender welke foto's kiezen tussen 1 en 9. Je zal heel nauwkeurig te
werk moeten gaan om een correct antwoord te geven. De juiste
antwoorden: 3, 6 en 7.
Op de derde slide kun je je antwoord kwijt op volgende vraag:
Hoe oud is deze persoon? Bekijk de persoon op de foto en raad zijn
leeftijd. Hoe oud denk je dat hij is?
Je kan kiezen tussen: 21, 25, 30, 37, 46, 51, 56 en 65. Het juiste antwoord
is 56.
Met deze oefeningen willen we je attent maken op enkele ingebouwde
aannames of vooronderstellingen die je zou kunnen hebben, vooral met
betrekking tot ouderen met een verstandelijke beperking. Dat moet je
helpen beseffen dat het soms beter is bepaalde situaties van op afstand te
bekijken en te overwegen dan zomaar volledig op je eigen eerste indrukken
te vertrouwen.
Om je antwoorden opnieuw te bekijken, klik op "Bekijk antwoorden". Om je
resultaten af te drukken, klik op "Print antwoorden".
Opmerking: Als je oefeningen 'opnieuw' maakt, worden je eerdere
antwoorden overschreven.
43
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 40: 1.7 Subjectieve waarneming
Slide 40 1.7 Subjectieve waarneming
In onze complexe en diverse wereld zoeken we als mens voortdurend naar
houvast. Daarom proberen we aan de hand van schema's en
vereenvoudigingen ons een vaste voorstelling te maken van de realiteit die
we waarnemen. We zien de wereld echter door een gekleurde bril en
subjectiviteit is moeilijk uit te sluiten. Als we onze waarnemingen
verwerken, gaan we namelijk op zoek naar samenhangende verbanden
binnen onze eigen innerlijke ‘wereld’ van subjectief gekleurde cognitieve
voorstellingen.
Om tijd te besparen, hebben we tijdens die zoektocht naar coherentie
doorgaans ook niet meteen de neiging om te gaan analyseren. Omdat
onze eerste indrukken via een deductieproces kunnen leiden tot een
algemene interpretatie, kan dit resulteren in stigmatisering.
Willen we anderen objectief tegemoet treden en de subjectieve manier
waarop we hen waarnemen ‘bestrijden’, dan moet iedereen binnen de
zorgsector deze mechanismen herkennen.
44
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 41: 1.7.1 Cognitieve processen
Slide 41 1.7.1 Cognitieve processen
Om tijd en energie te sparen, gebruiken we van nature verschillende
cognitieve processen om de wereld rondom ons te begrijpen:
Rationalisatie als verweer tegen cognitieve dissonantie (Festinger, 1957)
Als we zaken waarnemen die in strijd zijn met onze eigen opvattingen,
meningen, gedragingen, waarden en normen, voelen we de sterke drang
om die dissonanties te verkleinen door onze opvattingen of gedragingen
aan te passen of te rationaliseren. Omdat we onze houding en ons gedrag
willen handhaven
- Voegen we consonante elementen toe om het dissonante gedrag te
rechtvaardigen: we laten twee tegenstrijdige waarnemingen onbewust
kloppen door aan een van beide iets te veranderen.
Of we minimaliseren het belang van de dissonante elementen. Bij het
maken van keuzes bagatelliseren we onbewust de voordelen van het
verworpene en de nadelen van het gekozene tot we overtuigd zijn dat we
de juiste keuze gemaakt hebben.
De vos en de druiven
Een hongerige vos, uit Gascogne of Normandië gekomen,
zag aan een latwerk druiven hangen uit zijn mooiste dromen,
Ze hingen daar in de hoogte zoet naar hem te lonken,
terwijl hun velletjes als fluweel in het zonlicht blonken.
Bij het zien van deze vruchten liep hem het water in de mond,
maar ze hingen veel te hoog voor een vosje op de grond.
“Die eet ik niet," riep hij, “ze zijn nog veel te groen!"
In plaats van luid te klagen kon hij dit toch beter doen?
Jean de la Fontaine, 1668
Net als de vos in de fabel zullen sommige mensen die hun zaken door hun
beperking niet goed kunnen behartigen de schuld bij de omstandigheden
leggen. Zo behouden ze hun eigendunk en het idee de situatie onder
45
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
controle te hebben. Het gaat hier om een cognitief proces dat in
professionele probleemsituaties wijdverbreid is. Denk maar aan verloren
voetbalwedstrijden die opeens veel minder belangrijk blijken dan voor de
match...
De impliciete persoonlijkheidstheorie (Bruner en Tagiuri, 1958)
Impliciete persoonlijkheidstheorieën zijn jammer genoeg vrij onwankelbaar
en ongevoelig voor objectieve feiten die hen in andere richting zouden
kunnen sturen. Het gaat hier om schema’s van persoonlijke
eigenschappen, karaktertrekken die we iemand automatisch toedichten,
ook al kennen we die persoon helemaal niet. Dergelijke stereotypes en
vooroordelen leiden vaak tot misverstanden omdat we het 'van nature'
doorgaans moeilijk hebben om van onze eerste indruk af te stappen en
onze mening over iets of iemand te herzien’.
http://en.wikipedia.org/wiki/Implicit_personality_theory
46
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 42: 1.7.2 Attributiefouten
Slide 42 1.7.2 Attributiefouten
Als we ons een mening over iemand vormen en situaties analyseren,
krijgen we bovendien te maken met attributiefouten die ons oordeel kunnen
beïnvloeden. Vijf voorbeelden:
De neiging om de invloed van interne factoren (iemands persoonlijke rol of
persoonlijkheid) systematisch te overschatten en die van externe
omstandigheden te onderschatten. Je schrijft de oorzaak van iets vlugger
toe aan de persoon zelf (persoonsattributie), terwijl die net zo goed buiten
de persoon kan liggen. We noemen dat een fundamentele attributiefout.
(Heider) Enkele bekende experimenten uit de sociale psychologie toonden
aan dat attributiefouten kunnen leiden tot het afwimpelen van
verantwoordelijkheid of tot gehoorzaamheid aan een anonieme autoriteit
(Milgram, Zimbardo). Dit bagatelliseert de impact van de rol die we spelen
in de sociale wereld.
Voorbeeld: Jean Lagadec is niet tevreden in de zorginstelling “want hij is
gehandicapt en hij weet niet wat hij wil” = een interne reden (gehandicapt),
om een gebrek aan zorg te verklaren.
De neiging om twee dingen met elkaar in verband te brengen op basis van
hun zeldzaamheid, terwijl er (buiten hun zeldzaamheid) in werkelijkheid
geen verband is. Je brein maakt hier een statistische fout tijdens de
informatieverwerking. Veel en grondig analyseren is een uitstekend
‘tegengif’ voor deze neiging. Een dergelijke redeneerfout noemen we
illusoire correlatie (Hamilton & Gifford, 1976). Een algemeen verbreid
voorbeeld hiervan is het automatisch linken van ‘ongewenst’ gedrag aan
een minderheidsgroep
Voorbeeld: Viviane denkt dat ‘Simone niet graag wandelt omdat ze door
haar medische problemen snel moe wordt’ want:
Ademhalingsinsufficiëntie komt zelden voor.
Het komt zelden voor dat mensen graag binnen blijven.
47
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 43: 1.7.3 Attributiefouten - Vervolg
Slide 43 1.7.3 Attributiefouten - Vervolg
De neiging iets te over- of onderschatten op basis van je eerste indrukken.
Die primeren namelijk zo erg dat ze alle andere observaties kleuren: het
Halo-effect. (Thorndike, 1920) Bovendien koppel je automatisch
'bijbehorende' eigenschappen aan de eerste indruk. Zo beschouw je een
mooi kind onbewust als intelligenter dan een onaantrekkelijker kind, ook al
is de intelligentie niet getest. Zie ook:
http://www.youtube.com/watch?v=UEho_4ejkNw
Hoe langer een waarneming geleden is, hoe vaker je bij het beoordelen
van iemands persoonlijkheid een beroep doet op je ingebouwde
stereotypen. Dit geeft aan hoe belangrijk het is om direct na een observatie
notities te nemen, als alles nog ‘vers in het geheugen’ zit! (Systematische
vervorming, Shweder, 1975).
Voorbeeld:
Koen heeft het voor Doris. 's Avonds gaat hij dan ook steevast naar haar
toe om haar te knuffelen en te zoenen. Ze klaagt hierover bij haar
verzorger Paul.
Stereotype: Koen lijdt aan het Downsyndroom, dus moet hij wel bijzonder
veel seksuele drang voelen!
MAAR: Koen heeft nooit seksuele opvoeding gekregen en realiseert zich
dan ook niet dat hij zich niet mag opdringen aan het voorwerp van zijn
verlangen als de dame in kwestie niet hetzelfde voelt.
De algemene neiging om de dingen eerder positief dan negatief te
beoordelen, misschien omdat we ons daar zelf beter bij voelen...
(Pollyanna-effect of Positivity Bias, Le Poultier, 1980). Een voorbeeld
hiervan vinden we bij een experiment onder maatschappelijk werkers die
hun ‘protegés’ na 2 tot 4 jaar met hen te hebben gewerkt positiever
bekeken (maakt goede vooruitgang, neemt verantwoordelijkheid, heeft
potentieel,…) dan later, toen hun beoordelingen meer steunden op een
rechtvaardiging van hun praktijken!
48
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 44: 1.8 Het subjectieve objectiveren
Slide 44 1.8 Het subjectieve objectiveren
Voor iemand zorgen is een voorzichtige evenwichtsoefening tussen
Behoeften (objectieve criteria) en verlangens (subjectieve criteria)
Voordelen en risico’s
Hoe maak je de perfecte cocktail?
Welke basisingrediënten heb je nodig voor een evenwichtige cocktail? Wat
hoort er in je 'gereedschapskist'?
Illustratie over keuzes respecteren en betekenis aan iemands bestaan
geven door te luisteren, te observeren, te informeren en te delen
Voorbeeld: Dina heeft diabetes. De voorziening waar ze woont volgt het
medisch voorgeschreven dieet maar het personeel merkt dat Dina haar
levenslust verliest. Ze raadplegen de arts. Die komt poolshoogte nemen en
vertelt hen dat ze Dina gerust wat snoepgoed mogen geven naargelang
hun eigen professionele oordeel. Dina krijgt nu na iedere maaltijd een
stukje chocola … en soms …
49
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 45: Deel 1: Oefening 3
Slide 45 Deel 1: Oefening 3
Deze oefening helpt je reflecteren over objectiviteit, cognitieve processen
en de onafhankelijkheid van je cliënten.
Op de volgende slides krijg je de gelegenheid om te reflecteren en
onderstaande vragen te beantwoorden:
1. Denk even terug aan een situatie waarin jij dacht of beslissingen nam in
de plaats van een cliënt die het moeilijk had om zijn of haar wensen te
uiten.
2. Leg uit wat het verschil is tussen “een empathische houding aannemen”
en “in iemands plaats denken”.
3. Een aantal cognitieve processen zijn vrij onwrikbaar. Als ze zo
diepgeworteld zitten, hoe kun je dan je gezichtsveld verbreden en
objectiever zijn?
4. Beschrijf drie van de vijf ‘attributiefouten’ die onze waarneming
vertroebelen.
5. Geef drie belangrijke vragen die elke begeleider van mensen met een
beperkte autonomie zich zou moeten stellen.
Klik op 'VOLGENDE' om verder te gaan.
1. Denk even terug aan een situatie waarin jij dacht of beslissingen nam in
de plaats van een cliënt die het moeilijk had om zijn of haar wensen te
uiten. Noteer je ideeën in onderstaand tekstvak of maak notities op
Oefenblad 3.
2. Leg uit wat het verschil is tussen “een empathische houding aannemen”
en “in iemands plaats denken”. Noteer je ideeën in onderstaand tekstvak of
maak notities op Oefenblad 3.
3. Een aantal cognitieve processen zijn vrij onwrikbaar. Als ze zo
diepgeworteld zitten, hoe kun je dan je gezichtsveld verbreden en
objectiever zijn? Noteer je ideeën in onderstaand tekstvak of maak notities
op Oefenblad 4.
50
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
4. Beschrijf drie van de vijf ‘attributiefouten’ die onze waarneming
vertroebelen. Noteer je ideeën in onderstaand tekstvak of maak notities op
Oefenblad 4.
5. Geef drie belangrijke vragen die elke begeleider van mensen met een
beperkte autonomie zich zou moeten stellen. Noteer je ideeën in
onderstaand tekstvak of maak notities op Oefenblad 5.
Aan de hand van deze oefening heb je kunnen reflecteren over thema's in
verband met empathie, cognitieve processen en interpretatie- en
attributiefouten waar je dient rekening mee te houden bij de zorg voor
ouderen met een verstandelijke beperking. We sluiten dit hoofdstuk af met
een samenvatting van dit deel voor we verder gaan met Deel 2: Een
gepaste methodologische benadering.
Om je antwoorden opnieuw te bekijken, klik op "Bekijk antwoorden". Om je
resultaten af te drukken, klik op "Print antwoorden".
Opmerking: Als je oefeningen 'opnieuw' maakt, worden je eerdere
antwoorden overschreven.
51
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 46: 1.9 Samenvatting deel 1
Slide 46 1.9 Samenvatting deel 1
Ouder worden is een universeel, levenslang evoluerend proces dat elk
levend wezen doormaakt. Toch verloopt ieders verouderingsproces uniek,
ook bij personen met een beperking. Hoe ouder ze worden, hoe meer
autonomie ze verliezen omdat hun verschillende vaardigheden en
vermogens achteruitgaan.
Het specifieke karakter van verstandelijke beperkingen vereist bepaalde
voorzorgsmaatregelen met betrekking tot begrip en respect voor
andermans wensen, het stellen van de juiste diagnose, enz.
Begeleiders bevinden zich ten opzichte van hun cliënten dan ook niet in
een natuurlijke, noch voor de hand liggende positie.
De mens wordt van nature voortdurend onbewust beïnvloed door
vooronderstellingen. Dat bespaart tijd en energie en zorgt voor een
samenhangende interpretatie van wat we waarnemen. Daarom is het van
essentieel belang om persoonsgericht te werken en te leren hoe we de
gevolgen van overdracht en tegenoverdracht kunnen doorzien en
stereotypes, vooroordelen en eerste indrukken kunnen ondervangen door
objectiever te observeren.
Zorgverleners moeten dus bijzonder waakzaam zijn en de wereld en
zichzelf nauwlettend in de gaten houden zodat ze de personen voor wie ze
zorgen geen schade berokkenen. Ze moeten hun vaardigheden gebruiken
om ervoor te zorgen dat hun cliënten zoveel mogelijk hun eigen leven
kunnen leiden en een actieve rol in de samenleving kunnen spelen.
52
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 47: Deel 2: Een gepaste methodologische
benadering
Slide 47 Deel 2: Een gepaste methodologische benadering
Thema's en leerdoelen
Aan de hand van vignetstudies en oefeningen krijg je in dit deel meer
inzicht in volgende thema's:
Een vertrouwelijke relatie opbouwen en onderhouden.
Het begrip persoonsgerichte zorg.
Ritualisering van tijd.
Gepaste hulpmiddelen en technieken om ouderen met een verstandelijke
beperking te ondersteunen in hun levensproject.
Leerdoelen
Als je de theorie en de oefeningen in dit deel hebt doorgenomen, ken je:
Het specifieke karakter van zorg voor ouderen met een verstandelijke
beperking.
De voordelen van goed anticiperen als preventietechniek.
Het belang van tijdmarkering en ritualisatie tijdens het verouderingsproces.
Technieken en hulpmiddelen die het leven van ouderen met een
verstandelijke beperking aangenamer maken en die gebruikt kunnen
worden door i) de persoon in kwestie, ii) vrienden en familieleden, en iii)
professionele zorgverleners.
53
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 48: 2.1 Inleiding deel 2
Slide 48 2.1 Inleiding deel 2
Er bestaan verschillende methodes, technieken en hulpmiddelen om 'voor
iemand te zorgen' maar bij gebrek aan een echte 'handleiding', lijkt het
aangewezen om een zorghouding te promoten die gebaseerd is op enkele
basisregels.
De belangrijkste taak van een zorgverlener is het compenseren van de
moeilijkheden die het ouderen met een beperking kunnen verhinderen een
'normaal' leven te lijden.
In dit deel helpen we je om bij het gebruik van gepaste technieken en
hulpmiddelen in concrete situaties rekening te houden met de specifieke
problemen die verstandelijke beperkingen met zich meebrengen. De keuze
en het belang van een gepaste methodologie bepaalt namelijk in grote
mate steeds opnieuw, cliënt per cliënt, de kwaliteit van de zorg.
Daarom leggen we in dit deel enkele methodologische elementen onder de
loep en bespreken we een aantal van de vele hulpmiddelen
gericht op oudere personen met een beperking;
gericht op hun famielieleden en vrienden;
gericht op de zorgverleners.
