1. Waar of niet waar ? Indien je oordeel `niet waar` is, noteer dan de

advertisement
1. Waar of niet waar ? Indien je oordeel ‘niet waar’ is, noteer dan de hele
gecorrigeerde zin op je antwoordblad: (5 punten)
a. Tijdens de kabinetsformatie wordt het land bestuurd door de nieuw gekozen
Tweede Kamer.
b. In de Trias Politica-leer uit 1748 vormt het parlement de controlerende macht.
c. De koningin krijgt aan het begin van de kabinetsformatie niet alleen advies van de
fractieleiders uit de Tweede Kamer maar ook van de kabinetsinformateur en
kabinetsformateur.
d. De Ministerraad is het vrijdagmiddagoverleg van het kabinet om administratieve
zaken te bespreken.
e. In het wetgevingsproces wordt de Raad van State alleen geraadpleegd wanneer
het wetsvoorstel afkomstig is van een kabinetslid. In de overige gevallen kan deze
fase worden overgeslagen.
2. Lees onderstaand tekstfragment en beantwoord daarna de bijbehorende vragen:
“De advocaten zijn boos op de minister. Oorzaak is de draconische verhoging van de
griffierechten. Daarom verzamelden de advocaten zich onlangs op het Haagse Plein
waar de Orde van Advocaten een orkestje in toga liet spelen. De minister kreeg
daarna een malle grote sleutel aangereikt, het symbool van de ‘toegang’ tot de
rechtspraak. Politiek is er nog geen zandkorrel mee verplaatst. [ ] “
(bron: NRC Handelsblad, dd 01-10-2011)
a. Burgers –dus ook advocaten- kunnen op verschillende manieren deelnemen aan
de politiek. Welke vorm van politieke participatie herken je in bovenstaande tekst ?
Leg je antwoord kort uit met behulp van informatie uit de tekst. (2 punten)
b. Het tekstfragment komt uit een NRC-column van Folkert Jensma. Leg uit wat de
columnist vindt van deze vorm van politieke participatie. Onderbouw je antwoord met
2 voorbeelden uit het tekstje. (2 punten)
3. Lees het ingekorte kranteninterview (kop: ‘Wie sloeg PVV’er Jelle Hiemstra en
waarom ?’). Beantwoord daarna de bijbehorende vragen:
“Het is een wonder dat ik nog leef, zegt Jelle Hiemstra. De PVV-fractievoorzitter in de
Provinciale Staten van Friesland zit in een restaurant in Heerenveen. Het is
drieëneenhalve week geleden dat hij aangifte deed bij de politie: hij was in zijn
woning in Sneek twaalf keer met een ijzeren staaf op zijn schedel en in zijn gezicht
geslagen door twee gemaskerde mannen. Met een soort ‘ploertendoder’ zegt
Hiemstra, gingen ze hem te lijf. [ ]
Hiemstra is ervan overtuigd dat de daders een politiek motief hadden. Justitie sluit
ook andere mogelijkheden niet uit. Ook houdt het Openbaar Ministerie de optie open
dat sprake is van een door Hiemstra zelf in scene gezette aanslag. Maar dat is
standaard bij dit soort ernstige misdrijven, aldus het OM. [ ]
Commissaris van de Koningin Jorritsma (VVD) prijst de constructieve houding van
Hiemstra. Zo steunde de PVV gedeputeerde De Vries (PvdA) bij haar verzoek om
meer rijkssubsidie voor het Oerol-festival. ‘Wij zijn wél voor cultuur’, zei Hiemstra,
nog een verschil met de landelijke PVV.
Hiemstra nam daags na de Algemene Politieke Beschouwingen publiekelijk afstand
van PVV-leider Wilders, toen die PvdA’er Cohen de ‘bedrijfspoedel’ van het kabinet
noemde. ‘Dit zou mijn toon niet wezen’ zei Hiemstra tegenover de Friese media.”
