Spelregels Straight Pool

advertisement
Spelregels Straight Pool
De algemene spelregels zijn van toepassing, behalve wanneer die in tegenspraak zijn met de
volgende spelregels, die een vertaling zijn van de offciële WPA-spelregels.
Aan deze spelregels kunnen geen rechten worden ontleend.
1.1 Doel van het spel
Spelers moeten voor elke stoot de objectbal en de beoogde pocket aankondigen. Een speler
scoort één punt voor iedere correct aangekondigde en in een geldige stoot gepotte objectbal.
Hij mag verder spelen tot hij er niet langer in slaagt een aangekondigde objectbal correct te
potten, of tot hij een foul maakt. Een speler kan de eerste 14 ballen potten, maar voor hij dan
verder speelt door op de 15e (laatst op de tafel overblijvende) objectbal te spelen, moeten de
14 gepotte ballen teruggelegd worden in de driehoek met een vrije plaats op de voetspot. De
speler probeert dan de 15e bal op een dusdanige wijze te potten dat de teruggelegde ballen
uit elkaar gespeeld worden en hij zijn beurt verder kan spelen.
De speler die als eerste het van tevoren bepaalde puntenaantal bereikt, wint het spel.
1.2 Aantal spelers
Twee spelers of twee teams.
1.3 Gebruikte ballen
Een set objectballen genummerd van 1 tot en met 15 en een stootbal.
1.4 Openingsconfiguratie
Een driehoek met de top op het voetpunt, de 1-bal op de rechterhoek en de 5-bal op de
linkerhoek van de achterste rij ballen. De andere ballen worden willekeurig gelegd.
1.5 Het scoren
Elke correct gepotte bal levert voor de aan beurt zijnde speler één punt op.
1.6 De break
De break is correct uitgevoerd wanneer de beginnende speler:
1. een aangekondigde objectbal in de aangekondigde pocket weet te schieten of;
2. de stootbal een objectbal laat raken en vervolgens de stootbal en minimaal twee
objectballen een band laat raken.
Wordt niet aan één van deze beide voorwaarden voldaan, dan is het een foul op de break, die
bestraft wordt met twee minpunten (deze worden van de score afgetrokken). Na een 'foul op
de break' heeft de tegenspeler bovendien de keuze om:
1. de positie te aanvaarden en zelf verder te spelen, of;
2. de ballen opnieuw op te laten leggen en dezelfde speler opnieuw te laten breaken.
De tegenspeler blijft deze keuzes hebben totdat er een correcte break wordt gemaakt.
Fouls op de break zijn géén reguliere fouls en tellen dus ook niet mee voor de ‘drie-foul-regel'
(zie regel 1.12).
Wordt bij de break voldaan aan de hierboven genoemde voorwaarden, maar wordt de stootbal
gepot of van tafel gespeeld, dan is dat een foul die bestraft wordt met een minpunt die wel
meetelt voor de 'drie-foul-regel'. De tegenspeler krijgt ball in hand achter de hoofdlijn met de
objectballen op de posities waar ze tot stilstand gekomen zijn.
1.7 Verloop van het spel
Zolang een speler op een legale wijze objectballen pot, blijft hij aan de beurt. Een speler mag
elke bal kiezen, maar dient wel steeds de gekozen bal en pocket aan te kondigen. Details zoals
eventueel te raken banden, combinaties, en dergelijke (die alle geldig zijn) hoeven niet
genoemd te worden.
Worden in een correcte stoot naast de aangekondigde bal in de aangekondigde pocket nog
andere ballen gepot, dan krijgt de speler voor elk van die gepotte ballen één punt.
Bij alle stoten dient de speler met de stootbal een objectbal te raken en daarna een
aangekondigde objectbal te potten, of de stootbal en/of een objectbal een band te laten raken.
Wordt daar niet aan voldaan, dan is het een foul. Ligt een objectbal minder dan één baldikte
van de band zonder dat deze er vast tegenaan ligt, dan mag hij slechts twee opeenvolgende
(geldige) safeties spelen op die bal met gebruik van alleen maar die band. Voor zijn volgende
beurt beschouwt men die bal als vast tegen de band liggend en gelden de bepalingen van de
algemene regels (regel 1.38).
Voor een speler van wie de vorige stoot een foul was, wordt deze bal de volgende beurt direct
als vast tegen de band liggend beschouwd en hij moet dan ook direct voldoen aan de
voorschriften die daar bijhoren. Datzelfde geldt voor een speler die de vorige twee stoten een
foul maakte, of die in de stoot direct na een safety op deze bal (en met dus alleen die nabije
band te gebruiken) een foul maakte, ook deze stoten moeten dus meteen aan deze
voorschriften voldoen.
Doen deze dat niet, dan wordt een 'derde opeenvolgende foul' toegekend en wordt de
overeenkomstige puntensanctie opgelegd samen met de puntenaftrek van de voorgaande
fouls (in totaal worden dus zeventien minpunten geteld). De vijftien ballen worden dan
opnieuw opgelegd en de speler die de fouls beging, moet opnieuw gaan breaken.