We willen er ook nog even aan herinneren hoe belangrijk tijd, leeftijd en
overgangsfases zijn in iemands leven.
54
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 49: 2.2 Casus: Simone Jaouen
Slide 49 2.2 Casus: Simone Jaouen
Simone Jaouen
Simone heeft het moeilijk met communiceren en is niet goed ter been. Hoe
kun je haar wensen en behoeften dan interpreteren?
Met de hulp van de logopedist en de psycholoog bedachten haar
begeleiders twintig jaar geleden een set fotokaarten waarmee Simone haar
emoties kon uitdrukken via de illustraties.
Vandaag zijn er echter nog maar weinig begeleiders die Simones kaarten
kennen.
Nieuwkomers zijn niet op de hoogte gebracht van het werk van hun
voorgangers en de fotokaarten zijn verouderd en in onbruik geraakt.
Simone is verdrietig: er is niemand meer die haar nog fatsoenlijk begrijpt.
55
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 50: 2.3 Casus: Jean Lagadec
Slide 50 2.3 Casus: Jean Lagadec
Jean Lagadec
Jean is al jaren gelukkig in het zorgcentrum waar hij woont.
De voorziening is echter niet meer bevoegd om nog langer voor hem te
zorgen en hij moet het home verlaten.
Met behulp van zijn steungroep bezoekt Jean verschillende instellingen en
ontmoet hij andere mensen in dezelfde situatie.
Na enkele maanden heeft Jean het al veel minder benauwd. Hij is niet
bang meer en praat openlijk over zijn leven na het home. Jean weet heel
goed wat hij wil. Het is misschien wel de eerste keer in zijn leven dat hij het
gevoel heeft dat hij zelf een vrije keuze kon maken. Tot voor kort is alles
namelijk altijd voor hem beslist geweest zonder dat hij er zelfs maar over
moest nadenken: hij werd automatisch leerjongen bij de instelling voor
gehandicapte kinderen, daarna werd hem een job aangeboden in een
aangepast bedrijf, begeleiding inbegrepen, ...
56
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 51: Deel 2: Oefening 1
Slide 51 Deel 2: Oefening 1
De eerste oefening van dit onderdeel helpt je reflecteren over 'methodes'
en 'hulpmiddelen'.
Op de volgende slides krijg je de gelegenheid om te reflecteren en
onderstaande vragen te beantwoorden:
1. Wat is volgens jou het verschil tussen 'methodes' en 'hulpmiddelen'?
2. Geef alle methodes en hulpmiddelen op die je:
i) kent
ii) gebruikt
3. Ben je tevreden met je eigen 'gereedschapskist'? Ben je voldoende
uitgerust om de wensen en behoeften van de persoon voor wie je zorgt te
identificeren?
Noteer je ideeën in de daarvoor bestemde tekstvakken of maak notities op
Oefenblad 6. Klik op 'VOLGENDE' om verder te gaan.
Nu je even hebt kunnen reflecteren over 'methodes' en 'hulpmiddelen' gaan
we daar in de rest van dit deel verder op in en helpen we je om een
gepaste gereedschapskist samen te stellen. Om te beginnen krijg je op de
volgende slides een kort overzicht van het specifieke karakter van
zorgverlening voor ouderen met een verstandelijke beperking.
Om je antwoorden opnieuw te bekijken, klik op "Bekijk antwoorden". Om je
resultaten af te drukken, klik op "Print antwoorden".
Opmerking: Als je oefeningen 'opnieuw' maakt, worden je eerdere
antwoorden overschreven.
57
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 52: 2.4 Het specifieke karakter van zorgverlening
Slide 52 2.4 Het specifieke karakter van zorgverlening
Hun verstandelijke beperking zorgt bij oudere personen met een
verstandelijke beperking voor een aantal specifieke problemen:
Ze worden vaak beïnvloed door anderen.
Ze zijn niet echt vrij om zelf keuzes te maken.
Ze zijn zelden de auteur van hun eigen levensverhaal.
Toch moet de zorgverlening zorgen dat ze hun eigen wensen kenbaar
maken, gebaseerd op hun eigen, vrije wil.
Dit impliceert:
Controle over eigen acties, gedachten en emoties (de basis van onze
beslissingen).
Het vermogen om frustraties te beheersen en niet te handelen.
De daadwerkelijke mogelijkheid om zelf te kiezen:
Om te kunnen kiezen tussen A en B (of de keuze te hebben net niet te
kiezen (mogelijkheid C)), moeten A, B en C allemaal mogelijk zijn.
Om de problemen die inherent zijn aan hun handicap het hoofd te kunnen
bieden, moeten personen met een verstandelijke beperking zich bewust
zijn van de vele manieren waarop ze nu en in de toekomst ondersteund
kunnen worden.
58
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 53: 2.5 Het specifieke karakter van zorgverlening
- Vervolg
Slide 53 2.5 Het specifieke karakter van zorgverlening - Vervolg
Mensen met een verstandelijke beperking worden ouder zoals iedereen.
Hun wensen vormen de kern van het zorgplan. Hen ondersteunen en
verzorgen betekent dan ook:
Hen de mogelijkheid bieden zich te uiten en,
ondanks hun beperking, aan hun toekomst te werken.
Voorbeeld: Youssef vraagt hulp om zijn moeder te vertellen dat hij na zijn
pensioen bij een gastgezin wil gaan wonen. Hij hoopt dat de 90-jarige
dame hem daar toestemming voor zal geven.
Een professionele zorgverlener moet steeds nieuwsgierig blijven en
levenslang willen bijleren en onderzoeken zodat hij of zij in zijn zorgfunctie
steeds over up-to-date informatie beschikt, en de nieuwste technologieën
en ontdekkingen met zijn cliënten kan delen. Dat biedt hen meer
keuzemogelijkheden en een betere grip op hun toekomst.
Het concept van empowerment (voor zichzelf leren opkomen en het lot in
eigen handen nemen) benadrukt gebruik en stimulering van iemands eigen
vermogens door de persoon zelf te betrekken bij beslissingen die hem of
haar aangaan: http://1libertaire.free.fr/PuissancedeSoi.html
Veel zaken worden vaak alleen al mogelijk ‘door naar mensen te luisteren
… je loopt dan namelijk het risico effectief te horen wat ze zeggen!’
(Friedrich Nietzsche)
59
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 54: 2.6 Anticipatie als preventietechniek
Slide 54 2.6 Anticipatie als preventietechniek
Begin van deel 2: De tijd staat niet stil !!! Foto ter illustratie dat we op tijd
moeten anticiperen.
60
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 55: 2.6.1 Steun en informatie
Slide 55 2.6.1 Steun en informatie
Mensen met een verstandelijke beperking ondersteunen en hen over de
verschillende mogelijkheden informeren, geeft hen de kans om zelf hun
toekomst mee te bepalen en:
plotselinge veranderingen te vermijden;
Voorbeeld: Hannah woont in een home dat verbonden is aan een
beschutte werkplaats. Ze is al 20 jaar samen met David. In een poging om
haar professionele problemen op te lossen, is Hannah nu echter
overgeplaatst naar een andere werkplek in een andere stad. Na twintig jaar
worden David en Hannah dus opeens van elkaar gescheiden!
traumatische situaties onder controle te houden;
op noodsituaties te anticiperen, en
Voorbeeld: Nora lijdt aan cerebrale parese of hersenverlamming. De
ontwikkeling van haar ziekte is gemakkelijk te voorspellen, maar niemand
heeft de nodige stappen ondernomen om haar toekomst voor te bereiden.
Nora is iemand met heel veel levenslust die haar pijn vaak verbergt. Op 55jarige leeftijd komt ze echter lelijk ten val en moet ze haar woning, die
eigenlijk al jaren ongeschikt was, verlaten. Het is de laatste keer dat Nora
haar huis zal zien want ze gaat nu naar een instelling voor
zorgbehoevende bejaarden.
overgangsperiodes rustig tegemoet te zien.
Voorbeeld: Koen heeft geen familie meer en heeft altijd in instellingen
gewoond, zowel tijdens zijn kindertijd als in zijn latere leven. De
voorziening waar hij woont, huisvest echter geen bejaarden en nu hij ouder
wordt, moet hij daar weg. Koen denkt dat dit betekent dat hij
gaat
sterven!
61
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 56: 2.6.2 Steun en informatie - Vervolg
Slide 56 2.6.2 Steun en informatie - Vervolg
Voldoende informatie over alle mogelijkheden biedt een oudere persoon
met een verstandelijke beperking en zijn omgeving eveneens de kans om:
zichzelf voor te bereiden;
op veranderingen te anticiperen; en
hen te ondersteunen tijdens:
- grote veranderingen (pensionering, verhuis, generatiekwesties)
Voorbeeld: Jan heeft altijd zelfstandig in zijn eigen appartement
gewoond. Op 58-jarige leeftijd wil hij niet langer zelf gaan winkelen en eten
maken (vooral het plannen op zich vindt hij lastig), en hij verhuist naar een
voorziening met gedeelde huisvesting. Nu hij ouder wordt, denkt hij dat
hij zich in een bejaardentehuis veiliger zal voelen. Hij weet echter niet
zeker of hij het daar wel leuk zal vinden, dus plant hij een kort verblijf om te
zien of dat voor hem de juiste keuze is.
- levensfases (menopauze, ziekte, overlijden)
Voorbeeld: Gert ziet dat zijn vader ‘achteruitgaat’ en begrijpt niet
waarom hij zich niet meer voor politiek interesseert. Zijn vader lijdt aan
dementie en er zullen dan ook heel wat zaken veranderen. Gert praat met
de psycholoog over zijn angsten en
bezoekt (samen met zijn mentor)
ook regelmatig zijn vaders arts om uit te zoeken wat er precies allemaal
gebeurt en hoe hij
kan helpen.
62
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 57: 2.6.3 Ouder worden kan angst veroorzaken
Slide 57 2.6.3 Ouder worden kan angst veroorzaken
Ouder worden kan angst veroorzaken.
Dat blijkt uit:
de behoefte om iets achter te laten als je er zelf niet meer bent (verwijst
naar psychologische concepten zoals onsterfelijkheid, almacht en controle
voortvloeiend uit de kindertijd, en de orale en anale fasen waar Freud het
over had).
Voorbeeld: Barbara sponsort een kind in Thailand. Ze heeft geen familie
meer en wil dat iemand zich haar ook na haar dood nog herinnert.
de behoefte om materiële zaken te regelen (testament, begrafeniskosten,
aangepaste huisvesting voor later, ...)
Voorbeeld: Xing heeft een testament opgesteld ten gunste van de
Dierenbescherming. Op die manier valt niemand haar lastig in de hoop iets
van haar te krijgen.
... En als de tijd gekomen is: de behoefte om over het eigen heengaan na
te denken: iemands angst wegnemen door de persoon in kwestie te helpen
die angst uit te drukken en hem of haar in contact te brengen met
psychische hulpverlening... geeft de oudere persoon niet alleen nieuwe
levenskracht, het helpt hem of haar ook zich een zinvolle toekomst in te
beelden. Dat vermindert het verlangen om te sterven en vermijdt
geriatrische cachexie.
63
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 58: 2.6.4 Geriatrische cachexie
Slide 58 2.6.4 Geriatrische cachexie
Geriatrische cachexie is een ernstige en vaak fatale aandoening die
veelvuldig voorkomt bij oudere mensen.
Bij geriatrische cachexie zien we een 'zware depressie' in combinatie met
een bijzonder snelle aftakeling van iemands algemene toestand. Tijdens dit
lichamelijk verval, lijkt het wel of de oudere persoon nog weigert te leven.
De decompensatie treedt meestal op na een ziekte, een ongeluk, een
verlies, een overplaatsing naar een bejaardentehuis, een familiaal conflict
(bv. verkoop van een huis), ...
Te weinig en slechte verbale communicatie (bv. omdat de patiënt niet of
moeilijk praat) kunnen het ziektebeeld nog verergeren. Een goede
preventie is dan ook onmisbaar.
Een kwaliteitsvolle zorgverlening bestaat op zich al uit preventieve acties.
De behandeling van geriatrische cachexie omvat o.a.:
de patiënt aanmoedigen zich te uiten, naar hem luisteren, en met zijn
familie en vrienden praten.
Maar het is vooral zaak om chantage, dreigementen, woede en
infantilisering te voorkomen.
Soms blijkt ook psychologische ondersteuning nodig.
64
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 59: 2.7 Tijd ritualiseren
Slide 59 2.7 Tijd ritualiseren
Anticipeer op veranderingen en bereid een toekomstige pensionering goed
voor!
De rituelen die gepaard gaan met pensionering zijn psychologisch van
groot belang.
We gaan er op de volgende slides dan ook dieper op in.
Foto van een gepensioneerd stel met een verstandelijke beperking
65
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 60: 2.7.1 Veranderingen op til!
Slide 60 2.7.1 Veranderingen op til!
Op veranderingen anticiperen en ze voorbereiden is voor iedereen
noodzakelijk, maar nog meer voor mensen die het moeilijk hebben om de
tijdelijkheid van het bestaan en de tijdsgebonden aspecten van het leven te
bevatten. Daarom gaan veranderingen best gepaard met wat antropologen
een overgangsritueel noemen. Overgangsrituelen bestaan in alle culturen
en hebben ook altijd bestaan. In onze geïndustrialiseerde wereld zijn ze
misschien niet echt meer zo uitgesproken, maar ook hier bestaan ze nog
en zijn ze vaak noodzakelijk om iets te verwerken of je ergens op voor te
bereiden.
De fases die voor ons van belang zijn, hebben vaak te maken met
veroudering:
Generatiewissel: je wordt senior, je gaat tot de oudste generatie behoren,
tot de laatste die …
Pensioen: pensionering brengt verandering in je levensritme, sociale
status, inkomen, ...
Levenseinde en overlijden: je moet opeens voor je ouders gaan zorgen
terwijl het altijd omgekeerd was, je blikt terug, je rouwt om andermans
dood... en sterft uiteindelijk ook zelf
Die zijn belangrijk voor iemands plaats binnen de maatschappij, familie,
instelling, ...
Het zijn mijlpalen, merktekens op onze levensweg die het
verouderingsproces normaliseren door de angst voor het onbekende te
verminderen. De overgangsrituelen die deze periodes begeleiden mogen
dan ook niemand ontzegd worden want ze kunnen een waardevolle steun
betekenen bij het ouder worden.
66
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 61: 2.7.2 Met pensioen!
Slide 61 2.7.2 Met pensioen!
Met pensioen! De ritualisatie van pensionering is psychologisch van groot
belang.
In onze hedendaagse maatschappij wordt deze mijlpaal gewoonlijk
ondersteund door rituelen:
Een afscheidsfeestje, al een rite op zich.
Een speech over iemands hele loopbaan = het verleden, het
levensverhaal.
Bijeenkomsten met gepensioneerde collega's = het leven gaat verder, het
leven na de job.
De aanwezigheid van familie binnen de werkomgeving = verandering van
maatschappelijke status.
Cadeautjes = blijken van vriendelijkheid, dankbetuigingen voor bewezen
diensten.
Zich voorbereiden op het gepensioneerde leven is al even belangrijk als de
rituelen die ermee gepaard gaan. In het algemeen geldt dat men zich best
2 tot 5 jaar op voorhand mentaal begint voor te bereiden op de
verandering(en) die bij een pensionering de kop opsteken.
Om de overgang vlot te laten verlopen, zijn vaak gesprekken (in
praatgroepen, individueel, ...) en opleidingen noodzakelijk (zoals
pensioencursussen, zie bv. www.solidel.fr).
Je kan je ook op de nakende veranderingen voorbereiden door
ondertussen deeltijds aan de slag te gaan en meer tijd te spenderen aan
hobby's en andere sociale of culturele activiteiten, die je ook na je
pensionering kunt blijven uitoefenen.
67
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 62: 2.7.3 Praktijkvoorbeeld van ritualisatie
Slide 62 2.7.3 Praktijkvoorbeeld van ritualisatie
Hulpgroep voor mensen die de pensioenleeftijd naderen:
Laurent V., psycholoog, Les Genêts d’Or, E.S.A.T. in Morlaix, Frankrijk:
"We bieden ouder wordende personen met een beperking tijd en ruimte om
elkaar te ontmoeten en informatie uit te wisselen. Ze kunnen vrijuit met
elkaar praten en luisteren naar de levensverhalen van andere ouderen of
advies inwinnen bij deskundigen. Deze mensen komen vijf keer per jaar
samen. Soms bezoeken ze een instelling, een verpleegkundige of een
curator (of een andere expert, afhankelijk van het thema). Ze ontmoeten
ook voormalige collega’s die over hun huidige leven vertellen. Kortom: heel
wat gesprekken die hen kunnen helpen om zich minder zorgen te maken.
Aangezien de deskundigen hun informatie niet altijd op een eenvoudige
manier overbrengen, overlopen de begeleiders de informatie opnieuw als
dat nodig is. Cliënt en begeleider leren dus tegelijkertijd.