(bron: NRC Handelsblad, dd 01-10-2011)
a. In het tekstfragment worden de namen van verschillende politici genoemd. Neem
onderstaande Romeinse cijfers over. Noteer daarachter van welk bestuursorgaan de
politicus lid is. Vervolgens vermeld je of het gaat om het algemene bestuur of het
dagelijkse bestuur van het betreffende bestuursniveau.: (3 punten)
I. Hiemstra (PVV)
II. Jorritsma (VVD)
III. De Vries (PvdA)
IV. Wilders (PVV)
V. Cohen (PvdA)
b. De afdeling Friesland van de PVV is in tegenstelling tot de landelijke PVV vóór
cultuur (zie tekstregel 3 van derde alinea). Met welke (ideologische) kernwaarde
hangt het standpunt van de landelijke PVV samen ? Leg je antwoord kort uit en
noem daarbij ook de betreffende ideologie. (2 punten)
4. Lees onderstaande tekstfragmenten aandachtig. Neem de Romeinse cijfers over
en noteer het passende parlementaire recht: (6 punten)
I. Ter bestrijding van de georganiseerde misdaad stelde de minister van Justitie in
1992 een speciaal rechercheteam in met speciale opsporingsbevoegdheden. In 1993
werd dit rechercheteam plotseling opgeheven vanwege conflicten over de gebruikte
opsporingsmethoden. De Tweede Kamer begon in 1996 een diepgravend onderzoek
naar de gang van zaken rond dit rechercheteam en haar speciale bevoegdheden.
II. De Tweede Kamerfracties van VVD en PvdA hebben een plan ontwikkeld om een
einde te maken aan het geruzie tussen gescheiden ouders over de hoogte van de
alimentatie. Een nieuw simpel computersysteem moet de berekening van de
alimentatie inzichtelijker maken. Het voorstel wordt binnenkort in de Tweede Kamer
ingediend.
III. De Tweede Kamer steunt het plan van minister Donner van Binnenlandse Zaken
om mensen weer voor een identiteitskaart te laten betalen. Begin deze maand werd
de kaart plotseling gratis, na een uitspraak van de Hoge Raad. Het hoogste
rechtscollege bepaalde dat er geen juridische basis was voor gemeenten om geld te
vragen voor de kaart.
IV. Minister Edith Schippers betreurt het dat zij dinsdag in de Tweede Kamer stelde
dat er nog geen evaluatie was van het aantal mensen dat zijn zorgpremie niet
betaalt. Dat rapport bleek al wel bij ambtenaren op haar ministerie bekend te zijn, liet
ze woensdagavond weten. Schippers reageert daarmee op Renske Leijten van de
SP, die in RTL Nieuws zei dat de minister de Kamer foutief en onvolledig had
geïnformeerd.
V. De aanleg van de Betuwelijn -de spoorverbinding tussen de Rotterdamse haven
en het Duitse achterland- is door de Tweede Kamer tegengehouden door de
beoogde 1 miljard euro niet toe te kennen.
VI. De Eerste Kamer stemt binnenkort over het schriftelijke verzoek van SP-senator
Kox aan het kabinet om bij alle wetsvoorstellen die een beperking op privacy met
zich meebrengen de proportionaliteit in de afweging te betrekken.
