Preek Bethelkerk 20 april 2014 Schriftlezing: Psalm 118, 15-24; Lucas 24, 1-12 Gelegenheid: Pasen 2014 Gemeente van de opgestane Heer, u allen thuis met ons verbonden, Pasen is het feest van de hoop. Pasen vieren is vasthouden aan de hoop dat het anders kan in het leven. Pasen vieren is geloven in de toekomst. Pasen vieren is met Gods volk Israël opstaan uit het land van verdrukking en dood en op weg gaan, vertrouwend op de belofte van God. Pasen vieren is met de apostel Paulus zeggen dat er maar één boodschap is die we elkaar doorgeven: “Christus is voor onze zonden gestorven, hij is begraven en op de derde dag opgewekt en verschenen aan zijn leerlingen”. 1 Korinthe 15 Het lijkt een doodlopende weg die Jezus gaat. Een weg die eindigt aan een kruis gespijkerd. In de afgelopen weken zijn we die weg gegaan, achter hem aan. ‘Op reis langs de weg van verlangen’. Dat is een weg waarin recht wordt gedaan aan de wet van Mozes. Waarin recht wordt gedaan aan mensen, en dus aan God. Er verschijnt een mens, Jezus uit Nazareth, die zo geheel vervuld is van Gods liefde dat hij de bestaande werkelijkheid op de kop zet. Hij trekt op met hen wie hem haten, hij heeft een open oog voor vrouwen en kinderen, hij raakt melaatsen aan, hij wijst vreemdelingen niet af, hij bidt voor wie hem vervolgen, hij geneest wie ten dode zijn opgeschreven. Heb je ooit in je leven zo’n mens meegemaakt, een mens die zo solidair is, zo volstrekt kiest voor een ander en zichzelf uit handen geeft. Pater Frans van der Lugt uit Syrie was een man die leefde in dit spoor van Jezus en het met de dood moest bekopen. Ze zijn er, navolgers van Jezus in alle radicaliteit. De meeste van ons komen niet zover, wij gaan wel die wel die weg van verlangen, maar schrikken terug voor de uiterste consequentie. Maar toch, maar toch wat zijn er veel mensen, ook onder ons, die de weg van Jezus gaan. Die zich inzetten voor recht en vrede, die andere mensen helpen in de misère van hun leven, die zo maar belangeloos, een ander bijstaan en verzorgen. Laten we elkaar niet de maat nemen, maar laat ieder doen wat zijn, haar hand vindt om te doen. De weg van Jezus gaan betekent hoop bieden aan deze wereld, want verandering komt alleen tot stand wanneer wij, zijn leerlingen, onze angst overwinnen en de weg betreden om die te gaan. Jezus gaat de weg van verlangen. Dat symboliseert zijn leven dat hij gaat voor de weg van God, verlangen naar vrede en recht, naar Gods toekomst onder de mensen, naar het koninkrijk van God. Het is een eenzame weg, zelfs zijn leerlingen begrijpen er meestal niets van. Het is een weg die hem dichtbij mensen in verdrukking brengt en dichtbij God. Maar het is ook een weg die hem naar het kruis voert. In de profetie van Jesaja leest de gemeente van Jezus de weg die deze mens is gegaan. Dienstknecht tot op het uiterste, minste van alle mensen, zijn striemen brachten ons genezing, de wandaden van ons allen liet JHWH op hem neerkomen, hij geeft zijn leven tot een losprijs voor velen. Heeft Jezus het lijden gekozen? Hij heeft voor God gekozen. Voor Gods weg, voor Gods liefde in zijn leven. Dat voert hem naar het lijden. Dat voert hem naar de dood. Want op zoveel goedheid en liefde is ons menselijk bestaan niet berekent. Wanneer dat te dichtbij komt wijzen we het af, bang als we zijn voor de uiterste consequentie. Het lijkt een doodlopende weg die Jezus gaat. En dan komen de vrouwen tot ons en vertellen over het lege graf. Maria van Magadala, Maria de moeder van Jacobus en nog