De thema’s worden steeds bepaald aan de hand van de vragen die we
tijdens de bijeenkomsten verzamelen.
De groepen liggen niet vast maar we beperken ze wel tot acht personen
met een verstandelijke beperking. Groepsleden blijven vaak twee jaar, de
tijd die nodig is om aan een nieuwe levensstijl te wennen. Dit initiatief
creëert onderlinge relaties en solidariteit en je gaat deel uitmaken van een
referentiegroep.
De criteria om zich bij deze groep aan te sluiten: zich zorgen maken over
ouder worden of het naderen van de pensioengerechtigde leeftijd, geen
aandoening hebben die ‘onverenigbaar’ is met de de ‘hulpgroep’. De
organisatoren streven ernaar iedereen binnen de groep de kans te geven
om tijdens de bijeenkomsten vragen te stellen en antwoorden te vinden. Ze
werken met aangepast materiaal en spelen in op de groepsdynamiek.
68
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 63: 2.8 Aangepaste hulpmiddelen en methodes
Slide 63 2.8 Aangepaste hulpmiddelen en methodes
Begin van dit deel: Foto ter illustratie van hulpmiddelen en methodes
69
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 64: 2.8.1 Methodes en hulpmiddelen kiezen
Slide 64 2.8.1 Methodes en hulpmiddelen kiezen
Aangepaste methodes en hulpmiddelen moeten:
- op maat gemaakt zijn, aangepast aan de specifieke problemen van de
oudere persoon met de verstandelijke beperking of de betrokken groep
personen. Vermijd bijvoorbeeld al te veel schriftelijk materiaal voor mensen
die niet lezen;
- een voor een toegelicht worden voor je ze implementeert;
- zo persoonlijk mogelijk zijn. Door bijvoorbeeld zelfs op een kleine
bijeenkomst iemands naam te vermelden, vergroot je iemands persoonlijke
impact;
- gekozen worden volgens objectieve, door deskundigen opgestelde
criteria, bv.: groepssessies voor iemand die lijdt aan hysterie.
70
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 65: 2.8.2 Methodes en hulpmiddelen kiezen Vervolg
Slide 65 2.8.2 Methodes en hulpmiddelen kiezen – Vervolg
Goede methodes en hulpmiddelen:
laten zien welke mogelijkheden er bestaan;
houden rekening met iemands wensen en behoeften;
zorgen dat iemand zijn wensen kan uitdrukken;
nemen angst weg;
helpen veranderingen in omgeving, fysiologie en psyche aanvaarden;
brengen iemand in contact met lotgenoten;
stellen iemand in staat zichzelf rationeel in een feitelijke situatie te
herkennen.
71
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 66: 2.8.3 Enkele methodes en hulpmiddelen
voorgesteld
Slide 66 2.8.3 Enkele methodes en hulpmiddelen voorgesteld
Elke methode van informatie- en gegevensvergaring die iemands
verwachtingen kan helpen uitdrukken is nuttig, maar om een maximale
nauwkeurigheid te verkrijgen combineer je best verschillende methodes.
Onderstaande lijst is zeker niet volledig, het is eerder een beknopt
overzicht van enkele gangbare of originele methodes en hulpmiddelen die
we hier aanbevelen omdat ze hun nut bewezen hebben. Meer informatie
vind je op de volgende slides.
Methodes
Steungroepen
Themabijeenkomsten
Interviews ….
Observaties
Empathisch luisteren
Hulpmiddelen
Foto's
Instellingen bezoeken
Gesprekken met lotgenoten
Gesprekken met deskundigen
Algemene evaluatieschema's
Gebaren, lichaamstaal
Esther Bick Observatiemethode
Pijlen duiden aan dat thematische methodes verschillende hulpmiddelen
kunnen bevatten zoals het bezoeken van instellingen, gesprekken met
lotgenoten en deskundigen, gebaren, lichaamstaal, ...
Opmerking: De pijlen geven aan welke bij een bepaalde methode gekozen
kunnen worden. Een methode kan verschillende hulpmiddelen bevatten.
72
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 67: 2.8.4 Wat is een interview?
Slide 67 2.8.4 Wat is een interview?
Wat is een interview? Hoe neem je een interview af? (Chiland C., red.,
2008)
Halfgestructureerd interview: De interviewer legt op voorhand een bepaald
aantal thema's of vragen vast. Tijdens het gesprek zorgt hij of zij dat alle
punten aan bod komen in de volgorde die de geïnterviewde verkiest. Dat is
niet noodzakelijk dezelfde volgorde als op het lijstje van de interviewer. Als
bepaalde punten niet ter sprake komen, dan kan de interviewer een open
vraag stellen. De interviewer dient zo 'ongestructureerd' mogelijk te blijven
(empathisch luisteren, herformuleren, eventueel een open vraag, zonder de
antwoorden in een bepaalde richting te sturen of enig oordeel uit te
spreken).
Ongestructureerd of persoonsgericht interview: De interviewer laat zijn
gesprekspartner vrij de thema’s kiezen en neemt een empathische houding
aan (je probeert de ander te begrijpen alsof je in zijn of haar schoenen
staat, zonder te vergeten dat dit niet het geval is). Dat betekent niet dat je
het met alles wat er gezegd wordt eens moet zijn, maar je moet je
gesprekspartner wel willen begrijpen (niet alleen rationeel, maar ook
gevoelsmatig of emotioneel). Je streeft er steeds naar de persoon
tegenover je te helpen zich volledig te uiten door alles wat hij of zij tijdens
of over het interview zegt en voelt te respecteren. Bij de
‘ongestructureerde’ aanpak ga je uit van diep respect voor wat de ander
vertelt, zonder blijk te geven van zelfs maar de minste vorm van
beoordeling, autoriteit, invloed of interpretatie.
73
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 68: 2.8.5 Andere methodes en hulpmiddelen
Slide 68 2.8.5 Andere methodes en hulpmiddelen
Ook de andere methodes en hulpmiddelen hebben hun nut al bewezen:
Hulpgroep: bijeenkomst van mensen met gelijkaardige problemen. Geeft
de leden het gevoel tot een bepaalde groep of gemeenschap te behoren.
Groepsleden kunnen elkaar bijstaan, hun ervaringen delen en wederzijdse
hulp bieden.
Deskundigen ontmoeten: ook ontmoetingen regelen tussen ouderen met
een verstandelijke beperking en 'experts' buiten de directe zorgsfeer kan
nuttig zijn. Op die manier kunnen ze verschillende deskundigen raadplegen
over uiteenlopende onderwerpen (bv. een chemicus, een advocaat, de
directeur van een bejaardentehuis enz.). Veel ouderen met een
verstandelijke beperking zijn slechts beperkt mobiel en hebben moeite om
logisch te redeneren of zich uit te drukken. Ze ontmoeten dergelijke
deskundigen doorgaans dan ook niet op eigen houtje.
Observatiemethode van Esther Bick: een methode die baby's observeert
om zowel hun concrete als hun gevoelswereld te begrijpen. Hoewel zeer
tijdrovend, is deze methode bijzonder geschikt om de behoeften, het
welzijn en de ergernissen te leren begrijpen van iemand met beperkte
motorische vaardigheden die zich niet verbaal kan uiten.
Photolangage: deze methode helpt gevoelens te uiten aan de hand van
geselecteerde foto’s.
Evaluatieschema's: er bestaan een aantal Europese evaluatieschema’s
voor ouderen.
Naast het Franse GEVA lijkt S.M.A.F. van professor Réjean Hebert
(universiteit van Montréal) tegenwoordig de beste evaluatiemethode voor
ouderen met een verstandelijke beperking.
74
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 69: 2.8.6 Methodes en hulpmiddelen
voor familie en vrienden
Slide 69 2.8.6 Methodes en hulpmiddelen voor familie en vrienden
Familiebanden
Oudere personen met een verstandelijke beperking hebben veelal enkel
bloedverwanten in de tweede graad. Hun ouders zijn vaak al overleden. Bij
gebrek aan familie investeren ze emotioneel gezien dan ook meestal in een
sociale vriendenkring.
Professionele knowhow is erop gericht:
Iemand de nodige informatie te verschaffen om hem of haar op dat gebied
gerust te stellen (door bijvoorbeeld te suggereren andere bejaarden te
ontmoeten).
Rekening te houden met iemands waarnemingen en wensen.
Als er beslissingen genomen moeten worden of er moet een ander
zorgsysteem gekozen worden, hunkeren ouderen met een verstandelijke
beperking vaak naar de goedkeuring van familie en vrienden.
Het is dan ook essentieel om de familie bij het zorgprogramma te
betrekken en het over de invulling daarvan eens te raken. Op die manier
vermijd je bovendien dat er een loyaliteitsconflict ontstaat.
75
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 70: 2.8.7 Methodes en hulpmiddelen
voor zorgverleners
Slide 70 2.8.7 Methodes en hulpmiddelen voor zorgverleners
De ‘zorgverlener’ kan een werknemer van een instelling zijn, een
begeleider, een deskundige, een partner van een aangesloten instelling ….
Voorbeeld: Ludo luncht iedere zondag in een restaurant aan de haven. De
eigenaar is als een vriend voor hem. Als Ludo een zondag overslaat,
neemt de restaurantuitbater dan ook contact op met de familie om zich
ervan te vergewissen dat alles oké is.
De methodes en hulpmiddelen streven naar een:
Coherente
Relevante
zorgverlening
Aangepaste
Het vermijden van projecties als gevolg van ouder wordende zorgverleners
en instellingen.
Gezondheidswerkers moeten tijdens onderlinge informatie-uitwisselingen
steeds iemands privacy respecteren. Zorgbehoevend zijn betekent niet dat
je openbaar bezit bent. Iedereen heeft recht op privacy en waardigheid.
Vooral bij mensen die heel afhankelijk zijn, is op dit vlak extra
waakzaamheid geboden.
76
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 71: 2.8.8 Methodes en hulpmiddelen
voor zorgverleners - Vervolg
Slide 71 2.8.8 Methodes en hulpmiddelen voor zorgverleners - Vervolg
Zorgverleners moeten o.a. op de hoogte zijn van:
Regionale, nationale of internationale aanbevelingen.
Epidemiologisch wetenschappelijk onderzoek.
Zorgoplossingen in de buurt (informatie- of oriëntatiecentra, zorgdiensten
en thuishulp, verschillende vormen van gedeelde huisvesting, instellingen
voor bejaarden, gemeentelijke sociale voorzieningen enz.).
Vertrouwenspersonen, vertrouwelijkheid.
Participatie van de omgeving buiten de instelling: buren, winkeliers, ...
Een goede kennis van de administratie, de wetgeving en het beleid inzake
bejaarden en gehandicapten, en functioneel contact met de sociale
netwerken van je cliënten leiden doorgaans tot geschikte, relevante
oplossingen.
Verder is het ook steeds nuttig om vernieuwende ideeën onder de
aandacht van overheidsinstanties te brengen en de hiërarchie van het
zorgsysteem op de hoogte te stellen van observaties en behoeften binnen
de sector.
77
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 72: Deel 2: Oefening 2
Slide 72 Deel 2: Oefening 2
We sluiten dit hoofdstuk af met een oefening die nog even een aantal
dingen samenvat die je in dit deel hebt gezien.
Op de volgende slides krijg je de gelegenheid om te reflecteren en
onderstaande vragen te beantwoorden:
1. Waarom is het belangrijk om te antipiceren op het feit dat oudere
mensen met een verstandelijke beperking ouder worden?
2. Maak een zorgprotocol op aan de hand van wat je in dit deel hebt
geleerd (keuzes en doelstellingen van een methode en de daarbij
behorende hulpmiddelen).
3. Tijdens het verouderingsproces kan het verlies van autonomie en het feit
dat je minder actief wordt een ander sluipend fenomeen verdoezelen.
Welk?
4. De dood is onvermijdelijk. Hoe kan symbolische ritualisatie ervan oudere
mensen met een verstandelijke beperking helpen?
5. Leg uit waarom samenwerken met familie en vrienden van je cliënt zo
belangrijk is.
Noteer je ideeën in de daarvoor bestemde tekstvakken of maak notities op
Oefenblad 7. Klik op 'VOLGENDE' om verder te gaan.
Bij deze oefening heb je nagedacht over een aantal methodes en
hulpmiddelen die je kan gebruiken om het leven van een oudere persoon
met een verstandelijke beperking aangenamer te maken. Op de volgende
slide sluiten we dit deel af met een overzicht van de belangrijkste
aandachtspunten.
Om je antwoorden opnieuw te bekijken, klik op "Bekijk antwoorden". Om je
resultaten af te drukken, klik op "Print antwoorden".
Opmerking: Als je oefeningen 'opnieuw' maakt, worden je eerdere
antwoorden overschreven.
78
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 73: 2.9 Samenvatting
Slide 73 2.9 Samenvatting
Voor je je cliënt een actieve rol in zijn of haar eigen levensverhaal kan
helpen spelen, moet je objectief over je eigen waarnemingen kunnen
nadenken. Als er keuzes gemaakt moeten worden, is het jouw taak daarbij
te helpen, niet enkel in samenspraak met de omgeving en op basis van
hun verwachtingen, maar vooral in functie van je cliënt zelf. Terwijl je hem
of haar de verschillende mogelijkheden voorlegt, wakker je hoop, wensen
en verlangens aan. Daarom is het essentieel dat elke actie vertrekt vanuit
het realiteitsprincipe. (wat is zinvol, haalbaar, aanvaardbaar?) Zo wordt de
ondernomen actie duurzaam en is het makkelijker om tijdig op bepaalde
veranderingen en mijlpalen in iemands leven te anticiperen.
Oudere mensen met een verstandelijke beperking zijn vaak bijzonder
vatbaar voor invloeden van buitenaf en kunnen bepaalde situaties niet altijd
even goed inschatten. Dat maakt hen kwetsbaar, waardoor ze in (soms
gevaarlijke) probleemsituaties kunnen belanden. Toch moeten ze voor
zichzelf opkomen. Dat kan via Empowerment, een van de pijlers van een
goede zorgverlening: toon respect voor hun vrije wil en de manier waarop
ze die uiten, ongeacht hun beperking of de mate daarvan.
Het is bovendien zaak om ervoor te zorgen dat iemand die met
veranderingen geconfronteerd wordt zijn of haar psychische stabiliteit niet
verliest. Preventief op de nakende veranderingen anticiperen is een must:
je op voorhand aan je nieuwe situatie aanpassen is een pak beter dan
achteraf de brokken te moeten lijmen. (zie Être handicapé et vieillir van de
Fondation Nationale de Gérontologie, 2012, dvd). De voorgestelde
aangepaste methodes en hulpmiddelen kunnen je daarbij helpen, uiteraard
vooropgesteld dat ze voortdurend verbeterd worden.
79
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 74: Deel 3: Levenslange ondersteuning
Slide 74 Deel 3: Levenslange ondersteuning
Thema's en leerdoelen
Aan de hand van vignetstudies en oefeningen krijg je in dit deel meer
inzicht in volgende thema's:
Persoonlijke projecten opbouwen en opvolgen.
Informatievergaring over leven, wensen en verwachtingen van oudere
personen met een verstandelijke beperking: een participatieve aanpak.
Het belang van respect voor de toekomstplannen van ouderen met een
verstandelijke beperking.
Leerdoelen
Als je de theorie en de oefeningen in dit deel hebt doorgenomen, ken je:
Verschillende manieren om informatie te vergaren over het leven, de
wensen en de verwachtingen van oudere personen met een verstandelijke
beperking.
De belangrijkste factoren en principes i.v.m. respect voor ouderen met een
verstandelijke beperking tijdens het gezamenlijk opmaken en uitvoeren van
een persoonlijk zorgplan.
80
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 75: 3.1 Inleiding
Slide 75 Deel 3.1 Inleiding
Net als bij ieder ander, nemen ook bij ouderen met een verstandelijke
beperking de fysieke en intellectuele vermogens af naarmate ze ouder
worden. En ook zij krijgen te maken met veranderingen in hun sociale
status en omgeving. Zij moeten zich dan ook aanpassen aan een totaal
nieuwe manier van leven.
Bij het zoeken naar oplossingen en hulpmiddelen voor ouderen met een
verstandelijke beperking worden vaak algemene institutionele keuzes
gemaakt omdat bepaalde voorzieningen nu eenmaal steeds met elkaar
samenwerken of omdat net dat ene centrum over die bepaalde apparatuur
beschikt. Gezondheidswerkers uit de medisch-sociale sector zijn dan ook
vaak geneigd in de eerste plaats op zoek te gaan naar de ideale (veilige)
voorziening in plaats van te kijken naar iemands unieke levensverhaal en
persoonlijke omstandigheden.
Wil je vandaag de dag met lokale middelen kunnen tegemoetkomen aan
specifieke situaties, dan kun je best op zoek naar teams en methodes die
openstaan voor een leven buiten de instelling, en zorgbehoeften voorrang
geven op huisvesting.
‘Hoe meer oplossingen met elkaar verbonden raken, hoe makkelijker
iemand die ene oplossing zal vinden die het best bij hem of haar past.’