5. Lees onderstaande ingekorte Troonrede 2011 aandachtig. Beantwoord daarna de
bijbehorende vragen:
“Leden van de Staten-Generaal,
[ ]
Vanuit de ambitie om de toekomstige welvaart zeker te stellen, staat de regering een
aanpak voor ogen die gebaseerd is op twee met elkaar samenhangende keuzen:
gezonde overheidsfinanciën en versterking van het economisch groeivermogen. Die
samenhang ligt ten grondslag aan alle voorstellen die u dit parlementaire jaar ter
behandeling worden aangeboden. [ ]
Vanuit deze visie wil de regering de problemen van vandaag aanpakken en de
kansen voor morgen creëren. Dat doet zij in de vaste overtuiging dat de kracht van
Nederland zit in de ruim 16 miljoen inwoners die ons land telt. Daarbij hoort een
kleine en krachtige overheid, die burgers en bedrijven meer ruimte geeft. Om die
reden komt de regering met voorstellen om het aantal overheidsregels te
verminderen en procedures te vereenvoudigen, en zo creativiteit en innovatie te
stimuleren. Het terugdringen van bureaucratie biedt mensen in de publieke
dienstverlening meer mogelijkheden hun vakmanschap te ontplooien. [ ]
Een overheid die individuen in staat stelt zich te ontwikkelen, draagt bij aan
maatschappelijke samenhang. De regering voert een immigratie- en integratiebeleid
dat erop gericht is de onderlinge betrokkenheid in de samenleving te versterken. [ ]
De kleine en krachtige overheid die de regering voor ogen staat, is van wezenlijk
belang voor de versterking van het groeivermogen van Nederland. Bij een
samenleving die mensen en bedrijven stimuleert in beweging te komen en het beste
uit zichzelf te halen, past immers niet een overheid die in de weg loopt, maar een
overheid die de weg baant. Dit gebeurt bijvoorbeeld door ondernemerschap en
wetenschap actief bij elkaar te brengen in tien topsectoren, die een uitstekende
uitgangspositie hebben op de wereldmarkt. [
]
Veiligheid is bij uitstek een maatschappelijke basisbehoefte. De vorming van een
nationale politie is nodig om krachtiger op te kunnen treden tegen criminaliteit. De
regering richt zich daarbij in het bijzonder op misdrijven die zeer ingrijpend zijn voor
het slachtoffer en de samenleving. Dat geldt onder andere voor kindermisbruik,
overvallen op winkels en straatroof. Ook de georganiseerde misdaad wordt harder
aangepakt, waarbij het accent ligt op de bestrijding van mensenhandel,
drugscriminaliteit en witwassen. [ ] De regering vindt het noodzakelijk het zorgstelsel
toekomstbestendiger te maken. Om die reden is met de ziekenhuizen, specialisten
en zorgverzekeraars een akkoord gesloten over het betalen per geleverde
behandeling en over een lagere groei van de zorguitgaven. Ook wordt het mogelijk
gemaakt dat verzekeraars en ziekenhuizen over een groter deel van het zorgaanbod
vrij kunnen onderhandelen. [ ]
De economische belangen van ons land zijn wereldwijd zeer groot. De regering wil
daar in de volle breedte van het buitenlands beleid een sterker accent op leggen. Dat
doet zij bijvoorbeeld door economische diplomatie te stimuleren en in het kader van
ontwikkelingssamenwerking meer oog te hebben voor de kansen van ons
bedrijfsleven. [ ]
Toch is er reden voor optimisme, want de uitgangspositie van ons land is en blijft
relatief goed. De maatregelen die de regering presenteert, zijn erop gericht onze
welvaart zeker te stellen. De regering doet een appèl op iedereen hieraan een
bijdrage te leveren. Een appèl om in deze moeilijke periode met elkaar te bouwen
aan een sterkere samenleving en een sterkere economie, in de beste tradities van