Wanneer de 14e bal gepot is, wordt het spel tijdelijk stilgelegd. De stootbal en de
overblijvende 15e bal blijven liggen op de plaats waar ze liggen, de veertien gepotte ballen
worden opnieuw opgelegd waarbij de plaats van de kopbal (op de voetspot) open blijft. De
speler zet dan zijn beurt verder waarbij hij elke bal mag aanspelen.
Een speler mag een safety aankondigen. Deze zijn correct, zolang aan alle geldende regels
voldaan wordt. Na een safety is de beurt van de speler voorbij. Eventueel in de safety gepotte
ballen leveren geen punten op en worden gerespot.
Een speler mag een bal die in de richting van een pocket of de 'driehoek' rolt niet oppakken,
aanraken, of op andere wijze beïnvloeden (het oppakken van een bal die in een pocket rolt
inbegrepen). Doet hij dat toch, dan maakt hij een zogenaamde 'opzettelijke foul' die bestraft
wordt met zestien minpunten: een voor de foul en vijftien voor het opzettelijke karakter
ervan. Na deze foul mag de tegenspeler kiezen of hij de positie aanvaardt en zelf met ball in
hand achter de hoofdlijn verder speel, of dat hij de vijftien ballen opnieuw laat opleggen en de
speler die de foul beging laat breaken
Als de vijftiende (niet-gepotte) bal en/of stootbal het laten zakken van de driehoek om de
ballen terug op te leggen hindert, dan moeten de ballen verplaatst worden naar het
hoofdpunt.
Heeft een speler ball in hand achter de hoofdlijn (na het potten of van tafel spelen van de
stootbal) en liggen alle overblijvende objectballen in het hoofdveld, dan mag de speler vragen
of de objectbal die het dichtst bij de hoofdlijn ligt, geplaatst kan worden op de voetspot.
Liggen twee of meer ballen even ver van de hoofdlijn, dan mag de speler kiezen welke van
deze ballen hij eventueel wil laten plaatsen op de voetpunt.
1.8 Ongeldig gepotte ballen
Ongeldig gepotte ballen worden zonder verdere sancties gerespot.
1.9 Objectballen van tafel spelen
Het is een foul wanneer een objectbal van tafel gespeeld wordt. Alle van tafel gespeelde ballen
worden gerespot nadat alle ballen tot stilstand zijn gekomen.
1.10 Stootbal potten of van tafel spelen
Wanneer de stootbal van tafel wordt gespeeld, dan is dit een foul en krijgt de tegenspeler ball
in hand achter de hoofdlijn, tenzij de regels 1.7 of 1.12 van toepassing zijn en andere
bepalingen voorschrijven.
1.11 Straffen voor fouls
Voor iedere foul wordt één punt afgetrokken.
Er zijn strengere straffen voor opzettelijke fouls (zie regel 1.7) en voor drie opeenvolgende
fouls (zie regel 1.12).
De tegenspeler speelt verder vanuit de positie waarin de ballen tot stilstand gekomen zijn,
tenzij de foul een van tafel gespeelde of gepotte stootbal is, het een opzettelijke foul is of het
om een derde opeenvolgende foul gaat (zie regel 1.7 of 1.12).
1.12 Straffen voor opeenvolgende fouls
Een speler die een foul maakt, krijgt één (of in sommige gevallen meer) minpunt
aangerekend. Er wordt aan de speler meegedeeld dat hij op één foul staat. Maakt hij in de
volgende stoot opnieuw een foul, dan krijgt hij opnieuw een minpunt toegewezen en komt hij
op twee fouls te staan.
Maakt de speler nu een derde opeenvolgende foul, dan krijgt hij zelfs vijftien punten in
mindering. De objectballen worden vervolgens opnieuw opgelegd, en deze speler moet openen
volgens de daarvoor geldende regels.
Na een derde opeenvolgende foul komt een speler weer op nul fouls te staan.
Let op: Ik benadruk dat opeenvolgende fouls in opeenvolgende stoten of pogingen aan de tafel
dienen gemaakt te worden, niet enkel in opeenvolgende beurten aan tafel.
De speler moet tussen de tweede en derde foul - op het moment dat hij de derde maal aan de
tafel komt - gewaarschuwd worden dat hij al twee opeenvolgende fouls gemaakt heeft.
Wordt er niet gewaarschuwd, dan kan hij nog niet verliezen op drie fouls.
1.13 Het scoren
Het toekennen van minpunten kan leiden tot een negatieve score. Tijdens het spel kan een
score dus 'min één', 'min twee', etc. krijgen. (Een speler kan een spel winnen terwijl zijn
tegenspeler op min twee staat.
Als een speler een foul maakt tijdens een stoot, waarin geen ballen worden gepot, dan wordt
het minpunt van de score bij het einde van de vorige stoot afgetrokken. Pot een speler een bal
bij dezelfde stoot als deze waarin hij een foul maakt, dan wordt de bal gerespot (geen punten)
en wordt het minpunt in mindering gebracht van de score bij zijn vorige stoot.
Aan de spelregels kunnen geen rechten worden ontleend. Deze spelregels zijn met toestemming van de
auteur overgenomen uit het boek The Road to Glory – Pool voor iedereen ISBN 90-76959-005
Download