(Zribi G., 2009)
81
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 76: 3.2 Casus: Simone Jaouen
Slide 76 3.2 Casus: Simone Jaouen
Foto van Simone Jaouen met een rollator
Simone Jaouen
Simone droomt ervan op een zonnige plek te wonen. Ze herinnert zich haar
voorliefde voor de geuren en de warmte aan de Middellandse Zee nog
goed. Ze had toen helemaal geen last van die ‘pijn in haar lijf’. Vandaag is
Simone erg ziek en het lijkt wel of ze al een tijdje haar levenslust kwijt is.
Ze zegt niet veel meer en drukt haar ongenoegen meestal uit via haar
lichaam. Haar onlangs overleden moeder kon deze signalen goed
interpreteren maar Simone heeft geen andere familieleden in de buurt. Ze
heeft wel nog een gepensioneerde zus die over en weer reist tussen
Duitsland, waar ze haar kleinkinderen bezoekt, en de Provence, waar ze
haar hart verloren heeft.
Hun vader reisde veel als soldaat en de familie volgde hem altijd overal.
Simone groeide dus op zonder een echte 'thuis'. Na de dood van haar
vader woonde ze haar verdere volwassen leven wel met haar moeder op
een en dezelfde plek.
De zorgverleners beschouwden haar moeders aanwezigheid altijd als
primaire indicator voor Simones gevoel van welzijn en dus heeft niemand
zich ooit afgevraagd of Simone zelf wel zo blij was met haar moeders
honkvastheid.
Na een gesprek met haar zus is pas nu voor iedereen duidelijk wat Simone
zelf het belangrijkste vind: ‘familie in de buurt hebben!’ Misschien kan
Simone dichter bij haar familie gaan wonen, in de buurt van de
Middellandse Zee?
82
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 77: 3.3 Casus: Jean Lagadec
Slide 77 3.3 Casus: Jean Lagadec
Andere foto van Jean Lagadec
Jean Lagadec
Jean Lagadec droomt ervan aan zee te wonen met een vrouw die voor
hem kookt en zijn leven deelt. André, die hem al 30 jaar kent, moest altijd
lachen om de absurde wensdroom van zijn vriend, maar op een dag komt
de droom toch uit. Jean beslist om bij een gastgezin1 in te trekken en gaat
inwonen bij mevrouw Guichaoua, een weduwe die alleen aan de kust
woont en gemachtigd is om voor iemand met een beperking te 'zorgen'.
Jean werd al op heel jonge leeftijd achtergelaten en heeft geen familie
meer. Hij verblijft dan ook al zijn hele leven in instellingen.
Deze nieuwe levenswijze is een belangrijk ‘keerpunt’ in zijn leven.
Uiteraard is het gevaar dat er spanningen kunnen ontstaan reëel. Om
eventuele problemen te voorkomen, lijkt het dan ook aangewezen om de
situatie ‘van op afstand’ te monitoren.
1 Goedgekeurd en toegewezen door een van de plaatsingsdiensten in de
pleegzorg (van kinderen, ouderen of gehandicapten).
83
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 78: Deel 3: Oefening 1
Slide 78 Deel 3: Oefening 1
Dit deel gaat dieper in op de levensloop van oudere mensen met een
verstandelijke beperking. De vragen in deze oefening zijn ontworpen om je
over dat onderwerp te doen nadenken.
Op de volgende slides krijg je de gelegenheid om te reflecteren en
onderstaande vragen te beantwoorden:
1. Kun je de methode beschrijven waarmee je de gedachten van iemand
met een verstandelijke beperking kunt interpreteren?
2. Hoe en waarom moet je je interpretatie toetsen?
3. Met welke beperkingen word je geconfronteerd en waarom?
4. Wat zou je aanraden ingeval van onvervulde wensen en behoeften?
5. Hoe kun je je cliënt zoveel mogelijk betrekken bij beslissingen die hem of
haar aangaan?
Noteer je ideeën in de daarvoor bestemde tekstvakken of maak notities op
Oefenblad 8. Klik op 'VOLGENDE' om verder te gaan.
Voor we verdergaan, enkele vragen die elke zorgverlener zich zou moeten
stellen.
1. Naast de gevolgen van het verouderingsproces bij iemand met een
verstandelijke beperking moeten we ook rekening houden met zijn of haar
biologische, psychische en sociaal-culturele omstandigheden.
2. Op persoonlijk vlak is het ook belangrijk niet voorbij te gaan aan het
soms vage, maar reële gevoel van ouder wordende mensen dat ze ‘geen
bevredigende rol spelen in het dagelijkse leven’ of 'niet meer van nut zijn
voor de maatschappij'. Dit gevoel kan bijdragen tot een vorm van
psychische depressie die vaak moeilijk waar te nemen is.
Deze oefening heeft je geleerd dat je bij de zorg voor iemand met een
verstandelijke beperking zijn of haar volledige levensloop in overweging
moet nemen. Op de volgende slides gaan we daar dieper op in.
Om je antwoorden opnieuw te bekijken, klik op "Bekijk antwoorden". Om je
resultaten af te drukken, klik op "Print antwoorden".
84
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Opmerking: Als je oefeningen 'opnieuw' maakt, worden je eerdere
antwoorden overschreven.
85
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 79: 3.4 Informatie verzamelen over iemands
levensweg
Slide 79 3.4 Informatie verzamelen over iemands levensweg
Afbeelding van een wegwijzer 'Levensweg' die naar links (verleden) en
rechts (toekomst) wijst. Onder 'Verleden' staat een afbeelding van
informatiebladen.
Rechts van de wijzer naar de 'Toekomst' staat een afbeelding van
'Behoeften en verwachtingen'
86
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 80: 3.4.1 Auto-anamnese
Slide 80 3.4.1 Auto-anamnese
Iemand helpen doe je niet door de touwtjes in handen te nemen, maar door
een participatieve aanpak: de persoon in kwestie zoveel mogelijk actief
betrekken. Dat kan bijvoorbeeld door hem of haar tijdens een gesprek zelf
aan het woord te laten.
Specifieke details over iemands leven zijn essentieel omdat ze je veel
kunnen vertellen over hoe en waarom iemand zich op een bepaalde manier
gedraagt of bepaalde acties uitvoert. Informatie verzamelen over iemands
leven, wensen, behoeften en verwachtingen, kan op veel verschillende
manieren. Een combinatie daarvan werkt het best.
Auto-anamnese:
Je cliënt vertelt zelf zijn of haar eigen levensverhaal zoals hij of zij dat wil:
Wat wil je cliënt over zijn leven vertellen?
Welke feiten zijn het belangrijkst?
Kenmerken
Auto-anamnese laat je toe te zien ‘wie’ de persoon vandaag is.
Bij auto-anamnese toon je respect voor de persoon in kwestie omdat je
hem of haar zelf laat kiezen wat hij of zij vertelt. Er zijn geen directe vragen
(per definitie psychologisch agressief) die de aandacht kunnen afleiden van
wat voor die persoon belangrijk is.
Auto-anamnese evolueert mee met de leeftijd en de levenservaring.
87
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 81: 3.4.2 Hetero-anamnese
Slide 81 3.4.2 Hetero-anamnese
Hetero-anamnese: anderen vertellen iemands levensverhaal
Hoe verliep zijn of haar leven in het verleden? Hoe verloopt het vandaag?
Hoe ziet je cliënt de toekomst?
Wat zijn zijn of haar gewoonten?
In welke omgeving groeide de persoon op?
Welk gevoelsleven heeft hij of zij gekend of uitgebouwd?
Kenmerken
Bij hetero-anamnese is er sprake van meerdere personen.
De geïnterviewde personen moeten tijdens verschillende levensfasen met
je cliënt samengeleefd hebben of hem of haar bezocht hebben.
Ze moeten op verschillende manieren met de oudere persoon met de
verstandelijke beperking verbonden zijn.
Om echt persoonsgericht te kunnen plannen (zie Module 2:
Persoonsgerichte planning) is het noodzakelijk bepaalde belangrijke
elementen uit iemands leven te kennen.
88
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 82: 3.4.3 De holistische benadering
Slide 82 3.4.3 De holistische benadering
Een holistische zorgvisie1 levert gewoonlijk een betere kennis van de
zorgnemer op. Bovendien verdient een specifieke, persoonsgerichte
zorgwijze de voorkeur boven een (zuiver mechanisch) actieplan dat
voorbijgaat aan iemands mens-zijn.2
Voor mensen zorgen betekent niet alleen ‘jaren aan hun leven toevoegen’,
maar ook ‘leven aan hun jaren’!
Levenskwaliteit is bepalend voor een lang leven.
Om te weten welke behoeften prioritair zijn en hoe je best in die behoeften
kunt voorzien, kan het nuttig zijn hun hiërarchie te bekijken. Het mag dan al
een oud hulpmiddel zijn, de piramide van Abraham Maslow is in dit opzicht
nog steeds erg efficiënt.
1 Theorie of concept waarbij iets wordt beschouwd als meer dan de som
der delen, als een geheel. De globale of holistische psychologie is in strijd
met de atomistische visie op persoonlijkheid (Delay, Etudes de psychologie
médicale, 1953, p.128). De moderne antropologie beschouwt alle aspecten
van het leven als de creatie van een geheel, waarbij de elementen alleen
via het geheel begrepen kunnen worden en betekenis krijgen.
2 "Telkens de omgeving iemand verhindert een beweging of handeling uit
te voeren waartoe hij wel in staat is, telkens iemand anders de handeling in
naam van die persoon stelt, wordt die persoon verzwakt. Telkens een
capaciteit niet wordt gebruikt, gaat ze achteruit, en des te sneller wanneer
de persoon in kwestie fysiek en mentaal kwetsbaar is." (Y. Gineste en J.
Pélissier, Humanitude, Bibliophane - Daniel Radford, 2005, p.127).
89
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 83: 3.4.4 De piramide van Maslow
Slide 83 3.4.4 De piramide van Maslow
De piramide van Maslow: oud, maar nog steeds relevant
A Theory of Human Motivation, 1943
Foto van de behoeftepiramide van Maslow.
Er zijn vijf niveaus van de voet van de piramide naar de top:
Fysiologische behoeften: primaire lichamelijke behoeften zoals ademen,
eten, drinken, seks, slaap, homeostase, excretie
Behoefte aan veiligheid en zekerheid: bestaanszekerheden zoals
veiligheid, huisvesting, werkzekerheid, inkomen, moraal, relaties, familie,
gezondheid
Behoefte aan sociaal contact: liefde, vriendschap, familie, seksuele
intimiteit
Behoefte aan waardering en erkenning: eigenwaarde, zelfrespect,
vertrouwen, succes, respect hebben en gerespecteerd worden
Behoefte aan zelfactualisatie: zelfontplooiing, deugdzaamheid, creativiteit,
spontaneïteit, objectiviteit, tolerantie, acceptatie
Hiërarchie van de behoeften volgens A. Maslow
90
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 84: 3.4.5 Informatievergaring: een doorlopend
proces
Slide 84 3.4.5 Informatievergaring: een doorlopend proces
Naast anamnese kan je ook contacten en communicatie met
gezondheidswerkers als informatiebron gebruiken.
Deze hulpbronnen en de informatie die daaruit voortvloeit moeten voor het
voltallige zorgteam van de oudere persoon met de verstandelijke beperking
beschikbaar zijn.
Op voorwaarde dat de vertrouwelijkheid in dezelfde mate wordt
gerespecteerd als binnen iemands sociale netwerk, kun je daar ook nog
directe observaties aan toevoegen.
Op de volgende slide vind je een aantal voorbeelden van
informatievergaring.
91
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 85: 3.4.6 Voorbeelden van informatievergaring
Slide 85 3.4.6 Voorbeelden van informatievergaring
Vorige slide
Youssef zit gevangen in een loyaliteitsconflict.
Zijn sociale netwerk bestaat enkel uit begeleiders en familie. Als zijn ouders
hem vragen wat hij wil, dan praat hij hen naar de mond en vertelt hen wat
ze willen horen. Dat doet hij ook bij zijn begeleider. Youssef wil hetzelfde
wat anderen willen!
Nu is er echter een bijeenkomst gepland met alle partijen over zijn
toekomstplannen en projecten. Daarbij is het natuurlijk van groot belang
dat zijn familie en begeleiders op een zo objectief mogelijke manier
Youssefs eigen persoonlijke mening kunnen achterhalen.
Xander houdt van timmerwerk en van honden. Hij wil zich na zijn
pensionering nuttig maken door kennels te bouwen als hobby. Zijn
zorgteam is van zijn plannen op de hoogte en heeft hem geholpen in zijn
garage een kleine werkplaats in te richten. De overgang naar zijn
gepensioneerde leven zou zonder al te grote moeilijkheden moeten
verlopen. Xander draagt immers via zijn hobby nog steeds bij tot de
maatschappij.
92
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 86: 3.4.7 Compensatie en educatie in evenwicht
Slide 86 3.4.7 Compensatie en educatie in evenwicht
Goede zorgverlening vereist een evenwicht tussen compensatie
(afhankelijkheid) en kennis (autonomie). Een goede leidraad om dat
evenwicht te vinden is het realiteitsprincipe waarbij je rekening houdt met
de omgevingsfactoren, op de gevolgen van je eigen daden anticipeert en er
ook de verantwoordelijkheid voor opneemt.
Maak jezelf los van een onbereikbaar ‘Utopia’ en erken dat er een realiteit
bestaat die niet altijd even bevredigend is. Op die manier vermijd je
ontgoocheling.
Zorgverlening heeft enkel zin als ze op dit principe gebaseerd is.
Als begeleider moet je dan ook altijd onderstaand schema in gedachten
houden:
Grafische voorstelling met in het midden de oudere persoon met de
verstandelijke beperking en van daaruit pijltjes naar behoeften, wensen en
verwachtingen die naar een andere voorstelling van realiteit en
mogelijkheid leiden.
* Oudere persoon met een verstandelijke beperking
93
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 87: 3.4.8 Compensatie en educatie in evenwicht:
Enkele voorbeelden
Slide 87 3.4.8 Compensatie en educatie in evenwicht: Enkele voorbeelden
Grafische voorstelling met in het midden de oudere persoon met de
verstandelijke beperking en van daaruit pijltjes naar behoeften, wensen en
verwachtingen die naar een andere voorstelling van realiteit en
mogelijkheid leiden.
Voorbeelden van behoeften in het schema: 'Simone heeft dagelijks
verzorging en monitoring nodig', 'Jean heeft dagelijks ondersteuning en
een veilige omgeving nodig'. Voorbeelden van wensen in het schema:
'Simone Jaouen wil ergens wonen waar de zon schijnt', 'Jean Lagadec wil
een 'normaal' leven leiden in een huis met een gezin.'
Voorbeelden van verwachtingen in het schema: 'Simone wil niet meer
leven - ze is depressief', 'Jean wil op zijn zestigste de instelling verlaten.'
Bij de afbeelding voor 'Realiteit en mogelijkheid' hoort volgend voorbeeld:
Er is maar een dienst voor huisvesting van hulpbehoevende bejaarden in
Frankrijk (EHPAD) en een organisatie voor 'gastgezinnen'.
94
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 88: 3.5 Iemands plannen respecteren
Slide 88 3.5 Iemands plannen respecteren
Begin van dit deel: Foto ter illustratie dat je ouderen personen met een
verstandelijke beperking ernstig moet nemen en dat ze respect verdienen.
95
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 89: 3.5.1 Aandachtspunten
Slide 89 3.5.1 Aandachtspunten
Als je gezamenlijk iemands persoonlijke zorgproject opstelt, zijn er twee
zaken van uitzonderlijk belang:
Wees creatief! Sta open voor alle mogelijkheden, probeer in je planning
iemands ideaal om tot een beter persoonlijk evenwicht te komen zo dicht
mogelijk te benaderen.
Bv. Ludo heeft een zwak voor paarden. Hij lijdt echter aan verlatingsangst
en kan niet voor zichzelf zorgen, laat staan voor anderen. Toch blijft hij een
paardenliefhebber. Zijn begeleider organiseert een levensproject in
samenwerking met de manege: op momenten dat Ludo daartoe in staat is,
mag hij er de paarden verzorgen. Zo kan hij toch nog zijn droom
waarmaken.
Niets ligt vast, niets is onomkeerbaar! Laat ruimte om op je stappen terug
te keren als iets niet lukt. Iedereen heeft het recht om fouten te maken!
Naarmate iemands behoeften evolueren, kunnen en moeten er in het
belang van zijn of haar fysieke en mentale gezondheid nieuwe projecten
een kans krijgen.
Bv. Omdat Rina te kampen heeft met ouderdomsinvolutie verhuisde ze
vorig jaar na een bijzonder positief verlopen proefperiode naar een nieuwe
accommodatie die daar beter voor uitgerust is. Een jaar later vindt ze het er
nog steeds niet leuk en wil ze haar plannen dan ook graag herzien.