ons land. [ ]
Op u, leden van de Staten-Generaal, rust bij dit alles een speciale
verantwoordelijkheid. De regering ziet uit naar een intensieve en open
gedachtenwisseling en wil graag samen met u werken aan breed gedragen
oplossingen. U mag zich in uw zware taak gesteund weten door het besef dat velen
u wijsheid toewensen en met mij om kracht en Gods zegen voor u bidden. “ (bron:
http://nos.nl/artikel/247306-de-hele-tekst-van-de-troonrede-2011.html )
a. De Troonrede van dit jaar is het product van een minderheidskabinet. Uit welke
passage blijkt dat Rutte I een minderheidskabinet is ? Let op: noteer de begin- en
eindwoorden en de bijbehorende alinea. (1 punt)
b. Uit de standpunten op de terreinen van criminaliteitsbestrijding en
ontwikkelingssamenwerking blijkt de ‘politieke kleur’ van dit kabinet. Zoek de
betreffende tekstfragmenten op en beoordeel of de standpunten conservatief of
progressief zijn. Leg daarna je antwoord uit. (2 punten)
c. De Troonrede is doortrokken van het ideologische gedachtengoed van VVD en
CDA. Zoek in de tekst één kernwaarde die tot de ideologie van de VVD behoort en
één kernwaarde die past bij de ideologie van het CDA. Vergeet niet de ideologieën
ook te noemen ! (4 punten)
d. Hoewel de PVV geen ‘one issue’-partij is, wordt haar politieke programma
gedomineerd door één specifiek onderwerp. Wordt dit onderwerp genoemd in
bovenstaande ingekorte Troonrede en om welk onderwerp gaat het ? (1 punt)
6. Lees onderstaand tekstfragment en beantwoord daarna de bijbehorende vragen:
“Verhouding tussen Eerste en Tweede Kamer.
Het bestaan van een bicameraal stelsel kan tot conflicten tussen beide Kamers
leiden. Dat gebeurt echter niet vaak, en dat komt doordat de Eerste Kamer - hoewel
er formeel geen rangorde bestaat tussen beide Kamers - zichzelf als regel
terughoudend opstelt. [ ]
De vraag welke Kamer belangrijker is, kan niet zo eenvoudig worden beantwoord.
Volgens de Grondwet zijn Tweede en Eerste Kamer gelijkwaardig, al wordt de
Tweede Kamer wel eerder genoemd dan de Eerste Kamer. De Eerste Kamer heeft
bovendien een andere (beperkter) taak dan de Tweede Kamer; de Tweede Kamer
kan de tekst van een wetsvoorstel veranderen, de Eerste Kamer kan dat niet. Daar
staat tegenover dat de Eerste Kamer - anders dan de Tweede Kamer - het laatste
woord heeft over wetsvoorstellen. [ ]
In het algemeen kan worden gesteld dat de opvattingen van de Tweede Kamer van
groter belang worden beschouwd, dan die van de Eerste Kamer. Overweging daarbij
is, dat de Tweede Kamer rechtstreeks wordt gekozen, en de Eerste Kamer niet. [ ]
De Eerste Kamer stelt zich als regel terughoudend op. Zo komt het eigenlijk niet voor
dat de Eerste Kamer een kabinet, of een individueel kabinetslid, die het vertrouwen
van de Tweede Kamer heeft naar huis stuurt. Ook maken Eerste Kamerleden met
mate gebruik van hun controlerechten, zoals het vragenrecht en het recht van
interpellatie. De controle wordt hoofdzakelijk overgelaten aan de Tweede Kamer.[ ]”
(bron: www.parlement.com)
a. Met welk begrip wordt het grotere belang van de Tweede Kamer ten opzichte van
de Eerste Kamer uitgedrukt ? (1 punt)
b. Welke 2 redenen worden in de tekst genoemd ter verklaring van het grotere
belang van de Tweede Kamer ten opzichte van de Eerste Kamer ? Noem de
relevante tekstregel(s) en doe dat nauwkeurig. (2 punten)
c. Waaruit blijkt verder nog dat de Tweede Kamer belangrijker is dan de Eerste
Kamer ? Noem 2 ‘bewijzen’ en leg ze duidelijk uit. Let op: deze staan niet in de tekst !
