vak MAATSCHAPPIJLEER docent DRS JUDITH REINDERSMA Het KNIL, les midden in de Indische maatschappij Het Indische leger werd in 1830 opgericht. Werving en samenstelling KNIL Vooral mensen uit de grote steden gingen Dienstplichtige soldaten mochten niet worden De meerderheid van de manschappen van naar Indië, als burgers en als militairen. uitgezonden volgens de wet, en in eerste de Europese koloniale legers kwam uit Het percentage inheemse militairen instantie was het dan ook een vrijwilligers- nationale legers, weeshuizen en via verschilde in de loop der tijd. detachement. Maar dat beviel niet, en al snel ronselaars. Vooral in Nederland meldden De meeste inheemse soldaten waren werd het een professioneel ‘vreemdelingen zich ook deserteurs, politieke vluchtelingen Javanen. Tot 1870 waren er ook in Ghana legioen’ dat onder het ministerie van Koloniën en militaire veteranen van elders in Europa geronselde Afrikaanse soldaten in het KNIL. viel, en dus niet onder het ministerie van voor het koloniale leger. In de periode Deze zogenaamde Belanda Hitams (‘zwarte Oorlog. Het Oost-Indische leger kreeg in 1836 1814-1824 zou 29% deserteur zijn uit het Hollanders’) werden zeer gewaardeerd. Zij het predicaat Koninklijk. Die titel werd niet Pruisische leger. Deze soldaten probeerden hadden schoenen aan in tegenstelling tot vaak gebruikt, het bleef het Indische leger, of zo te ontsnappen aan het harde leven van inheemse soldaten, die tot 1910 op blote Oost-Indisch leger genoemd worden. de militaire dienstplicht. Tussen 1831 en voeten liepen. Ook Molukse soldaten 1841 bestond 35% van de Nederlandse hadden een speciale status. Zij werden Tot 1880 was het leger voornamelijk koloniale soldaten uit veroordeelde militai­ ingezet bij het Korps Marechaussee tijdens Europees van karakter: ongeveer 50% van ren die voor de keus werden gesteld: het de Atjeh Oorlog. Deze Molukkers waren de militairen was (Indo-)Europees. Er werd cachot of naar Indië. christelijk en loyaal aan het Nederlandse ook veelvuldig gebruikt gemaakt van Maar niet alleen de kansarme maatschap­ gezag. zogenaamde ‘barisan’ (inheemse hulptroe­ pelijke onderklasse meldde zich aan. Bijna pen), een soort huurlegers. Toetreding tot 60% van de aanmeldingen kwam uit de het korps geschiedde vrijwillig, de militairen laag van zelfstandigen, opzichters en bleven in hun kampong wonen (met geschoolde arbeiders. Ook de militairen zelf De vrouwenloods in een KNIL-kampement. uitzondering als ze op expeditie gingen) en hadden vaak een vak geleerd. (Foto Het Koninklijk Tehuis voor Oud-Militairen en Museum Bronbeek) ze kregen soldij en pensioen. Tot 1870 was Nederland vooral op Java gericht, daarna ook meer op de buitenge­ westen, de gebieden buiten het eiland Java, waar ook nadrukkelijk geprobeerd werd om effectief gezag te vestigen. In 1880 werd het Korps Marechaussee opgericht, dat erg flexibel was en in staat om een contra-guer­ rilla te voeren. Na een reorganisatie in 1917 werd het KNIL meer een politioneel leger, met als belangrijkste taak de orde te handhaven. Er werden toen geen gebieden meer veroverd. vak MAATSCHAPPIJLEER docent DRS JUDITH REINDERSMA Het KNIL, les midden in de Indische maatschappij De manschappen vertrokken vanuit het De inheemse en Europese soldaten werden Status, verhouding met de koloniaal werfdepot in Hardewijk naar Indië; tot aan het einde van de 19e eeuw samen burgermaatschappij het Werfdepot werd ook wel ‘het gootgat van gehuisvest. Dat gebeurde bij geen enkel Tussen 1845 en 1899 bleef ongeveer 18% Europa’ genoemd, want het KNIL stond ander koloniaal leger. Het was ook uniek dat van de Europese koloniale militairen na lange tijd niet erg hoog in aanzien. Doordat vrouwen in de kazerne woonden. Zij werden diensttijd in Indië. Over het algemeen de eisen voor toetreding steeds strenger toegestaan, omdat seksuele onthouding werden de lagere militairen door de werden, nam het aanzien van het KNIL in onwenselijk was. Het alternatief, prostitutie­ Europese koloniale samenleving met de nek de loop van de tijd toe. bezoek, veroorzaakte veel vaker geslacht­ aangekeken. Jan Fuselier stond in die zin ziekten, en inheemse soldaten zouden veel buiten de Indische maatschappij. Dagelijks leven minder snel voor het KNIL tekenen als zij Dronkelappen, vechtersbazen of opstandige Vanaf 1890 kwam er een nieuw soort hun vrouw niet konden meenemen. journalisten werden de kolonie uitgezet. In kazerne, het kampement, die volgens een In 1861 leefde ongeveer 20% van het 1838 bepaalde het gouvernement dat vast stramien werden gebouwd. Voor die tijd Europese leger, meest onderofficieren, in gepensioneerde militairen op voordacht van werden de soldaten ondergebracht in forten, concubinaat. In 1901 leefde 42,8% van de de resident naar Nederland gestuurd oude VOC-onderkomens en bentengs sergeants en 17,2% van de soldaten en konden worden wanneer ze onenigheid (vestingen). Het kampement was als een korporaals met inheemse vrouwen in kregen met hun omgeving. klein dorp, en de bewoners, ook vrouwen en barakken. Het waren