96
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 90: 3.5.2 Samenwerking
Slide 90 3.5.2 Samenwerking
De kortste weg naar succes ligt in het synchroniseren van instantieoverkoepelende acties.
Samenwerkingsverbanden binnen een specifieke zorgsituatie
Tekening ter illustratie van samenwerkingsverbanden tussen verschillende
instanties in een specifieke zorgsituatie:
Van 'Professionele en vrijwillige zorgverlening' wijzen pijlen naar 'Bijstand',
'Gezondheid', 'Hobby's en expressie' en 'Levensstijl'.
'Hobby's en expressie' en 'Levensstijl' zijn via een verzameling verbonden
met het individu, net zoals 'Maatschappelijk nut (betekenis)'.
97
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 91: 3.5.3 Aanpassing
Slide 91 3.5.3 Aanpassing
Bij een nieuwe levensfase komen heel wat veranderingen kijken:
Een trager tempo. Oudere mensen slapen bijvoorbeeld minder lang, maar
doen wel vaker een dutje.
Nieuwe behoeften m.b.t. gezondheid, lichaamsverzorging, uiterlijk zoals
incontinentiemateriaal, pedicure, epilatie van de kin voor vrouwen met
nieuwe haargroei, ...
Een ander gevoelsleven, een ander sociaal leven: Yvonne woont samen
met een werkende man. Omdat ze niet graag alleen is, brengt ze haar
weekdagen door in een home met andere gepensioneerden.
Nieuwe organisatorische behoeften (o.a. inzake huishoudelijk werk,
etenstijden, winkelen, uitgaan, hobby’s, ...). Bv.: Xavier is vrijgezel. Hij
brengt zijn dagen door in een home voor bejaarden met een verstandelijke
beperking en woont in een flat in de stad. Eenmaal per week komt er een
huishoudhulp langs.
Andere fysieke omstandigheden: ergonomische overwegingen
(aangepaste douches, verdiepingen, trappen, bedden, meubels enz.). Bv.:
Zoë heeft via haar adviseur contact opgenomen met haar huisbaas om de
badkamer te laten aanpassen zodat ze zonder probleem in bad kan
stappen.
98
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 92: 3.6 Europa in actie
Slide 92 3.6 Europa in actie
Foto van vlaggen van Europese landen
Malaga (2003)
‘De levenskwaliteit van personen met een beperking verbeteren: een
coherenter beleid voor en door volwaardige participatie’
- Autonomie vergroten.
- Keuzevrijheid garanderen.
- Levenskwaliteit ondersteunen.
- Mensen doen inzien dat beperkingen onderdeel zijn van de menselijke
diversiteit.
- Bijdragen tot democratie en sociale cohesie.
Sint-Petersburg (2006)
Lancering van een Europees actieplan voor personen met een handicap
voor de periode 2006-2015:
Levenskwaliteit verbeteren.
Maatschappelijke integratie en actieve participatie (langzaam maar zeker
naar minder institutionalisering, naar een geïntegreerd school- en
beroepsleven).
Gelijke kansen en non-discriminatie aanmoedigen.
Aangepaste zorgverlening is ook een aandachtspunt voor de Europese
instellingen. Op de volgende slide vind je enkele Europese aanbevelingen
en verklaringen.
99
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 93: 3.7 Europese aanbevelingen en verklaringen
Slide 93 3.7 Europese aanbevelingen en verklaringen
Aanbeveling R (92) 6, Comité van Ministers (1992), betreffende een
coherent beleid voor personen met een beperking.
Conferentie van Helsinki over zelfstandig leven voor ouderen en personen
met een beperking (6-7 okt. 1999).
Europees ngo-forum over veroudering: Van woorden naar daden (Madrid,
8 april 2003).
Mededeling van de Commissie inzake gelijke kansen voor personen met
een handicap - Een nieuwe strategie van de Europese Unie ten behoeve
van personen met een handicap (COM(96) 406 definitief).
Ministeriële verklaring, Malaga (7 en 8 mei 2003).
Verklaring van Graz: Europese conferentie over veroudering en beperking,
consortium van ngo’s en Europese verenigingen (9 juni 2006).
Verklaring van Sint-Petersburg (22 sept. 2006) Aanbeveling R (2006) 5:
Actieplan 2006-2015.
100
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 94: 3.8 Extrapolatie en preventie: enkele
stelregels
Slide 94 3.8 Extrapolatie en preventie: enkele stelregels
De volgende principes dragen bij tot een duurzaam proces:
Progressiviteit: Respecteer overgangsrituelen. Verandering moet
voortvloeien uit een progressieve en flexibele ontwikkeling.
Pluralisme: Kies verschillende uiteenlopende oplossingen, geen uniforme
schema's in een strak keurslijf.
Omkeerbaarheid: De vele verschillende zorgformules voor ouderen met
een verstandelijke beperking moeten soepel aangepast kunnen worden
aan nieuwe ontwikkelingen.
Complementariteit: Kruisbestuiving en interdisciplinair werken met
technische gezondheidsvoorzieningen bieden doorgaans een mogelijke
oplossing in noodsituaties.
101
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 95: Deel 3: Oefening 2
Slide 95 Deel 3: Oefening 2
In dit deel heb je een beter inzicht gekregen in de behoeften en wensen
van oudere mensen met een verstandelijke beperking en hoe je hen kan
helpen hun eigen levensweg te bepalen. Als uitsmijter krijg je enkele
vragen over de thema's die we behandelden.
Op de volgende slides krijg je de gelegenheid om te reflecteren en
onderstaande vragen te beantwoorden:
1. Geef een voorbeeld waarbij ‘zorgverlening’ onverenigbaar wordt met de
persoonlijke veiligheid van de cliënt/begeleider? Welke professionele
houding moet je in dat geval aannemen?
2. Geef drie manieren om informatie te vergaren over de noden en wensen
van ouderen met een verstandelijke beperking.
3. Welke aanbevelingen bevat de piramide van Abraham Maslow?
4. Geef een voorbeeld van ‘Omkeerbaarheid’ in een zorgplan voor een
oudere persoon met een verstandelijke beperking.
Noteer je ideeën in de daarvoor bestemde tekstvakken of maak notities op
Oefenblad 9. Klik op 'VOLGENDE' om verder te gaan.
Op de volgende slide vatten we dit hoofdstuk nog even samen voor we aan
het laatste deel van deze module beginnen. Daarin gaan we dieper in op
een positieve zorghouding aan de hand van het begrip Bientraitance.
Om je antwoorden opnieuw te bekijken, klik op "Bekijk antwoorden". Om je
resultaten af te drukken, klik op "Print antwoorden".
Opmerking: Als je oefeningen 'opnieuw' maakt, worden je eerdere
antwoorden overschreven.
102
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 96: 3.9 Samenvatting
Slide 96 3.9 Samenvatting
Ook oudere personen met een verstandelijke beperking genieten
fundamentele mensenrechten. ‘Ouder wordende personen en ouderen met
een beperking willen hun leven zo vrij en zelfstandig mogelijk leiden, in
menselijke en natuurlijke omstandigheden, en met behulp van
ondersteunende diensten die een dergelijke levensstijl eerder bevorderen
dan beperken’. [CM/REC (2009)6 van 10 juli 2009]
Informatievergaringstechnieken moeten zich richten op de levensstijl en
vooral de levensdoelen van de persoon in kwestie. Zo kan men via
persoonlijke gesprekken (anamnese) iemands recht respecteren om ook
onuitgesproken verwachtingen zoveel mogelijk te realiseren.
Leven is een voortdurende evenwichtsoefening tussen realiteit en
verlangen. Om je goed voor te bereiden op eventuele frustraties of
vergissingen onderweg, is het dan ook van belang dat je je op het reële
concentreert (Wat is er mogelijk?).
Voorts is het essentieel om je bij het ontwerp van iemands levensproject in
de eerste plaats te laten leiden door zijn of haar zelfbepaling. Begeleiders
moeten er steeds voor zorgen dat de behoeften en persoonlijke wensen
van de persoon in kwestie gerespecteerd worden, zonder alles in diens
plaats te doen. Dat helpt het leven zin geven … en meer ‘leven’.
103
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 97: Deel 4: Bientraitance
Leidraad voor een positieve zorgverlening
Slide 97 Deel 4: Bientraitance - Leidraad voor een positieve zorgverlening
Thema's en leerdoelen
Aan de hand van vignetstudies en oefeningen krijg je in dit deel meer
inzicht in volgende thema's:
Bientraitance: iemand goed behandelen.
Bientraitance versus Maltraitance of mishandeling.
Respect voor de toekomstplannen van ouderen met een verstandelijke
beperking.
Kruisbestuiving: vakoverschrijdende communicatie binnen een
multidisciplinair team.
Coördinatie van je eigen acties binnen een samenwerkingsverband.
Een voortdurende positieve zorghouding handhaven.
Leerdoelen
Als je de theorie en de oefeningen in dit deel hebt doorgenomen, ken je:
Het belang en de gevaren van Bientraitance.
Het verschil tussen bientraitance en maltraitance.
Samenwerking als hulpmiddel.
Goede zorgverleningsstrategieën.
104
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 98: 4.1 Bientraitance: inleiding
Slide 98 4.1 Bientraitance: inleiding
Bientraitance in het kort
De Franse term Bientraitance (goed behandelen) draait om werken met de
(resterende, ongebruikte) talenten van de zorgnemer.1
Het concept komt voort uit het humanistische waardesysteem en is ‘niet
beperkt tot het tegenovergestelde van 'slecht behandelen' of mishandeling’.
Het omvat een dynamisch proces van voortdurende verbetering,
geïntegreerd in de eigenlijke structuur van een project, een project dat we
creëren, beoordelen, voortdurend in vraag stellen, en dat net daardoor
nooit 'af' kan zijn. Bientraitance helpt je iemand in zijn of haar levensproject
te begeleiden door constant waakzaam te zijn en naar de persoon in
kwestie en diens familie en vrienden te blijven luisteren. Daarbij houd je
voortdurend rekening met iemands verwachtingen, wensen en behoeften,
maar tegelijkertijd toon je ook veel respect voor ieders waardigheid en
autonomie.2
1 Raguénès R., 2011, p.42.
2 A.R.F.I.E., Cahier n°7, BENE-rapport, 2012, p.17.
105
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 99: 4.2 Praktijkvoorbeelden: Jean en Simone
Slide 99 4.2 Praktijkvoorbeelden: Jean en Simone
Simone Jaouen
Simone drinkt bij elke maaltijd een glaasje cider en 's zondags een pastis.
Ze heeft een lichte, weinig comfortabele rolstoel om naar buiten te gaan.
De rest van de tijd staat ze niet zo heel erg veel op en kijkt ze vaak
televisieseries.
Jean Lagadec
Jean heeft enkele rituelen waar zijn gastgezin zich in schikt. Zo dekt hij
meteen na het eten de tafel (om zeker te zijn dat hij later opnieuw kan
eten).
Sinds zowat een jaar gaat hij ook lang en uitgebreid in bad, terwijl hij
vroeger alleen van douchen hield!
106
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 100: 4.3 Een professionele zorghouding
Correct gedrag
Slide 100 4.3 Een professionele zorghouding: Correct gedrag
Begin van deel: Foto ter illustratie van correct gedrag
107
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 101: 4.3.1 Mishandeling en verwaarlozing
herkennen
Slide 101 4.3.1 Mishandeling en verwaarlozing herkennen
Onder de titel Sensibilisation sur des abus par négligence ou omission
pouvant être exercés à l'encontre des personnes âgées toont de website
http://papidoc.chic-cm.fr/400bd.html 38 scènes uit het dagelijks leven.
Hiermee willen ze mensen bewust maken van de mishandeling en de
verwaarlozing die ouderen soms dag in dag uit moeten ondergaan.
De scènes zijn origineel in het Frans maar in de volgende oefening hebben
we er vijf voor je vertaald.
Gelieve bij zorgsituaties
Steeds aan te duiden welke uitlatingen ongepast zijn.
Gepastere opmerkingen voor te stellen.
Ga verder naar de volgende oefening.
108
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 102: Deel 4: Oefening 1
Slide 102 Deel 4: Oefening 1
Zoek de fout!*
Op de volgende slides krijg je vijf scènes voorgeschoteld. Gelieve bij elke
zorgsituatie
1. De ongepaste uitlatingen aan te duiden.
2. Gepastere opmerkingen voor te stellen.
Noteer je ideeën in de daarvoor bestemde tekstvakken of maak notities op
Oefenblad 10. Klik op 'VOLGENDE' om verder te gaan.
Scène 1: Een cliënt zit in bad. Een verzorger opent het raam omdat ze
denkt dat het te warm is. De cliënt denkt: "Brrr, als ik maar niet verkouden
raak."
Scène 1. Denk even over de situatie na en geef dan in onderstaand
tekstvak i) de ongepaste uitlatingen en ii) gepaste alternatieven . Klik
daarna op 'VOLGENDE' om te weten te komen welke zaken je in
overweging moet nemen:
Scène 1 Overwegingen
04. Het recht op respect en waardigheid
veiligheid
hygiëne
Zorg dat je cliënt zich goed voelt door samen met haar
1. de kamertemperatuur,
2. de watertemperatuur,
3. en eventuele tocht te controleren.
Scène 2: De cliënt ligt in bed en 'kan geen voet verzetten'. Ze wil niet naar
de fysiotherapeut maar de begeleider is vastberaden haar te laten gaan.
109
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Scène 2. Denk even over de situatie na en geef dan in onderstaand
tekstvak i) de ongepaste uitlatingen en ii) gepaste alternatieven . Klik
daarna op 'VOLGENDE' om te weten te komen welke zaken je in
overweging moet nemen:
Scène 2 Overwegingen
14. Het recht op informatie en vrije meningsuiting
veiligheid
hygiëne
controle
1. Luister goed naar je cliënt.
2. Probeer te achterhalen waarom ze zich niet kan bewegen.
3. Geef alle informatie over de behandeling.
4. Bedenk een overtuigend argument.
5. Respecteer het uiteindelijke besluit van je cliënt.
Scène 3: De cliënt heeft gemorst tijdens het eten. Ze is duidelijk in de war
en weet niet wat er met haar gebeurt. De verzorger bijt haar toe dat ze
voorzichtiger moet zijn en zich niet zo vuil mag maken.
Scène 3. Denk even over de situatie na en geef dan in onderstaand
tekstvak i) de ongepaste uitlatingen en ii) gepaste alternatieven. Klik
daarna op 'VOLGENDE' om te weten te komen welke zaken je in
overweging moet nemen:
Scène 3 Overwegingen
30. Het recht op respect en waardigheid
eigenwaarde
Kleineer je cliënt niet:
1. Gebruik bescherming die je cliënt aanvaardbaar vindt (bv. een schort).
110
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
2. Als er bescherming moet worden gebruikt, zorg dan dat die zich steeds
in de buurt bevindt.
3. Stel aangepast eetgerei voor.
Scène 4: De begeleider wenst zijn cliënt een gelukkige Moederdag. Ze
heeft echter geen kinderen én het herinnert haar aan het feit dat ze wel een
kind had kunnen hebben als ze na 4 weken geen miskraam had gekregen.
Scène 4. Denk even over de situatie na en geef dan in onderstaand
tekstvak i) de ongepaste uitlatingen en ii) gepaste alternatieven. Klik
daarna op 'VOLGENDE' om te weten te komen welke zaken je in
overweging moet nemen:
Scène 4 Overwegingen
25. Het recht op respect en waardigheid
eigenwaarde
respect van anderen
1. Open geen oude wonden met ogenschijnlijk onschuldige uitlatingen die
bij je cliënt slecht kunnen vallen.
2. Wees op de hoogte van familie- en culturele tradities: een verjaardag
vieren zou je cliënt bijvoorbeeld wel eens aan zijn of haar nakende dood
kunnen doen denken.
Scène 5: De baas laat de begeleiders een nieuwe kamer klaarmaken voor
Isabelle. De kamer is echter niet op tijd klaar en een van de begeleiders
klaagt dat dat wel het geval was geweest als ze op voorhand had geweten
dat Isabelle naar een nieuwe kamer zou verhuizen. De andere begeleider
antwoordt dat Isabelle toch niet direct een nieuwe kamer verwacht want ze
weet nog van niets.
Scène 5. Denk even over de situatie na en geef dan in onderstaand
tekstvak i) de ongepaste uitlatingen en ii) gepaste alternatieven. Klik
daarna op 'VOLGENDE' om te weten te komen welke zaken je in
overweging moet nemen:
Scène 5 Overwegingen
38. Het recht op respect en informatie
hygiëne
111
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
het gevoel ergens bij te horen
1. Alle betrokkenen horen het te weten als er iemand komt.
2. Bespreek de mogelijkheid om eventueel iemand te verhuizen.
3. Bereid je voor op iemands komst en zijn of haar onthaal.
4. Als er geen andere oplossing is, bereid dan de persoon in kwestie voor
op wat er staat te gebeuren met een eerlijke uitleg; en geef hem of haar de
kans de nieuwe kamer te kiezen.