(2 punten)
d. In de tweede alinea, 5e regel, wordt een parlementair recht genoemd. Welk
parlementair recht wordt hier bedoeld ? Geef ook aan tot welke categorie van
parlementaire rechten dit recht behoort. (1 punt)
7. Zondag 28 september jongstleden gingen in Duitsland de kiezers naar de stembus
om een nieuwe Bundestag te kiezen. CDU/CSU heeft 33,8 procent van de stemmen
gekregen, een verlies van 1,5 procent. De FDP waar CDU/CSU mee wil regeren,
boekte een flinke winst namelijk van 9,8 procent in 2005 naar 14,6 procent.
Daardoor is de door bondskanselier Merkel gewenste coalitie van
christendemocraten en liberalen mogelijk geworden. Voor de FDP is dit het beste
resultaat ooit. Het is voor het eerst sinds 1998 dat zij weer meedoen met de vorming
van een nieuw kabinet. De sociaaldemocratische SPD leed fors verlies en komt uit
op 23 procent.
De uiterst linkse partij Die Linke behaalde 11,9 procent (+3,2 procentpunt) en blijft de
Groenen voor, die 2 procentpunt stegen tot 10,1 procent. Voor beide partijen links
van de SPD is dit hun beste resultaat ooit. Maar door het forse verlies van de
sociaaldemocraten kan dat een zwart-gele coalitie niet voorkomen.
De nieuwe Piratenpartij behaalde 2 procent van de stemmen, terwijl de Nationale
Partei Deutschland (NPD) een slechter resultaat behaalde dan verwacht, namelijk
3,8 procent. (bronnen: www.nrc.nl en the Economist, dd 03-10-2009)
a. Schets de gekozen partijen in de Bundestag op een politieke lijn die van links via
het midden naar rechts loopt. (3 punten)
b. Welke Nederlandse partij in de Tweede Kamer is te vergelijken met de FDP ? Leg
je antwoord uit door informatie uit de tekst te gebruiken. Vermeld hierbij ook de
betreffende tekstregel. (1 punt)
c. Welke ideologie hangt de Duitse NPD aan ? (2 punten
d. Noem 4 principes van deze ideologie en licht elk principe kort toe. (2 punten)
8. Bekijk eerst bijlage I. Het betreft de meest recente opiniepeiling van
onderzoeksbureau Synovate. Beantwoord daarna onderstaande vragen.
a. Kan de huidige gedoogcoalitie op een meerderheid in de Tweede Kamer rekenen
wanneer de laatste peiling realiteit zou zijn ? Leg je antwoord kort uit. (1 punt)
b. Welke oppositiepartij heeft in de laatste peiling de meeste zetels ? (1 punt)
c. Welke oppositiepartij stijgt ten opzichte van zijn huidige zetelaantal in de Tweede
Kamer het meest in populariteit ? (1 punt)
d. De SGP heeft 2 zetels in de Tweede Kamer. In de peilingen blijft dit aantal gelijk.
Verklaar dit constante zetelaantal van de SGP. Betrek in je antwoord ook een
kenmerk van deze kiezersgroep. (2 punten)
e. Waarom heeft 50+ slechts 2 staafjes in plaats van 3 zoals de overige partijen ?
(1 punt)
f. Formeer één meerderheidscoalitie met behulp van de laatste opiniecijfers. Gebruik
hierbij expliciet de 4 ongeschreven spelregels van kabinetsformaties. Leg je
antwoord kort uit. (2 punten)
9. Bijlage II is de homepage van Nick Clegg, plaatsvervangend premier van GrootBrittannië. Bestudeer deze webpagina aandachtig en beantwoord daarna
onderstaande vragen:
a. Nick Glegg is zowel lid van het kabinet als ‘Member of Parliament’. Hoe noemen
we deze verhouding tussen kabinet en parlement in het staatsrecht ? (1 punt)
b. Noem 2 kenmerken van het kiesstelsel van Groot-Brittannië die in deze webpagina
terug te vinden zijn. Licht je antwoord duidelijk toe. (2 punten)
10. Lees onderstaand (ingekort) redactioneel commentaar uit NRC Handelsblad (dd
12-11-’08) met als titel ‘Monarchie toen en nu ’. Beantwoord daarna de vragen:
“In een monarchie is het persoonlijke leven van het staatshoofd per definitie politiek.
