Weersverwachting ‘Jij ziet alleen maar grijze lucht; ik zie dan de atmosfeer aan het werk, het energietransport, het opstijgen van warme lucht.’ Gerrit Heimstra, meteoroloog De weerman komt nauwelijks buiten Weerbedrijf WeerOnline gaat vanaf vandaag het weerbericht in deze krant verzorgen. Directeur Gerrit Hiemstra laat zijn licht schijnen over de moderne weer-industrie. door Chris Halkes Gerrit Hiemstra en WeerOnline Gerrit Hiemstra (geboren 1961) voltooide in 1986 een studie meteorologie aan de universiteit van Wageningen. Daarna werkte hij als meteoroloog bij Meteo Consult en als hoofd van de meteorologische dienst van het KNMI op Schiphol. In 1995 begon hij samen met Erik Brink, de commercieel directeur, het weerbedrijf DLV Meteo BV, dat sinds 2001 WeerOnline heet. WeerOnline heeft een website met de weersverwachtingen voor de gehele aarde en levert gespecialiseerde weerinformatie aan tal van bedrijfstakken. Bij WeerOnline werken nu ongeveer 25 mensen, van wie er acht meteoroloog zijn. Hiemstra werkt freelance voor de NOS als presentator van het weerbericht en als meteorologisch adviseur. Deze activiteiten staan los van WeerOnline. De NOS koopt zijn weerinformatie bij WNI. D e weerman die met metertjes en buisjes in het veld bezig is, is verleden tijd. „Die kun je op de braderie zetten bij de oude ambachten”, zegt Gerrit Hiemstra, directeur van weerbedrijf WeerOnline, tevens bekend als verkondiger van het weerbericht in het NOS-journaal. Ook de weeramateur, die vroeger trouw de resultaten van de metingen in zijn tuin aan De Bilt doorgaf, speelt voor de weersvoorspellingen van nu geen enkele rol meer. De informatievoorziening over het weer is een volledig geautomatiseerde high-tech industrie geworden. Letterlijk, want de computercentra waar de wereldwijd verzamelde informatie van meetstations en satellieten wordt verwerkt tot weerberichten kun je rustig vergelijken met bijvoorbeeld staalfabrieken, meent Hiemstra. Het is een voortdurend productieproces, dat ook steeds bijsturing behoeft. „Aan de ene kant gaat er gigantisch veel informatie in. Die wordt bewerkt in computermodellen en aan de andere kant komt er informatie uit. Die weermodellen zijn de meest complexe computerprogramma’s die er bestaan. Alleen de allergrootste computers kunnen die berekeningen aan.” Bedrijven waarvoor informatie over het weer belangrijk is, kunnen dat inmiddels als een ‘grondstof met specificaties’ hanteren. „Vroeger moesten zij zelf een beetje meteoroloog spelen. Een boer moest als hij wilde gaan zaaien of oogsten, bijvoorbeeld zelf kunnen inschatten of het wel of niet zou gaan regenen. Bedrijven kunnen nu steeds meer weerinformatie met een bepaalde betrouwbaarheidsgraad inkopen. Hoe betrouwbaarder, hoe meer geld het kost.” De weersvoorspelling klopt niet altijd. „Wat je niet meet, weet je ook niet. Niet overal staan meetstations, bijvoorbeeld midden op de oceaan. Daardoor kunnen weerverschijnselen onopgemerkt blijven, terwijl ze wel het totaalbeeld beïnvloeden.” Toch noemt Hiemstra de weersverwachtingen tegenwoordig zeer betrouwbaar. En ze worden steeds be- ter. Dat komt door meer en betere satellietwaarnemingen, betere rekenmodellen en vooral door een alsmaar groeiende computercapaciteit. Het doen van de benodigde waarnemingen en berekeningen is niet op commerciële basis te doen. Dat is de taak van de nationale weerinstituten, zoals in Nederland het KNMI. „Ik zie ook echt niet de meerwaarde van een eigen weerstation voor WeerOnline”, zegt Hiemstra. „Wij krijgen of kopen - dat verschilt per land - de ruwe informatie van de weerinstituten. Wat wij doen is die behoorlijk technische informatie interpreteren en bewerken tot voor de diverse gebruikers begrijpelijke en nuttige informatie.” Dat varieert van het maken van weerkaarten voor de krant tot het verstrekken van informatie aan gemeenten voor de gladheidbestrijding. De website van WeerOnline met wereldwijde weersverwachtingen trekt maandelijks 1,4 miljoen bezoekers, meest mensen die willen weten wat voor weer het is