Nu je over enkele mogelijke scenario's hebt kunnen nadenken, gaan we op
de volgende slides dieper in op het begrip Bientraitance.
Om je antwoorden opnieuw te bekijken, klik op "Bekijk antwoorden". Om je
resultaten af te drukken, klik op "Print antwoorden".
Opmerking: Als je oefeningen 'opnieuw' maakt, worden je eerdere
antwoorden overschreven.
112
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 103: 4.4 Definities
Slide 103 Deel 4.4 Definities
Begin van deel: Foto van een woordenboek met definities
113
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 104: 4.4.1 Bientraitance: definitie en toelichting
Slide 104 4.4.1 Bientraitance: definitie en toelichting
'Bientraitance' (goede behandeling) staat voor:
Een algemene zorgbenadering1 die rekening houdt met de risico’s en
beperkingen waarmee de cliënt of zijn of haar omgeving geconfronteerd
kunnen worden.
‘Rekening met iets houden’ heeft daarbij voorrang op ‘de leiding
overnemen’.
Onder bientraitance verstaan we:
iemands vrijheid en rechten respecteren;
zijn of haar individuele wensen in het project integreren;
opletten voor slechte behandeling of mishandeling;
volwaardig burgerschap voor de cliënt cultiveren;
Een doorlopende inspanning om een persoonlijke dienstverlening te
bieden:
Het is een wederkerige, actieve en dynamische professionele houding,
zowel individueel als in teamverband.
1 Chalon P., De la bienveillance à la bientraitance, Marabout, 2007.
114
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 105: 4.4.2 Goede behandeling versus
mishandeling
Slide 105 4.4.2 Goede behandeling versus mishandeling
Goede behandeling versus mishandeling (naar analogie met bientraitance
versus maltraitance)
“De gelijkenis tussen deze (Franse) begrippen […] geeft aan dat er een
diepgaande resonantie tussen de twee bestaat. Het gebruik van de term
bientraitance dwingt zorgverleners er eigenlijk toe rekening te houden met
het idee van maltraitance. Het bestaan van het ene begrip doet
automatisch het andere veronderstellen. [nvdr: We geven dan ook de
Franse benaming mee zodat je een beter zicht hebt op het ontstaan van
het idee.]
Een ‘goede behandeling’ plaatst als het ware de intenties en acties van het
zorgpersoneel, voortdurend gericht op verbetering, tegen een achtergrond
van constante waakzaamheid waar je niet omheen kunt omdat er altijd en
overal mishandeling kan optreden. Bientraitance slaat dus zowel voor een
positieve aanpak als voor de gedachte aan het risico op maltraitance.
Bientraitance zet zowel aan tot individuele actie als tot samenwerking
binnen een instelling, onder collega's of tussen verschillende diensten,
waarbij iemands welzijn prioritair is en je steeds dient op te letten dat je
hem of haar geen schade berokkent of 'mishandelt'.”
A.N.E.S.M, La bientraitance: définition et repères pour la mise en œuvre,
2008. p.15.
115
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 106: 4.4.3 Mishandeling, verbetering,
bientraitance
Slide 106 4.4.3 Mishandeling, verbetering, bientraitance
Een complex concept
Het is niet omdat je anderen niet slecht behandelt of mishandelt, dat je
automatisch het concept van bientraitance implementeert! We zetten de
drie even voor je op een rij:
Mishandeling: Elke daad van geweld, misbruik of nalatigheid door
zorgverleners of familieleden
Verbetering: Elk gedrag dat zich richt op meer respect voor kwetsbare
personen
Bientraitance: De cliënt voelt dat zowel zijn lichamelijke als zijn geestelijke
vermogens gerespecteerd worden.
Onder de noemer 'voor verbetering vatbaar' vallen zaken zoals overdreven
ijver of onbedoelde tactloosheid die iemand onopzettelijk psychisch kunnen
raken. Dat gaat dan vaak over infantilisering waarbij je de oudere als een
kind behandelt of over zaken die het gevolg zijn van te weinig kennis over
iemands achtergrond, zonder dat er slechte bijbedoelingen mee gemoeid
zijn.
Raguénès R., 2011, p.66.
116
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 107: 4.4.4 Mishandeling, verbetering,
bientraitance
Goed bedoeld…MAAR…!
Slide 107 4.4.4 Mishandeling, verbetering, bientraitance: ... Goed
bedoeld…MAAR…!
... goed bedoeld ... MAAR ...!
Scène linksboven:
Begeleider: “Ik schmink u wel even. U zult er schitterend uitzien!”
De cliënt denkt: “Schminken? Ik ben toch geen clown. Als ze mij maar niet
schminken als ik dood ben!”
Scène linksonder:
Begeleider: "Wauw, Isabelle, je hebt je yoghurt helemaal alleen
opgegeten? Flink zo! Bravo!"
De cliënt kijk stoïcijns voor zich uit.
Scène rechtsboven:
De dokter vraagt aan de cliënte of zij goed slaapt.
Begeleider: "Ja, dokter, ze slaapt goed".
De cliënt denkt: "Zo goed nu ook weer niet, hé. Ze maakt me gek door
steeds in mijn plaats te antwoorden."
Scène rechtsonder:
De begeleider zet de tv op een andere zender en zegt: "Ik zet hem even op
kanaal 6 voor je - Er is een leuk programma bezig."
De cliënt denkt: "Wat doet ze nu? Dat is mijn favoriete soap!"
117
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 108: 4.5 Bientraitance: Aandachtspunten
Slide 108 4.5 Bientraitance: Aandachtspunten
Begin van deel: Foto ter illustratie van een goede aanpak
118
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 109: 4.5.1 Bientraitance in de praktijk
Slide 109 4.5.1 Bientraitance in de praktijk
Een zorgaanpak die gebaseerd is op het principe van bientraitance
betekent:
Het gedrag van de zorgverleners regelmatig in vraag stellen.
Tegenspraak dulden en aanvaarden dat iedereen in de omgeving van je
cliënt je methodes voortdurend in twijfel trekt.
Acties en afspraken centreren in de gebruikelijke leefomgeving van je
cliënt.
In het dagelijkse leven kunnen we op verschillende gebieden 'goed
handelen'
- door gebruikers:
een leven lang burgers te laten blijven;
in hun waardigheid te laten en hun rechten te (laten) respecteren;
hun behoeften en verwachtingen te (laten) erkennen.
- door te zorgen dat begeleiders:
voortdurend kunnen evolueren en zich ontwikkelen in overeenstemming
met hun eigen referentiekader;
hun professioneel engagement ervaren als een bron van erkenning en
eigenwaarde;
indien nodig de hulp van andere zorgverleners inroepen.
A.R.F.I.E, BENE-Rapport, pp.16-19 (http://projet-bene.jimdo.com/).
119
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 110: 4.5.2 Bientraitance in de praktijk - Vervolg
Slide 110 4.5.2 Bientraitance in de praktijk - Vervolg
"Pas als je vindt dat je werk zinvol is, ben je in staat een goede zorgaanpak
te hanteren. Zorgacties en zorgverlening moeten dan ook regelmatig
getoetst worden aan de algemene taakomschrijving van de zorgverleners
en de onderliggende waarden daarvan.
Begeleiders die vinden dat hun werk iets te betekenen heeft, hebben
namelijk het gevoel dat ze ergens deel van uitmaken en zijn meer gericht
op gedeelde waarden. Zo ontstaat er een gemeenschappelijke drang om
'goed te behandelen'."
A.N.E.S.M, La bientraitance: définition et repères pour la mise en œuvre,
2008, p.33.
120
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 111: 4.5.3 Het enige gevaar van bientraitance
Slide 111 4.5.3 Het enige gevaar van bientraitance
Bestaan er naast mishandeling bij maltraitance ook risico's i.v.m.
bientraitance?
Natuurlijk zijn de risico's die te maken hebben met een goede
zorghandeling niet te vergelijken met de gevaren van een slechte
zorgaanpak of mishandeling!
Toch moeten we er rekening mee houden dat er op lange termijn
problemen kunnen ontstaan bij begeleiders die veel tegenstrijdige
instructies (paradoxale opdrachten) krijgen.
Het verlangen om ondanks administratieve regeltjes en organisatorische
restricties toch hoogstaande kwaliteitszorg te leveren, kan wel eens tot
spanningen leiden en diep ongenoegen teweegbrengen over de gang van
zaken, of zelfs psychisch lijden veroorzaken, zowel bij professionele
zorgverleners als bij vrijwilligers.
121
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 112: 4.5.4 Het enige gevaar van bientraitance Vervolg
Slide 112 4.5.4 Het enige gevaar van bientraitance - Vervolg
Hoe kun je dergelijke risico’s voorkomen?
Om dergelijke gevoelens van teleurstelling te voorkomen kan het nuttig zijn
je te baseren op een ethisch standpunt dat gericht is op gepast handelen,
en dat ook rekening houdt met de verplichtingen en beperkingen die er
soms voor kunnen zorgen dat er in moeilijke omstandigheden gewerkt
moet worden.
Dergelijke zaken in overweging nemen, staat nog niet gelijk aan een goede
zorghouding maar biedt je wel de mogelijkheid om je onpartijdig op te
stellen en een dienovereenkomstige professionele houding aan te nemen.
Praktische basisopleidingen moeten toekomstige begeleiders een goede
'start' bieden en hen leren reflecteren over de asymmetrische relatie tussen
zorgverlener en zorgnemer, over persoonlijke en professionele
verantwoordelijkheden en hen helpen situaties te analyseren.
Praktijkgerichte scholing moet hen de mogelijkheid bieden een
verdienstelijke zorgaanpak uit te bouwen en werkmethodes te ontwikkelen
waarbij actief luisteren, communicatie en empathie centraal staan en ze
meer inzicht krijgen in de onderlinge wisselwerking tussen mensen.
122
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 113: 4.5.5 Het enige gevaar van bientraitance Vervolg
Slide 113 4.5.5 Het enige gevaar van bientraitance - Vervolg
“Ongeacht welke opleiding je genoot, soms heeft een cliënt te kampen met
zo'n complexe, langdurige en wrange ervaringen dat die hun weerklank
hebben op de zorgverlener. Je kan dan als begeleider in een positie
terechtkomen waarbij je niet onmiddellijk een antwoord hebt op de vragen
van je cliënt. Daar kan geen enkel vooraf bepaald standpunt of werkplan je
bij helpen.
Om ervoor te zorgen dat de begeleider bij zo'n impasse de moed niet
verliest of minder creatief wordt door de onzekerheid of het ongemak, is het
raadzaam de kans te bieden om met collega's over de ethische kwesties te
praten. Er samen op die manier over nadenken lost natuurlijk niet alle
problemen op, maar stimuleert wel een manier van denken die
onontbeerlijk is als je de wens om voor en met anderen te werken levend
wil houden.”
A.N.E.S.M, La bientraitance: définition et repères pour la mise en œuvre,
2008, p.35.
123
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 114: 4.6 BENE
Slide 114 4.6 BENE
De ontwerpers van het Europese BENE’-programma een onderdeel van
het Leonardo da Vinci-project voor levenslang leren, stellen enkele
manieren voor om de zorgpraktijk te verbeteren met het oog op de
promotie en consolidatie van bientraitance. We vestigen hier even de
aandacht op twee van hun adviezen voor zorgverleners:
Veel van de voor het project ondervraagde zorgnemers hebben een zeer
duidelijk beeld van wat zij zelf onder 'goede behandeling' of mishandeling'
verstaan en kunnen dus zelf over hun zorg waken.
Door hen meer mogelijkheden, ruimte, en formele en informele manieren te
bieden om hun wensen en waarnemingen uit te drukken, wordt het
mogelijk om de zorg geleidelijk aan steeds persoonlijker te maken en
algemene richtlijnen aan de hand van die individuele aanpak op te maken.
Maak van het levensproject een prioriteit voor alle partijen:
‘… een dagelijkse begeleiding die er op gericht is het individuele
levensproject van de zorgnemer te realiseren. Hierbij engageren de drie
partijen (de cliënt, de familie en de zorgverleners) zich erop toe te zien dat
het levensproject gestaag vordert.
Op de volgende slide gaan we dieper op dit advies in.
124
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 115: 4.7 BENE - Vervolg
Slide 115 4.7 BENE ­ Vervolg
Maak van het levensproject een prioriteit voor alle partijen:
"… een dagelijkse begeleiding die er op gericht is het individuele
levensproject van de zorgnemer te realiseren. Hierbij engageren de drie
partijen (de cliënt, de familie en de zorgverleners) zich erop toe te zien dat
het levensproject gestaag vordert.”
Schema dat illustreert hoe alle partijen samenwerken aan een dagelijks
zorgprogramma dat iemands persoonlijke levensproject kan realiseren.
Schema dat toont dat de cliënt, de familie, de begeleiders en de
gezondheidswerkers allemaal bijdragen aan het levensproject.
Zoals je kan zien op de afbeelding, plaatst deze benadering dus niet de
cliënt in het centrum van de belangstelling, maar eerder zijn of haar
levensproject.”
A.R.F.I.E, BENE-Rapport, p.89.
125
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 116: 4.8 Wetgeving als leidraad
Slide 116 4.8 Wetgeving als leidraad
Een goede zorghouding volgens de wet
Om elke onduidelijkheid binnen de (machts)relatie tussen zorgnemer en
zorgverlener te vermijden, moet je de cliënt in de eerste plaats in zijn of
haar wettelijke context kunnen plaatsen. We verwijzen hierbij naar:
Het VN-Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap
De nationale grondwet
Wetteksten en reglementen die in elk land van kracht zijn
Verschillende handvesten en aanbevelingen
Net als ieder ander heeft de zorgnemer rechten en plichten. De
zorgverlener moet zorgen voor naleving en implementatie van deze
rechten (op vrijheid, non-discriminatie enz.) terwijl hij ondertussen fungeert
als gids in het land der plichten.
De wetteksten bieden de professionele zorgverlener een ruim kader en
laten hem of haar toe na te gaan of een actie in een bepaalde situatie
geoorloofd en legitiem is.
Het wettelijke kader gaat echter niet op voor acties die betrekking hebben
op de tevredenheid van de cliënt.
126
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 117: 4.9 Wetgeving als leidraad - Vervolg
Slide 117 4.9 Wetgeving als leidraad - Vervolg
Laten we een voorbeeld nemen waarbij het Handvest van de grondrechten
van de Europese Unie helpt om een antwoord te vinden op de vraag van
Jeans gastgezin.
Voorbeeld: Mevrouw Guichaoua heeft maar een telefoon in huis, in de
woonkamer. Ze ziet dat als een goede manier om Jeans telefoongebruik in
de gaten te houden (want als Jean zich opwindt, kan hij grof worden aan
de telefoon). Bovendien denkt ze dat deze opstelling voor een groter
‘familiegevoel’ zorgt.
Hoofdstuk II: Vrijheden, Artikel 7: “Eenieder heeft recht op eerbiediging van
zijn privéleven, zijn familie- en gezinsleven, zijn woning en zijn
communicatie.”
Voorbeeld: Mevrouw Guichaoua is akkoord om het vaste toestel te
vervangen door een draagbaar exemplaar. Op die manier kan ze Jeans
telefoongebruik blijven volgen zonder zijn privacy in het gedrang te
brengen als hij telefoneert.
127
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 118: 4.10 Samenwerking als hulpmiddel
Slide 118 4.10 Gezamenlijke actie als hulpmiddel Samenwerking
Foto ter illustratie van samenwerking tussen alle betrokkenen
128
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 119: 4.10.1 Samenwerking: een fundamenteel
hulpmiddel
Slide 119 4.10.1 Samenwerking: een fundamenteel hulpmiddel
Waarom is samenwerken essentieel om alle acties rond een persoon te
bundelen?
Het individu is ondeelbaar.
Een evenwichtig en coherent zorgprogramma vereist dan ook een
holistische aanpak.
Er moet voortdurend naar betekenis worden gezocht, maar die zoektocht
naar een bestaansreden mag niet te zwaar wegen.
Het coördineren van acties tussen de verschillende dienstverleners kan:
Informatieverlies beperken.
Inconsistenties in zorg en behandeling vermijden.
Voorbeeld: Sofie heeft haar sleutels in de koelkast gelegd. Ze naait niet
meer en klaagt over gewrichtspijn. Ze klaagt eigenlijk vaak de laatste tijd.
Haar begeleiders hebben de arts echter niet van al deze ongemakken op
de hoogte gebracht omdat ze denken dat Sofie zich gewoon neerslachtig
voelt na het recente overlijden van haar vader.
Tien maanden later. Sofie wordt als dement gediagnosticeerd: ze lijdt aan
de ziekte van Alzheimer.
129
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 120: 4.10.2 Iedereen rond de tafel brengen
Slide 120 4.10.2 Iedereen rond de tafel brengen
De verschillende personen uit de omgeving van de zorgnemer
samenbrengen:
Stelt de persoon in kwestie op zijn gemak.
Stelt zijn of haar familieleden en vrienden op hun gemak.