Het boek ‘Juliana & Bernhard’ schetst de puinhopen in een huwelijk. Persoonlijke
drama’s en politieke kramp gaan hand in hand. Dat is ook een halve eeuw later
moeilijk te bevatten. Maar het is ook het portret van het geboren staatshoofd: geen
vrije beroepskeuze, geen vrijheid van meningsuiting, grote beperkingen in
partnerkeuze, nauwelijks privacy en levenslang onder politieke curatele. Dat een
mens onder die druk niet bezwijkt valt eigenlijk meer op.
Het was bekend dat het toenmalige staatshoofd Juliana werd bedrogen door haar
man en geruime tijd een helderziende kwakzalver als adviseur had. Vooral de details
over de invloed van de gebedsgenezeres zijn nog steeds verontrustend. [ ]
Op kabinetsformaties en het openbaar bestuur heeft het staatshoofd informele
invloed. Dat kan dus misgaan. Alsof Jomanda via ‘doorgevingen’ Willem Alexander
zou souffleren, met Máxima in een radeloze bijrol.
Historicus Cees Fasseur schetst hoe spannend het achter de voordeur van Soestdijk
is geweest. [ ] Onbedoeld werpt ook dit boek de vraag weer op of een erfelijke
monarchie menselijkerwijs is vol te houden. Het moet een hel zijn (geweest): in ruil
voor een materieel onbekommerd leven in de schijnwerpers, de fictie van een
huwelijk en de symboliek van de eenheidsstaat in stand houden. De stabiliteit van de
monarchie en daarmee van de parlementaire democratie is in gevaar geweest. De
reden? Een ontrouwe man, een wanhopige vrouw, een ‘gebedsgenezeres’ en
fractievorming aan het Hof. Alleen bij een erfelijk staatshoofd zijn menselijke
zwakheden en staatsbelang functioneel zo met elkaar verbonden. Ieder ander kan
ontslag nemen of krijgen. In een monarchie is de premier ook gezinsvoogd. En als
het misgaat ook bemiddelaar, therapeut en crisismanager. [
]
Met dit boek is de openbaarheid een dienst bewezen. Of dat ook de monarchie geldt,
blijft een open vraag.”
a. Het redactionele commentaar van een krant geeft het standpunt weer van de krant
in politieke kwesties. Wat vindt NRC Handelsblad van een erfelijk staatshoofd in een
parlementaire democratie: is deze krant voor of tegen de huidige staatsvorm ? Leg je
antwoord uit en gebruik hierbij expliciete informatie uit de tekst. (2 punten)
b. Hoe heet de staatsvorm waarin een parlementaire democratie wordt geleid door
een erfelijk staatshoofd ? (1 punt)
c. In de eerste alinea, op één na laatste regel, is sprake van ‘politieke curatele’. Welk
staatsrechtelijk principe wordt hier bedoeld ? Leg ook kort uit wat dit principe precies
inhoudt. (2 punten)
d. In de derde alinea wordt de kabinetsformatie genoemd als moment van informele
invloed van het staatshoofd. Leg uit hoe het staatshoofd die invloed kan uitoefenen.
Let op: slechts voorbeelden noemen is niet voldoende ! (2 punten)
EINDE
Bijlage I
Let op ! De kleuren van de 3 staven zijn niet afgedrukt. Hierbij een verduidelijking:
De meest linkse staven geven het zetelaantal van de huidige Tweede Kamerfracties
aan, de middelste staven hebben betrekking op een opiniepeiling (omgezet in zetels)
van 22 september jongstleden. De meest recente opiniepeiling (06-10-2011) komt
omgerekend in zetels tot uitdrukking in de meest rechtse staven.
Bijlage II
Download