op hun vakantiebestemming. Ook dat werk verrichten computers. „De meteoroloog is een procesmanager geworden die toeziet of het allemaal goed gaat. Voor mijn werk kom ik bijna nooit buiten. Dat vind ik jammer, maar het is gewoon niet nodig.” O ok al geniet Hiemstra van zijn werk, het weer is niet zijn hobby, stelt hij. „De interesse voor meteorologie ontstond pas tijdens mijn studie landbouwtechniek aan de universiteit van Wageningen, waar het een specialisatie was.” Als hij buiten is, ziet hij echter wel meer dan een ander. „Jij ziet alleen maar grijze lucht; ik zie dan de atmosfeer aan het werk, het energietransport, het opstijgen van warme lucht, kortom het complete plaatje. Maar dat geldt voor elke vakman op zijn terrein.” Eigenlijk is het maar goed ook dat het weer zijn hobby niet is. „Een hobbyist gaat helemaal op in zijn hobby. Ik kijk naar de toepassingen en zie de commerciële kansen. Ik zie wat voor een krantenlezer wel of niet relevant is, waardoor het weerblok van WeerOnline kan aansluiten bij de beleving van de lezer.” Gerrit Hiemstra: „De meteoroloog is een procesmanager geworden die toeziet of het allemaal goed gaat.” foto Erik van 't Hullenaar KNMI en de weerbedrijven 䊳 䊳 Het weer en het klimaat D e Nederlander vraagt zich niet alleen dagelijks af wat het weer nu weer voor hem in petto heeft. Ook de klimaatverandering heeft de belangstelling voor het weer doen toenemen. Meteoroloog Gerrit Hiemstra merkt dat het mensen bezighoudt als hij lezingen geeft over dit thema dat hem zelf ook zorgen baart. „Tegelijkertijd zijn mensen zich er te weinig van be- wust dat er wel degelijk iets aan de hand is.” En dat ‘iets’ valt niet te plaatsen binnen de klimaatveranderingen die zich de afgelopen tientallen miljoenen jaren inderdaad al eerder hebben voorgedaan. „De hoeveelheid CO2 in de atmosfeer neemt nu 500 keer sneller toe dan ooit in de geschiedenis van de aarde. Wat dat tenslotte zal gaan betekenen, is niet te voorspellen, maar maatregelen zijn beslist nodig. Technisch gezien is het zeker mogelijk de CO2 uitstoot met 20 procent te verminderen, als we willen. En dat maakt wel degelijk een verschil.” Aan de andere kant kan uit de dagelijkse weerverschijnselen, zelfs uit de extremen, weinig opgemaakt worden over de klimaatverandering. „Het weer zal altijd op en neer blijven gaan. Het gaat om de frequentie van die extremen. Een Elfstedentocht zal heus nog wel eens geschaatst worden.” Het weer in 10 stappen Het nieuwe weerblok, dat vanaf vandaag in deze krant staat, is opgebouwd uit tien verschillende onderdelen. Die variëren van het weer in Europa tot de weersverwachting voor uw eigen regio, in woord en beeld. Daarnaast staan in het weerblok een overzicht van het weer in een aantal grote wereldsteden en, afhankelijk van het jaargetijde, informatie over bijvoorbeeld de neerslag, sneeuwhoogtes of zomerse temperaturen. Onderaan het nieuwe weerblok staat een verwijzing naar de digitale weerpagina op de website van deze krant. 䊳 䊳 䊳 䊳 Het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut (KNMI) in De Bilt is een overheidsinstelling met een wettelijke doelstelling en een budget daarvoor. Die doelstelling ligt op het gebied van het doen van weerwaarnemingen, het zorgen voor een weerbericht voor de Nederlandse samenleving en het doen van waarschuwingen voor gevaarlijk weer. Oorspronkelijk poogde het KNMI - als enige weerinstantie in Nederland - ook zoveel mogelijk tegemoet te komen aan andere specifieke vragen naar weerinformatie van bedrijven en organisaties. Vanaf de jaren tachtig van de vorige eeuw gingen ook commerciële bedrijven zich bezighouden met deze dienstverlening. Sindsdien legt het KNMI zich weer toe op haar eigenlijke takenpakket en laat deze service over aan de marktpartijen als Meteo Consult, WeerOnline, Buienradar en dergelijke. Deze weerbedrijven hebben wel toegang tot de weerinformatie van het KNMI. De eigen commerciële afdeling van het KNMI is verzelfstandigd en enige jaren geleden overgenomen door WNI, een internationaal weerbedrijf.