Brengt structuur in de dag.
Definieert de zorgactiviteiten.
Biedt stabiliteit.
Laat de verschillende partijen van gedachten wisselen over observaties en
symptomen.
Voorbeeld: Belinda wil een aantal zaken in haar leven veranderen maar is
er nog niet in geslaagd om dat bij haar familie aan te kaarten. Ze is bang
dat ze het niet zullen begrijpen.
Haar ouders zijn tevreden dat ze in een voorziening voor gedeelde
huisvesting verblijft omdat ze daar de rest van haar leven kan blijven. Dus
als zij er niet meer zijn, zal Belinda veilig zijn.
Belinda's begeleider zal (met de hulp van de instelling) als tussenpersoon
moeten fungeren zodat ze toch met haar familie kan praten en de ouders
de mogelijkheden leren kennen van een flexibeler zorgprogramma dat
beter bij Belinda's onafhankelijkheid past. Daarom moet er een
vertrouwensrelatie opgebouwd worden.
130
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 121: 4.10.3 Concrete voorbeelden
Slide 121 4.10.3 Concrete voorbeelden
Een goede manier om ouderen met een verstandelijke beperking zich een
toekomst te helpen voorstellen, is concrete voorbeelden geven. Zo kun je
er bijvoorbeeld voor zorgen dat ze praktijkervaring opdoen, bezoeken
afleggen of lotgenoten ontmoeten:
Praktijk - Voorbeeld: Zjuul heeft een maand bij een gastgezin gewoond
voor hij moest beslissen of hij zich ook effectief kon vinden in dat soort
accommodatie.
Bezoek - Voorbeeld: Hugo zit in een groep die verschillende soorten
accommodaties bezoekt. Hij ontmoet ook gezondheidswerkers en
zorgverleners die hem vertellen over hun activiteiten en wat ze eventueel
voor hem zouden kunnen doen.
Lotgenoten ontmoeten - Voorbeeld: Youssef is gaan eten bij een
voormalige medebewoonster die nu in een leefgemeenschap* woont. Ze
heeft hem rondgeleid en uitgelegd hoe haar dagen tegenwoordig verlopen.
* Leefgemeenschap staat in dit geval voor een groep binnen een
bejaardentehuis: een kleine groep ouderen met een verstandelijke
beperking krijgt daar in de reguliere dagopvang een pedagogische
hulpverlener toegewezen.
131
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 122: 4.11 Bientraitance in de zorgverlening
Slide 122 4.11 Bientraitance in de zorgverlening
Begin van deel: Foto ter illustratie van Bientraitance in de zorgverlening.
132
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 123: 4.11.1 Leeftijdsgebonden veranderingen
respecteren
Slide 123 4.11.1 Leeftijdsgebonden veranderingen respecteren
Net als ieder ander, kunnen ook ouderen met een verstandelijke beperking
probleemloos ouder worden. Het is daarbij essentieel dat je als begeleider
de leeftijdsgebonden veranderingen respecteert…
1. Fysiologisch (spierspanning, traagheid, verminderde zintuigen)
Voorbeeld: Zaki, een gepensioneerde die in een zorgcentrum voor
oudere personen met een verstandelijke beperking woont, zegt dat hij wil
blijven sporten, maar niet meer in competitie.
2. Psychologisch (aanpassingsvermogen, autonomie, eigenwaarde)
Voorbeeld: Gunther teelt graag groenten maar deelt zijn stukje grond
met een buur die er iets op wil bouwen.
3. Sociaal (eenzaamheid, verandering van status, andere generatie)
Voorbeeld: Connie zit veel in haar stoel. Op het eerste gezicht lijkt ze
niets te doen. Maar als je met haar praat, zegt ze dat ze het erg druk heeft:
ze heeft namelijk “75 jaar herinneringen om haar bezig te houden!”
… en het tempo naar beneden haalt!
133
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 124: 4.11.2 Pas je tempo aan en vermijd
activisme
Slide 124 4.11.2 Pas je tempo aan en vermijd activisme
Voorbeeld: Sarah, een 65-jarige Franse vrouw die lijdt aan het
downsyndroom, heeft het vaak over Belle et Sébastien. Arthur, een jonge
zorgverlener, geeft haar voor haar verjaardag de reeks op dvd. Sarah
wordt echter heel boos en gaat weg om even alleen te zijn. Arthur dacht
dat hij Belle et Sébastien kende. Hij keek zelf ook graag naar de serie toen
hij nog klein was. Hij wist echter niet dat er ook een gelijknamige film uit
1957 bestond!
Pas je tempo aan en vermijd activisme MAAR:
Blijf nieuwe dingen voorstellen…
Let op dat je de generatieverschillen respecteert (begeleider en cliënt
behoren niet tot dezelfde generatie).
Introduceer iets nieuws.
Stimuleer het Pygmalioneffect.
… en levenslust aanwakkeren.
Voorbeeld: Gerard eet al pasta met boter sinds hij een kind was, maar
tegenwoordig vindt hij dat niet lekker meer. De kok maakt hem een
curryschotel. De kruiden brengen zijn afgestompte smaakpapillen opnieuw
tot leven.
Afbeelding van het Pymalioneffect - Onze acties hebben een invloed op
wat anderen van ons verwachten. Die verwachtingen lokken acties van
anderen uit die dan weer onze eigen verwachtingen over onszelf
versterken. Op hun beurt beïnvloeden die onze acties…
134
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 125: 4.11.3 Bientraitance: een overzicht
Slide 125 4.11.3 Bientraitance : een overzicht
Een goede zorghouding start bij jezelf: houd er om te beginnen rekening
mee dat je brein voortdurend attributiefouten maakt en wees waakzaam
voor projecties en interpretatiefouten.
Daarnaast moet je een (voortdurend geactualiseerd) evenwicht tussen
voor- en nadelen voor je cliënt zien te behouden, en hem of haar het
gevoel kunnen geven dat het leven zin en betekenis heeft.
Bovendien kan het feit dat je als begeleider soms eenvoudigweg te weinig
persoonlijke ervaring hebt met ouderdom een betere ouderenzorg in de
weg staan.
Voor ouderen met een verstandelijke beperking zorgen, betekent dubbel
zoveel nadeel. Je moet steeds blijven beseffen dat je alles bekijkt vanuit
het standpunt van een veel jonger iemand. Al je goede bedoelingen ten
spijt kunnen je eigen tempo en reflexen dus een obstakel vormen bij het
respecteren van iemands echte behoeften of van wat iemand werkelijk wil.
135
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 126: 4.12 Welzijn en preventie
Slide 126 4.12 Welzijn en preventie
Welzijn en preventie
Comfort, respect voor andermans smaken - Voorbeeld: Zoë heeft altijd een
rok gedragen, een broek vindt ze vulgair. Nu haar een bekkengordel werd
voorgeschreven, moet haar garderobe aangepast worden … een wikkelrok
die achteraan opent, is de ideale oplossing! Een ander voorbeeld: Yoessef
draagt praktisch, ‘verantwoord' schoeisel, maar droomt eigenlijk van
modieuze sportschoenen.
Het gevoel iets bij te dragen aan de maatschappij - Voorbeeld: Wendy
houdt van breien, maar ze heeft geen specifiek doel voor ogen. Waarom
geen sprei voor een liefdadigheidsinstelling maken?
Schoonheid - Voorbeeld: Kleur, make-up, scheren enz.
Actief monitoren van mentale en fysiologische veranderingen – Voorbeeld:
Xander laat zich op vraag van zijn zorgverleners regelmatig medisch
onderzoeken. Yolande, daarentegen, klaagt vaak over pijn in haar heup,
maar dat wordt zonder meer toegeschreven aan depressie!
Ander voorbeeld: Bij Zoë werd Alzheimer vastgesteld maar uiteindelijk
bleken haar problemen te maken te hebben met epilepsie en met het feit
dat ze het gemeenschapsleven beu was.
136
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 127: 4.13 Ethiek als reddingsboei
Slide 127 4.13 Ethiek als reddingsboei
Cartoon: Een begeleider helpt een oude man een koelkamer in: "Goed zo,
opaatje! Zoek met die hittegolf maar de koelte op! Ga hier maar naar
binnen. Tot in september!"
De weg naar de hel is geplaveid met goede voornemens
Het verlangen om goed voor iemand te zorgen kan een averechtse
uitwerking hebben als we daaronder verstaan dat we ‘goed willen doen’.
Een goede zorgaanpak vloeit voort uit ethische overwegingen, of de kunst
om de juiste vraag te stellen … (wat tot het juiste antwoord kan leiden),
terwijl 'goed willen doen' meer te maken heeft met een moraal die
zogezegd ‘de enige echte waarheid' verkondigt …
Ook al willen we daadwerkelijk echt goed voor iemand doen, als we daarbij
niet nagaan of die persoon het ook echt eens is met ons voorstel, kunnen
we een totaal verkeerde weg inslaan en iemand via wat we zelf
bientraitance zouden noemen net mishandelen: “De weg naar de hel is
geplaveid met goede voornemens!” stelde Sint-Barnardus als in de 12de
eeuw.
137
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 128: 4.14 Ethiek als reddingsboei - Vervolg
Slide 128 4.14 Ethiek als reddingsboei - Vervolg
Hoe ethische overwegingen bepaalde problemen kunnen overwinnen
Vooraleer je acties onderneemt, kan een zekere mate van creativiteit je in
sommige gevallen helpen om naar een bepaald conceptueel kader te
verwijzen.
Een al te bureaucratische of medisch moralistische oplossing kan echter
rampzalige gevolgen hebben voor de dynamiek binnen een zorgrelatie.
Voor zover de omstandigheden dat toelaten, moet je als begeleider dus je
werk zoveel mogelijk trachten uit te voeren in overeenstemming met de
wensen van je cliënt.
In een uitzichtloze situatie die je professionele verantwoordelijkheid
ondermijnt en waarbij overtuigings- en beïnvloedingstechnieken (zie
Freedman en Frazer, Joule en Beauvois) hebben gefaald, is een list
(‘attitude par ruse’, Naquet-Vidal) soms de enige manier om uit de impasse
te raken, uiteraard vooropgesteld dat je niet de bedoeling hebt je cliënt
schade toe te brengen.
Voorbeeld: Yacinta moet op doktersadvies oefeningen doen om fysieke
achteruitgang te voorkomen. Begeleidster Jeanne vraagt haar hulp om de
vuilnisbak naar beneden te brengen. Dat kan ze natuurlijk niet weigeren!
Zodra ze de beneden zijn, stelt Jeanne voor een eindje te wandelen. Toen
ze 10 minuten voordien nog comfortabel in haar zetel zat, zou Yacinta dat
zeker geweigerd hebben.
138
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 129: Deel 4: Oefening 2
Slide 129 Deel 4: Oefening 2
We hebben in dit deel verschillende onderwerpen aangeroerd die te maken
hadden met een essentieel onderdeel van een goede zorgbenadering,
namelijk bientraitance. Deze oefening gaat daar dieper op in.
Op de volgende slides krijg je de gelegenheid om te reflecteren en
onderstaande vragen te beantwoorden:
1. Geef drie alledaagse handelingen die een goede zorgbehandeling of
bientraitance illustreren.
2. Je zorgverlening voortdurend verbeteren kan leiden tot paradoxale
opdrachten of tegenstrijdige instructies. Hoe kun je dat voorkomen?
3. Hoe kan een op het eerste zicht bijzonder complexe wetgeving een
concreet toepasbaar hulpmiddel zijn in je dagelijkse zorgsituatie?
4. Voor een succesvolle samenwerking is het essentieel om
samenwerkingsverbanden te creëren en acties te coördineren. Welke
impact heeft dat op je cliënt, een oudere persoon met een verstandelijke
beperking?
5. Ouder worden veroorzaakt fysiologische, psychologische en sociale
veranderingen die we moeten leren detecteren en respecteren. Sommige
zaken veranderen echter niet. Wat moet je vooral blijven doen? Wat moet
je iemand blijven bieden, ongeacht alle veranderende omstandigheden?
Noteer je ideeën in de daarvoor bestemde tekstvakken of maak notities op
Oefenblad 11. Klik op 'VOLGENDE' om verder te gaan.
Ter afronding van deze module, vind je op de volgende slide een
samenvatting over Bientraitance. Je kan het lesmateriaal altijd opnieuw
bekijken, herhalen en de oefeningen nog eens maken. Als je daarmee
klaar bent, kun je de samenvatting van de volledige module doornemen en
de Eindtest maken.
Om je antwoorden opnieuw te bekijken, klik op "Bekijk antwoorden". Om je
resultaten af te drukken, klik op "Print antwoorden".
Opmerking: Als je oefeningen 'opnieuw' maakt, worden je eerdere
antwoorden overschreven.
139
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 130: 4.15 Samenvatting
Slide 130 4.14 Samenvatting
Bientraitance: een ‘goede zorghouding’ impliceert samenwerking. Dat
maakt integraal deel uit van een professionele houding waarbij je
voortdurend reflecteert, zowel over afgelopen als over toekomstige acties.
Een zorgbenadering dient dan ook doorlopend geanalyseerd te worden, in
overeenstemming met de wensen van de cliënt en met de gecoördineerde
feedback van alle begeleiders. In het kader van een ruimere samenhang
binnen de zorg fungeert dit als een leidraad voor goede praktijken.
“Om aan de behoeften en wensen van een zorgnemer te kunnen voldoen,
moeten de verschillende partijen in vertrouwen met elkaar interageren:
Begeleiders/therapeuten verlenen ‘goede’ zorg op het juiste moment en op
de juiste plaats.
Pedagogisch personeel stimuleert de persoonlijke ontwikkeling.
Receptionisten, administratief en leidinggevend personeel, mensen van de
catering, logistieke medewerkers,... zorgen samen voor een hoogwaardige
leefomgeving voor alle betrokkenen.
De instelling neemt Bientraitance op in zijn beleids-, piloot- en
‘ondersteunende’ projecten en stemt zowel zijn huisregels als zijn
organisatie op een goede zorgaanpak af.
Personen met een verstandelijke beperking en hun familieleden staan
centraal in het zorgproces. Zij zijn het belangrijkst.”
De tevredenheid van de gebruiker over de geleverde diensten is dan ook
het doorslaggevende criterium bij de evaluatie van Bientraitance .
(A.R.F.I.E, BENE-Rapport, p.21.)
140
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 131: Samenvatting van de module
Slide 131 Samenvatting van de module
Samenvatting van module 6
Illustratie om aan te tonen dat de belangrijkste aandachtspunten van deze
module volgen
141
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 132: Aandachtspunten uit deze module
Slide 132 Aandachtspunten uit deze module
Aandachtspunten uit deze module:
Net als iedereen leven ook ouderen met een verstandelijke beperking
vandaag langer dan vroeger. De voorbije decennia hebben we de
zorgaanpak dan ook grondig moeten herzien. In deze module heb je
geleerd dat de bekommernissen van oudere mensen vergelijkbaar zijn,
ongeacht of ze al dan niet beperkt zijn.
Ouder worden is namelijk een universeel proces. Dat neemt niet weg dat
het zich bij elke persoon op een andere manier uit, maar de verschillen
tussen ouderen met een verstandelijke beperking en andere ouderen
hebben doorgaans eerder te maken met het soort beperking en de graad
daarvan dan met leeftijd.
Bijgevolg moeten we onze opvattingen en acties aanpassen aan hun
waarnemingen en aan wat zij van een goede zorgverlening verwachten.
Eenmaal de wettelijke basis en de burgerrechten en -plichten in acht
genomen, is het zaak om samen met de oudere persoon in kwestie en alle
andere betrokken partijen een gezamenlijk actieplan op te stellen op basis
van het levensproject.
De rol van de begeleider is geen ‘natuurlijke’ rol. Zorgverleners moeten
zich bewust zijn van het belang van hun eigen persoonlijke ontwikkeling
zodat ze bij het analyseren van situaties objectiever kunnen oordelen. De
vrije wil van de cliënt moet altijd bovenaan het prioriteitenlijstje staan.
142
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 133: Aandachtspunten uit deze module - Vervolg
Slide 133 Aandachtspunten uit deze module – Vervolg
Iemand met een verstandelijke beperking heeft het vooral moeilijk om zich
een voorstelling van de realiteit te maken of bepaalde waarnemingen te
begrijpen. Om ongelukkige misverstanden, tegenslagen en onbegrip te
voorkomen, kan je de communicatiekloof overbruggen en de drempel
verlagen door jezelf aan het begripsniveau en de autonomie van je cliënt
aan te passen. Je kan dat doen met behulp van verschillende vectoren,
waaronder het levensverhaal en de omstandigheden van de persoon in
kwestie.
Anticiperen, onderhandelen, aanpassen, organiseren en samenwerken zijn
de trefwoorden voor een zorgaanpak die van het concept bientraitance een
prioriteit maakt en verder gaat dan een algemene professionele benadering
op grond van welwillendheid.