vooral sergeants die Veteranen die fysiek en geestelijk verzwakt kinderen, leefden volgens een strak militair njais (‘huishoudster’) hielden. Cijfers over uit het leger kwamen waren vaak verarmd regime. Een grote kazerne was een zelfvoor­ officieren zijn er niet; het is aan te nemen (verpauperd). Dat bleek ook uit een zienende maatschappij, met eigen kleerma­ dat ook zij vaak in concubinaat leefden. grootschalig onderzoek naar pauperisme kers, koks, administratief personeel, Toestemming krijgen om te trouwen was onder Europeanen in 1902. In dat cartografen, telegrafisten en ook ingenieurs namelijk niet makkelijk. Hoewel ongetrouwd Pauperisme-rapport stonden de drie en artsen. Er was een uitgebreide militaire samenwonen moreel verwerpelijk werd voorwaarde waaraan een militair moest geneeskundige dienst. gevonden, bleek het concubinaat in de voldoen wilde hij mogen blijven in Indië: hij De buitenposten waren vrij gesloten praktijk grote voordelen te hebben. mocht niet verpauperen, hij moest een gemeenschappen, er was weinig contact Zo’n njai zorgde voor een huiselijk leven, verklaring van goed gedrag hebben en met de plaatselijke bevolking. In grote voor goed eten, en ze leerde de man de voldoende inkomen. garnizoensplaatsen waren er sociëteiten plaatselijke taal en gewoontes. Bovendien Het Indisch leger bood de manschappen op voor officieren en onderofficieren. De zou een Europese vrouw te duur in het den duur wel een steeds beter perspectief. mindere soldaten en korporaals moesten onderhoud zijn, terwijl inheemse vrouwen Er kwamen meer mogelijkheden om op te altijd in uniform lopen en werden eigenlijk minder nodig zouden hebben. klimmen binnen de militaire hiërarchie en nooit opgenomen in Europese milieus. de aansluiting bij de Indische burgermaat­ schappij verbeterde. BIOGRAFIE drs Judith Reindersma Het Tong Tong Festival presenteert: Judith Reindersma (1982) is als mede­ werker Educatie werkzaam in Museum Bronbeek. Ze studeerde Geschiedenis aan de Radboud Universiteit in Nijmegen en is gespecialiseerd in de geschiedenis van Nederlands-Indië. Haar scriptie schreef De Indische School De Pupillenschool in Gombong (Midden-Java), voor de opleiding ze over de ideeën die er rond 1900 in van “kinderen van het mannelijke geslacht voor de militaire stand”. Indië speelden over het leven in concubi­ De foto is afgebeeld in Baren en oudgasten, een deel uit de naat van Europese mannen met fotoboekenserie Tempo doeloe – een verzonken wereld (uitgeverij Indonesische vrouwen. Tijdens haar Querido), samengesteld door Rob Nieuwenhuys. studie deed ze onderzoek naar het leven van vrouwen en kinderen binnen het KNIL. Het gebrek aan kennis in de Nederlandse samenleving over de Indische cultuur en geschiedenis is een doorn in het oog van veel (Indische) Nederlanders. Ervaringsverhalen uit de Indische gemeenschap worden door gebrek aan voor­ kennis niet altijd in de juiste context geplaatst waardoor de beeldvorming blijft steken in clichés. Stichting Tong Tong wil dit veranderen. Ze organiseerde daarom in 2008 en 2009 De Indische School, een educatief programma tijdens het Tong Tong Festival, voor iedereen die meer wil weten over het Indische heden en verleden. Deskundige docenten verzorgden een lesprogramma in het Bibit-Theater op het Leeslijst gebied van (kunst)geschiedenis, taal en letteren, muziek en economie; zoveel > Bossenbroek, M., ‘Het Koninklijk mogelijk kanten van de Indische maatschappij & geschiedenis werden belicht. Nederlands-Indisch leger’, in: Weerzien Er was geen speciale voorkennis van de leerlingen vereist; iedereen vanaf vijftien met Indië afl 12 (Zwolle 1994). jaar kon de lessen goed volgen. > Bossenbroek, M., Volk voor Indië; De werving van Europese militairen voor de U hebt nu een uitgebreide samenvatting van een van de lessen uit 2009 in Nederlandse koloniale dienst 1814- handen. Op de website vindt u korte samenvattingen van alle lessen van 2008 1909 (Amsterdam 1992). en 2009; meer uitgebreide lessen kunt u daar downloaden, evenals leeslijsten, > Heshusius, C.A., De nadagen van als leidraad voor verdere studie. Tempo Doeloe; Verweesde kiekjes uit Nederlands-Indië (Amsterdam 2004). > Staat, D., ‘Het KNIL, 1832-1950’, in: W. Bevaart e.a., Vijftig jaar Regiment Stichting Tong Tong werd terzijde gestaan door een adviseur: dr. ir. Margaret Leidelmeijer was eerder betrokken bij projecten van o.a. het NIOD, het Verzetsmuseum Amsterdam, en het Nationaal Archief. van Heutsz 1950-2000 (Den Haag 2000). In 2008 kon De Indische School worden opgezet dankzij een > Zwitzer, H.L. en C.A. Heshusius, Het subsidie van Stichting Het Gebaar, in 2009 dankzij gelden van Koninklijk Nederlands-Indisch Leger Fonds 1818, M.A.O.C. Gravin van Bylandt Stichting, het 1830-1950; Een terugblik (’s-Graven­ Nationaal Fonds voor Vrijheid en Veteranenzorg, SNS Reaalfonds, hage 1977). Stichting Tong Tong en Pasar Malam Besar BV. > Fred Lanzing, Soldaten van smaragd; De wereld van het KNIL (Amsterdam 2005). Stichting Tong Tong Bezuidenhoutseweg 331 2594 AR Den Haag www.tongtong.nl