enkele vrouwen. Vol verdriet zijn ze in de vroege ochtend naar het graf gegaan om Jezus lichaam te verzorgen. Maar wat ze vinden is een geopend graf en mannen in stralende gewaden die vertellen van zijn opwekking uit de dood. Vrouwen zijn de eersten die ons van de opwekking van onze Heer berichten. En daarmee verwerven ze zich een bijzondere plaats in de gemeente. Ze zijn dragers van de hoop dat ook ons leven niet gebonden aan de werkelijkheid waar we zo vaak voor moeten buigen. Maar dat een ander leven mogelijk is. Een ommekeer, een nieuw begin. Jezus, de Levende! Hij was een mens als wij, zegt de Hebreeënbrief, die verzocht is geweest als wij, op de proef gesteld: Maar hij vertrouwde op God. Hoezeer hij ook heeft geworsteld, denk aan zijn laatste uren in de hof van Gethsemane, de angst kreeg uiteindelijk geen vat op hem: Hij vertrouwde zich toe aan zijn Vader. In het diepst van het lijden - de godverlatenheid - verlaat hij niet de God die hem geroepen heeft. In de weg die Jezus is gegaan leren wij wat het zeggen wil om te bidden: ‘Uw wil geschiede.’ De moeilijkste bede uit het Onze Vader. Want in alle hardheid van het leven die wij ervaren, willen we zo graag de werkelijkheid naar onze hand zetten. We willen geen verdriet en leed, geen ziekte en dood. De worsteling van Jezus om zijn weg te aanvaarden is de worsteling van ieder mens in tijden van moeite en verdriet. ‘Uw wil geschiede’, wil zeggen: Heer, mijn God, wat heb ik het moeilijk met mijn leven, wat gaat mijn weg anders dan ik verwacht en gehoopt had, maar help mij toch alstublieft om dicht bij U te blijven. Om me niet vast te houden aan wat ik zelf graag wil maar om mij over te geven, in vertrouwen, aan U. ‘Uw wil geschiede.’ Pasen is de overwinning van God op het kwaad in de wereld. Het kwaad dat we ervaren in zonde en dood, in alle angst van het bestaan. Het kwaad dat als een diepe levensangst schuilt in de mens. Angst staat tegenover hoop en is ook één van de diepste menselijke krachten. Door angst verliezen we elkaar, staan we elkaar naar het leven. Wij mensen gaan gebukt onder de heerschappij van de angst. Soms bewust, soms, zonder dat we het zelf eigenlijk in de gaten hebben. Angst en kwaad zijn broer en zuster in het negatieve. Dat begint op de eerste bladzijden van de bijbel waar mensen God in de steek laten en vervolgens elkaar. En dat gaat door tot op de dag van vandaag, waar mensen elkaar de maat nemen, oordelen, buitensluiten, in de steek laten. Ben ik mijns broeders hoeder? Pasen is de overwinning van God op het kwaad in deze wereld. “Alzo lief had Hij de wereld dat Hij zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft”. Is dat niet het unieke van Jezus, wat we in de verhalen over hem steeds horen, dat hij zich niet liet leiden door de angst? Bevrijding is een sleutelwoord met Pasen. Bevrijding als we gevangen zitten in de kluisters van het leven. Het gevecht met zonde en dood voert Jezus tot op het kruis in de godverlatenheid, en dan, als alle menselijke hoop gedoofd is, klinkt de bazuin van de nieuwe morgen: Daar juicht een toon, daar klinkt een stem / die galmt door gans Jeruzalem / een heerlijk morgenlicht breekt aan / de Zoon van God is opgestaan! Met Jezus roept God ook ons tot leven, om op te staan, achter ons te laten wat aan kwaad en angst ons leven vervult. Hij heeft u bevrijd, en vandaag roept Hij u bij uw naam. Grijp dan de hoop die u wordt geboden. Je kunt het, je zult het, want Ik heb jou bij je naam geroepen. Dan wordt het Pasen. Amen.