Het is daarbij cruciaal dat er coherentie bestaat tussen de
medische/sociale wereld en de menselijke interactie. De complexiteit van
relaties en de diversiteit van multi-professionele rollen vereisen dan ook
een geïntegreerde harmonisatie. Bovendien moeten de boodschappen aan
de zorgnemer aangepast worden.
Deze taak ten opzichte van oudere personen met een verstandelijke
beperking moet gebaseerd zijn op de gezamenlijke waarden van een
ethisch professioneel kader. De relevantie van ‘zorgverlening’ haalt haar
legitimiteit uit het respect voor iedere persoon en uit de betekenis die hij of
zij aan het leven wil geven.
Het belang van deze taak inzien en ze correct kunnen invullen zijn
fundamentele elementen voor een professionele zorgaanpak.
143
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 134: Bibliografie: Boeken en artikels (A-F)
Slide 134 Bibliografie: Boeken en artikels (A-F)
A.R.F.I.E (Sept. 2012) Cahier n°7. BENE rapport, La bientraitance:
approche et recommandations, Éditions Les ateliers du Tricentenaire,
Bissen, p. 164
AZEMA, B. & MARTINEZ, N. (juin 2005) Les personnes handicapées
vieillissantes: espérances de vie et de santé, qualité de vie, Revue
Française d’Action Sociale n°2, La documentation Française ; Paris
BRUNER, J.S. & TAGIURI, R. (1954) The perception of people. In G.
Lindzey (Ed.) Handbook of psychology vol. 2. Cambridge, Mass.: AddisonWesley.
CHILAND, C. (2008), L’entretien clinique, Paris, PUF, Quadrige Manuels
CICCONE, A. (1998) L’observation clinique, Paris, Les topos de Dunod,
Paris
GINESTE, Y. & PELISSIER. J. (2005) Humanitudes, Bibliophlane ; Daniel
Radford
GOMEZ, J.F. Le temps des rites / La maladie contemporaine de la fonction
symbolique, pp. 11-20 ; 67-69
FESTINGER, L. (1957). A Theory of Cognitive Dissonance. Stanford: Calif.
Stanford University Press.
FREEDMAN, J.L. & FRASER,S.C (1966) Compliance without pressure: the
foot-in-the-door technique. Journal of Personality and Social Psychology, 4,
195-202.
144
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 135: Bibliografie: Boeken en artikels (H-Rog)
Slide 135 Bibliografie: Boeken en artikels (H-Rog)
HAMILTON, D.L. & GIFFORD, R.K. (1976). Illusory correlation in
interpersonal perception: a cognitive basis of stereotype judgments.
Journal of Experimental Social Psychology, 12, 392-407.
HUET, O. (2008) Je prépare le DEAMP: Diplôme d’état d’aide médicopsychologique,Paris, Dunod.
KELLEY, H.H. (1967) Attribution theory in social psychology in D.Levine
(Ed.), Nebraska Symposium on Motivation (vol 15). Lincoln: University of
Nebraska Press.
LUQUET, V. & Al. Cleirppa. (sept. 2012) Anticiper les départs à la retraite
des travailleurs handicapés en ESAT par des stages de préparation, Paris,
Livrets pédagogiques et techniques, coopération Chorum ; Agrica ;
Malakoff-Médéric ; MSA. Disponibilité gratuite sur www.solidel.fr.
MASLOW, A. (1943) A Theory of Human Motivation.
MILLER, G.A. & CANTOR, N. (1982) Book revue. Nisbett, R. & Ross, L.
Human inference: strategies and shortcomings of social judgment. Social
Cognition, 1, 83-93.
RAGUENES, R. (septembre 2011) Guide pratique pour les encadrants en
aide à domicile, Revigny /Ornain, DOC éditions.
ROGERS, C. (1995) On Becoming a Person, Mariner Books.
145
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 136: Bibliografie: Boeken en artikels (Ros-Z)
Slide 136 Bibliografie: Boeken en artikels (Ros-Z)
Rosenthal R. en Jacobson L-F., "Teacher Expectation for the
Disadvantaged" in Scientific American, vol. 218, nr.4, 1968.
Ross L., "The intuitive psychologist and his shortcomings: distortions in the
attribution process" in Berkowitz L. (red.), Advances in Experimental Social
Psychology, vol.10, Academic Press, New York, 1977, pp.173-220.
Shweder R-A., 1975, "How relevant is an individual difference theory of
personality" in Journal of Personality, nr.43, p.465.
Van Gennep A., Les rites de passage, A.J. Picard, Parijs, 1981.
Watzlawick P., Weakland J-H. en Fisch R., Change; principles of problem
formation and problem resolution, Norton, New York, 1974.
Zribi G., Sarfaty J. e.a., Le vieillissement des personnes handicapées
mentales, EHESP, Rennes, 2012.
146
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 137: Websites
Slide 137 Bibliografie ? - Z Websites
http://echr.coe.int/NR/rdonlyres/697D579F-D3EE-4CC5-91FA4FF91F9D6A37/0/DG2FRHRHAND012003.pdf )
http://www.anesm.sante.gouv.fr/spip.php?page=article&id_article=375
http://www.anesm.sante.gouv.fr/IMG/pdf/reco projet.pdf
http://www.erudit.org/revue/nps/2003/v16/n2/009841ar.html
http://www.sante.gouv.fr/drees/rfas/rfas200502/200502-art15.pdf
http://www.adapei21.com/docs/bientraitance%20-%20maltraitance.pdf
http://courses.umass.edu/psyc360/rosenthal.pdf
http://www.europarl.europa.eu/charter/pdf/text_nl.pdf
http://www.legifrance.gouv.fr/affichTexte.do?cidTexte=JORFTEXT0000008
09647&dateTexte=&categorieLien=id
http://www.madmoizelle.com/effet-halo-94641
147
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 138: Verder lezen (A-J)
Slide 138 Verder lezen (A-J)
BLANC, P. (2006) Une longévité accrue pour les personnes handicapées
vieillissantes: un nouveau défi pour leur prise en charge. Paris, Rapport
sénatorial , p.99
BOUTINET, J.P. (1990) Anthropologie du projet, PUF - Psychologie
d’aujourd’hui ; Paris, p. 446
BREITENBACH, N., ROUSSEL, P. (02/1991) Les personnes handicapées
vieillissantes, situations actuelles et perspectives ; CTNERHI n°185
BREITENBACH, N., GABBAI, P., GUYOT, P., LAROQUE, G.,
ZRIBI,G./SARFATI, J. & Al. - CTNERHI (mars 2006) La personne
handicapée vieillissante ou âgée, Dossier professionnel n° 10, 4ème
édition, p.102
CNSA (Oct. 2010) Aide à l’adaptation et à la planification de l’offre médicosociale en faveur des personnes handicapées vieillissantes, Dossier
technique de la Caisse Nationale de Solidarité pour l’Autonomie
Fondation de France (collectif), Les accompagner jusqu’au bout du chemin.
Rennes: EHESP 2000. 180 p.
IONESCU, S. (1997) La déficience intellectuelle T.2, Pratique de
l’intégration, Vieillir handicapé, FAC psycho, pp. 205-223, Paris, Nathan
JOULE, R.V., BEAUVOIS, J.L. (1987) Petit traité de manipulation à l’usage
des honnêtes gens, PUG Grenoble. p. 224.
148
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 139: Verder lezen (K-Z)
Slide 139 Verder lezen (K-Z)
Leroux. P., Age, santé et travail en CAT, Étude épidémiologique sur le
vieillissement des travailleurs handicapés mentaux des CAT des pays de
Loire entre 1991 et 1997. Edition GRADIUM, St Nazaire, 1997, 231 p.
Liberman R., Handicap et maladie mentale, Collectie Que sais-je ?, PUF,
Parijs, 1998.
Lionnet M., Cheveux gris et cheveux blancs, afstudeerscriptie UBO Brest,
oktober 2006.
Morel P., "Accompagner le passage à la retraite de travailleurs d’ESAT” in
Du sujet au projet et réciproquement, Vie Sociale nr.4, 2010, CEDIAS
musée social, pp.61-85.
Weber G., "Vieillissement et handicap intellectuel: perspectives pour la
décennie à venir" in Zribi en Sarfaty (red.), Construction de soi et handicap
mental, édition EHESP, Rennes, 2000, pp.207-220.
149
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 140: Aanvullend bronmateriaal: nuttige links
Slide 140 Aanvullend bronmateriaal: nuttige links
http://www.univrouen.fr/servlet/com.univ.utils.LectureFichierJoint?CODE=1274191259911
&LANGUE=0
http://www.photolangage.com/presentation.php
http://www.cleirppa.asso.fr/SPIP-v18/IMG/pdf/VRTH_Rapport_DT_avril_2006_avec_couv.pdf
http://papidoc.chic-cm.fr/400bd.html
http://www.anesm.sante.gouv.fr/IMG/pdf/reco_bientraitance.pdf
http://projet-bene.jimdo.com/
150
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 141: Aanvullend bronmateriaal
Lesmateriaal en bijkomende studiebronnen
Slide 141 Aanvullend bronmateriaal: Lesmateriaal en bijkomende
studiebronnen
Lesmateriaal en bijkomende studiebronnen
Chauvin K. en Lefeuvre-Darjanou K., cd: Handicaps et Vieillissements,
Dossier documentaire, EHESP, 2009.
Dvd: Être handicapé et vieillir, Fondation Nationale de Gérontologie, 2012.
Dvd: Citoyens en institutions, Institutions citoyennes, ESAT van Mézin,
47170, 2012.
Chauvin K. (Sociologe), Handicap et vieillissement: enjeux et défis pour les
structures et services, EHESP, 2011, powerpointpresentatie.
Dr. Leroux P. (geriater), Santé et Vieillissement des travailleurs en ESAT,
Centre Hospitalier Saint-Nazaire, 2009, powerpointpresentatie.
Dr. Remoue L. (Geriater), La Personne Handicapée Vieillissante,
E.H.P.A.D - L.G.O Brest, 2011, powerpointpresentatie.
151
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 142: Aanvullend bronmateriaal:
Overtuigingstechnieken
Slide 142 Aanvullend bronmateriaal: Overtuigingstechnieken
Manipulatie kan een situatie of iemands voorstelling daarvan veranderen:
Erving Goffman (socioloog) beschrijft protective practices, wat neerkomt op
iemand 'beschermen' door tactvol te handelen.
Pierre Naquet-Vidal (socioloog bij CERPE) verwijst naar deceptive conduct
waarbij je misleidende trucs toepast.
R-V. Joule en J-L. Beauvois (psychosociologen) hebben het over enkele
van de bekendste verkoopstactieken om consumenten te manipuleren: de
voet-tussen-de-deur-, de deur-in-het-gezicht- en de lage-bal-techniek.
152
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 143: Eindtest
Slide 143 Eindtest Waar of niet waar? Beantwoord onderstaande 10
vragen met Waar of Niet waar
De Eindtest voor deze module kun je afleggen via de AGID-website:
http://agid-project.eu/
Op de pagina van deze module vind je daar een link naar de test.
Informatie over de test vind je hieronder.
Inleiding
Dit is je eindopdracht. Beantwoord deze vragenreeks met een klik op de
juiste knop(pen).
Door deze eindtest af te leggen, verklaar je dat jij en jij alleen deze vragen
hebt beantwoord. Als bekend wordt dat je deze test niet alleen hebt
afgelegd, staan je eer en integriteit op het spel. Maak deze test dus
helemaal alleen zonder hulp. Voor alle andere oefeningen is het uiteraard
toegelaten om het materiaal en de oefeningen met anderen te bespreken,
dat is net onderdeel van het leerproces. Maar deze eindtest moet kunnen
uitmaken welke kennis je hebt opgedaan en hoeveel je begrepen hebt.
Wees dus eerlijk!
Om een certificaat te bekomen dat je geslaagd bent, heb je een score van
80% nodig. Je krijgt 30 minuten voor de test. Ben je niet geslaagd? Je kunt
de eindtest opnieuw maken nadat je de leerstof in deze module herhaald
hebt. Klik op "Volgende" om naar de vragen te gaan.
Het is van groot belang dat je het lesmateriaal voldoende herhaalt. Als je
niet geslaagd bent, is het dan ook onmogelijk om de antwoorden van deze
taak te bekijken.
Veel succes
Een loyaliteitsconflict impliceert A of B tevredenstellen.
Stigmatisering en onverschilligheid zijn het gevolg van een natuurlijke
neiging om op tijd en onderzoek te besparen.
153
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Een geschikte methodologie moet op voorhand wederzijds
overeengekomen zijn.
Een oudere persoon met een verstandelijke beperking heeft geen volledige
keuzevrijheid omdat hij of zij niet met zijn of haar frustraties kan omgaan.
Een professionele aanpak impliceert een subjectieve analyse van de
situatie.
6. Het realiteitsprincipe impliceert rekening houden met de wensen van
iemands familie en vrienden.
7. Als iemand ouder wordt, wil die persoon in een zelf gekozen omgeving
wonen.
8. Iemand 'goed behandelen' (bientraitance) is een wederkerige
benadering.
9. Iemand toelaten zich te ontplooien betekent dat je hem of haar
stimuleert, niet dat je hem of haar zomaar laat doen zonder iets om
handen.
10. Activisme is een signaal dat kan helpen om moeilijkheden op te sporen.
AGID-Module 6: Professionele zorgverlening
Geslaagd
Niet geslaagd
Jouw score: punten
Aanal punten nodig om te slagen: punten
Gefeliciteerd! Je hebt deze module met succes afgerond. Je kan jouw
antwoorden op de vragen altijd opnieuw bekijken.
Je bent helaas niet geslaagd voor deze test. Herhaal de leerstof en probeer
daarna de test opnieuw te maken.
154
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 144: Wat nu?
Slide 144 Wat nu?
Dankjewel dat je deze module hebt gebruikt om iets bij te leren over
professionele zorgverlening. We zouden het erg op prijs stellen als je even
de tijd wil nemen ons jouw feedback over deze module te bezorgen. Je kan
dat doen door de vragenlijst op de feedbackpagina van onze website in te
vullen: http://agid-project.eu/feedback. Alvast ongelooflijk bedankt!
Was dit je eerste module? Aarzel dan niet om ook de andere modules uit
de reeks te proberen:
Module 1: Ouder worden en het verouderingsproces
Module 2: Persoonsgerichte planning
Module 3: Sociale netwerken en communicatie
Module 4: Emotionele zelfregulatie voor begeleiders
Module 5: Pathologische veroudering
Module 6: Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Je kan al deze modules en andere leerhulpmiddelen over Ouder worden
met een verstandelijke beperking vinden op onze website (http://agidproject.eu). Neem zeker een kijkje en aarzel niet om hulp en advies te
vragen via het contactformulier op onze site.
155
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 145: Bijlagen: Oefenbladen
Slide 145 Bijlagen: Oefenbladen
In deze module worden volgende oefenbladen gebruikt:
Oefenblad 1: Professionele aanpak
Oefenblad 2: Veroudering
Oefenblad 3: ‘Denken in andermans plaats’ en empathie
Oefenblad 4: Objectiviteit
Oefenblad 5: Zorgen voor mensen met een beperkte autonomie
Oefenblad 6: Technieken en hulpmiddelen
Oefenblad 7: Methodologische benaderingen
Oefenblad 8: Levenslange ondersteuning
Oefenblad 9: Behoeften en wensen van ouderen met een verstandelijke
beperking
Oefenblad 10: Zoek de fout!
Oefenblad 11: Bientraitance
156
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 146: Oefenblad 1: Professionele aanpak
Slide 146 Oefenblad 1: Professionele aanpak
157
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 147: Oefenblad 2: Veroudering
Slide 147 Oefenblad 2: Veroudering
158
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 148: Oefenblad 3: 'Denken in
andermans plaats' en empathie
Slide 148 Oefenblad 3: 'Denken in andermans plaats' en empathie
159
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 149: Oefenblad 4: Objectiviteit
Slide 149 Oefenblad 4: Objectiviteit
160
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 150: Oefenblad 5: Zorgen voor mensen
met een beperkte autonomie
Slide 150 Oefenblad 5: Zorgen voor mensen met een beperkte autonomie
161
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 151: Oefenblad 6: Technieken en hulpmiddelen
Slide 151 Oefenblad 6: Technieken en hulpmiddelen
162
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 152: Oefenblad 7: Methodologische
benaderingen
Slide 152 Oefenblad 7: Methodologische benaderingen
163
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 153: Oefenblad 8: Levenslange ondersteuning
Slide 153 Oefenblad 8: Levenslange ondersteuning
164
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 154: Oefenblad 9: Behoeften en wensen van
ouderen met een verstandelijke beperking
Slide 154 Oefenblad 9: Behoeften en wensen van ouderen met een
verstandelijke beperking
165
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 155: Oefenblad 10: Zoek de fout!*
Slide 155 Oefenblad 10: Zoek de fout!*
166
Module 6 - Professionele zorgverlening: een hele prestatie
Slide 156: Oefenblad 11: Bientraitance
Slide 156 Oefenblad 11: Bientraitance
167
Download